BOSTON – Een paar jaar geleden, tegen het einde van zijn leven, had mijn vader te kampen met een ernstige depressie. Als arts en hoogleraar had hij voldoende toegang tot de geestelijke gezondheidszorg. Maar hij was opgegroeid in een samenleving die geestesziekten stigmatiseerde, en hij was niet bereid om professionele hulp te zoeken. Als zijn zoon was het voor mij verschrikkelijk om mijn vader te zien lijden. Als onderzoeker op het gebied van de volksgezondheid verkreeg ik nieuwe inzichten in de talloze systemische tekortkomingen bij het verstrekken van zorg.
Wetenschappers van over de hele wereld proberen nu de problemen aan te pakken met “Countdown Global Mental Health 2030,” een “multi-stakeholder monitoring- en aansprakelijkheidssamenwerking op het gebied van de geestelijke gezondheid” die in februari werd gelanceerd. Maar hoewel dit initiatief een stap vooruit is, negeert het een belangrijk element van een effectieve oplossing: geavanceerde technologie, in het bijzonder kunstmatige intelligentie (AI).
Wereldwijd is het aanbod van psychiaters en klinische psychologen nergens ook maar enigszins toereikend. In Zimbabwe zijn er bijvoorbeeld slechts 25 professionals op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg op een bevolking van ruim 16 miljoen zielen. Hoewel het land een paar innovatieve en nuttige, op de gemeenschap gebaseerde initiatieven heeft voortgebracht, zoals de “Friendship Bench,” is hun schaalbaarheid beperkt.
Gebrek aan toegang tot de geestelijke gezondheidszorg is niet louter een probleem van de ontwikkelingslanden. In de Verenigde Staten heeft bijna de helft van de bevolking geen toegang tot alomvattende geestelijke gezondheidszorg, dikwijls als gevolg van financiële beperkingen.
Afgezien van het probleem van de toegang is er ook de kwestie van het stigma, zoals in het voorbeeld van de ervaringen van mijn vader. Uit klinisch bewijsmateriaal blijkt dat dit stigma twee vormen kan aannemen. Mensen die op zoek zijn naar geestelijke gezondheidszorg kunnen geconfronteerd worden met discriminatie en buitensluiting, als gevolg van endemische misvattingen over geestesziekten. Als deze overtuigingen worden geïnternaliseerd kunnen degenen die lijden aan deze ziekten ook nog eens kampen met zelf-stigmatisering: een lage eigendunk, weinig zelfredzaamheid, en een gebrek aan bereidheid om productieve kansen na te streven.
De gevolgen van het falen om adequate zorg te verstrekken zijn ernstig onderschat. Volgens één onderzoek zijn problemen op het gebied van de geestelijke gezondheid verantwoordelijk voor 32,4% van de jaren die met een beperking geleefd worden en voor 13% van de “gezonde” levensjaren die als gevolg van ziekten, beperkingen of een voortijdige dood verloren gaan.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
De economische kosten zijn enorm. Volgens een analyse uit 2015 overtreffen de totale economische lasten van de geestelijke gezondheidszorg alleen al in de VS jaarlijks de $210 mrd. Ruim de helft daarvan wordt toegeschreven aan arbeidsverzuim en productiviteitsverlies; nog eens 5% wordt toegeschreven aan met zelfmoord samenhangende kosten. De pogingen van bedrijven om de noodzaak van geestelijke gezondheidszorg te omzeilen door hun werkneners eraan te herinneren mindfulness te praktiseren zijn waarschijnlijk niet zo behulpzaam als de voorstanders ervan beweren.
Wat zou kunnen helpen zijn op AI gebaseerde oplossingen, zoals chatbots. Door natuurlijke taal na te bootsen, om een gesprek te kunnen voeren met een menselijke gebruiker, kunnen deze softwaresystemen optreden als virtuele therapeuten, die richting en steun bieden aan degenen die geen alternatief hebben. Uit een gerandomiseerde controleproef van klinische psychologen van de Stanford Universiteit bleek dat chatbots aanzienlijk beter waren in het terugdringen van de symptomen van een depressie dan een aanpak waarbij uitsluitend informatie werd verstrekt.
