CAMBRIDGE – Ethiopië heeft lange tijd geleden onder terugkerende grootschalige hongersnoden, met name begin jaren tachtig, toen minstens een miljoen mensen omkwamen en miljoenen anderen ontheemd raakten. Dit jaar is Ethiopië echter voor het eerst een netto-exporteur van tarwe geworden, een buitengewone prestatie gezien de kwetsbaarheid van het land voor klimaatverandering en voedselzekerheidscrises.
Hoewel veel factoren hebben bijgedragen aan deze prestatie, weerspiegelt dit vooral de centrale rol die nieuwe technologieën hebben gespeeld bij de transformatie van de Ethiopische landbouwsector. Deze innovaties hebben de gewasopbrengsten verhoogd en de weerbaarheid tegen extreme weersomstandigheden vergroot, en zijn daarom bijzonder nuttig gebleken in regio’s die te kampen hebben met toenemende droogte en andere klimaatrisico’s.
Het programma Technologies for African Agricultural Transformation (TAAT), dat is opgezet door het International Fertilizer Development Center, heeft een belangrijke rol gespeeld bij het op grote schaal toepassen van beproefde en hoogwaardige landbouwtechnologieën om boeren te helpen de productie van gierst, maïs, rijst, tarwe en andere basisvoedingsmiddelen te verhogen. Als gevolg van de opbrengstverhogende prestaties van deze technologieën is het areaal voor hittetolerante tarwevariëteiten in Ethiopië gegroeid van vijfduizend hectare in 2018 tot ruim 2,2 miljoen hectare in 2023, waardoor het land op weg is naar zelfvoorziening op voedselgebied.
De ‘polycrisis’-wereld van steeds volatielere mondiale aanbodketens heeft het streven naar grotere zelfvoorziening versneld. De oorlog in Oekraïne veroorzaakte een stijging van de voedselprijzen in Afrika, waarbij de subindex voor tarwe in mei 2022 bijvoorbeeld een meerjarig hoogtepunt bereikte. Ethiopië is bijzonder hard getroffen, omdat het bijna de helft van zijn tarwe uit Rusland en Oekraïne importeerde. Nu lijdt het continent onder het exportverbod dat India, ’s werelds grootste rijstexporteur, onlangs heeft ingesteld voor verschillende variëteiten.
Te midden van deze uitdagende omgeving kan het opmerkelijke vermogen van de Ethiopische regering om technologie te gebruiken om de binnenlandse productie te stimuleren en de risico’s te verminderen die gepaard gaan met een te grote afhankelijkheid van voedselimport, wel eens een doorbraak betekenen. Dergelijke vooruitgang, vooral in een land dat decennialang een basket case op het gebied van de landbouw was, biedt hoop voor Afrika, dat zich in de frontlinie van de klimaatcrisis bevindt en waar voedselonzekerheid vaak politieke onrust aanwakkert.
Bedenk bijvoorbeeld dat de graanopbrengst in Afrika is gestagneerd tot 1.589 kilo per hectare, ver onder het wereldwijde gemiddelde van 4.153 kilo. Daar zijn veel redenen voor, maar de belangrijkste is het chronische technologische tekort. Het gebrek aan agroverwerking en industrieën met een hoge toegevoegde waarde is een andere al lang bestaande hindernis voor het verhogen van de landbouwproductie en de productiviteitsgroei op het continent, en heeft ook de verliezen na de oogst verergerd, die worden geschat op ongeveer dertig tot vijftig procent van de totale voedselproductie in Afrika.
Het probleem wordt nog verergerd door het beperkte gebruik van kunstmest op het continent en de buitensporige afhankelijkheid van regenlandbouw. Met ongeveer 7,6 miljoen ton in 2021 is het gebruik van kunstmest veel lager dan in Oost-Azië (61,9 miljoen ton) en Zuid-Azië (38,7 miljoen ton), terwijl het gebrek aan irrigatiesystemen en andere instrumenten voor waterbeheer vooral zorgwekkend is in het licht van de steeds snellere opwarming van de aarde. Deze tekortkomingen hebben geleid tot een toename van de extreme honger, waarbij veel gemeenschappen op het continent worden geconfronteerd met de ergste voedselcrisis in veertig jaar.
