WASHINGTON, DC – Voetbal bestaat al eeuwen, maar het zag er niet altijd zo uit als het spel dat we nu kennen. Het zag er zelfs niet overal hetzelfde uit. Op sommige plaatsen mochten spelers hun handen gebruiken, terwijl op andere plaatsen de doelen geen lat hadden; op weer andere plaatsen was het duwen van een tegenstander toegestaan, maar trekken niet. Maar halverwege de negentiende eeuw werden de regels gestandaardiseerd, zodat teams uit verschillende plaatsen het tegen elkaar op konden nemen. Daarmee begon voetbal zich snel uit te breiden en te ontwikkelen. Vandaag de dag is het de meest beoefende sport ter wereld.
Net zoals gemeenschappelijke regels de ontwikkeling van voetbal mogelijk maakten, zou één set richtlijnen de vooruitgang in de strijd tegen de klimaatverandering versnellen. De logica is eenvoudig. Gezien de omvang van het klimaatprobleem vereist de aanpak ervan actie op alle niveaus van de samenleving, de overheid en de economie. Als zo’n groot aantal actoren wereldwijd naar een gemeenschappelijk doel moet toewerken, vaak door middel van directe samenwerking, dan moet iedereen volgens dezelfde principes te werk gaan, termen en concepten op consistente wijze definiëren en vooruitgang meten aan de hand van gevestigde meetmethoden.
Dit is vooral belangrijk voor de financiële sector. Als beleggers genoeg vertrouwen en duidelijkheid moeten hebben om biljoenen dollars in de richting van de projecten met de grootste impact te kunnen sturen, moeten ze toegang hebben tot een gedeelde set criteria om de ‘groene geloofsbrieven’ van activa en activiteiten te beoordelen.
Op nationaal niveau hebben ‘groene taxonomieën’ al effect. Het jaar nadat China in 2015 zijn eerste ‘projectcatalogus’ voor groene obligaties publiceerde, steeg de waarde van de markt voor groene obligaties van nul naar veertig miljard dollar. Maar er is een grens aan wat nationale actie kan bereiken. Omdat verschillende jurisdicties hun eigen normen en maatstaven definiëren, kan wat in het ene land als ‘groen’ wordt aangemerkt in een ander land nog steeds als ‘bruin’ worden beschouwd, wat onzekerheid creëert voor beleggers en hun vertrouwen ondermijnt.
Het ontbreken van een gemeenschappelijke groene taxonomie fragmenteert ook de markt, waardoor bedrijven de kans krijgen om regels en voorschriften gericht op het bevorderen van duurzaamheid te omzeilen. Als een regering bijvoorbeeld strenge regels oplegt voor koolstofuitstoot, kunnen bedrijven hun activiteiten met een hoge uitstoot simpelweg naar het buitenland verplaatsen of koolstofintensieve goederen gaan importeren die in minder strenge rechtsgebieden zijn geproduceerd.
Natuurlijk zou het onrealistisch – en oneerlijk – zijn om van alle landen te verwachten dat ze meteen één groene taxonomie invoeren. Elk land heeft zijn eigen behoeften en prioriteiten, staat voor specifieke economische en ontwikkelingsuitdagingen, en beschikt over unieke middelen om zijn doelen te bereiken. Hun groene taxonomieën moeten dit weerspiegelen. Colombia legt bijvoorbeeld speciale nadruk op de landbouw, veeteelt en bosbouw – economisch vitale sectoren die ook belangrijke bronnen zijn van broeikasgasemissies en belangrijke aanjagers van de milieuaantasting.
Ook hier kan voetbal duidelijkheid verschaffen. Hoewel de regels overal hetzelfde zijn, werken competities over de hele wereld op verschillende manieren en weerspiegelen ze lokale omstandigheden. Ze hebben verschillende budgetten, kalenders en regels voor promotie en degradatie van teams van de ene divisie naar de andere. Uiteindelijk kunnen spelers echter met relatief weinig wrijving van de ene competitie naar de andere verhuizen en kunnen teams in verschillende jurisdicties met elkaar concurreren.
Dit soort interoperabiliteit moet worden ingebouwd in nationale groene taxonomieën, zodat groen kapitaal op grote schaal over de grens kan stromen. Daartoe moeten beleidsmakers en toezichthouders gemeenschappelijke ontwerpkenmerken identificeren, impactmetriek en boekhoudnormen op elkaar afstemmen en een ‘pas toe of pas aan’-benadering hanteren voor de rest, waarbij ze sjablonen of criteria van anderen lenen en waar nodig aanpassen.
