korolec1_ BERTRAND GUAYAFP via Getty Images_solar BERTRAND GUAY/AFP via Getty Images

Europa heeft een industrieel ontwikkelingsfonds nodig

WARSCHAU – In 2016 zeiJacques Delors, voormalig voorzitter van de Europese Commissie, dat als het EU-beleid ‘de cohesie in gevaar brengt en sociale normen opoffert,’ ‘het Europese project geen kans maakt om de steun van de Europese burgers te winnen.’ In de nasleep van de verkiezingen voor het Europees Parlement van deze maand lijkt Delors’ opmerking relevanter dan ooit.

Na de aanzienlijke winst van extreem-rechts wordt verwacht dat het nieuwe Europees Parlement prioriteit zal geven aan zaken als immigratie, veiligheid en de voortdurende kosten van levensonderhoud boven de klimaatverandering. Gezien het aantal nieuwe Europarlementariërs dat tegen de groene agenda van het blok is, kan de Europese Unie ook gedwongen worden om haar netto-nul-transitie te vertragen.

Maar in plaats van van koers te veranderen, zou de EU haar klimaatdoelstellingen moeten verdubbelen en een voorbeeld moeten nemen aan China en de Verenigde Staten. Ze zou in het bijzonder de Inflation Reduction Act (IRA) van president Joe Biden van de VS moeten navolgen door een ‘koop groen en Europees’-programma en een Europees Industrieel Ontwikkelingsfonds (EIDF) op te zetten om de transitie naar schone energie te ondersteunen.

Een van de populairste argumenten van extreemrechts tegen de energietransitie is dat de  European Green Deal zwaar leunt op inputs uit China en de VS. De EU-invoer van schone-technologieproducten uit China is de afgelopen jaren explosief gestegen, tot een totaal van 23,3 miljard dollar voor lithium-ionbatterijen, 19,1 miljard dollar voor zonnepanelen en 14,5 miljard dollar voor elektrische auto’s (EV’s), alleen al in 2023.

Daarentegen heeft de IRA de Amerikaanse investeringen in hernieuwbare energie drastisch verhoogd. In het tweede kwartaal van 2023 investeerde de VS bijvoorbeeld bijna 10 miljard dollar in technologie voor batterijproductie, meer dan het dubbele van de totale investeringen in batterijen, zonne- en windenergie, cruciale materialen en EV’s in het tweede kwartaal van 2022.

In het licht van de grotere wereldwijde concurrentie bevindt de EU-economie zich in een dubbele spagaat. Enerzijds investeren de meest dynamische bedrijven liever in de VS dan in Europa. Anderzijds neemt de export van China naar de EU toe, vooral na de jongste tarieven van Biden op Chinese goederen.

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes
PS_Quarterly_Q2-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: Age of Extremes, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Je zou verwachten dat een nationalistischer Europees Parlement de vooruitzichten voor de industriële sector in de EU zou verbeteren. Maar de aandelenkoersen van toonaangevende Europese bedrijven in hernieuwbare energie, zoals Vestas, Nordex en Orsted, daalden de dag na de verkiezingen uit vrees dat de overwinning van extreem rechts de groene transitie zou kunnen vertragen.

Om de concurrentiepositie van de EU te versterken, moeten beleidsmakers doortastend optreden om cruciale industrieën te ondersteunen. Ruim twaalfhonderd organisaties, waaronder 840 toonaangevende productiebedrijven, hebben onlangs de Antwerp Declaration ondertekend, waarin wordt opgeroepen tot een ‘European Industrial Deal’ als belangrijk onderdeel van de strategische agenda van de EU voor 2024-’29. De Belgische premier Alexander De Croo verwoordde het het best: ‘Hoe zorgen we ervoor dat onze Europese industrie blijft groeien? Het antwoord is: met een European Industrial Deal, op hetzelfde niveau als een European Green Deal.’

Vier stappen in het bijzonder zijn noodzakelijk. In de eerste plaats moeten Europese beleidsmakers erkennen dat het vertragen van de netto-nul-transitie de wereldwijde concurrentiekracht van de EU zal uithollen. Het invoeren van nulemissietechnologieën is de beste manier om de import van fossiele brandstoffen te verminderen en zelfvoorzienend te worden op energiegebied. Het handhaven van de status quo ondermijnt daarentegen de energiezekerheidsstrategie van het blok en speelt de Russische president Vladimir Poetin in de kaart.

In de tweede plaats is de oprichting van het EIDF essentieel voor het bereiken van energieonafhankelijkheid en technologische soevereiniteit. Zoals de implementatie van pan-Europese financiële hulp tijdens de COVID-19-crisis heeft aangetoond, kunnen de EU-instellingen cruciale beslissingen nemen en indien nodig binnen enkele maanden handelen.

In de derde plaats moet het EIDF worden gefinancierd door gemeenschappelijke schuldemissies. Om de productie van groene technologieën zoals elektrische auto’s, warmtepompen en zonnepanelen te stimuleren, moet dit financieringsmechanisme makkelijk toegankelijk zijn voor ondernemers zonder buitensporige voorwaarden. Cruciaal is dat het EIDF niet kan slagen zonder adequate financieringsinstrumenten voor hernieuwbare-energiebedrijven in de EU – een voordeel dat Amerikaanse bedrijven al genieten onder de IRA. Maar beleidsmakers moeten dergelijke financiering afhankelijk maken van investeringen in productiecapaciteit en het creëren van banen in specifieke industrieën.

Tot slot moet de uitgifte van gemeenschappelijke schulden gepaard gaan met een gezamenlijke inspanning om nieuwe inkomstenbronnen te vinden. Eén optie is om extra importheffingen op te leggen op Chinese elektrische auto’s. Een andere aanpak is om belasting te heffen op digitale platforms en de invoer van plastic.

In het verleden werden EU-fondsen toegewezen op basis van het cohesiebeleid van het blok en het bbp per hoofd van de bevolking van de lidstaten. Maar het NextGenerationEU-fonds, opgericht in 2020 om Europese landen te helpen herstellen van de pandemie, schept een nieuw precedent door achthonderd miljard euro aan subsidies en leningen toe te kennen op basis van de impact van COVID-19 op individuele economieën.

Op dezelfde manier moeten EIDF-middelen worden toegewezen op basis van de behoeften van de binnenlandse industrieën en de bijdrage van elke sector aan het bbp van de respectieve lidstaten. Bijgevolg moeten de meeste fondsen gaan naar landen met relatief grote industriële sectoren, zoals Duitsland, Italië, Spanje, Frankrijk, Polen, Nederland, Ierland en België.

Hoewel deze aanpak op weerstand van andere lidstaten kan stuiten, is hij cruciaal om de industriële heropleving van Europa te vergemakkelijken. Om concurrerend te blijven in de huidige wereldeconomie moet de EU haar netto-nul-transitie versnellen. Het EIDF is een noodzakelijke stap in die richting.

Marcin Korolec, voormalig minister van Milieu van Polen, is directeur van het in Warschau gevestigde Green Economy Institute en voorzitter van de Foundation for the Promotion of Electric Vehicles. Hij is lid van het adviescomité voor milieu en klimaat van de Europese Investeringsbank en bestuurslid van het Institute for Sustainable Development and International Relations (IDDRI), MevaEnergy, InnoEnergy en Transport & Environment.

https://prosyn.org/0lHOVotnl