Maar de gevolgen van geopolitieke onrust en toenemende klimaatrisico’s gaan verder dan voedselonzekerheid en creëren een vicieuze cirkel van droogtes, overstromingen, macro-economische instabiliteit en betalingsbalanscrises op het hele continent. Ongeveer 85 procent van het voedsel in Afrika bezuiden de Sahara wordt geïmporteerd, grotendeels vanwege de weersgevoelige landbouw in de regio. Het continent geeft nu jaarlijks ongeveer 75 miljard dollar uit aan de import van graan, waardoor de deviezenreserves uitgeput raken en de druk op de wisselkoersen toeneemt. (De meeste Afrikaanse munten zijn in 2022 sterk in waarde gedaald, waarbij vooral de Ethiopische birr bijzonder zwak is geworden). Deze importafhankelijkheid heeft een negatief effect op de betalingsbalans, waarbij de kwetsbaarheid van de regio wordt vergroot door de steeds frequentere wereldwijde aanbodschokken.
De rekening van de Afrikaanse voedselimport zal de komende jaren dramatisch stijgen, deels door geopolitieke schokken en de verwachte bevolkingsgroei. Maar de opwarming van de aarde zal deze stijging ook aanwakkeren. Volgens de Global Climate Risk Index liggen vijf van de tien landen die in 2019 het meest te lijden zullen hebben van klimaatverandering in Afrika bezuiden de Sahara, waar een derde van alle droogtes ter wereld voorkomt, maar minder dan één procent van het akkerland is uitgerust met irrigatie. De Wereldbank schat dat als de wereldwijde temperaturen tegen 2050 stijgen tot 2° Celsius boven het pre-industriële niveau, de productie van gewassen in Afrika bezuiden de Sahara met tien procent zal afnemen.
Deze sombere voorspelling zou wel eens kunnen uitkomen. Dit jaar staat op het punt om het warmste jaar ooit te worden, ongeveer 1,4°C boven de pre-industriële gemiddelde temperaturen. Als de uitstoot van broeikasgassen in het huidige tempo blijft stijgen, voorspellen klimaatmodellen bovendien een extra opwarming van 4°C gedurende deze eeuw. De noodzaak om meer te investeren in klimaatmitigatie en -adaptatie is nog nooit zo duidelijk geweest.
Geconfronteerd met een te grote afhankelijkheid van voedselimporten en ontmoedigende klimaatvoorspellingen moet Afrika afstappen van het traditionele model van landbouwproductie op basis van regen. In navolging van Ethiopië moet het continent technologie omarmen om de landbouwproductiviteit te verhogen en de voedselzekerheid te verbeteren. Dit vereist agressieve investeringen in precisielandbouwtechnologieën, zoals irrigatie met variabele snelheid, die de productiviteit maximaliseren in een omgeving met beperkte middelen.
Naast waterbesparende innovaties moeten beleidsmakers investeren in hoogproductieve zaadvariëteiten die goed presteren onder droge omstandigheden en in landbouwmachines om de sector te mechaniseren. Verbeterde infrastructuur, waaronder irrigatiesystemen op zonne-energie en digitale technologieën die boeren toegang geven tot vroegtijdige waarschuwingssystemen en de efficiëntie verbeteren, zijn ook essentieel.
Door een breed scala aan technologieën in te zetten om de Afrikaanse landbouwsector te transformeren, kunnen zowel de voedselzekerheid als milieu- en duurzaamheidskwesties worden aangepakt. Dit had al veel eerder moeten gebeuren: hoewel Afrika ruim zestig procent van alle onbebouwde landbouwgrond ter wereld herbergt, heeft het nog niet kunnen profiteren van de groene revolutie die de opbrengsten elders heeft opgedreven. De harde realiteit van klimaatverandering en geopolitieke onrust kan eindelijk voldoende sterke prikkels creëren om het potentieel van het continent te ontsluiten en te zorgen voor meer zelfvoorziening en veerkracht in de voedselproductie.