Er lopen al diverse initiatieven om dit proces te ondersteunen. In 2021 heeft de International Financial Reporting Standards Foundation de International Sustainability Standards Board opgericht, een onafhankelijk orgaan uit de privésector dat standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving ontwikkelt en goedkeurt. De G20 heeft zes beginselen op hoog niveau gedefinieerd als leidraad voor rechtsgebieden bij het ontwikkelen van hun eigen aanpak voor het afstemmen van investeringen op duurzaamheidsdoelen; op die manier kunnen ze helpen bij het garanderen van de vergelijkbaarheid en de interoperabiliteit. En het Sustainable Banking and Finance Network voorziet zijn 86 leden in 66 landen met opkomende markten van toolkits en voortgangsrapporten.
Als er eenmaal nationale regels zijn opgesteld, moet regionale harmonisatie volgen. Ook hier worden al positieve stappen gezet. De Working Group on Sustainable Finance Taxonomies for Latin America and the Caribbean helpt landen in de regio – met steun van de International Finance Corporation en andere multilaterale instellingen – om hun kaders op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door leidende beginselen vast te stellen en objectieve classificatiesystemen voor sectoren en activiteiten te ontwerpen. Regionale fora zoals de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC) moeten ook een stapje verder gaan en de harmonisatie van groene taxonomieën opnemen in bredere integratieplannen.
De laatste stap is wereldwijde harmonisatie, waarbij de G20 zich in een goede positie bevindt om het voortouw te nemen. Brazilië moet proberen om dit proces op gang te brengen tijdens zijn voorzitterschap van de groep dit jaar, om zo de weg te bereiden voor verdere vooruitgang onder leiding van Zuid-Afrika in 2025. In tegenstelling tot de evolutie van het voetbal – die ruim anderhalve eeuw in beslag nam – hebben we niet de luxe van tijd. Om de klimaatverandering aan te pakken, kan een wereldwijde groene taxonomie niet snel genoeg komen.
Vertaling: Menno Grootveld
WASHINGTON, DC – Voetbal bestaat al eeuwen, maar het zag er niet altijd zo uit als het spel dat we nu kennen. Het zag er zelfs niet overal hetzelfde uit. Op sommige plaatsen mochten spelers hun handen gebruiken, terwijl op andere plaatsen de doelen geen lat hadden; op weer andere plaatsen was het duwen van een tegenstander toegestaan, maar trekken niet. Maar halverwege de negentiende eeuw werden de regels gestandaardiseerd, zodat teams uit verschillende plaatsen het tegen elkaar op konden nemen. Daarmee begon voetbal zich snel uit te breiden en te ontwikkelen. Vandaag de dag is het de meest beoefende sport ter wereld.
Net zoals gemeenschappelijke regels de ontwikkeling van voetbal mogelijk maakten, zou één set richtlijnen de vooruitgang in de strijd tegen de klimaatverandering versnellen. De logica is eenvoudig. Gezien de omvang van het klimaatprobleem vereist de aanpak ervan actie op alle niveaus van de samenleving, de overheid en de economie. Als zo’n groot aantal actoren wereldwijd naar een gemeenschappelijk doel moet toewerken, vaak door middel van directe samenwerking, dan moet iedereen volgens dezelfde principes te werk gaan, termen en concepten op consistente wijze definiëren en vooruitgang meten aan de hand van gevestigde meetmethoden.
Dit is vooral belangrijk voor de financiële sector. Als beleggers genoeg vertrouwen en duidelijkheid moeten hebben om biljoenen dollars in de richting van de projecten met de grootste impact te kunnen sturen, moeten ze toegang hebben tot een gedeelde set criteria om de ‘groene geloofsbrieven’ van activa en activiteiten te beoordelen.
Op nationaal niveau hebben ‘groene taxonomieën’ al effect. Het jaar nadat China in 2015 zijn eerste ‘projectcatalogus’ voor groene obligaties publiceerde, steeg de waarde van de markt voor groene obligaties van nul naar veertig miljard dollar. Maar er is een grens aan wat nationale actie kan bereiken. Omdat verschillende jurisdicties hun eigen normen en maatstaven definiëren, kan wat in het ene land als ‘groen’ wordt aangemerkt in een ander land nog steeds als ‘bruin’ worden beschouwd, wat onzekerheid creëert voor beleggers en hun vertrouwen ondermijnt.
