LUSAKA – De global positioning system (GPS)-technologie werd oorspronkelijk ontwikkeld om kernonderzeeërs te kunnen volgen tijdens de Koude Oorlog. Jarenlang heeft deze technologie chauffeurs overal ter wereld geholpen om niet te verdwalen. Vandaag de dag kunnen GPS-instrumenten het land van miljoenen kleine boeren in het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika documenteren. Zo worden ze beschermd tegen mogelijke landroof en wordt een aanzienlijk obstakel voor de economische ontwikkeling van de regio weggenomen.
Deze inspanningen hebben betrekking op een van de meest schadelijke en rampzalige bottlenecks in de agrarische ontwikkeling. De Wereldbank schat dat slechts 10 procent van het grondbezit op het platteland in het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika gedocumenteerd is. Gezien de omvang van het probleem moeten overheden, NGOʼs en financiers dit werk snel uitbreiden en technologische innovaties benutten om de boeren van de regio snel en efficiënt van landdocumentatie te kunnen voorzien.
De familieboeren van Afrika hebben doorgaans hun land geërfd of bij handdruk gekocht. Bij ontstentenis van eigendomsakten of rechtstitels wordt het grondbezit dikwijls geregeld via het gewoonterecht, dat wordt toegepast door plaatselijke stamhoofden. Dit kan boeren niet alleen kwetsbaar maken voor buren of familieleden die erop uit zijn hun grondbezit uit te breiden, maar ook voor buitenlandse beleggers die naar Afrika zijn gekomen op zoek naar goedkope landbouwgrond, vaak zonder te beseffen dat lokale gemeenschappen die grond al gebruiken.
Als gevolg daarvan raken veel boeren uit het onder de Sahara gelegen deel van Afrika gevangen in een cyclus van armoede en conflicten. Beleggers kunnen niet vaststellen van wie zij land kunnen kopen, buren kunnen het niet eens worden over eigendomsgrenzen, en broers en zussen kibbelen over erfenissen. Door deze voortdurende conflicten en onzekerheid aarzelen boeren als Jonathan Tembo om in hun grond te investeren teneinde hun oogsten te verbeteren.
Tembo, hoofdman van het dorp Masili in het oosten van Zambia, zegt dat hij en zijn buren altijd maïs geplant hebben – niet omdat dit gewas beter is voor hun kinderen of hun inkomen zal verhogen, maar omdat dit het eerste gewas is dat je na het regenseizoen kunt planten. ʻAls ik zou wachten om sojabonen of zoete aardappelen te kunnen planten, die meer geld opbrengen, zou iemand mijn lege land zien en er zelf maïs gaan planten,ʼ zegt Tembo. ʻWe hebben het altijd op deze manier gedaan – met angst in ons hart.ʼ
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Veel Afrikaanse overheden onderkennen dat onveilig grondbezit de inspanningen ondermijnt om voedselzekerheid te verkrijgen, de voeding te verbeteren en de ontwikkeling van het platteland aan te jagen. Maar zij missen van oudsher het vermogen of de bereidheid om de monumentale taak op zich te nemen om een leger opzichters in te huren en op pad te sturen teneinde de grond van iedere boer te documenteren. Bovendien heeft de regio niet genoeg goed opgeleide opzichters om in de vraag te kunnen voorzien. Zonder digitale technologieën zou het de paar dozijn opzichters in Oeganda ruim duizend jaar kosten om de vijftien miljoen stukjes grond in het land in kaart te brengen.
Met GPS-technologie uitgeruste smartphones zijn een potentiële gamechanger, omdat zij eigendomsgrenzen snel en efficiënt kunnen opsporen, zonder zich te hoeven verlaten op de schaarse opzichters.
Inheemse stammen in Latijns-Amerika, Azië en Afrika zijn deze technologie ongeveer tien jaar geleden gaan gebruiken om enorme stukken voorouderlijk land in kaart te brengen en te beschermen, en de op GPS gebaseerde initiatieven hebben zich vooral de afgelopen zeven jaar uitgebreid. Dit weerspiegelt diverse ontwikkelingen: commercieel verkrijgbare GPS-technologie is nauwkeurig genoeg geworden om kleinere stukken land op te meten, GPS-apparaten zijn betaalbaarder geworden, en smartphones hebben betere dataverzameling en -verwerking mogelijk gemaakt.
Bovendien ontwikkelden en testten pleitbezorgers van grondbezit allerlei systemen om de grote hoeveelheid data te helpen valideren en beheren, die nu al kunnen worden gecreëerd door het grondbezit van slechts één dorp in kaart te brengen. USAID heeft bijvoorbeeld een. ontwikkeld die voortbouwen op deze innovaties en deze koppelen aan betrokkenheid van de gemeenschap.