Het type voorlopige geestelijke gezondheidszorg dat chatbots kunnen bieden zou bijzonder nuttig zijn in gemeenschappen zonder toereikend aanbod van goed opgeleide professionals. In een tijd van ongekende toegang tot smartphones in ontwikkelingseconomieën, zouden op internet gebaseerde oplossingen een zegen zijn voor de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg.
Chatbots kunnen ook helpen het stigma-probleem te overwinnen, omdat zij mensen kunnen bereiken die anders wellicht zouden aarzelen om hulp te gaan zoeken voor hun geestelijke problemen. Uit een recent onderzoek is gebleken dat maar liefst 70% van de patiënten belangstelling heeft voor mobiele applicaties om hun geestelijke gezondheid zelf in de gaten te houden. Als mensen eenmaal contact hebben gelegd met een chatbot, zo wijst een ander onderzoek uit, hebben ze de neiging zichzelf vrijelijker uit te drukken dan wanneer ze met een menselijke therapeut te maken zouden krijgen, wat de prioriteit onderstreept die veel mensen toekennen aan het behoud van hun privacy en het vermijden van oordelen als ze proberen een geestelijk probleem aan te pakken.
Het is nu aan clinici, zoals psychologen, om uitgebreider met de ontwikkelaars van AI samen te werken. Diverse Amerikaanse universiteiten hebben al programma's gelanceerd die deskundigen uit de klinische wetenschappen in contact brengen met software-ontwikkelaars. Deze bondgenootschappen moeten worden uitgebreid naar de universiteiten, met name in landen met een grote onvervulde behoefte aan geestelijke gezondheidszorg, om de ontwikkeling van linguïstisch en cultureel adequate virtuele therapeuten mogelijk te maken.
Het betrekken van meer uiteenlopende actoren bij de ontwikkeling van algoritmen zou ook helpen het probleem van raciale en gender-discriminatie aan te pakken, dat in het AI-onderzoek de kop heeft opgestoken. Onderzoekers moeten volledig representatieve testgroepen gebruiken, terwijl ze ervoor zorgen dat ze zich houden aan stringente protocollen op het gebied van de privacy en de verantwoordingsplicht.
Zulke initiatieven kosten uiteraard geld. Durfkapitaalfirma's geven nu $3,2 mrd per jaar uit aan onderzoek en ontwikkeling op het gebied van de mondiale gezondheidszorg. Zij zouden het bereik van hun investeringen moeten uitbreiden naar door AI gefaciliteerde technologieën voor de bezorging van geestelijke gezondheidszorg. Zij zouden ook competities tussen sociaal bewuste technologie-ondernemers moeten financieren, om verdere innovatie op dit gebied te bevorderen.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat door AI gefaciliteerde geestelijke gezondheidsinterventies menselijke psychologen of psychiaters niet zouden kunnen – of mogen – vervangen. Een chatbot kan immers geen echte empathie overbrengen. Wat hij wel kan doen is individuen met een verhoogd risicoprofiel opsporen, zoals mensen die tot zelfmoord geneigd zijn, en zo op de korte termijn destructief gedrag afwenden.
Innovatie wordt vaak gedreven door vraag en behoefte. Helaas geldt dat in mindere mate voor de geestelijke gezondheidszorg. Het is tijd om te investeren in kosten-effectieve en schaalbare langtermijnoplossingen, waarmee geestelijke gezondheidszorgcapaciteit kan worden opgebouwd. Deze inspanningen moeten uitgebreidere steun voor traditionele diensten omvatten, maar ook hun voordeel kunnen doen met geavanceerde technologieën als AI.
Vertaling: Menno Grootveld
Junaid Nabi is een onderzoeker op het gebied van de gezondheidszorg bij het Brigham and Women’s Hospital en de Harvard Medical School in Boston.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
In 2024, global geopolitics and national politics have undergone considerable upheaval, and the world economy has both significant weaknesses, including Europe and China, and notable bright spots, especially the US. In the coming year, the range of possible outcomes will broaden further.
offers his predictions for the new year while acknowledging that the range of possible outcomes is widening.