Het ontbreken van een gemeenschappelijke groene taxonomie fragmenteert ook de markt, waardoor bedrijven de kans krijgen om regels en voorschriften gericht op het bevorderen van duurzaamheid te omzeilen. Als een regering bijvoorbeeld strenge regels oplegt voor koolstofuitstoot, kunnen bedrijven hun activiteiten met een hoge uitstoot simpelweg naar het buitenland verplaatsen of koolstofintensieve goederen gaan importeren die in minder strenge rechtsgebieden zijn geproduceerd.
Natuurlijk zou het onrealistisch – en oneerlijk – zijn om van alle landen te verwachten dat ze meteen één groene taxonomie invoeren. Elk land heeft zijn eigen behoeften en prioriteiten, staat voor specifieke economische en ontwikkelingsuitdagingen, en beschikt over unieke middelen om zijn doelen te bereiken. Hun groene taxonomieën moeten dit weerspiegelen. Colombia legt bijvoorbeeld speciale nadruk op de landbouw, veeteelt en bosbouw – economisch vitale sectoren die ook belangrijke bronnen zijn van broeikasgasemissies en belangrijke aanjagers van de milieuaantasting.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Ook hier kan voetbal duidelijkheid verschaffen. Hoewel de regels overal hetzelfde zijn, werken competities over de hele wereld op verschillende manieren en weerspiegelen ze lokale omstandigheden. Ze hebben verschillende budgetten, kalenders en regels voor promotie en degradatie van teams van de ene divisie naar de andere. Uiteindelijk kunnen spelers echter met relatief weinig wrijving van de ene competitie naar de andere verhuizen en kunnen teams in verschillende jurisdicties met elkaar concurreren.
Dit soort interoperabiliteit moet worden ingebouwd in nationale groene taxonomieën, zodat groen kapitaal op grote schaal over de grens kan stromen. Daartoe moeten beleidsmakers en toezichthouders gemeenschappelijke ontwerpkenmerken identificeren, impactmetriek en boekhoudnormen op elkaar afstemmen en een ‘pas toe of pas aan’-benadering hanteren voor de rest, waarbij ze sjablonen of criteria van anderen lenen en waar nodig aanpassen.
Er lopen al diverse initiatieven om dit proces te ondersteunen. In 2021 heeft de International Financial Reporting Standards Foundation de International Sustainability Standards Board opgericht, een onafhankelijk orgaan uit de privésector dat standaarden voor duurzaamheidsverslaggeving ontwikkelt en goedkeurt. De G20 heeft zes beginselen op hoog niveau gedefinieerd als leidraad voor rechtsgebieden bij het ontwikkelen van hun eigen aanpak voor het afstemmen van investeringen op duurzaamheidsdoelen; op die manier kunnen ze helpen bij het garanderen van de vergelijkbaarheid en de interoperabiliteit. En het Sustainable Banking and Finance Network voorziet zijn 86 leden in 66 landen met opkomende markten van toolkits en voortgangsrapporten.
Als er eenmaal nationale regels zijn opgesteld, moet regionale harmonisatie volgen. Ook hier worden al positieve stappen gezet. De Working Group on Sustainable Finance Taxonomies for Latin America and the Caribbean helpt landen in de regio – met steun van de International Finance Corporation en andere multilaterale instellingen – om hun kaders op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld door leidende beginselen vast te stellen en objectieve classificatiesystemen voor sectoren en activiteiten te ontwerpen. Regionale fora zoals de Asia-Pacific Economic Cooperation (APEC) moeten ook een stapje verder gaan en de harmonisatie van groene taxonomieën opnemen in bredere integratieplannen.
De laatste stap is wereldwijde harmonisatie, waarbij de G20 zich in een goede positie bevindt om het voortouw te nemen. Brazilië moet proberen om dit proces op gang te brengen tijdens zijn voorzitterschap van de groep dit jaar, om zo de weg te bereiden voor verdere vooruitgang onder leiding van Zuid-Afrika in 2025. In tegenstelling tot de evolutie van het voetbal – die ruim anderhalve eeuw in beslag nam – hebben we niet de luxe van tijd. Om de klimaatverandering aan te pakken, kan een wereldwijde groene taxonomie niet snel genoeg komen.
Vertaling: Menno Grootveld