ʻUSAID en een paar andere donors beschouwen de ontbrekende documentatie van landrechten als een belangrijk obstakel dat miljoenen gezinnen in tientallen landen heeft gedwarsboomd,ʼ zegt David Arnaldo Mijan, die het milieuteam van de dienst leidt binnen het Economische Ontwikkelingskantoor van USAID en Zambia. ʻHet documenteren van land zorgt voor betere voeding, vermindert conflicten en armoede, maakt vrouwen economisch onafhankelijker, en stelt gezinnen en gemeenschappen in staat meer zelfvoorzienend te worden.ʼ
Andere financiers doen er goed aan hier notitie van te nemen.
USAID en DFID kennen robuuste land-documentatieprogrammaʼs, die berusten op een soortgelijke aanpak. Hiertoe behoren onder meer het instrueren van gemeenschapsleden over landrechten en de voordelen van documentatie, en het erbij betrekken van deze mensen om het proces te helpen beheren. In Tembo’s dorp Masili zijn leden van elk van de 75 huishoudens bijvoorbeeld met getuigen en plaatselijke leiders langs de grenzen van hun land gelopen om de GPS-coördinaten te noteren. Dit heeft hen in staat gesteld binnen een paar dagen een digitale kaart van hun dorp te maken, voor ongeveer 20 dollar per perceel. Het maken van een dergelijke kaart met goed opgeleide opzichters zou jaren hebben gekost, naast honderden dollars per perceel.
Toen de inwoners van Masili hun land eenmaal in kaart gebracht hadden, hielden de conflicten over de grenzen van de boerderijen op, waarna de boeren overgingen tot het investeren in gewassen met een hogere waarde. Vrouwen uit de gemeenschap, die voorheen het risico liepen van hun boerderijen te worden verdreven nadat hun echtgenoten waren overleden, hebben nu documenten die zij kunnen gebruiken om hun rechten te verdedigen. Uit onderzoek blijkt dat dankzij het versterken van het grondbezit van vrouwen hun economische positie en de voeding van hun gezin beter worden, evenals het onderwijs van hun kinderen. Het domino-effect van het documenteren van landrechten moet de aandacht krijgen van donors en overheden.
Met GPS uitgeruste smartphones bieden overheden, financiers en NGOʼs een uitgelezen kans om met lokale gemeenschappen samen te werken teneinde hun landrechten te documenteren. Door de grond in kaart te brengen die zij bewerken, kunnen boeren zich een weg naar een betere toekomst banen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
LUSAKA – De global positioning system (GPS)-technologie werd oorspronkelijk ontwikkeld om kernonderzeeërs te kunnen volgen tijdens de Koude Oorlog. Jarenlang heeft deze technologie chauffeurs overal ter wereld geholpen om niet te verdwalen. Vandaag de dag kunnen GPS-instrumenten het land van miljoenen kleine boeren in het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika documenteren. Zo worden ze beschermd tegen mogelijke landroof en wordt een aanzienlijk obstakel voor de economische ontwikkeling van de regio weggenomen.
Gewapend met van GPS-technologie voorziene tablets of smartphones brengen lokale en internationale NGOʼs en Afrikaanse overheden de eigendomsgrenzen in kaart van van alles en nog wat, van mosselkwekerijen in Ghana tot katoenvelden in Zambia. De financiering van dit werk is afkomstig van het US Agency for International Development (USAID), het Department for International Development (DFID) van Groot-Brittannië, en nationale ministeries van Financiën.
Deze inspanningen hebben betrekking op een van de meest schadelijke en rampzalige bottlenecks in de agrarische ontwikkeling. De Wereldbank schat dat slechts 10 procent van het grondbezit op het platteland in het ten zuiden van de Sahara gelegen deel van Afrika gedocumenteerd is. Gezien de omvang van het probleem moeten overheden, NGOʼs en financiers dit werk snel uitbreiden en technologische innovaties benutten om de boeren van de regio snel en efficiënt van landdocumentatie te kunnen voorzien.
De familieboeren van Afrika hebben doorgaans hun land geërfd of bij handdruk gekocht. Bij ontstentenis van eigendomsakten of rechtstitels wordt het grondbezit dikwijls geregeld via het gewoonterecht, dat wordt toegepast door plaatselijke stamhoofden. Dit kan boeren niet alleen kwetsbaar maken voor buren of familieleden die erop uit zijn hun grondbezit uit te breiden, maar ook voor buitenlandse beleggers die naar Afrika zijn gekomen op zoek naar goedkope landbouwgrond, vaak zonder te beseffen dat lokale gemeenschappen die grond al gebruiken.
Als gevolg daarvan raken veel boeren uit het onder de Sahara gelegen deel van Afrika gevangen in een cyclus van armoede en conflicten. Beleggers kunnen niet vaststellen van wie zij land kunnen kopen, buren kunnen het niet eens worden over eigendomsgrenzen, en broers en zussen kibbelen over erfenissen. Door deze voortdurende conflicten en onzekerheid aarzelen boeren als Jonathan Tembo om in hun grond te investeren teneinde hun oogsten te verbeteren.
