lcarvalho1_Ton MolinaNurPhoto via Getty Images_lulaclimatechange Ton Molina/NurPhoto via Getty Images

De dode hand van het neoliberalisme blokkeert de groene groei

SÃO PAULO – Recente verkiezingsoverwinningen van linkse partijen in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk kunnen een nieuw tijdperk inluiden voor het klimaatbeleid in Europa. De nieuwe Labourregering in Groot-Brittannië heeft ambitieuze plannen om de capaciteit voor hernieuwbare energie uit te breiden; en hoewel het nog steeds lastig is om coalities te vormen, is klimaatsceptisch extreemrechts in Frankrijk gedwarsboomd.

Het is te hopen dat dit momentum kan worden meegenomen naar de ministeriële bijeenkomst van de G20 in Rio de Janeiro op 24 juli. Daar zullen de rijke landen zich buigen over het baanbrekende voorstel van Brazilië voor een jaarlijkse minimale vermogensbelasting van twee procent voor de miljardairs van de wereld. Zo’n belasting zou, samen met de nieuwe klimaatfinancieringsinstrumenten die naar verwachting zullen worden aangekondigd, de investeringen in groene groei, klimaatadaptatie en maatregelen om de ongelijkheid binnen landen aan te pakken kunnen ondersteunen.

Maar nieuwe investeringsinstrumenten zullen niet volstaan. Zoals uit onze ervaring met COVID-19 blijkt, waren puur marktgebaseerde benaderingen niet genoeg om een pandemie aan te pakken, en zullen ze ook niet helpen bij het tegengaan van milieuvernietiging of de gapende welvaartskloof in de wereld. Zelfs de rijke wereld begint afstand te nemen van de neoliberale orthodoxie van privatisering en deregulering. Maar zolang de ontwikkelingslanden verlamd blijven door de oude regels, zullen ze moeite hebben om hun eigen economische modellen te ontwikkelen en hun eigen lot vorm te geven.

Waar eerder westerse voorstanders van vrijhandel het gebruik van protectionisme en subsidies door China ten gunste van strategische sectoren afkeurden, zijn deze praktijken nu schering en inslag in de geavanceerde economieën. De Verenigde Staten pompen tientallen miljarden dollars in de binnenlandse productie van elektrische auto’s en accu’s via de Inflation Reduction Act, waarbij de staat wordt gebruikt om investeringen en banen in groene sectoren te bevorderen. Maar het aanpakken van de klimaatverandering is een wereldwijde strijd en internationale handelsregels staan de ontwikkelingslanden over het algemeen niet toe hun eigen industrieën op deze manier te stimuleren. Indonesië – wereldleider op het gebied van nikkel, een cruciaal metaal in accu’s voor elektrische auto’s – is bijvoorbeeld gestraft door de Wereldhandelsorganisatie voor het nastreven van een industriële strategie.

Terwijl neoliberale beleidsvoorschriften in ontwikkelde economieën uit de gratie raken, worden ze voor minder welvarende economieën herverpakt in groene dozen. Beleidsmakers in hogeinkomenslanden kunnen vertrouwen op dure industriële beleidshefbomen zoals belastingprikkels en kredietgaranties, terwijl ontwikkelingslanden die luxe niet hebben. De ontwikkelingslanden moeten uitzoeken hoe ze banen kunnen creëren, de ongelijkheid kunnen verminderen en hun economieën koolstofarm kunnen maken, met een veel beperktere set instrumenten en technologische capaciteit.

Bovendien pushen rijkere landen de ontwikkelingslanden om in een onrealistisch tempo over te stappen op hernieuwbare energiebronnen. Ze erkennen niet dat de ontwikkelingslanden behoefte hebben aan een beperkt gebruik van fossiele brandstoffen op de korte termijn, of dat oneerlijke handelsregels de toegang van armere landen tot betaalbare groene technologie en goedkoop kapitaal beperken. Dergelijke dubbele standaarden wijzen op dezelfde onevenwichtige machtsverhoudingen als die van de afgelopen jaren, toen rijkere landen vaccins oppotten, bezuinigden op hulpbudgetten en eerdere beloften voor klimaatfinanciering niet nakwamen.

