LONDEN – David Malpass heeft het roer overgenomen als president van de Wereldbank, en draagt behoorlijk wat zware politieke bagage met zich mee. Hij is immers de keuze van de Amerikaanse president Donald Trump, wat heeft geleid tot zorgen dat hij zijn positie zou kunnen gebruiken om een nieuw front te openen in Trumps handelsoorlog met China, hij het leiderschap van de Bank op het gebied van de klimaatverandering zou kunnen verzwakken, en hij het multilateralisme in bredere zin zou kunnen ondermijnen.
Op de voorjaarsvergadering van het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank van deze week moet Malpass aandacht besteden aan deze zorgen. Hij moet niet worden beoordeeld op grond van zijn verleden of van zijn banden met de regering-Trump, maar op grond van wat hij doet. Als leider van een multilaterale instelling met 189 leden, met het mandaat om een paar van de grootste onrechtvaardigheden van onze tijd uit de weg te ruimen, van de armoede tot de extreme ongelijkheid en de opwarming van de aarde, krijgt Malpass een van de belangrijkste banen van de wereld.
Wat de omstandigheden van zijn benoeming ook mogen zijn geweest, de verleiding om Malpass bij voorbaat te veroordelen moet worden vermeden. Zijn anti-multilaterale neigingen kunnen overdreven worden. Als hoge functionaris van het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft hij vorig jaar geholpen een kapitaaluitbreiding voor de Wereldbank van $13 mrd te bewerkstelligen. Hij heeft ook laten blijken dat hij vindt dat de armoedebestrijding tot de kern moet blijven behoren van de missie van de Wereldbank.
Ondanks de buitengewone vooruitgang van de afgelopen twee decennia flitsen de waarschuwingssignalen op het gebied van de SDGs. Recente schattingen van de Wereldbank duiden op een scherpe vertraging van het tempo van de mondiale armoedereductie. Op basis van de huidige trends zullen er in 2030 nog steeds zo'n 600 miljoen mensen beneden de officiële armoedegrens van $1,90 per dag verkeren. Ruim 40% van deze mensen zullen Afrikaanse kinderen zijn.
Ook de data inzake de levenskansen van kinderen zijn zorgwekkend. Hoewel het sterftecijfer van kinderen onder de vijf sinds 2000 nagenoeg is gehalveerd, raakt de SDG-doelstelling van nul vermijdbare kinder-sterfgevallen steeds verder buiten bereik. Op basis van de huidige trends zullen er in 2030 nog steeds drie miljoen kinderen van onder de vijf onnodig overlijden.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Ook de rapportcijfers op het gebied van het onderwijs zijn somber. In onze steeds meer op kennis gebaseerde mondiale samenleving zijn er nog steeds zo'n 263 miljoen jonge mensen die niet naar school gaan. Een kwart van deze jonge mensen bestaat uit kinderen in de basisschoolleeftijd – en de aantallen nemen toe. Een zelfs nog groter aantal kinderen gaat wél naar school, maar krijgt geen kwaliteitsonderwijs. Voor deze kinderen heeft de SDG-doelstelling om “de kansen uit te breiden” alle kenmerken van een ongedekte check.
Ongelijkheid is de gemeenschappelijke noemer die ten grondslag ligt aan de tekortkomingen inzake de doelstellingen voor 2030. Zonder stevige inkomensherverdeling ten gunste van de armen is er geen vooruitzicht dat het doel van de uitroeiing van de armoede zal worden bereikt.
Hetzelfde geldt voor het overleven van kinderen. Kinderen die in de armste 20% van de huishoudens worden geboren nemen een derde van alle kindersterfgevallen voor hun rekening, grotendeels als gevolg van slechte voeding en ontoereikende en ongelijke toegang tot de gezondheidszorg (inclusief inentingen). Als we dit sterftecijfer omlaag willen krijgen zullen we meer geld moeten laten vloeien naar de armste en meest gemarginaliseerde kinderen.
Dit zijn de gebieden waarop de Wereldbank en haar nieuwe president werkelijk verschil kunnen maken. Het is een verdienste van de Wereldbank dat zij steeds meer aandacht heeft gekregen voor de ongelijkheid. Maar zij is merkwaardig stil gebleven als het gaat om het bepleiten van herverdeling op het gebied van de belastingheffing, de overheidsuitgaven en de regelgeving, wat nodig is om de sociale verschillen te verkleinen. Malpass mag dan geen voor de hand liggende voorstander zijn van herverdeling ten gunste van de armen, dat is wel waar we nu behoefte aan hebben.
