NEW YORK – In mei stelde het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) nieuwe regels voor elektriciteitscentrales voor, waardoor elke bestaande kolen- of gascentrale in de Verenigde Staten verplicht zou worden om ofwel het grootste deel van zijn kooldioxide-emissies af te vangen en op te slaan, ofwel over te schakelen op het verbranden van ‘groene waterstof’ met een lage uitstoot. Toch zou het goedkoper zijn om de ruim tweehonderd kolencentrales van de VS te vervangen door nieuwe zonne- of windenergie-installaties en kort daarna hetzelfde te doen met de gascentrales.
Deze bewering zal zeker worden beantwoord met kreten als: ‘Zo eenvoudig is het niet! Je moet ook rekening houden met de rotatie van de aarde, bewolking en een gebrek aan wind.’ Inderdaad, je moet ook rekening houden met het altijd aanwezige NIMBY-isme, langlopende energiecontracten en andere complexiteiten die een onmiddellijke vervanging van kolen door zonne-energie in de weg staan. Maar niemand stelt serieus voor om elke fossiele energiecentrale overal in één keer te sluiten. De transitie zal tijd kosten.
Tijd is uiteraard een relatief begrip. Zelfs de nieuwe EPA-regels zouden geleidelijk worden ingevoerd, waarbij de echte impact pas in het volgende decennium zou komen. Maar we kunnen niet wachten tot de regels van de EPA doorbijten en veranderingen afdwingen, en dat zouden we ook niet moeten doen. En die ‘we’ omvat in dit geval iedereen, van consumenten en lokale energietoezichthouders tot leidinggevenden van nutsbedrijven en banken die hun investeringsbeslissingen plannen.
Koolstofafvang en -opslag (CCS) is een uitkomst, en groene waterstof heeft het potentieel om dat ook te zijn. Maar als we naar het volgende decennium en daarna kijken, zullen we ook veel andere geavanceerde klimaattechnologische oplossingen inzetten, van betere accu’s tot slimmere netwerken. Gezien de urgentie van de klimaatcrisis en alle nieuwe technologieën die op ons afkomen, heeft het weinig zin om te wachten tot de nieuwe regels van de EPA over jaren veranderingen afdwingen.
De economische aspecten van de energieopwekking veranderen snel. In 2019 publiceerde de denktank Energy Innovation zijn eerste ‘coal cost crossover’-rapport, waaruit bleek dat het in tweeënzestig procent van de gevallen duurder was om de kolencentrales in de VS te laten draaien dan om ze te vervangen door lokale zonne- of windenergie. In 2021 was dat cijfer gestegen tot tweeënzeventig procent en eerder dit jaar tot negenennegentig procent. Met uitzondering van één kolencentrale in Wyoming zou het goedkoper zijn om elektriciteit te produceren met zonne- of windenergie, plus accu-opslag, dan om de bestaande kolencentrales draaiende te houden.
Hoewel het cijfer voor 2023 rekening houdt met de uitgebreide belastingvoordelen voor zonne- en windenergie op grond van de Inflation Reduction Act, omvat het niet de extra prikkels zoals die van het IRA-leningsprogramma, dat nutsbedrijven kunnen gebruiken om duurzame energie te helpen financieren. Meer nog, het kwam vóór de nieuwe voorstellen van de EPA, waardoor de vraag rijst welke effecten deze regels zouden kunnen hebben.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Voor het grootste deel zijn de door de EPA voorgestelde wijzigingen standaard-regelgeving, hetgeen de noodzaak weerspiegelt om door de beugel te kunnen in de ogen van een Hooggerechtshof dat de bevoegdheden van federale toezichthouders wil inperken. In plaats van flexibiliteit toe te staan bij het behalen van de CO2-reductiedoelstellingen, kiest de EPA voor een directere aanpak, waarbij bestaande kolencentrales in wezen verplicht worden om de vrijgekomen koolstof op te vangen en op te slaan. Maar vooral in combinatie met genereuze IRA-subsidies voor CCS-technologie kunnen Amerikaanse beleidsmakers onbedoeld een reddingslijn uitwerpen voor kolencentrales die anders economisch niet levensvatbaar zouden zijn.
Op zichzelf beschouwd zijn de EPA-voorstellen duidelijk goed voor het milieu en de volksgezondheid, omdat ze de vervuiling door fijn stof en ozon aanzienlijk zouden terugdringen. Maar beoordelingen van de CCS-technologie hebben de neiging snel troebel te worden. Laten we niet vergeten dat Donald Trump en zijn adviseurs grote fans waren van de technologie, die zij zagen als een manier ‘om steenkool te steunen en toch het klimaat te helpen.’
