RIO DE JANEIRO – Sinds het aantreden van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro in 2019 hangt het lot van het Amazonegebied en zijn inheemse volkeren aan een zijden draadje. Nu de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht de milieuagenda hebben gedecimeerd, ziet het er somber uit voor Braziliëʼs weg naar een groenere toekomst.
In 2021 bereikte de ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied het hoogste niveau sinds 2006, terwijl de illegale mijnbouw in de wettelijk beschermde inheemse gebieden van de Yanomami met 46 procent is toegenomen. Deze goudwinning leidde niet alleen tot malaria en blootstelling aan kwik, maar ook tot ongekend geweld tegen inheemse volkeren. In 2019 waren er 277 geregistreerde gevallen van dergelijk geweld, waaronder 113 moorden, 33 doodsbedreigingen, zestien gevallen van racistische en etnisch-culturele discriminatie, en tien gevallen van seksueel geweld.
De exploitatie en vernietiging van ʼs werelds grootste regenwoud berust op welbekende methoden. Om te beginnen heeft de regering-Bolsonaro agentschappen die zijn opgericht om het milieu en de inheemse bevolking te beschermen, buiten werking gesteld. Het gaat onder meer om het Braziliaanse Instituut voor Milieu en Hernieuwbare Natuurlijke Hulpbronnen, het Chico Mendes Instituut voor het Behoud van de Biodiversiteit en de Nationale Stichting voor de Inheemse bevolking.
De huidige regering heeft deze agentschappen gedeeltelijk verzwakt door milieuboetes niet af te dwingen: sinds 2019 is 98 procent van de administratieve procedures met betrekking tot milieudelicten verlamd. De financiering voor het voorkomen en bestrijden van bosbranden is met zoʼn 38 procent verminderd ten opzichte van 2018. De regering heeft ook ambtenaren geïntimideerd en ontslagen omdat ze proactief waren bij de handhaving van milieuvoorschriften, en heeft de acties van landrovers van inheems land gelegaliseerd.
Bolsonaro volgt een ʻneem-geen-gevangenenʼ-aanpak om hard bevochten rechten ongedaan te maken. Het ontmantelen van de autoriteit van toezichthoudende en beschermende agentschappen, het creëren van regels om milieusanctieprocessen te belemmeren, en het veroveren van instellingen kost tijd en vereist een permissieve institutionele omgeving.
Bolsonaro doet er niet het zwijgen toe. Hij zet openlijk aan tot invasies van inheems land, en beweert dat het bezet moet worden voor mijnbouw, landbouw en veeteelt. Het is geen toeval dat deze invasies, de illegale mijnbouw en de ontbossing van inheems land sterk zijn toegenomen – en onbestraft zijn gebleven – sinds 2019.
De bondgenoten van de president bekleden sleutelposities in het Braziliaanse Congres, waar landeigenaren en de agro-industrie sterk vertegenwoordigd zijn (de ʻplattelandscaucusʼ controleert momenteel 245 van de 513 zetels in de Kamer). Het Congres werkt aan een reeks controversiële wetsvoorstellen die hoogstwaarschijnlijk zullen leiden tot de vernietiging van natuurlijke hulpbronnen en de uitholling van institutionele waarborgen, met nefaste gevolgen voor het milieu en de rechten van inheemse volkeren.
Zo zal wetsvoorstel 2159/21 de milieuvergunningen afschaffen. De wetsvoorstellen 2633/20 en 510/21 moedigen illegale bezetting van openbaar land aan, wetsvoorstel 6299/02 vergemakkelijkt de goedkeuring van bestrijdingsmiddelen en wetsvoorstel 490/07 hanteert een tijdscriterium (marco temporal) – 5 oktober 1988, de datum waarop de Braziliaanse federale grondwet werd afgekondigd – als voorwaarde voor de afbakening van inheems land. Wetsvoorstel 191/20 tenslotte maakt mijnbouw en hydro-elektrische stuwdammen op inheems grondgebied mogelijk en is onlangs met weinig debat of transparantie versneld door het Congres geloodst.
