LONDEN – Afgevaardigden uit ruim honderdnegentig landen zijn onlangs in Lissabon bijeengekomen voor de United Nations Ocean Conference, het belangrijkste evenement over dit onderwerp dit jaar. Bij de opening van de vergadering drong secretaris-generaal van de VN António Guterres er bij de regeringen op aan ʻhun ambitieniveau voor het herstel van de gezondheid van de oceanen te verhogen.ʼ
Regeringen moeten gehoor geven aan die oproep. De klimaatverandering is een constante factor geworden in de achteruitgang van de oceanen. De stijging van de zeespiegel, de aantasting van koraalriffen en de steeds ernstiger weersomstandigheden aan de kusten voorspellen een sombere toekomst voor een ecosysteem dat bijna driekwart van onze planeet omspant.
Maar als één ding duidelijk was in Lissabon, dan is het wel dat een groeiend aantal regeringen – van Fiji tot de Verenigde Staten – hard beginnen op te treden tegen een sector die uitsluitend afhankelijk is van de vuilste en meest vervuilende fossiele brandstoffen: de internationale scheepvaartindustrie. De Marshalleilanden, de VS, Kenia en Denemarken hebben opgeroepen tot onmiddellijke actie om de scheepvaart tegen 2050 emissievrij te maken, terwijl de secretaris-generaal van de VN er bij de sector op aandrong ʻgeloofwaardige plannen voor te leggenʼ om dit doel te bereiken.
Scheepvaart is de meest efficiënte vorm van vervoer voor de meeste goederen en vervoert elk jaar ongeveer tachtig procent van alle verhandelde producten. Het is een blijvertje. Maar de mondiale scheepvaart stoot jaarlijks ruim een miljard ton koolstofdioxide uit, wat overeenkomt met de uitstoot van 243 kolengestookte elektriciteitscentrales. Uit recente prognoses blijkt dat het probleem zelfs nog kan verergeren, waarbij de scheepvaartemissies tegen 2050 negentig tot honderddertig procent van het niveau van 2008 zullen bedragen als we niet ingrijpen.
De International Maritime Organization (IMO), het gespecialiseerde VN-agentschap dat het maritiem vervoer regelt, moet een sleutelrol spelen bij het terugdringen van scheepvaartgerelateerde emissies en het verbeteren van de energie-efficiëntie van de sector. De IMO herziet momenteel haar klimaatstrategie van 2018, die tot doel heeft de scheepvaartemissies tegen het midden van de eeuw met ten minste vijftig procent te verminderen. Bemoedigend is dat een groeiend aantal IMO-lidstaten voorstander is van het afstemmen van de sector op de emissieloosheidsdoelstelling voor 2050 die is vastgesteld in het klimaatverdrag van Parijs uit 2015. De VS, het Verenigd Koninkrijk en twaalf andere landen hebben deze kwestie vorig jaar aan de orde gesteld tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) in Glasgow, waardoor de scheepvaart wereldwijd meer aandacht kreeg dan ooit tevoren – althans voor zover het VN-klimaattopconferenties betreft.
Maar een verre deadline voor het koolstofarm maken van de scheepvaart is niet genoeg, gezien de herhaalde waarschuwingen van klimaatwetenschappers dat de opwarming van de aarde op weg is om al in 2037 – en niet pas in 2050 – 1,5° Celsius te bereiken ten opzichte van het pre-industriële niveau. De IMO moet naar deze wetenschappers luisteren en tijdens de lopende onderhandelingen proberen een overeenkomst tussen de lidstaten te bereiken om de emissies van de scheepvaart ruim vóór het midden van de eeuw te elimineren.
Bovendien moeten landen geleidelijk toenemende emissiereductiedoelstellingen voor belangrijke economische sectoren vaststellen, met bescheiden doelstellingen voor 2025, gevolgd door meer ambitieuze doelstellingen voor 2030 en 2040. Onderzoekers hebben bijvoorbeeld voorgesteld de emissies van de scheepvaart tegen 2030 met minstens 34 procent te verminderen, om tegen 2050 een nuluitstoot te kunnen bereiken.
Een concreet, stapsgewijs decarbonisatietraject op mondiaal niveau zal landen ertoe aanzetten de sector geleidelijk van koolwaterstoffen af te brengen, en in de richting van schone en duurzame brandstoffen te sturen. De Europese Unie is deze weg reeds ingeslagen door voor te stellen de scheepvaartemissies op te nemen in haar koolstofmarkt en door duurzaamheidsdoelstellingen vast te stellen voor scheepsbrandstoffen.