BOSTON – Een paar jaar geleden, tegen het einde van zijn leven, had mijn vader te kampen met een ernstige depressie. Als arts en hoogleraar had hij voldoende toegang tot de geestelijke gezondheidszorg. Maar hij was opgegroeid in een samenleving die geestesziekten stigmatiseerde, en hij was niet bereid om professionele hulp te zoeken. Als zijn zoon was het voor mij verschrikkelijk om mijn vader te zien lijden. Als onderzoeker op het gebied van de volksgezondheid verkreeg ik nieuwe inzichten in de talloze systemische tekortkomingen bij het verstrekken van zorg.
Wetenschappers van over de hele wereld proberen nu de problemen aan te pakken met “Countdown Global Mental Health 2030,” een “multi-stakeholder monitoring- en aansprakelijkheidssamenwerking op het gebied van de geestelijke gezondheid” die in februari werd gelanceerd. Maar hoewel dit initiatief een stap vooruit is, negeert het een belangrijk element van een effectieve oplossing: geavanceerde technologie, in het bijzonder kunstmatige intelligentie (AI).
Wereldwijd is het aanbod van psychiaters en klinische psychologen nergens ook maar enigszins toereikend. In Zimbabwe zijn er bijvoorbeeld slechts 25 professionals op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg op een bevolking van ruim 16 miljoen zielen. Hoewel het land een paar innovatieve en nuttige, op de gemeenschap gebaseerde initiatieven heeft voortgebracht, zoals de “Friendship Bench,” is hun schaalbaarheid beperkt.
Gebrek aan toegang tot de geestelijke gezondheidszorg is niet louter een probleem van de ontwikkelingslanden. In de Verenigde Staten heeft bijna de helft van de bevolking geen toegang tot alomvattende geestelijke gezondheidszorg, dikwijls als gevolg van financiële beperkingen.
Afgezien van het probleem van de toegang is er ook de kwestie van het stigma, zoals in het voorbeeld van de ervaringen van mijn vader. Uit klinisch bewijsmateriaal blijkt dat dit stigma twee vormen kan aannemen. Mensen die op zoek zijn naar geestelijke gezondheidszorg kunnen geconfronteerd worden met discriminatie en buitensluiting, als gevolg van endemische misvattingen over geestesziekten. Als deze overtuigingen worden geïnternaliseerd kunnen degenen die lijden aan deze ziekten ook nog eens kampen met zelf-stigmatisering: een lage eigendunk, weinig zelfredzaamheid, en een gebrek aan bereidheid om productieve kansen na te streven.
De gevolgen van het falen om adequate zorg te verstrekken zijn ernstig onderschat. Volgens één onderzoek zijn problemen op het gebied van de geestelijke gezondheid verantwoordelijk voor 32,4% van de jaren die met een beperking geleefd worden en voor 13% van de “gezonde” levensjaren die als gevolg van ziekten, beperkingen of een voortijdige dood verloren gaan.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
De economische kosten zijn enorm. Volgens een analyse uit 2015 overtreffen de totale economische lasten van de geestelijke gezondheidszorg alleen al in de VS jaarlijks de $210 mrd. Ruim de helft daarvan wordt toegeschreven aan arbeidsverzuim en productiviteitsverlies; nog eens 5% wordt toegeschreven aan met zelfmoord samenhangende kosten. De pogingen van bedrijven om de noodzaak van geestelijke gezondheidszorg te omzeilen door hun werkneners eraan te herinneren mindfulness te praktiseren zijn waarschijnlijk niet zo behulpzaam als de voorstanders ervan beweren.
Wat zou kunnen helpen zijn op AI gebaseerde oplossingen, zoals chatbots. Door natuurlijke taal na te bootsen, om een gesprek te kunnen voeren met een menselijke gebruiker, kunnen deze softwaresystemen optreden als virtuele therapeuten, die richting en steun bieden aan degenen die geen alternatief hebben. Uit een gerandomiseerde controleproef van klinische psychologen van de Stanford Universiteit bleek dat chatbots aanzienlijk beter waren in het terugdringen van de symptomen van een depressie dan een aanpak waarbij uitsluitend informatie werd verstrekt.
