BERLIJN/KAAPSTAD – Residuen van bestrijdingsmiddelen zijn overal te vinden: in de lucht die we inademen, het voedsel dat we eten en het water dat we drinken. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat herbiciden, insecticiden en fungiciden jaarlijks wereldwijd ongeveer twintigduizend doden en 385 miljoen vergiftigingen veroorzaken. Ze kunnen ook tientallen jaren blijven hangen, waardoor de vruchtbaarheid van de bodem wordt aangetast en onkruid ontstaat dat resistent is tegen herbiciden en de biodiversiteit bedreigt.
En toch vertrouwt de industriële landbouw ondanks deze negatieve gevolgen nog steeds op het gebruik van pesticiden. In 2017 was het wereldwijde gebruik van pesticiden toegenomen naar vier miljoen ton per jaar, een stijging van bijna 81 procent sinds 1990. Fabrikanten van bestrijdingsmiddelen beweren vaak dat hun producten cruciaal zijn voor de bestrijding van de honger in de wereld. Maar tot wel 828 miljoen mensen – ruim tien procent van de wereldbevolking – gaan nog steeds elke nacht met honger naar bed. Het antwoord kan duidelijk niet worden gevonden in het gebruik van meer pesticiden.
De wereldwijde voedselcrisis, nog verergerd door de COVID-19-pandemie en de Russische inval in Oekraïne, heeft duidelijk gemaakt dat onze kwetsbare voedselsystemen dringend moeten worden omgevormd. De afhankelijkheid van op fossiele brandstoffen gebaseerde landbouwproductiemiddelen, zoals synthetische meststoffen en pesticiden, heeft de conventionele landbouw voor velen in de wereld duurder gemaakt. In het verleden hebben lage- en middeninkomenslanden dergelijke productiemiddelen gesubsidieerd, maar door de snel stijgende inflatie zijn die subsidies te duur geworden, wat heeft bijgedragen tot de sterke stijging van de voedselprijzen.
Vermindering van het gebruik van giftige pesticiden is een belangrijke eerste stap naar een duurzame voedselproductie. De Farm to Fork Strategy van de Europese Unie, onderdeel van haar Green New Deal, heeft tot doel het gebruik en de risicoʼs van pesticiden tegen 2030 met vijftig procent te verminderen. In de afgelopen jaren heeft de EU zich geconcentreerd op Highly Hazardous Pesticides (zeer gevaarlijke pesticiden), waarbij tientallen werkzame stoffen zijn verboden die acute of chronische gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken en cruciale biodiversiteit kunnen vernietigen.
De recente Pesticide Atlas van de Heinrich Böll Stichting werpt licht op de gevaren van deze zeer gevaarlijke stoffen voor het milieu en de volksgezondheid. De publicatie belicht met name het toenemende gebruik van giftige herbiciden en insecticiden zoals glyfosaat, imidacloprid en carbendazim voor de teelt van sojabonen, maïs, suikerriet en wijnstokken.
Hoewel veel van deze gevaarlijke pesticiden in Europa verboden zijn, zijn ze goed voor ruim een derde van de omzet van de vijf grootste pesticidefabrikanten ter wereld. En Europese bedrijven als BASF, Bayer en Syngenta blijven ze verkopen aan landen met lage en middeninkomens, waar de goedkeuringsvereisten vaak minder streng zijn en de toezichthoudende instanties onderbezet.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De Verenigde Naties beschouwen zeer gevaarlijke pesticiden al lang als een wereldwijd mensenrechtenprobleem. Volgens VN-deskundigen brengen deze giftige stoffen het recht van mensen op voedsel, gezondheid en een schoon milieu in gevaar, vooral in ontwikkelingslanden. Bovendien worden vrouwen over het algemeen veel meer aan pesticiden blootgesteld dan mannen en zijn zij kwetsbaarder voor ziekten die verband houden met vervuiling.
Gevaarlijke pesticiden zijn bijzonder schadelijk voor boeren in ontwikkelingslanden met zwakke milieu- en veiligheidsvoorschriften. Omdat kleinschalige boeren zich vaak niet bewust zijn van de gevaren van chemische bestrijdingsmiddelen, is het belangrijk informatie te verstrekken over hoe de risicoʼs van het gebruik van pesticiden kunnen worden beperkt en hoe zij veiliger alternatieven kunnen zoeken.
Maar bewustmakingscampagnes alleen zullen de schadelijke gevolgen van het gebruik van gevaarlijke pesticiden waarschijnlijk niet kunnen wegnemen. In Kenia bijvoorbeeld bevat 76 procent van de gebruikte pesticiden werkzame bestanddelen die als zeer gevaarlijk worden gecategoriseerd, en bijna de helft van de in het land gebruikte pesticiden is in Europa verboden. Maar omdat de meeste percelen van boeren kleiner zijn dan twee hectare en dicht op elkaar liggen, is het onmogelijk om beschermende maatregelen te nemen, zoals het creëren van bufferzones. Ook zijn persoonlijke beschermingsmiddelen vaak niet beschikbaar, te duur of niet geschikt voor warme klimaten.