Voor degenen die de onschatbare natuurlijke hulpbronnen van Brazilië willen behouden en de inheemse bevolking willen beschermen, zou de rechterlijke macht het laatste redmiddel moeten zijn. Het Braziliaanse Hooggerechtshof (STF) moet zich momenteel uitspreken over zeven rechtszaken, bekend als de ʻgreen docket,ʼ waarin de staat van dienst van de regering op milieugebied wordt aangevochten. Hoewel er nog geen definitieve beslissingen zijn genomen, blijkt uit tegenstrijdige uitspraken van twee rechters dat er nog veel haken en ogen zitten aan de ʻgreen docket.ʼ
Aan de ene kant vergeleek rechter Cármen Lúcia de aanvallen van de regering op de groene agenda met een ʻtermietenkolonie,ʼ waarbij zij benadrukte hoe effectief de aanval is in het vernietigen van beschermingsmechanismen en, uiteindelijk, de democratie zelf. Maar Lúcia ging nog verder en verklaarde dat het falen van de regering om het milieu te beschermen een ʻongrondwettelijke toestandʼ had gecreëerd.
Zoals César Rodríguez-Garavito van de New York University uitlegt, kan een dergelijke uitspraak inhouden dat de rechtbank ʻdiverse overheidsinstanties opdraagt gecoördineerde acties te ondernemen om de hele getroffen bevolking te beschermen en niet alleen de specifieke klagers in de zaak.ʼ Een beslissing van deze aard roept verschillende bezwaren op, onder meer van critici van rechterlijk activisme. Maar in het licht van een systeemfalen dat opzettelijk is uitgelokt door gekozen instellingen en een noodsituatie op milieugebied, die rechtstreeks van invloed is op de overlevingskansen van de inheemse Braziliaanse bevolkingsgroepen, zou het STF zijn grondwettelijke rol moeten spelen.
Helaas werd Lúciaʼs veelbelovende uitspraak opgeschort door één enkele rechter, André Mendonça, die recent door Bolsonaro werd aangesteld en eerder diende als zijn minister van Justitie. Volgens de praktijk van het STF is er geen termijn voor het heroverwegen van een geschorste rechtszaak. Alleen Mendonça kan beslissen of en wanneer het STF de zaak zal onderzoeken – een mechanisme dat algemeen wordt beschouwd als een soort veto dat de legitimiteit van de rechtbank schaadt.
De resterende hoop ligt in het mobiliseren van het Braziliaanse maatschappelijk middenveld in de aanloop naar de presidents- en Congresverkiezingen in oktober. Tijdens de recente 18de Acampamento Terra Livre, een mijlpaal voor het inheemse verzet en de strijd voor rechten, bezetten ongeveer achtduizend inheemse mensen uit het hele land het hoofdkwartier van de federale regering in Brasilia. Voor het eerst plaatste de inheemse mobilisatie de institutionele politiek op de voorgrond, door Congreskandidaten voor te dragen met de sloganRetomando o Brasil: demarcar territórios e aldear a política (ʻBrazilië heroveren: territoria afbakenen en de politiek opnieuw vormgeven met de dorpenʼ).
Op 12 april heeft de voormalige president en huidige kandidaat Luiz Inácio Lula da Silva een bezoek gebracht aan het kamp, en beloofd om inheemse gebieden af te bakenen en International Labour Organization Convention 169 te respecteren als hij wordt gekozen. Die belofte is misschien niet genoeg, gezien de urgente milieucrisis, maar druk van onderaf is momenteel alles wat we hebben.
Bolsonaroʼs autoritarisme zal tot sterk gepolariseerde verkiezingen leiden. Hij trekt herhaaldelijk de legitimiteit van de elektronische stemmachines in Brazilië in twijfel en doet de dreigementen van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump na om de uitslag niet te accepteren als hij verliest. Nu de ontbossing in het Amazonegebied toeneemt, is de hoop van de wereld op klimaatrechtvaardigheid net zo bedreigd als de Braziliaanse democratie.