Het type voorlopige geestelijke gezondheidszorg dat chatbots kunnen bieden zou bijzonder nuttig zijn in gemeenschappen zonder toereikend aanbod van goed opgeleide professionals. In een tijd van ongekende toegang tot smartphones in ontwikkelingseconomieën, zouden op internet gebaseerde oplossingen een zegen zijn voor de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg.
Chatbots kunnen ook helpen het stigma-probleem te overwinnen, omdat zij mensen kunnen bereiken die anders wellicht zouden aarzelen om hulp te gaan zoeken voor hun geestelijke problemen. Uit een recent onderzoek is gebleken dat maar liefst 70% van de patiënten belangstelling heeft voor mobiele applicaties om hun geestelijke gezondheid zelf in de gaten te houden. Als mensen eenmaal contact hebben gelegd met een chatbot, zo wijst een ander onderzoek uit, hebben ze de neiging zichzelf vrijelijker uit te drukken dan wanneer ze met een menselijke therapeut te maken zouden krijgen, wat de prioriteit onderstreept die veel mensen toekennen aan het behoud van hun privacy en het vermijden van oordelen als ze proberen een geestelijk probleem aan te pakken.
Het is nu aan clinici, zoals psychologen, om uitgebreider met de ontwikkelaars van AI samen te werken. Diverse Amerikaanse universiteiten hebben al programma's gelanceerd die deskundigen uit de klinische wetenschappen in contact brengen met software-ontwikkelaars. Deze bondgenootschappen moeten worden uitgebreid naar de universiteiten, met name in landen met een grote onvervulde behoefte aan geestelijke gezondheidszorg, om de ontwikkeling van linguïstisch en cultureel adequate virtuele therapeuten mogelijk te maken.
Het betrekken van meer uiteenlopende actoren bij de ontwikkeling van algoritmen zou ook helpen het probleem van raciale en gender-discriminatie aan te pakken, dat in het AI-onderzoek de kop heeft opgestoken. Onderzoekers moeten volledig representatieve testgroepen gebruiken, terwijl ze ervoor zorgen dat ze zich houden aan stringente protocollen op het gebied van de privacy en de verantwoordingsplicht.
Zulke initiatieven kosten uiteraard geld. Durfkapitaalfirma's geven nu $3,2 mrd per jaar uit aan onderzoek en ontwikkeling op het gebied van de mondiale gezondheidszorg. Zij zouden het bereik van hun investeringen moeten uitbreiden naar door AI gefaciliteerde technologieën voor de bezorging van geestelijke gezondheidszorg. Zij zouden ook competities tussen sociaal bewuste technologie-ondernemers moeten financieren, om verdere innovatie op dit gebied te bevorderen.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat door AI gefaciliteerde geestelijke gezondheidsinterventies menselijke psychologen of psychiaters niet zouden kunnen – of mogen – vervangen. Een chatbot kan immers geen echte empathie overbrengen. Wat hij wel kan doen is individuen met een verhoogd risicoprofiel opsporen, zoals mensen die tot zelfmoord geneigd zijn, en zo op de korte termijn destructief gedrag afwenden.
Innovatie wordt vaak gedreven door vraag en behoefte. Helaas geldt dat in mindere mate voor de geestelijke gezondheidszorg. Het is tijd om te investeren in kosten-effectieve en schaalbare langtermijnoplossingen, waarmee geestelijke gezondheidszorgcapaciteit kan worden opgebouwd. Deze inspanningen moeten uitgebreidere steun voor traditionele diensten omvatten, maar ook hun voordeel kunnen doen met geavanceerde technologieën als AI.
Vertaling: Menno Grootveld
Junaid Nabi is een onderzoeker op het gebied van de gezondheidszorg bij het Brigham and Women’s Hospital en de Harvard Medical School in Boston.