Een echt ambitieuze klimaatstrategie van de IMO zou een golf van groene innovatie in de scheepvaartindustrie op gang kunnen brengen. Bedrijven zouden hun miljardenwinsten moeten investeren in de ontwikkeling en invoering van schone brandstoffen, zoals groene waterstof, groene ammoniak en batterijtechnologieën, en in de vervanging van hun door fossiele brandstoffen aangedreven vloten door emissievrije schepen. Ondertussen zouden zij de energie- en operationele efficiëntie van hun vloten moeten verbeteren, wat een van de snelste manieren is om de klimaatverontreiniging van de scheepvaart terug te dringen.
Voor veel mensen in de wereld is het een existentiële kwestie of de wereld duidelijke doelstellingen voor schone scheepvaart vaststelt en erin slaagt de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C, in plaats van 2°C of meer. Kleine eilandstaten die al in de frontlinie van de klimaatcrisis liggen, lopen het grootste risico op een wereldwijde temperatuurstijging boven deze niveaus, zoals in een recent rapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van de VN wordt onderstreept. Door de opwarming van de aarde te beperken tot 1.5°C in plaats van 2°C kan de zeespiegelstijging deze eeuw met tien centimeter worden verminderd – wat betekent dat tien miljoen minder mensen het risico zullen lopen van een overstroming.
In de verklaring van de Ocean Conference van de VN staat dat de IMO haar klimaatambities dringend moet afstemmen op de doelstellingen van het verdrag van Parijs inzake de opwarming van de aarde, en ʻduidelijke tussentijdse doelstellingenʼ moet vaststellen om de broeikasgasemissies van de scheepvaartsector ʻzo snel mogelijkʼ te gaan verminderen. Dit is een welkome stap die al veel eerder had moeten worden gezet. Regeringen en rederijen moeten nu, in samenwerking met de IMO, deze ambitie omzetten in harde doelstellingen en concrete maatregelen.
Vertaling: Menno Grootveld
LONDEN – Afgevaardigden uit ruim honderdnegentig landen zijn onlangs in Lissabon bijeengekomen voor de United Nations Ocean Conference, het belangrijkste evenement over dit onderwerp dit jaar. Bij de opening van de vergadering drong secretaris-generaal van de VN António Guterres er bij de regeringen op aan ʻhun ambitieniveau voor het herstel van de gezondheid van de oceanen te verhogen.ʼ
Regeringen moeten gehoor geven aan die oproep. De klimaatverandering is een constante factor geworden in de achteruitgang van de oceanen. De stijging van de zeespiegel, de aantasting van koraalriffen en de steeds ernstiger weersomstandigheden aan de kusten voorspellen een sombere toekomst voor een ecosysteem dat bijna driekwart van onze planeet omspant.
Maar als één ding duidelijk was in Lissabon, dan is het wel dat een groeiend aantal regeringen – van Fiji tot de Verenigde Staten – hard beginnen op te treden tegen een sector die uitsluitend afhankelijk is van de vuilste en meest vervuilende fossiele brandstoffen: de internationale scheepvaartindustrie. De Marshalleilanden, de VS, Kenia en Denemarken hebben opgeroepen tot onmiddellijke actie om de scheepvaart tegen 2050 emissievrij te maken, terwijl de secretaris-generaal van de VN er bij de sector op aandrong ʻgeloofwaardige plannen voor te leggenʼ om dit doel te bereiken.
Scheepvaart is de meest efficiënte vorm van vervoer voor de meeste goederen en vervoert elk jaar ongeveer tachtig procent van alle verhandelde producten. Het is een blijvertje. Maar de mondiale scheepvaart stoot jaarlijks ruim een miljard ton koolstofdioxide uit, wat overeenkomt met de uitstoot van 243 kolengestookte elektriciteitscentrales. Uit recente prognoses blijkt dat het probleem zelfs nog kan verergeren, waarbij de scheepvaartemissies tegen 2050 negentig tot honderddertig procent van het niveau van 2008 zullen bedragen als we niet ingrijpen.