Vertaling: Menno Grootveld
RIO DE JANEIRO – Sinds het aantreden van de Braziliaanse president Jair Bolsonaro in 2019 hangt het lot van het Amazonegebied en zijn inheemse volkeren aan een zijden draadje. Nu de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht de milieuagenda hebben gedecimeerd, ziet het er somber uit voor Braziliëʼs weg naar een groenere toekomst.
In 2021 bereikte de ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied het hoogste niveau sinds 2006, terwijl de illegale mijnbouw in de wettelijk beschermde inheemse gebieden van de Yanomami met 46 procent is toegenomen. Deze goudwinning leidde niet alleen tot malaria en blootstelling aan kwik, maar ook tot ongekend geweld tegen inheemse volkeren. In 2019 waren er 277 geregistreerde gevallen van dergelijk geweld, waaronder 113 moorden, 33 doodsbedreigingen, zestien gevallen van racistische en etnisch-culturele discriminatie, en tien gevallen van seksueel geweld.
De exploitatie en vernietiging van ʼs werelds grootste regenwoud berust op welbekende methoden. Om te beginnen heeft de regering-Bolsonaro agentschappen die zijn opgericht om het milieu en de inheemse bevolking te beschermen, buiten werking gesteld. Het gaat onder meer om het Braziliaanse Instituut voor Milieu en Hernieuwbare Natuurlijke Hulpbronnen, het Chico Mendes Instituut voor het Behoud van de Biodiversiteit en de Nationale Stichting voor de Inheemse bevolking.
De huidige regering heeft deze agentschappen gedeeltelijk verzwakt door milieuboetes niet af te dwingen: sinds 2019 is 98 procent van de administratieve procedures met betrekking tot milieudelicten verlamd. De financiering voor het voorkomen en bestrijden van bosbranden is met zoʼn 38 procent verminderd ten opzichte van 2018. De regering heeft ook ambtenaren geïntimideerd en ontslagen omdat ze proactief waren bij de handhaving van milieuvoorschriften, en heeft de acties van landrovers van inheems land gelegaliseerd.
Bolsonaro volgt een ʻneem-geen-gevangenenʼ-aanpak om hard bevochten rechten ongedaan te maken. Het ontmantelen van de autoriteit van toezichthoudende en beschermende agentschappen, het creëren van regels om milieusanctieprocessen te belemmeren, en het veroveren van instellingen kost tijd en vereist een permissieve institutionele omgeving.
Bolsonaro doet er niet het zwijgen toe. Hij zet openlijk aan tot invasies van inheems land, en beweert dat het bezet moet worden voor mijnbouw, landbouw en veeteelt. Het is geen toeval dat deze invasies, de illegale mijnbouw en de ontbossing van inheems land sterk zijn toegenomen – en onbestraft zijn gebleven – sinds 2019.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
De bondgenoten van de president bekleden sleutelposities in het Braziliaanse Congres, waar landeigenaren en de agro-industrie sterk vertegenwoordigd zijn (de ʻplattelandscaucusʼ controleert momenteel 245 van de 513 zetels in de Kamer). Het Congres werkt aan een reeks controversiële wetsvoorstellen die hoogstwaarschijnlijk zullen leiden tot de vernietiging van natuurlijke hulpbronnen en de uitholling van institutionele waarborgen, met nefaste gevolgen voor het milieu en de rechten van inheemse volkeren.
Zo zal wetsvoorstel 2159/21 de milieuvergunningen afschaffen. De wetsvoorstellen 2633/20 en 510/21 moedigen illegale bezetting van openbaar land aan, wetsvoorstel 6299/02 vergemakkelijkt de goedkeuring van bestrijdingsmiddelen en wetsvoorstel 490/07 hanteert een tijdscriterium (marco temporal) – 5 oktober 1988, de datum waarop de Braziliaanse federale grondwet werd afgekondigd – als voorwaarde voor de afbakening van inheems land. Wetsvoorstel 191/20 tenslotte maakt mijnbouw en hydro-elektrische stuwdammen op inheems grondgebied mogelijk en is onlangs met weinig debat of transparantie versneld door het Congres geloodst.