Aangezien het combineren van CCS met steenkool altijd duurder zal zijn dan het zonder meer verbranden van steenkool, zou het verplicht stellen van CCS steenkool in theorie inderdaad nog minder concurrerend moeten maken dan het al is. Maar deze CCS-verplichtingen werken niet in een vacuüm.
In de praktijk worden exploitatievergunningen voor kolencentrales niet afgegeven door dezelfde mensen die de federale regels schrijven. Deze beslissingen worden op staats- en lokaal niveau genomen, voornamelijk door openbare nutscommissies op staatsniveau die veel concurrerende prioriteiten hebben. Zelfs als ze zich inzetten voor een koolstofarme economie, blijft het een belangrijk doel om het licht te laten branden. Dat doel is op zijn beurt al te vaak geïnterpreteerd als het rendabel houden van de huidige opwekkingscapaciteit. Wanneer ze geconfronteerd worden met de nieuwe CCS-verplichtingen en bijhorende subsidies, zien ze misschien gewoon een kans om de winstgevendheid van steenkoolcentrales langer in stand te houden.
Hoe kunnen federale beleidsmakers dit probleem omzeilen? In het algemeen moet de focus liggen op het pushen van goedkopere zonne- en windenergie in het systeem, omdat dat de exploitanten van kolen- en gascentrales tot actie zal dwingen. We hebben ook betere, snellere plannings- en investeringsprocessen nodig, zodat netaansluitingsrechten kunnen worden overgedragen van kolencentrales aan hernieuwbare energiebronnen die in hun plaats worden gebouwd. Op dit moment geven de meeste staten van de VS consumenten geen keuze over hoe hun elektriciteit wordt opgewekt. Dat moet veranderen.
Zolang kolencentrales nog in bedrijf zijn, is het een goed idee om ze hun CO2-uitstoot te laten opvangen. Maar dat betekent niet dat het een goed idee is om ze te helpen te blijven draaien. Hoe sneller steenkool wordt vervangen door hernieuwbare energiebronnen, des te beter het is voor de planeet, de consumenten en zelfs de nutsbedrijven.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
NEW YORK – In mei stelde het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) nieuwe regels voor elektriciteitscentrales voor, waardoor elke bestaande kolen- of gascentrale in de Verenigde Staten verplicht zou worden om ofwel het grootste deel van zijn kooldioxide-emissies af te vangen en op te slaan, ofwel over te schakelen op het verbranden van ‘groene waterstof’ met een lage uitstoot. Toch zou het goedkoper zijn om de ruim tweehonderd kolencentrales van de VS te vervangen door nieuwe zonne- of windenergie-installaties en kort daarna hetzelfde te doen met de gascentrales.
Deze bewering zal zeker worden beantwoord met kreten als: ‘Zo eenvoudig is het niet! Je moet ook rekening houden met de rotatie van de aarde, bewolking en een gebrek aan wind.’ Inderdaad, je moet ook rekening houden met het altijd aanwezige NIMBY-isme, langlopende energiecontracten en andere complexiteiten die een onmiddellijke vervanging van kolen door zonne-energie in de weg staan. Maar niemand stelt serieus voor om elke fossiele energiecentrale overal in één keer te sluiten. De transitie zal tijd kosten.
Tijd is uiteraard een relatief begrip. Zelfs de nieuwe EPA-regels zouden geleidelijk worden ingevoerd, waarbij de echte impact pas in het volgende decennium zou komen. Maar we kunnen niet wachten tot de regels van de EPA doorbijten en veranderingen afdwingen, en dat zouden we ook niet moeten doen. En die ‘we’ omvat in dit geval iedereen, van consumenten en lokale energietoezichthouders tot leidinggevenden van nutsbedrijven en banken die hun investeringsbeslissingen plannen.
Koolstofafvang en -opslag (CCS) is een uitkomst, en groene waterstof heeft het potentieel om dat ook te zijn. Maar als we naar het volgende decennium en daarna kijken, zullen we ook veel andere geavanceerde klimaattechnologische oplossingen inzetten, van betere accu’s tot slimmere netwerken. Gezien de urgentie van de klimaatcrisis en alle nieuwe technologieën die op ons afkomen, heeft het weinig zin om te wachten tot de nieuwe regels van de EPA over jaren veranderingen afdwingen.
