GENÈVE – De afgelopen drie jaar heeft de COVID-19-pandemie de krantenkoppen gedomineerd en het wetenschappelijk onderzoek gestimuleerd, waarbij deskundigen over de hele wereld hun middelen en alle potentieel nuttige technologie op het probleem hebben gericht. Hoewel de aandacht voor COVID-19 enigszins is afgenomen, blijft het een urgente mondiale prioriteit, soms ten koste van infectieziekten die verband houden met armoede en vooral het Mondiale Zuiden treffen. Malaria heeft in 2021 bijvoorbeeld naar schatting 619.000 mensen gedood – vooral kinderen in Afrika bezuiden de Sahara – terwijl er wereldwijd 247 miljoen gevallen waren.
Malaria is een volledig te voorkomen en goed te behandelen ziekte, en onderzoekers hebben op beide fronten grote vooruitgang geboekt. Zo heeft de Wereldgezondheidsorganisatie in maart twee nieuwe met insecticide behandelde bednetten aanbevolen ter bescherming tegen de Anopheles-muggen die malaria overbrengen: een met een dodelijker cocktail van insecticiden en een die de groei en voortplanting van muggen kan verstoren.
Ondanks deze inspanningen blijft malaria een bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Zelfs na een investering van 26 miljard dollar om de ziekte in Afrika bezuiden de Sahara aan te pakken, is het aantal gevallen tussen 2000 en 2019 licht gestegen (hoewel het aantal doden is gedaald). Nieuwe preventiemaatregelen – met name toegesneden op kinderen – zijn duidelijk nodig. Verdere innovatie moet een pagina uit het draaiboek van de pandemie nemen: een voordeel van de vloedgolf van COVID-19-onderzoek is dat het het enorme potentieel van monoklonale antilichamen heeft aangetoond.
Deze geneesmiddelen zijn in het laboratorium gemaakte kopieën van de eiwitten die het immuunsysteem van een persoon produceert om specifieke vreemde indringers aan te vallen. Van oudsher hebben monoklonale antilichamen gediend als een krachtig wapen tegen kanker en auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis en lupus. Hoewel monoklonale antilichamen niet vaak als profylacticum worden gebruikt, is de inzet ervan ter preventie van COVID-19en het RS-virus veelbelovend gebleken. Bovendien stelt hun exquise selectiviteit hen in staat onderscheid te maken tussen nauw verwante moleculaire doelwitten, wat resulteert in minder off-target effecten. Dit maakt het tot een medicijn met een geschikt veiligheidsprofiel voor kinderen (en andere risicogroepen).
Een onderzoeksgroep van de Amerikaanse National Institutes of Health, geleid door Robert Seder, heeft twee antilichamen geïdentificeerd tegen CSP-1, het eiwit dat de malariaparasiet gebruikt om binnen te dringen in de levercellen waar de infectie begint. Het blokkeren van CSP-1 zou infectie dus moeten voorkomen. De meest geavanceerde van de twee antilichamen, L9LS, wordt momenteel getest op zijn veiligheid en doeltreffendheid bij kinderen in Mali en Kenia. De studie in Mali beoordeelt het succes ervan in een omgeving met seizoensgebonden malaria, terwijl de studie in Kenia zich richt op een gebied waar infecties het hele jaar door mogelijk zijn.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Monoklonale antilichamen kunnen een doorbraak betekenen bij de preventie van malaria en het lang nagestreefde doel van uitroeiing dichterbij brengen. De huidige generatie antimalaria-antilichamen is zodanig gewijzigd dat één enkele dosis een kind ten minste drie maanden – en mogelijk langer – kan beschermen. De klinische proeven zullen de omvang en de precieze duur van de bescherming bepalen en nuttige aanwijzingen geven over hoeveel verbetering er nodig is om een dosering te bereiken die eenmaal per jaar kan worden geïnjecteerd.
Hoewel antilichamen de reputatie hebben duur te zijn – die welke gebruikt worden voor de behandeling van kanker kosten ruim twintigduizend dollar per maand in Europa en de VS – zou het verhogen van de kracht van deze geavanceerde behandeling de kosten aanzienlijk kunnen drukken. Volgens sommigen zou een injectie van slechts één milliliter van het in Mali en Kenia beproefde antilichaam kinderen kunnen beschermen tegen een prijs van slechts vijf tot tien dollar per persoon.