Voor degenen die de onschatbare natuurlijke hulpbronnen van Brazilië willen behouden en de inheemse bevolking willen beschermen, zou de rechterlijke macht het laatste redmiddel moeten zijn. Het Braziliaanse Hooggerechtshof (STF) moet zich momenteel uitspreken over zeven rechtszaken, bekend als de ʻgreen docket,ʼ waarin de staat van dienst van de regering op milieugebied wordt aangevochten. Hoewel er nog geen definitieve beslissingen zijn genomen, blijkt uit tegenstrijdige uitspraken van twee rechters dat er nog veel haken en ogen zitten aan de ʻgreen docket.ʼ
Aan de ene kant vergeleek rechter Cármen Lúcia de aanvallen van de regering op de groene agenda met een ʻtermietenkolonie,ʼ waarbij zij benadrukte hoe effectief de aanval is in het vernietigen van beschermingsmechanismen en, uiteindelijk, de democratie zelf. Maar Lúcia ging nog verder en verklaarde dat het falen van de regering om het milieu te beschermen een ʻongrondwettelijke toestandʼ had gecreëerd.
Zoals César Rodríguez-Garavito van de New York University uitlegt, kan een dergelijke uitspraak inhouden dat de rechtbank ʻdiverse overheidsinstanties opdraagt gecoördineerde acties te ondernemen om de hele getroffen bevolking te beschermen en niet alleen de specifieke klagers in de zaak.ʼ Een beslissing van deze aard roept verschillende bezwaren op, onder meer van critici van rechterlijk activisme. Maar in het licht van een systeemfalen dat opzettelijk is uitgelokt door gekozen instellingen en een noodsituatie op milieugebied, die rechtstreeks van invloed is op de overlevingskansen van de inheemse Braziliaanse bevolkingsgroepen, zou het STF zijn grondwettelijke rol moeten spelen.
Helaas werd Lúciaʼs veelbelovende uitspraak opgeschort door één enkele rechter, André Mendonça, die recent door Bolsonaro werd aangesteld en eerder diende als zijn minister van Justitie. Volgens de praktijk van het STF is er geen termijn voor het heroverwegen van een geschorste rechtszaak. Alleen Mendonça kan beslissen of en wanneer het STF de zaak zal onderzoeken – een mechanisme dat algemeen wordt beschouwd als een soort veto dat de legitimiteit van de rechtbank schaadt.
De resterende hoop ligt in het mobiliseren van het Braziliaanse maatschappelijk middenveld in de aanloop naar de presidents- en Congresverkiezingen in oktober. Tijdens de recente 18de Acampamento Terra Livre, een mijlpaal voor het inheemse verzet en de strijd voor rechten, bezetten ongeveer achtduizend inheemse mensen uit het hele land het hoofdkwartier van de federale regering in Brasilia. Voor het eerst plaatste de inheemse mobilisatie de institutionele politiek op de voorgrond, door Congreskandidaten voor te dragen met de sloganRetomando o Brasil: demarcar territórios e aldear a política (ʻBrazilië heroveren: territoria afbakenen en de politiek opnieuw vormgeven met de dorpenʼ).
Op 12 april heeft de voormalige president en huidige kandidaat Luiz Inácio Lula da Silva een bezoek gebracht aan het kamp, en beloofd om inheemse gebieden af te bakenen en International Labour Organization Convention 169 te respecteren als hij wordt gekozen. Die belofte is misschien niet genoeg, gezien de urgente milieucrisis, maar druk van onderaf is momenteel alles wat we hebben.
Bolsonaroʼs autoritarisme zal tot sterk gepolariseerde verkiezingen leiden. Hij trekt herhaaldelijk de legitimiteit van de elektronische stemmachines in Brazilië in twijfel en doet de dreigementen van de voormalige Amerikaanse president Donald Trump na om de uitslag niet te accepteren als hij verliest. Nu de ontbossing in het Amazonegebied toeneemt, is de hoop van de wereld op klimaatrechtvaardigheid net zo bedreigd als de Braziliaanse democratie.
Vertaling: Menno Grootveld