De economische aspecten van de energieopwekking veranderen snel. In 2019 publiceerde de denktank Energy Innovation zijn eerste ‘coal cost crossover’-rapport, waaruit bleek dat het in tweeënzestig procent van de gevallen duurder was om de kolencentrales in de VS te laten draaien dan om ze te vervangen door lokale zonne- of windenergie. In 2021 was dat cijfer gestegen tot tweeënzeventig procent en eerder dit jaar tot negenennegentig procent. Met uitzondering van één kolencentrale in Wyoming zou het goedkoper zijn om elektriciteit te produceren met zonne- of windenergie, plus accu-opslag, dan om de bestaande kolencentrales draaiende te houden.
Hoewel het cijfer voor 2023 rekening houdt met de uitgebreide belastingvoordelen voor zonne- en windenergie op grond van de Inflation Reduction Act, omvat het niet de extra prikkels zoals die van het IRA-leningsprogramma, dat nutsbedrijven kunnen gebruiken om duurzame energie te helpen financieren. Meer nog, het kwam vóór de nieuwe voorstellen van de EPA, waardoor de vraag rijst welke effecten deze regels zouden kunnen hebben.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Voor het grootste deel zijn de door de EPA voorgestelde wijzigingen standaard-regelgeving, hetgeen de noodzaak weerspiegelt om door de beugel te kunnen in de ogen van een Hooggerechtshof dat de bevoegdheden van federale toezichthouders wil inperken. In plaats van flexibiliteit toe te staan bij het behalen van de CO2-reductiedoelstellingen, kiest de EPA voor een directere aanpak, waarbij bestaande kolencentrales in wezen verplicht worden om de vrijgekomen koolstof op te vangen en op te slaan. Maar vooral in combinatie met genereuze IRA-subsidies voor CCS-technologie kunnen Amerikaanse beleidsmakers onbedoeld een reddingslijn uitwerpen voor kolencentrales die anders economisch niet levensvatbaar zouden zijn.
Op zichzelf beschouwd zijn de EPA-voorstellen duidelijk goed voor het milieu en de volksgezondheid, omdat ze de vervuiling door fijn stof en ozon aanzienlijk zouden terugdringen. Maar beoordelingen van de CCS-technologie hebben de neiging snel troebel te worden. Laten we niet vergeten dat Donald Trump en zijn adviseurs grote fans waren van de technologie, die zij zagen als een manier ‘om steenkool te steunen en toch het klimaat te helpen.’
Aangezien het combineren van CCS met steenkool altijd duurder zal zijn dan het zonder meer verbranden van steenkool, zou het verplicht stellen van CCS steenkool in theorie inderdaad nog minder concurrerend moeten maken dan het al is. Maar deze CCS-verplichtingen werken niet in een vacuüm.
In de praktijk worden exploitatievergunningen voor kolencentrales niet afgegeven door dezelfde mensen die de federale regels schrijven. Deze beslissingen worden op staats- en lokaal niveau genomen, voornamelijk door openbare nutscommissies op staatsniveau die veel concurrerende prioriteiten hebben. Zelfs als ze zich inzetten voor een koolstofarme economie, blijft het een belangrijk doel om het licht te laten branden. Dat doel is op zijn beurt al te vaak geïnterpreteerd als het rendabel houden van de huidige opwekkingscapaciteit. Wanneer ze geconfronteerd worden met de nieuwe CCS-verplichtingen en bijhorende subsidies, zien ze misschien gewoon een kans om de winstgevendheid van steenkoolcentrales langer in stand te houden.
Hoe kunnen federale beleidsmakers dit probleem omzeilen? In het algemeen moet de focus liggen op het pushen van goedkopere zonne- en windenergie in het systeem, omdat dat de exploitanten van kolen- en gascentrales tot actie zal dwingen. We hebben ook betere, snellere plannings- en investeringsprocessen nodig, zodat netaansluitingsrechten kunnen worden overgedragen van kolencentrales aan hernieuwbare energiebronnen die in hun plaats worden gebouwd. Op dit moment geven de meeste staten van de VS consumenten geen keuze over hoe hun elektriciteit wordt opgewekt. Dat moet veranderen.
Zolang kolencentrales nog in bedrijf zijn, is het een goed idee om ze hun CO2-uitstoot te laten opvangen. Maar dat betekent niet dat het een goed idee is om ze te helpen te blijven draaien. Hoe sneller steenkool wordt vervangen door hernieuwbare energiebronnen, des te beter het is voor de planeet, de consumenten en zelfs de nutsbedrijven.
Vertaling: Menno Grootveld