Tot dusver is de vraag naar monoklonale antilichamen voornamelijk afkomstig uit hogeinkomenslanden; Afrika neemt slechts één procent van de mondiale omzet voor zijn rekening. Dit verschil onderstreept de noodzaak om samen te werken met nationale toezichthoudende instanties om ervoor te zorgen dat de ingediende productgegevens voldoende rekening houden met volksgezondheidsoverwegingen en, op de langere termijn, om de betrokken landen te betrekken bij de productie van deze biologische geneesmiddelen. Hoewel de productie van antilichamen een complex en sterk gereguleerd proces is, zou een investering in de technologie om dit nu te doen een zegen zijn voor ontwikkelingslanden die gebukt gaan onder endemische malaria.
Monoklonale antilichamen kunnen de nieuwe frontlijn zijn in de strijd tegen malaria, maar het zal niet makkelijk zijn om dit onder de aandacht te brengen: belanghebbenden uit de overheid, de wetenschappelijke wereld en de industrie moeten samenkomen om de pleitbezorging te coördineren en het bewustzijn te vergroten. (Dezelfde groepen zouden de ontwikkeling van dit soort biologische geneesmiddelen voor alle infectieziekten moeten aanmoedigen).
We staan nog maar aan het begin van een lange weg: de eerste generatie antimalaria-antilichamen zal op zijn vroegst in 2027 op de markt komen. Zij bieden een enorme belofte als een van de vele wapens om deze kindermoordenaar te bestrijden, naast muskietennetten, geneesmiddelen en nieuwe vaccins. De klinische proeven zullen ons vertellen of dit potentieel kan worden verwezenlijkt, maar we zouden er verstandig aan doen ons nu al voor te bereiden op succes.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
For decades, an efficiency-centered “economic style” has dominated public policy, overriding the concerns for fairness that animated the New Deal and Lyndon B. Johnson’s Great Society. Now, Americans must brace for economic governance that delivers neither efficiency nor fairness, only chaos.
highlights the high cost of the single-minded focus on efficiency that has come to dominate the discipline.
While some observers doubt that US President-elect Donald Trump poses a grave threat to US democracy, others are bracing themselves for the destruction of the country’s constitutional order. With Trump’s inauguration just around the corner, we asked PS commentators how vulnerable US institutions really are.
GENÈVE – De afgelopen drie jaar heeft de COVID-19-pandemie de krantenkoppen gedomineerd en het wetenschappelijk onderzoek gestimuleerd, waarbij deskundigen over de hele wereld hun middelen en alle potentieel nuttige technologie op het probleem hebben gericht. Hoewel de aandacht voor COVID-19 enigszins is afgenomen, blijft het een urgente mondiale prioriteit, soms ten koste van infectieziekten die verband houden met armoede en vooral het Mondiale Zuiden treffen. Malaria heeft in 2021 bijvoorbeeld naar schatting 619.000 mensen gedood – vooral kinderen in Afrika bezuiden de Sahara – terwijl er wereldwijd 247 miljoen gevallen waren.
Malaria is een volledig te voorkomen en goed te behandelen ziekte, en onderzoekers hebben op beide fronten grote vooruitgang geboekt. Zo heeft de Wereldgezondheidsorganisatie in maart twee nieuwe met insecticide behandelde bednetten aanbevolen ter bescherming tegen de Anopheles-muggen die malaria overbrengen: een met een dodelijker cocktail van insecticiden en een die de groei en voortplanting van muggen kan verstoren.
Kosteneffectieve antimalariamedicijnen zijn een ander belangrijk hulpmiddel. In 2021 werd seizoensgebonden chemopreventie tegen malaria toegediend aan ongeveer vijfenveertig miljoen kinderen in de leeftijd van drie maanden tot vijf jaar, die maandelijkse doses therapeutische geneesmiddelen kregen tegen een kostprijs van minder dan vier dollar per persoon. Het recente nieuws over een baanbrekend vaccin, Mosquirix van GSK (ook bekend als RTS,S), biedt enige hoop, hoewel de kosten nog steeds relatief hoog zijn, ongeveer veertig dollar per kind voor het eerste jaar.
Ondanks deze inspanningen blijft malaria een bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Zelfs na een investering van 26 miljard dollar om de ziekte in Afrika bezuiden de Sahara aan te pakken, is het aantal gevallen tussen 2000 en 2019 licht gestegen (hoewel het aantal doden is gedaald). Nieuwe preventiemaatregelen – met name toegesneden op kinderen – zijn duidelijk nodig. Verdere innovatie moet een pagina uit het draaiboek van de pandemie nemen: een voordeel van de vloedgolf van COVID-19-onderzoek is dat het het enorme potentieel van monoklonale antilichamen heeft aangetoond.
