gonsalves1_Chikara YoshidaGetty Images_samoa covid Chikara Yoshida/Getty Images

Kleine eilanden financieel overeind houden

KINGSTOWN/APIA/VICTORIA – Het is nog te vroeg om te zeggen of al het gepraat over  hervorming van de ontwikkelingsfinanciering op de voorjaarsvergaderingen van het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank van dit jaar zal leiden tot zinvolle beleidsmaatregelen voor het Mondiale Zuiden. Maar multilaterale financiële instellingen erkennen steeds meer dat zij zullen moeten evolueren om relevant te blijven in het licht van nieuwe mondiale uitdagingen, en de wereldleiders besteden aandacht aan innovatieve benaderingen, zoals het Bridgetown-initiatief van premier Mia Amor Mottley van Barbados om de onmiddellijke financiële behoeften van landen met schulden aan te pakken, of de oproep van secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties om de 2030 Agenda for Sustainable Development uit te voeren.

Beter laat dan nooit. De huidige internationale financiële architectuur is verouderd en slecht toegerust voor de enorme ontwrichtingen als gevolg van de klimaatverandering, een wereldwijde economische neergang, de COVID-19-pandemie en veranderingen in de inkomensverdeling onder invloed van de technologische ontwikkelingen en de gemondialiseerde concurrentie. De unieke geografische en demografische kenmerken van kleine insulaire ontwikkelingslanden zoals het onze maken het nog moeilijker om deze ontwrichtingen het hoofd te bieden.

De afgelegen ligging van kleine insulaire ontwikkelingslanden, in combinatie met een beperkt areaal aan bruikbaar land en een kleine bevolking, vormt een garantie voor aanzienlijke belemmeringen voor integratie in een steeds sneller voortjagende wereldeconomie. Onze landen zijn overmatig afhankelijk van invoer, vooral van voedsel en energie, en vaak sterk afhankelijk van één enkele economische sector (meestal het toerisme), waardoor wij gevoelig zijn voor ontwrichtingen van de aanbodketens en andere externe schokken.

De Verenigde Naties erkennen al lang onze bijzondere omstandigheden, maar de internationale gemeenschap heeft weinig gedaan om ons te helpen deze te beheersen. Nergens is dit duidelijker dan in het mondiale financiële systeem, waar we vaak aan ons lot worden overgelaten – kleine visjes die zijn overgeleverd aan de genade van roofdieren die goed weten te profiteren van het herverpakken van onze schulden.

Het probleem is dat concessionele financiering voornamelijk gekoppeld is aan traditionele maatstaven voor de ontwikkeling, namelijk het bruto nationaal inkomen (bni) van een land. Maar het relatief hoge inkomen van de kleine insulaire ontwikkelingslanden – ruim de helft behoort tot de hogere middeninkomenslanden – verhindert de toegang tot de goedkope financiering die aan de landen met de laagste inkomens wordt aangeboden. Het gebruik van inkomen als enige bepalende factor voor financiële bijstand betekent meer schulden voor kleine insulaire ontwikkelingslanden, die onevenredig zwaar te lijden hebben onder de gevolgen van de opwarming van de aarde en andere externe schokken. Er is geen manier om aan deze Catch-22 te ontsnappen zonder een geloofwaardig kader dat rekening houdt met deze kwetsbaarheden.

De Multidimensional Vulnerability Index, die momenteel in behandeling is bij de Algemene Vergadering van de VN, zou een redmiddel kunnen zijn. De MVI, een universele ranglijst gebaseerd op de gevoeligheid van ontwikkelingslanden voor externe schokken, vormt de basis voor internationale instellingen zoals het IMF en de Wereldbank om de concessionele financiering toe te kennen die nodig is om zich voor te bereiden op en te herstellen van onvoorziene crises. Hoewel het Bridgetown-initiatief gericht is op de onmiddellijke dreiging van de klimaatverandering, scoren de kleine insulaire ontwikkelingslanden hoog op alle drie dimensies van kwetsbaarheid: economisch, sociaal én ecologisch.

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
BF2024-Onsite-1333x1000

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99

Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.

Subscribe Now

Zo hebben de gascrisis in Europa en de hoge inflatie in de Verenigde Staten, beide aangewakkerd door de oorlog in Oekraïne, het afgelopen jaar de krantenkoppen gedomineerd. Maar de economische gevolgen van de oorlog zijn vooral pijnlijk geweest voor afgelegen eilandstaten zoals de Seychellen, waar het energietekort wordt verergerd door hogere transportkosten. De hoge inflatie en de stijgende vliegtarieven hebben Europese bezoekers afgeschrikt, waardoor het herstel na de COVID-19-pandemie van de toeristische sector van het land, een cruciale bron van inkomsten, wordt ondermijnd.

Wat de sociale dimensie betreft, heeft de pandemie ingrijpende gevolgen gehad voor Samoa en andere eilandstaten in de Stille Oceaan. Sommigen zullen aanvoeren dat zij door hun geïsoleerde ligging gespaard zijn gebleven van de ergste gevolgen van COVID-19 voor de volksgezondheid. Maar men moet ook rekening houden met hun capaciteitsbeperkingen, waaronder hun beperkte vermogen om gezondheidsdiensten te verlenen. Zonder het personeel en de faciliteiten die nodig zijn om de infectiegolven van grotere landen te doorstaan, waren deze landen gedwongen veel langer dan de rest van de wereld strengere lockdown-maatregelen toe te passen. De sociale, psychologische en economische gevolgen van dit beleid zullen nog een generatie of langer voelbaar zijn.

Hoewel hogere temperaturen en een stijgende zeespiegel een ernstige bedreiging vormen voor kleine insulaire ontwikkelingslanden, zijn dit niet de enige milieuproblemen. De bevolking van St. Vincent en de Grenadines is overgeleverd aan een actieve vulkaan – een tikkende tijdbom die voor het laatst afging in 2021. Bovendien ligt de eilandenketen in de Atlantische orkaangordel; deze stormen zullen sterker en frequenter worden naarmate de klimaatcrisis zich verdiept. Als het bbp van een land in een oogwenk kan worden weggevaagd, hoe relevant is inkomen dan nog als maatstaf voor kwetsbaarheid?

Het is waar dat het bni per hoofd van de bevolking de meest betrouwbare manier blijft om de minst ontwikkelde landen te identificeren, die ernstige behoefte hebben aan financiële hulp en andere concessionele middelen om op eigen benen te kunnen staan. Het MVI is niet bedoeld om het bni te vervangen of zich te mengen in de verstrekking van materiële hulp aan de landen die deze het meest nodig hebben. Het is veeleer bedoeld als aanvulling op dit proces door na te gaan welke kwetsbare landen ook concessionele financiering verdienen, maar daar momenteel geen toegang toe hebben.

Het zal altijd aanvoelen als een ongelegen moment om de internationale financiële architectuur te hervormen. Maar die architectuur ontzegt kwetsbare landen zoals het onze een adequaat onderdak: we worden gedwongen een premie te betalen voor ondeugdelijke huisvesting. Als multilaterale financiële instellingen er te lang over doen om de ontwerpfouten aan te pakken, zal het hele bouwwerk uiteindelijk instorten.

Ralph Gonsalves is premier van St. Vincent en de Grenadines. Fiamē Naomi Mataʻafa is premier van Samoa. Wavel Ramkalawan is president van de Seychellen.

https://prosyn.org/jGdEyTRnl