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
BF2024-Onsite-1333x1000

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99

Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.

Subscribe Now

Deze hypocrisie is niet onopgemerkt gebleven. Autoritaire populisten zoals de voormalige Braziliaanse president Jair Bolsonaro, de Argentijnse president Javier Milei en de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan hebbenelk het verhaal gepromoot dat klimaatbeleid de economische groei ondermijnt. Dat mag in veel gevallen waar zijn, maar alleen vanwege de compromissen die de neoliberale orthodoxie oplegt.

Als de ontwikkelingslanden hun eigen beleid zouden kunnen uitstippelen, zouden klimaatinvesteringen leiden tot het creëren van banen en inclusieve groei. Regeringen waaraan wordt gevraagd hun economieën groener te maken, hebben flexibele financiering nodig tegen gunstige tarieven. Ze zouden ook baat hebben bij progressieve nationale en internationale belastingsystemen die voortbouwen op recente successen zoals het VN Belastingverdrag, een poging onder leiding van de ontwikkelingslanden om de belastingregels te democratiseren en de controle weg te halen bij ‘closed shops’ zoals de OESO.

Het wegkwijnen van het neoliberalisme geeft de ontwikkelingslanden en opkomende economieën de kans om samen te werken aan het ontwerp van een nieuw paradigma. Door staatsgeleide modellen te bedenken die groene strategieën koppelen aan sociaaleconomische ontwikkeling, kunnen ze de klimaatagenda beschermen tegen aanvallen van autoritaire opportunisten. Net zoals er verschillende soorten kapitalisme zijn, zijn er ook verschillende wegen naar groene ontwikkeling.

Mexico, een industrieland en olieproducent, heeft net een klimaatwetenschapper, Claudia Sheinbaum, tot president gekozen. Haar regering wil 13,6 miljard dollar investeren in hernieuwbare energie, met als doel om in 2030 aan vijftig procent van de vraag naar elektriciteit te voldoen uit koolstofvrije bronnen. Als deze inspanningen goed worden uitgevoerd, zouden ze het creëren van banen moeten bevorderen en de ongelijkheid moeten verminderen, waarbij staatsbedrijven worden ingezet om de inzet van groene technologieën te ondersteunen. De bemoedigende aankondiging van een nieuw ministerie voor wetenschap en innovatie kan ook de ontwikkeling van geavanceerde productie en hightechindustrieën aanjagen.

Brazilië bevindt zich ook in een goede positie om baanbrekend groen beleid voor de ontwikkelingslanden te voeren. Bevrijd van het destabiliserende bewind van Bolsonaro, zet de regering van president Luiz Inácio Lula da Silva zich in voor duurzame ontwikkeling en belastinghervormingen. Als de regering haar industriebeleid, infrastructuurdoelstellingen en groene initiatieven zoals het Ecologische Transformatieplan effectief kan coördineren, kan ze in eigen land een robuuste agenda voor groene groei uitvoeren, en tegelijkertijd haar regionale en wereldwijde invloed uitbreiden als gastheer van de G20-bijeenkomst deze maand en de VN-conferentie over klimaatverandering (COP30) volgend jaar.

We kunnen een nieuwe wereld van klimaatrechtvaardigheid en sociale rechtvaardigheid bouwen op de ruïnes van het neoliberalisme. Om te slagen hebben we nieuwe economische structuren nodig die geïnformeerd, actief vormgegeven en onderhouden worden door lage- en middeninkomenslanden. Een eerlijkere wereldorde vereist robuuste, proactieve staten die beleid kunnen ontwerpen en implementeren om economische groei, het creëren van banen, het verminderen van de ongelijkheid en het koolstofvrij maken van de economie te stimuleren.

Laura Carvalho, directeur Economic & Climate Prosperity bij de Open Society Foundations, is universitair hoofddocent economie aan de universiteit van São Paulo.

https://prosyn.org/TPbEgcUnl