De International Maritime Organization (IMO), het gespecialiseerde VN-agentschap dat het maritiem vervoer regelt, moet een sleutelrol spelen bij het terugdringen van scheepvaartgerelateerde emissies en het verbeteren van de energie-efficiëntie van de sector. De IMO herziet momenteel haar klimaatstrategie van 2018, die tot doel heeft de scheepvaartemissies tegen het midden van de eeuw met ten minste vijftig procent te verminderen. Bemoedigend is dat een groeiend aantal IMO-lidstaten voorstander is van het afstemmen van de sector op de emissieloosheidsdoelstelling voor 2050 die is vastgesteld in het klimaatverdrag van Parijs uit 2015. De VS, het Verenigd Koninkrijk en twaalf andere landen hebben deze kwestie vorig jaar aan de orde gesteld tijdens de VN-conferentie over klimaatverandering (COP26) in Glasgow, waardoor de scheepvaart wereldwijd meer aandacht kreeg dan ooit tevoren – althans voor zover het VN-klimaattopconferenties betreft.
Maar een verre deadline voor het koolstofarm maken van de scheepvaart is niet genoeg, gezien de herhaalde waarschuwingen van klimaatwetenschappers dat de opwarming van de aarde op weg is om al in 2037 – en niet pas in 2050 – 1,5° Celsius te bereiken ten opzichte van het pre-industriële niveau. De IMO moet naar deze wetenschappers luisteren en tijdens de lopende onderhandelingen proberen een overeenkomst tussen de lidstaten te bereiken om de emissies van de scheepvaart ruim vóór het midden van de eeuw te elimineren.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Bovendien moeten landen geleidelijk toenemende emissiereductiedoelstellingen voor belangrijke economische sectoren vaststellen, met bescheiden doelstellingen voor 2025, gevolgd door meer ambitieuze doelstellingen voor 2030 en 2040. Onderzoekers hebben bijvoorbeeld voorgesteld de emissies van de scheepvaart tegen 2030 met minstens 34 procent te verminderen, om tegen 2050 een nuluitstoot te kunnen bereiken.
Een concreet, stapsgewijs decarbonisatietraject op mondiaal niveau zal landen ertoe aanzetten de sector geleidelijk van koolwaterstoffen af te brengen, en in de richting van schone en duurzame brandstoffen te sturen. De Europese Unie is deze weg reeds ingeslagen door voor te stellen de scheepvaartemissies op te nemen in haar koolstofmarkt en door duurzaamheidsdoelstellingen vast te stellen voor scheepsbrandstoffen.
Een echt ambitieuze klimaatstrategie van de IMO zou een golf van groene innovatie in de scheepvaartindustrie op gang kunnen brengen. Bedrijven zouden hun miljardenwinsten moeten investeren in de ontwikkeling en invoering van schone brandstoffen, zoals groene waterstof, groene ammoniak en batterijtechnologieën, en in de vervanging van hun door fossiele brandstoffen aangedreven vloten door emissievrije schepen. Ondertussen zouden zij de energie- en operationele efficiëntie van hun vloten moeten verbeteren, wat een van de snelste manieren is om de klimaatverontreiniging van de scheepvaart terug te dringen.
Voor veel mensen in de wereld is het een existentiële kwestie of de wereld duidelijke doelstellingen voor schone scheepvaart vaststelt en erin slaagt de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C, in plaats van 2°C of meer. Kleine eilandstaten die al in de frontlinie van de klimaatcrisis liggen, lopen het grootste risico op een wereldwijde temperatuurstijging boven deze niveaus, zoals in een recent rapport van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van de VN wordt onderstreept. Door de opwarming van de aarde te beperken tot 1.5°C in plaats van 2°C kan de zeespiegelstijging deze eeuw met tien centimeter worden verminderd – wat betekent dat tien miljoen minder mensen het risico zullen lopen van een overstroming.
In de verklaring van de Ocean Conference van de VN staat dat de IMO haar klimaatambities dringend moet afstemmen op de doelstellingen van het verdrag van Parijs inzake de opwarming van de aarde, en ʻduidelijke tussentijdse doelstellingenʼ moet vaststellen om de broeikasgasemissies van de scheepvaartsector ʻzo snel mogelijkʼ te gaan verminderen. Dit is een welkome stap die al veel eerder had moeten worden gezet. Regeringen en rederijen moeten nu, in samenwerking met de IMO, deze ambitie omzetten in harde doelstellingen en concrete maatregelen.
Vertaling: Menno Grootveld