Er is zijn legitieme redenen voor zorgen op dit front. In zijn aanvankelijke “verkiezings”-manifest heeft Malpass zich in overweldigende mate gericht op het verlagen van de belastingen, terwijl hij zorgvuldig iedere verwijzing naar de noodzaak van hogere overheidsuitgaven op gebieden als de gezondheidszorg, het onderwijs en de infrastructuur heeft vermeden.
Dit is een behandelmethode die de SDG-patiënt gegarandeerd niet zal overleven. In plaats van de belastingen te verlagen, schat het IMF dat de ontwikkelingslanden nog eens 5% van hun bbp aan belastinginkomsten zullen moeten binnenbrengen om de SDGs te kunnen verwezenlijken. De Wereldbank moet helpen de progressieve en verantwoordelijke belastingstelsels te bouwen die nodig zijn om dit resultaat te bereiken.
In een tijd van krimpende hulpbudgetten moet de Wereldbank ook innovatievere benaderingen van het financiële beleid ondersteunen. De voormalige Britse premier Gordon Brown, de Speciale Afgezant van de Verenigde Naties voor onderwijs, heeft opgeroepen tot de inrichting van een International Finance Facility for Education (Internationale Financieringsfaciliteit voor Onderwijs) die kredietgaranties zou kunnen gebruiken om $8 mrd aan nieuwe onderwijsgelden vrij te spelen voor de lagere-en-middeninkomenslanden, die momenteel beperkte toegang tot de financieringsmogelijkheden genieten. Dit zou helpen om 70 miljoen kinderen naar school te krijgen.
De financiering van de gezondheidszorg is een ander gebied met een hoge prioriteit. Miljoenen kinderen sterven ieder jaar als gevolg van behandelbare ziekten als longontsteking, malaria en diarree, omdat hun ouders zich de ziektekosten niet kunnen veroorloven, of omdat ziekenhuizen niet genoeg goed opgeleide gezondheidszorgwerkers, medicijnen of diagnostische apparatuur hebben. Onder de vorige president, Jim Yong Kim, maakte de Wereldbank zich sterk voor publiekelijk gefinancierde universele gezondheidszorg, en daar waren goede redenen voor: er is immers geen alternatieve manier om gezondheidsdiensten van hoge kwaliteit voor de armen te bewerkstelligen. Malpass moet nauw samenwerken met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om deze agenda op de rails te krijgen, waarbij hij zich moet richten op de primaire zorg.
De vooruitgang op het gebied van de SDGs gaat natuurlijk niet alleen over hogere bestedingen, maar vooral ook over het eerlijker besteden van de beschikbare middelen. In een nieuw rapport dat tijdens de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank zal worden gelanceerd, signaleert Save the Children een enorme kloof tussen de gezondheidsrisico's, die vaak het grootst zijn voor de armste kinderen, en de voordelen van overheidsuitgaven, die vaak vooral de huishoudens ten goede komen die toch al beter af zijn.
Dit is in strijd met de centrale belofte die overheden deden bij de ondertekening van de SDGs: dat de landen die het verst verwijderd waren van de doeleinden zouden profiteren van de snelste vooruitgang. In de taal van de agenda: “Niemand mag achterblijven.”
De Wereldbank kan helpen de aansprakelijkheid te verbeteren voor het waarmaken van die belofte, door samen te werken met de VN en nationale diensten bij het berichten over het tempo waarin ongelijkheden op belangrijke terreinen – van de sterftecijfers tot het onderwijs – kleiner worden. De Wereldbank en het IMF moeten ook hun rapportages over de overheidsfinanciën gebruiken om te monitoren of het begrotingsbeleid is afgestemd op de belofte om de sociale ongelijkheid te verminderen.
Malpass heeft het unieke voorrecht en de verantwoordelijkheid om toezicht te houden op een van de grootste bronnen van ontwikkelingsfinanciering ter wereld – een instelling die wordt bemand door toegewijde professionals die niets liever willen dan de levens van miljoenen verbeteren door het verwezenlijken van de SDG-doelstellingen. Hij mag die bal niet laten vallen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Not only did Donald Trump win last week’s US presidential election decisively – winning some three million more votes than his opponent, Vice President Kamala Harris – but the Republican Party he now controls gained majorities in both houses on Congress. Given the far-reaching implications of this result – for both US democracy and global stability – understanding how it came about is essential.
By voting for Republican candidates, working-class voters effectively get to have their cake and eat it, expressing conservative moral preferences while relying on Democrats to fight for their basic economic security. The best strategy for Democrats now will be to permit voters to face the consequences of their choice.
urges the party to adopt a long-term strategy aimed at discrediting the MAGA ideology once and for all.