Maatschappelijke organisaties dringen er al lang op aan dat regeringen de dubbele standaard voor pesticiden aanpakken. Gelukkig zijn Europese toezichthouders begonnen met het aanpakken van dit probleem. Twee jaar geleden verbood Zwitserland de export van vijf zeer giftige pesticiden. In Frankrijk is in januari een wet aangenomen die de productie, opslag en export van door de EU verboden pesticiden verbiedt. En Duitsland heeft onlangs opnieuw bevestigd dat het de uitvoer van gevaarlijke pesticiden bij wet wil verbieden.
Ook invoerende landen hebben stappen in de goede richting gezet: Tunesië, Mexico en de Palestijnse Autoriteit hebben de invoer verboden van pesticiden die in het exporterende of producerende land verboden zijn. In september heeft Zuid-Afrika plannen aangekondigd om het gebruik van zeer gevaarlijke pesticiden tegen juni 2024 af te bouwen.
Hoewel dergelijke verboden cruciaal zijn om het gebruik van pesticiden terug te dringen, moeten regeringen ook veiliger alternatieven bevorderen. Agro-ecologie vervangt niet alleen chemische bestrijdingsmiddelen door biologische, maar vertrouwt ook op op de natuur gebaseerde praktijken om de veelzijdigheid van de landbouw te vergroten, de veerkracht ervan te versterken en voedselproducenten economisch en politiek sterker te maken.
De huidige mondiale hongercrisis heeft de kwetsbaarheid van onze voedselvoorzieningsketens blootgelegd en de dringende behoefte aan eerlijke, op de natuur gebaseerde voedselsystemen onderstreept. Er zijn veel voorbeelden van effectieve en bewezen benaderingen. We hoeven ze alleen maar te volgen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Not only did Donald Trump win last week’s US presidential election decisively – winning some three million more votes than his opponent, Vice President Kamala Harris – but the Republican Party he now controls gained majorities in both houses on Congress. Given the far-reaching implications of this result – for both US democracy and global stability – understanding how it came about is essential.
By voting for Republican candidates, working-class voters effectively get to have their cake and eat it, expressing conservative moral preferences while relying on Democrats to fight for their basic economic security. The best strategy for Democrats now will be to permit voters to face the consequences of their choice.
urges the party to adopt a long-term strategy aimed at discrediting the MAGA ideology once and for all.
BERLIJN/KAAPSTAD – Residuen van bestrijdingsmiddelen zijn overal te vinden: in de lucht die we inademen, het voedsel dat we eten en het water dat we drinken. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat herbiciden, insecticiden en fungiciden jaarlijks wereldwijd ongeveer twintigduizend doden en 385 miljoen vergiftigingen veroorzaken. Ze kunnen ook tientallen jaren blijven hangen, waardoor de vruchtbaarheid van de bodem wordt aangetast en onkruid ontstaat dat resistent is tegen herbiciden en de biodiversiteit bedreigt.
En toch vertrouwt de industriële landbouw ondanks deze negatieve gevolgen nog steeds op het gebruik van pesticiden. In 2017 was het wereldwijde gebruik van pesticiden toegenomen naar vier miljoen ton per jaar, een stijging van bijna 81 procent sinds 1990. Fabrikanten van bestrijdingsmiddelen beweren vaak dat hun producten cruciaal zijn voor de bestrijding van de honger in de wereld. Maar tot wel 828 miljoen mensen – ruim tien procent van de wereldbevolking – gaan nog steeds elke nacht met honger naar bed. Het antwoord kan duidelijk niet worden gevonden in het gebruik van meer pesticiden.
De wereldwijde voedselcrisis, nog verergerd door de COVID-19-pandemie en de Russische inval in Oekraïne, heeft duidelijk gemaakt dat onze kwetsbare voedselsystemen dringend moeten worden omgevormd. De afhankelijkheid van op fossiele brandstoffen gebaseerde landbouwproductiemiddelen, zoals synthetische meststoffen en pesticiden, heeft de conventionele landbouw voor velen in de wereld duurder gemaakt. In het verleden hebben lage- en middeninkomenslanden dergelijke productiemiddelen gesubsidieerd, maar door de snel stijgende inflatie zijn die subsidies te duur geworden, wat heeft bijgedragen tot de sterke stijging van de voedselprijzen.