Vertaling: Menno Grootveld
CAMBRIDGE – Ethiopië heeft lange tijd geleden onder terugkerende grootschalige hongersnoden, met name begin jaren tachtig, toen minstens een miljoen mensen omkwamen en miljoenen anderen ontheemd raakten. Dit jaar is Ethiopië echter voor het eerst een netto-exporteur van tarwe geworden, een buitengewone prestatie gezien de kwetsbaarheid van het land voor klimaatverandering en voedselzekerheidscrises.
Hoewel veel factoren hebben bijgedragen aan deze prestatie, weerspiegelt dit vooral de centrale rol die nieuwe technologieën hebben gespeeld bij de transformatie van de Ethiopische landbouwsector. Deze innovaties hebben de gewasopbrengsten verhoogd en de weerbaarheid tegen extreme weersomstandigheden vergroot, en zijn daarom bijzonder nuttig gebleken in regio’s die te kampen hebben met toenemende droogte en andere klimaatrisico’s.
Het programma Technologies for African Agricultural Transformation (TAAT), dat is opgezet door het International Fertilizer Development Center, heeft een belangrijke rol gespeeld bij het op grote schaal toepassen van beproefde en hoogwaardige landbouwtechnologieën om boeren te helpen de productie van gierst, maïs, rijst, tarwe en andere basisvoedingsmiddelen te verhogen. Als gevolg van de opbrengstverhogende prestaties van deze technologieën is het areaal voor hittetolerante tarwevariëteiten in Ethiopië gegroeid van vijfduizend hectare in 2018 tot ruim 2,2 miljoen hectare in 2023, waardoor het land op weg is naar zelfvoorziening op voedselgebied.
De ‘polycrisis’-wereld van steeds volatielere mondiale aanbodketens heeft het streven naar grotere zelfvoorziening versneld. De oorlog in Oekraïne veroorzaakte een stijging van de voedselprijzen in Afrika, waarbij de subindex voor tarwe in mei 2022 bijvoorbeeld een meerjarig hoogtepunt bereikte. Ethiopië is bijzonder hard getroffen, omdat het bijna de helft van zijn tarwe uit Rusland en Oekraïne importeerde. Nu lijdt het continent onder het exportverbod dat India, ’s werelds grootste rijstexporteur, onlangs heeft ingesteld voor verschillende variëteiten.
Te midden van deze uitdagende omgeving kan het opmerkelijke vermogen van de Ethiopische regering om technologie te gebruiken om de binnenlandse productie te stimuleren en de risico’s te verminderen die gepaard gaan met een te grote afhankelijkheid van voedselimport, wel eens een doorbraak betekenen. Dergelijke vooruitgang, vooral in een land dat decennialang een basket case op het gebied van de landbouw was, biedt hoop voor Afrika, dat zich in de frontlinie van de klimaatcrisis bevindt en waar voedselonzekerheid vaak politieke onrust aanwakkert.
Bedenk bijvoorbeeld dat de graanopbrengst in Afrika is gestagneerd tot 1.589 kilo per hectare, ver onder het wereldwijde gemiddelde van 4.153 kilo. Daar zijn veel redenen voor, maar de belangrijkste is het chronische technologische tekort. Het gebrek aan agroverwerking en industrieën met een hoge toegevoegde waarde is een andere al lang bestaande hindernis voor het verhogen van de landbouwproductie en de productiviteitsgroei op het continent, en heeft ook de verliezen na de oogst verergerd, die worden geschat op ongeveer dertig tot vijftig procent van de totale voedselproductie in Afrika.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Het probleem wordt nog verergerd door het beperkte gebruik van kunstmest op het continent en de buitensporige afhankelijkheid van regenlandbouw. Met ongeveer 7,6 miljoen ton in 2021 is het gebruik van kunstmest veel lager dan in Oost-Azië (61,9 miljoen ton) en Zuid-Azië (38,7 miljoen ton), terwijl het gebrek aan irrigatiesystemen en andere instrumenten voor waterbeheer vooral zorgwekkend is in het licht van de steeds snellere opwarming van de aarde. Deze tekortkomingen hebben geleid tot een toename van de extreme honger, waarbij veel gemeenschappen op het continent worden geconfronteerd met de ergste voedselcrisis in veertig jaar.