LONDEN – David Malpass heeft het roer overgenomen als president van de Wereldbank, en draagt behoorlijk wat zware politieke bagage met zich mee. Hij is immers de keuze van de Amerikaanse president Donald Trump, wat heeft geleid tot zorgen dat hij zijn positie zou kunnen gebruiken om een nieuw front te openen in Trumps handelsoorlog met China, hij het leiderschap van de Bank op het gebied van de klimaatverandering zou kunnen verzwakken, en hij het multilateralisme in bredere zin zou kunnen ondermijnen.
Op de voorjaarsvergadering van het Internationale Monetaire Fonds en de Wereldbank van deze week moet Malpass aandacht besteden aan deze zorgen. Hij moet niet worden beoordeeld op grond van zijn verleden of van zijn banden met de regering-Trump, maar op grond van wat hij doet. Als leider van een multilaterale instelling met 189 leden, met het mandaat om een paar van de grootste onrechtvaardigheden van onze tijd uit de weg te ruimen, van de armoede tot de extreme ongelijkheid en de opwarming van de aarde, krijgt Malpass een van de belangrijkste banen van de wereld.
Wat de omstandigheden van zijn benoeming ook mogen zijn geweest, de verleiding om Malpass bij voorbaat te veroordelen moet worden vermeden. Zijn anti-multilaterale neigingen kunnen overdreven worden. Als hoge functionaris van het Amerikaanse ministerie van Financiën heeft hij vorig jaar geholpen een kapitaaluitbreiding voor de Wereldbank van $13 mrd te bewerkstelligen. Hij heeft ook laten blijken dat hij vindt dat de armoedebestrijding tot de kern moet blijven behoren van de missie van de Wereldbank.
De voorjaarsvergadering biedt de mogelijkheid om woorden in daden om te zetten inzake de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDGs), de doelstellingen die de internationale gemeenschap heeft geformuleerd voor het uitroeien van de armoede, het verbeteren van de gezondheidszorg en het welzijn, het uitbreiden van de kansen, en het bevorderen van de ecologische duurzaamheid.
Ondanks de buitengewone vooruitgang van de afgelopen twee decennia flitsen de waarschuwingssignalen op het gebied van de SDGs. Recente schattingen van de Wereldbank duiden op een scherpe vertraging van het tempo van de mondiale armoedereductie. Op basis van de huidige trends zullen er in 2030 nog steeds zo'n 600 miljoen mensen beneden de officiële armoedegrens van $1,90 per dag verkeren. Ruim 40% van deze mensen zullen Afrikaanse kinderen zijn.
Ook de data inzake de levenskansen van kinderen zijn zorgwekkend. Hoewel het sterftecijfer van kinderen onder de vijf sinds 2000 nagenoeg is gehalveerd, raakt de SDG-doelstelling van nul vermijdbare kinder-sterfgevallen steeds verder buiten bereik. Op basis van de huidige trends zullen er in 2030 nog steeds drie miljoen kinderen van onder de vijf onnodig overlijden.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Ook de rapportcijfers op het gebied van het onderwijs zijn somber. In onze steeds meer op kennis gebaseerde mondiale samenleving zijn er nog steeds zo'n 263 miljoen jonge mensen die niet naar school gaan. Een kwart van deze jonge mensen bestaat uit kinderen in de basisschoolleeftijd – en de aantallen nemen toe. Een zelfs nog groter aantal kinderen gaat wél naar school, maar krijgt geen kwaliteitsonderwijs. Voor deze kinderen heeft de SDG-doelstelling om “de kansen uit te breiden” alle kenmerken van een ongedekte check.
Ongelijkheid is de gemeenschappelijke noemer die ten grondslag ligt aan de tekortkomingen inzake de doelstellingen voor 2030. Zonder stevige inkomensherverdeling ten gunste van de armen is er geen vooruitzicht dat het doel van de uitroeiing van de armoede zal worden bereikt.
Hetzelfde geldt voor het overleven van kinderen. Kinderen die in de armste 20% van de huishoudens worden geboren nemen een derde van alle kindersterfgevallen voor hun rekening, grotendeels als gevolg van slechte voeding en ontoereikende en ongelijke toegang tot de gezondheidszorg (inclusief inentingen). Als we dit sterftecijfer omlaag willen krijgen zullen we meer geld moeten laten vloeien naar de armste en meest gemarginaliseerde kinderen.