Vermindering van het gebruik van giftige pesticiden is een belangrijke eerste stap naar een duurzame voedselproductie. De Farm to Fork Strategy van de Europese Unie, onderdeel van haar Green New Deal, heeft tot doel het gebruik en de risicoʼs van pesticiden tegen 2030 met vijftig procent te verminderen. In de afgelopen jaren heeft de EU zich geconcentreerd op Highly Hazardous Pesticides (zeer gevaarlijke pesticiden), waarbij tientallen werkzame stoffen zijn verboden die acute of chronische gezondheidsproblemen kunnen veroorzaken en cruciale biodiversiteit kunnen vernietigen.
De recente Pesticide Atlas van de Heinrich Böll Stichting werpt licht op de gevaren van deze zeer gevaarlijke stoffen voor het milieu en de volksgezondheid. De publicatie belicht met name het toenemende gebruik van giftige herbiciden en insecticiden zoals glyfosaat, imidacloprid en carbendazim voor de teelt van sojabonen, maïs, suikerriet en wijnstokken.
Hoewel veel van deze gevaarlijke pesticiden in Europa verboden zijn, zijn ze goed voor ruim een derde van de omzet van de vijf grootste pesticidefabrikanten ter wereld. En Europese bedrijven als BASF, Bayer en Syngenta blijven ze verkopen aan landen met lage en middeninkomens, waar de goedkeuringsvereisten vaak minder streng zijn en de toezichthoudende instanties onderbezet.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De Verenigde Naties beschouwen zeer gevaarlijke pesticiden al lang als een wereldwijd mensenrechtenprobleem. Volgens VN-deskundigen brengen deze giftige stoffen het recht van mensen op voedsel, gezondheid en een schoon milieu in gevaar, vooral in ontwikkelingslanden. Bovendien worden vrouwen over het algemeen veel meer aan pesticiden blootgesteld dan mannen en zijn zij kwetsbaarder voor ziekten die verband houden met vervuiling.
Gevaarlijke pesticiden zijn bijzonder schadelijk voor boeren in ontwikkelingslanden met zwakke milieu- en veiligheidsvoorschriften. Omdat kleinschalige boeren zich vaak niet bewust zijn van de gevaren van chemische bestrijdingsmiddelen, is het belangrijk informatie te verstrekken over hoe de risicoʼs van het gebruik van pesticiden kunnen worden beperkt en hoe zij veiliger alternatieven kunnen zoeken.
Maar bewustmakingscampagnes alleen zullen de schadelijke gevolgen van het gebruik van gevaarlijke pesticiden waarschijnlijk niet kunnen wegnemen. In Kenia bijvoorbeeld bevat 76 procent van de gebruikte pesticiden werkzame bestanddelen die als zeer gevaarlijk worden gecategoriseerd, en bijna de helft van de in het land gebruikte pesticiden is in Europa verboden. Maar omdat de meeste percelen van boeren kleiner zijn dan twee hectare en dicht op elkaar liggen, is het onmogelijk om beschermende maatregelen te nemen, zoals het creëren van bufferzones. Ook zijn persoonlijke beschermingsmiddelen vaak niet beschikbaar, te duur of niet geschikt voor warme klimaten.
Maatschappelijke organisaties dringen er al lang op aan dat regeringen de dubbele standaard voor pesticiden aanpakken. Gelukkig zijn Europese toezichthouders begonnen met het aanpakken van dit probleem. Twee jaar geleden verbood Zwitserland de export van vijf zeer giftige pesticiden. In Frankrijk is in januari een wet aangenomen die de productie, opslag en export van door de EU verboden pesticiden verbiedt. En Duitsland heeft onlangs opnieuw bevestigd dat het de uitvoer van gevaarlijke pesticiden bij wet wil verbieden.
Ook invoerende landen hebben stappen in de goede richting gezet: Tunesië, Mexico en de Palestijnse Autoriteit hebben de invoer verboden van pesticiden die in het exporterende of producerende land verboden zijn. In september heeft Zuid-Afrika plannen aangekondigd om het gebruik van zeer gevaarlijke pesticiden tegen juni 2024 af te bouwen.
Hoewel dergelijke verboden cruciaal zijn om het gebruik van pesticiden terug te dringen, moeten regeringen ook veiliger alternatieven bevorderen. Agro-ecologie vervangt niet alleen chemische bestrijdingsmiddelen door biologische, maar vertrouwt ook op op de natuur gebaseerde praktijken om de veelzijdigheid van de landbouw te vergroten, de veerkracht ervan te versterken en voedselproducenten economisch en politiek sterker te maken.
De huidige mondiale hongercrisis heeft de kwetsbaarheid van onze voedselvoorzieningsketens blootgelegd en de dringende behoefte aan eerlijke, op de natuur gebaseerde voedselsystemen onderstreept. Er zijn veel voorbeelden van effectieve en bewezen benaderingen. We hoeven ze alleen maar te volgen.
Vertaling: Menno Grootveld