Maar de gevolgen van geopolitieke onrust en toenemende klimaatrisico’s gaan verder dan voedselonzekerheid en creëren een vicieuze cirkel van droogtes, overstromingen, macro-economische instabiliteit en betalingsbalanscrises op het hele continent. Ongeveer 85 procent van het voedsel in Afrika bezuiden de Sahara wordt geïmporteerd, grotendeels vanwege de weersgevoelige landbouw in de regio. Het continent geeft nu jaarlijks ongeveer 75 miljard dollar uit aan de import van graan, waardoor de deviezenreserves uitgeput raken en de druk op de wisselkoersen toeneemt. (De meeste Afrikaanse munten zijn in 2022 sterk in waarde gedaald, waarbij vooral de Ethiopische birr bijzonder zwak is geworden). Deze importafhankelijkheid heeft een negatief effect op de betalingsbalans, waarbij de kwetsbaarheid van de regio wordt vergroot door de steeds frequentere wereldwijde aanbodschokken.
De rekening van de Afrikaanse voedselimport zal de komende jaren dramatisch stijgen, deels door geopolitieke schokken en de verwachte bevolkingsgroei. Maar de opwarming van de aarde zal deze stijging ook aanwakkeren. Volgens de Global Climate Risk Index liggen vijf van de tien landen die in 2019 het meest te lijden zullen hebben van klimaatverandering in Afrika bezuiden de Sahara, waar een derde van alle droogtes ter wereld voorkomt, maar minder dan één procent van het akkerland is uitgerust met irrigatie. De Wereldbank schat dat als de wereldwijde temperaturen tegen 2050 stijgen tot 2° Celsius boven het pre-industriële niveau, de productie van gewassen in Afrika bezuiden de Sahara met tien procent zal afnemen.
Deze sombere voorspelling zou wel eens kunnen uitkomen. Dit jaar staat op het punt om het warmste jaar ooit te worden, ongeveer 1,4°C boven de pre-industriële gemiddelde temperaturen. Als de uitstoot van broeikasgassen in het huidige tempo blijft stijgen, voorspellen klimaatmodellen bovendien een extra opwarming van 4°C gedurende deze eeuw. De noodzaak om meer te investeren in klimaatmitigatie en -adaptatie is nog nooit zo duidelijk geweest.
Geconfronteerd met een te grote afhankelijkheid van voedselimporten en ontmoedigende klimaatvoorspellingen moet Afrika afstappen van het traditionele model van landbouwproductie op basis van regen. In navolging van Ethiopië moet het continent technologie omarmen om de landbouwproductiviteit te verhogen en de voedselzekerheid te verbeteren. Dit vereist agressieve investeringen in precisielandbouwtechnologieën, zoals irrigatie met variabele snelheid, die de productiviteit maximaliseren in een omgeving met beperkte middelen.
Naast waterbesparende innovaties moeten beleidsmakers investeren in hoogproductieve zaadvariëteiten die goed presteren onder droge omstandigheden en in landbouwmachines om de sector te mechaniseren. Verbeterde infrastructuur, waaronder irrigatiesystemen op zonne-energie en digitale technologieën die boeren toegang geven tot vroegtijdige waarschuwingssystemen en de efficiëntie verbeteren, zijn ook essentieel.
Door een breed scala aan technologieën in te zetten om de Afrikaanse landbouwsector te transformeren, kunnen zowel de voedselzekerheid als milieu- en duurzaamheidskwesties worden aangepakt. Dit had al veel eerder moeten gebeuren: hoewel Afrika ruim zestig procent van alle onbebouwde landbouwgrond ter wereld herbergt, heeft het nog niet kunnen profiteren van de groene revolutie die de opbrengsten elders heeft opgedreven. De harde realiteit van klimaatverandering en geopolitieke onrust kan eindelijk voldoende sterke prikkels creëren om het potentieel van het continent te ontsluiten en te zorgen voor meer zelfvoorziening en veerkracht in de voedselproductie.
Vertaling: Menno Grootveld