Dit zijn de gebieden waarop de Wereldbank en haar nieuwe president werkelijk verschil kunnen maken. Het is een verdienste van de Wereldbank dat zij steeds meer aandacht heeft gekregen voor de ongelijkheid. Maar zij is merkwaardig stil gebleven als het gaat om het bepleiten van herverdeling op het gebied van de belastingheffing, de overheidsuitgaven en de regelgeving, wat nodig is om de sociale verschillen te verkleinen. Malpass mag dan geen voor de hand liggende voorstander zijn van herverdeling ten gunste van de armen, dat is wel waar we nu behoefte aan hebben.
Er is zijn legitieme redenen voor zorgen op dit front. In zijn aanvankelijke “verkiezings”-manifest heeft Malpass zich in overweldigende mate gericht op het verlagen van de belastingen, terwijl hij zorgvuldig iedere verwijzing naar de noodzaak van hogere overheidsuitgaven op gebieden als de gezondheidszorg, het onderwijs en de infrastructuur heeft vermeden.
Dit is een behandelmethode die de SDG-patiënt gegarandeerd niet zal overleven. In plaats van de belastingen te verlagen, schat het IMF dat de ontwikkelingslanden nog eens 5% van hun bbp aan belastinginkomsten zullen moeten binnenbrengen om de SDGs te kunnen verwezenlijken. De Wereldbank moet helpen de progressieve en verantwoordelijke belastingstelsels te bouwen die nodig zijn om dit resultaat te bereiken.
In een tijd van krimpende hulpbudgetten moet de Wereldbank ook innovatievere benaderingen van het financiële beleid ondersteunen. De voormalige Britse premier Gordon Brown, de Speciale Afgezant van de Verenigde Naties voor onderwijs, heeft opgeroepen tot de inrichting van een International Finance Facility for Education (Internationale Financieringsfaciliteit voor Onderwijs) die kredietgaranties zou kunnen gebruiken om $8 mrd aan nieuwe onderwijsgelden vrij te spelen voor de lagere-en-middeninkomenslanden, die momenteel beperkte toegang tot de financieringsmogelijkheden genieten. Dit zou helpen om 70 miljoen kinderen naar school te krijgen.
De financiering van de gezondheidszorg is een ander gebied met een hoge prioriteit. Miljoenen kinderen sterven ieder jaar als gevolg van behandelbare ziekten als longontsteking, malaria en diarree, omdat hun ouders zich de ziektekosten niet kunnen veroorloven, of omdat ziekenhuizen niet genoeg goed opgeleide gezondheidszorgwerkers, medicijnen of diagnostische apparatuur hebben. Onder de vorige president, Jim Yong Kim, maakte de Wereldbank zich sterk voor publiekelijk gefinancierde universele gezondheidszorg, en daar waren goede redenen voor: er is immers geen alternatieve manier om gezondheidsdiensten van hoge kwaliteit voor de armen te bewerkstelligen. Malpass moet nauw samenwerken met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) om deze agenda op de rails te krijgen, waarbij hij zich moet richten op de primaire zorg.
De vooruitgang op het gebied van de SDGs gaat natuurlijk niet alleen over hogere bestedingen, maar vooral ook over het eerlijker besteden van de beschikbare middelen. In een nieuw rapport dat tijdens de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank zal worden gelanceerd, signaleert Save the Children een enorme kloof tussen de gezondheidsrisico's, die vaak het grootst zijn voor de armste kinderen, en de voordelen van overheidsuitgaven, die vaak vooral de huishoudens ten goede komen die toch al beter af zijn.
Dit is in strijd met de centrale belofte die overheden deden bij de ondertekening van de SDGs: dat de landen die het verst verwijderd waren van de doeleinden zouden profiteren van de snelste vooruitgang. In de taal van de agenda: “Niemand mag achterblijven.”
De Wereldbank kan helpen de aansprakelijkheid te verbeteren voor het waarmaken van die belofte, door samen te werken met de VN en nationale diensten bij het berichten over het tempo waarin ongelijkheden op belangrijke terreinen – van de sterftecijfers tot het onderwijs – kleiner worden. De Wereldbank en het IMF moeten ook hun rapportages over de overheidsfinanciën gebruiken om te monitoren of het begrotingsbeleid is afgestemd op de belofte om de sociale ongelijkheid te verminderen.
Malpass heeft het unieke voorrecht en de verantwoordelijkheid om toezicht te houden op een van de grootste bronnen van ontwikkelingsfinanciering ter wereld – een instelling die wordt bemand door toegewijde professionals die niets liever willen dan de levens van miljoenen verbeteren door het verwezenlijken van de SDG-doelstellingen. Hij mag die bal niet laten vallen.
Vertaling: Menno Grootveld