Deze geneesmiddelen zijn in het laboratorium gemaakte kopieën van de eiwitten die het immuunsysteem van een persoon produceert om specifieke vreemde indringers aan te vallen. Van oudsher hebben monoklonale antilichamen gediend als een krachtig wapen tegen kanker en auto-immuunziekten zoals reumatoïde artritis en lupus. Hoewel monoklonale antilichamen niet vaak als profylacticum worden gebruikt, is de inzet ervan ter preventie van COVID-19en het RS-virus veelbelovend gebleken. Bovendien stelt hun exquise selectiviteit hen in staat onderscheid te maken tussen nauw verwante moleculaire doelwitten, wat resulteert in minder off-target effecten. Dit maakt het tot een medicijn met een geschikt veiligheidsprofiel voor kinderen (en andere risicogroepen).
Een onderzoeksgroep van de Amerikaanse National Institutes of Health, geleid door Robert Seder, heeft twee antilichamen geïdentificeerd tegen CSP-1, het eiwit dat de malariaparasiet gebruikt om binnen te dringen in de levercellen waar de infectie begint. Het blokkeren van CSP-1 zou infectie dus moeten voorkomen. De meest geavanceerde van de twee antilichamen, L9LS, wordt momenteel getest op zijn veiligheid en doeltreffendheid bij kinderen in Mali en Kenia. De studie in Mali beoordeelt het succes ervan in een omgeving met seizoensgebonden malaria, terwijl de studie in Kenia zich richt op een gebied waar infecties het hele jaar door mogelijk zijn.
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Monoklonale antilichamen kunnen een doorbraak betekenen bij de preventie van malaria en het lang nagestreefde doel van uitroeiing dichterbij brengen. De huidige generatie antimalaria-antilichamen is zodanig gewijzigd dat één enkele dosis een kind ten minste drie maanden – en mogelijk langer – kan beschermen. De klinische proeven zullen de omvang en de precieze duur van de bescherming bepalen en nuttige aanwijzingen geven over hoeveel verbetering er nodig is om een dosering te bereiken die eenmaal per jaar kan worden geïnjecteerd.
Hoewel antilichamen de reputatie hebben duur te zijn – die welke gebruikt worden voor de behandeling van kanker kosten ruim twintigduizend dollar per maand in Europa en de VS – zou het verhogen van de kracht van deze geavanceerde behandeling de kosten aanzienlijk kunnen drukken. Volgens sommigen zou een injectie van slechts één milliliter van het in Mali en Kenia beproefde antilichaam kinderen kunnen beschermen tegen een prijs van slechts vijf tot tien dollar per persoon.
Tot dusver is de vraag naar monoklonale antilichamen voornamelijk afkomstig uit hogeinkomenslanden; Afrika neemt slechts één procent van de mondiale omzet voor zijn rekening. Dit verschil onderstreept de noodzaak om samen te werken met nationale toezichthoudende instanties om ervoor te zorgen dat de ingediende productgegevens voldoende rekening houden met volksgezondheidsoverwegingen en, op de langere termijn, om de betrokken landen te betrekken bij de productie van deze biologische geneesmiddelen. Hoewel de productie van antilichamen een complex en sterk gereguleerd proces is, zou een investering in de technologie om dit nu te doen een zegen zijn voor ontwikkelingslanden die gebukt gaan onder endemische malaria.
Monoklonale antilichamen kunnen de nieuwe frontlijn zijn in de strijd tegen malaria, maar het zal niet makkelijk zijn om dit onder de aandacht te brengen: belanghebbenden uit de overheid, de wetenschappelijke wereld en de industrie moeten samenkomen om de pleitbezorging te coördineren en het bewustzijn te vergroten. (Dezelfde groepen zouden de ontwikkeling van dit soort biologische geneesmiddelen voor alle infectieziekten moeten aanmoedigen).
We staan nog maar aan het begin van een lange weg: de eerste generatie antimalaria-antilichamen zal op zijn vroegst in 2027 op de markt komen. Zij bieden een enorme belofte als een van de vele wapens om deze kindermoordenaar te bestrijden, naast muskietennetten, geneesmiddelen en nieuwe vaccins. De klinische proeven zullen ons vertellen of dit potentieel kan worden verwezenlijkt, maar we zouden er verstandig aan doen ons nu al voor te bereiden op succes.
Vertaling: Menno Grootveld