Tembo, hoofdman van het dorp Masili in het oosten van Zambia, zegt dat hij en zijn buren altijd maïs geplant hebben – niet omdat dit gewas beter is voor hun kinderen of hun inkomen zal verhogen, maar omdat dit het eerste gewas is dat je na het regenseizoen kunt planten. ʻAls ik zou wachten om sojabonen of zoete aardappelen te kunnen planten, die meer geld opbrengen, zou iemand mijn lege land zien en er zelf maïs gaan planten,ʼ zegt Tembo. ʻWe hebben het altijd op deze manier gedaan – met angst in ons hart.ʼ
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Veel Afrikaanse overheden onderkennen dat onveilig grondbezit de inspanningen ondermijnt om voedselzekerheid te verkrijgen, de voeding te verbeteren en de ontwikkeling van het platteland aan te jagen. Maar zij missen van oudsher het vermogen of de bereidheid om de monumentale taak op zich te nemen om een leger opzichters in te huren en op pad te sturen teneinde de grond van iedere boer te documenteren. Bovendien heeft de regio niet genoeg goed opgeleide opzichters om in de vraag te kunnen voorzien. Zonder digitale technologieën zou het de paar dozijn opzichters in Oeganda ruim duizend jaar kosten om de vijftien miljoen stukjes grond in het land in kaart te brengen.
Met GPS-technologie uitgeruste smartphones zijn een potentiële gamechanger, omdat zij eigendomsgrenzen snel en efficiënt kunnen opsporen, zonder zich te hoeven verlaten op de schaarse opzichters.
Inheemse stammen in Latijns-Amerika, Azië en Afrika zijn deze technologie ongeveer tien jaar geleden gaan gebruiken om enorme stukken voorouderlijk land in kaart te brengen en te beschermen, en de op GPS gebaseerde initiatieven hebben zich vooral de afgelopen zeven jaar uitgebreid. Dit weerspiegelt diverse ontwikkelingen: commercieel verkrijgbare GPS-technologie is nauwkeurig genoeg geworden om kleinere stukken land op te meten, GPS-apparaten zijn betaalbaarder geworden, en smartphones hebben betere dataverzameling en -verwerking mogelijk gemaakt.
Bovendien ontwikkelden en testten pleitbezorgers van grondbezit allerlei systemen om de grote hoeveelheid data te helpen valideren en beheren, die nu al kunnen worden gecreëerd door het grondbezit van slechts één dorp in kaart te brengen. USAID heeft bijvoorbeeld een. ontwikkeld die voortbouwen op deze innovaties en deze koppelen aan betrokkenheid van de gemeenschap.
ʻUSAID en een paar andere donors beschouwen de ontbrekende documentatie van landrechten als een belangrijk obstakel dat miljoenen gezinnen in tientallen landen heeft gedwarsboomd,ʼ zegt David Arnaldo Mijan, die het milieuteam van de dienst leidt binnen het Economische Ontwikkelingskantoor van USAID en Zambia. ʻHet documenteren van land zorgt voor betere voeding, vermindert conflicten en armoede, maakt vrouwen economisch onafhankelijker, en stelt gezinnen en gemeenschappen in staat meer zelfvoorzienend te worden.ʼ
Andere financiers doen er goed aan hier notitie van te nemen.
USAID en DFID kennen robuuste land-documentatieprogrammaʼs, die berusten op een soortgelijke aanpak. Hiertoe behoren onder meer het instrueren van gemeenschapsleden over landrechten en de voordelen van documentatie, en het erbij betrekken van deze mensen om het proces te helpen beheren. In Tembo’s dorp Masili zijn leden van elk van de 75 huishoudens bijvoorbeeld met getuigen en plaatselijke leiders langs de grenzen van hun land gelopen om de GPS-coördinaten te noteren. Dit heeft hen in staat gesteld binnen een paar dagen een digitale kaart van hun dorp te maken, voor ongeveer 20 dollar per perceel. Het maken van een dergelijke kaart met goed opgeleide opzichters zou jaren hebben gekost, naast honderden dollars per perceel.
Toen de inwoners van Masili hun land eenmaal in kaart gebracht hadden, hielden de conflicten over de grenzen van de boerderijen op, waarna de boeren overgingen tot het investeren in gewassen met een hogere waarde. Vrouwen uit de gemeenschap, die voorheen het risico liepen van hun boerderijen te worden verdreven nadat hun echtgenoten waren overleden, hebben nu documenten die zij kunnen gebruiken om hun rechten te verdedigen. Uit onderzoek blijkt dat dankzij het versterken van het grondbezit van vrouwen hun economische positie en de voeding van hun gezin beter worden, evenals het onderwijs van hun kinderen. Het domino-effect van het documenteren van landrechten moet de aandacht krijgen van donors en overheden.
Met GPS uitgeruste smartphones bieden overheden, financiers en NGOʼs een uitgelezen kans om met lokale gemeenschappen samen te werken teneinde hun landrechten te documenteren. Door de grond in kaart te brengen die zij bewerken, kunnen boeren zich een weg naar een betere toekomst banen.
Vertaling: Menno Grootveld