hoyer9_Marcos del MazoLightRocket via Getty Images_climatechangeprotest Marcos del Mazo/LightRocket via Getty Images

We moeten het vertrouwen onder de burgers over de klimaatverandering herstellen

LUXEMBURG – De wereld moet de aanpak van de klimaatcrisis veranderen. De huidige aanpak is te traag en dreigt achter te blijven bij onze doelstellingen om de opwarming van de aarde te beperken en de gevolgen ervan te verzachten. De mensen nemen niet langer genoegen met politieke verklaringen en eisen actie.

Dit onbehagen onder de bevolking wordt bevestigd door de jaarlijkse klimaatenquête van de Europese Investeringsbank (EIB). Ongeveer 75 procent van de burgers van de Europese Unie, 69 procent van de Britten en 59 procent van de Amerikanen zeggen dat zij zich meer zorgen maken over de klimaatnoodtoestand dan hun regeringen. En ruwweg de helft van de ondervraagden zegt dat de moeilijkheid om de klimaatcrisis op te lossen in de eerste plaats te wijten is aan het gebrek aan daadkracht van de overheid.

[Grafiek 1]

Voor degenen onder ons die publieke organisaties aansturen, moeten deze bevindingen worden gezien als een ernstige waarschuwing. Als burgers er niet langer op vertrouwen dat hun regeringen iets aan de klimaatverandering zullen doen, zouden velen kunnen concluderen dat er geen hoop meer is en het opgeven. Overheden zouden dan voor een nog zwaardere taak komen te staan om publieke steun te verwerven voor het beleid en de programmaʼs die van vitaal belang zijn voor onze toekomst.

Dat mogen we niet laten gebeuren. De remedie voor een gebrek aan publiek vertrouwen is massaal te investeren in concrete klimaatprojecten en -innovaties, en wel onmiddellijk. Klimaatactie biedt enorme zakelijke kansen, en beleidsmakers moeten slim genoeg zijn om die te omarmen. De komende klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP26) in Glasgow zal een belangrijke test zijn voor de geloofwaardigheid van het engagement van regeringen om effectieve actie te ondernemen. De hele wereld zal toekijken.

De EU van haar kant neemt het voortouw met belangrijke toezeggingen, waaronder de belofte om haar broeikasgasemissies tegen 2030 met 55 procent te verminderen ten opzichte van het niveau van 1990. En als klimaatbank van de EU loopt de EIB voorop bij deze inspanning, met toezeggingen om tot 2030 1 biljoen euro aan investeringen in klimaatactie en milieuduurzaamheid te ondersteunen.

HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
PS_Sales_Holiday2024_1333x1000

HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week

At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.

Subscribe Now

We bevinden ons in het cruciale decennium voor de aanpak van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. In alle onderzochte landen beschouwt een grote meerderheid (93 procent in China, 81 procent in de EU, 74 procent in het Verenigd Koninkrijk en 59 procent in de Verenigde Staten) de klimaatverandering als de grootste uitdaging van deze eeuw. Toch is er een gebrek aan vertrouwen bij het publiek in onze kansen om de huidige doelstellingen te halen. In de EU denkt 58 procent van de burgers dat hun land er niet in zal slagen de koolstofuitstoot tegen 2050 drastisch te verminderen, tegenover 55 procent in het VK en 49 procent in de VS.

[Grafiek 2]

Betekent dit dat onze burgers berusten in een milieuramp? Nog niet. Een kleine meerderheid van de EU- en Britse burgers gelooft dat een radicale verandering van gewoonten de beste manier is om de klimaatverandering tegen te gaan. Maar er zal technologische innovatie nodig zijn om die aanpassingen mogelijk te maken, wat overeenstemt met de mening van de respondenten in de VS en China over de beste manier om vooruitgang te boeken.

Hoe dan ook: investeringen zijn belangrijker dan gedragsverandering. In 2020 hebben ongekende, door de pandemie veroorzaakte beperkingen van de mobiliteit en de economische activiteit geleid tot een daling van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met 5,8 procent. Dat lijkt misschien goed nieuws, maar het geeft wel aan hoe moeilijk het zal zijn om vanaf nu elk jaar een vergelijkbare daling te realiseren.

We hebben een technologische revolutie nodig, en als die er komt, moeten we bereid zijn die te financieren. Tientallen jaren van investeringen in hernieuwbare energie hebben hun vruchten afgeworpen. Wind- en zonne-energie zijn nu zeer concurrerend en wijdverspreid. Als elke automobilist in de EU morgen zou overstappen op een elektrische auto, zouden de bestaande windturbines volgens de mobiliteitsdeskundigen van de EIB 85 procent van de daarvoor benodigde elektriciteit kunnen leveren.

We moeten nu baanbrekende technologieën opschalen, zoals groene waterstof en geavanceerde oplossingen voor energieopslag. Met 75 procent meer octrooien in groene digitale technologieën dan de VS (en vier keer zoveel als China) is de EU een wereldleider op dit gebied. Zij heeft ook expertise te delen op gebieden als hernieuwbare energie, klimaatadaptatie, overstromingsbeheersing, geavanceerde weersvoorspellingsinstrumenten en veerkrachtige infrastructuur.

Bovendien is een derde van de 2 biljoen euro die in het herstelplan NextGenerationEU en in de volgende langetermijnbegroting van de EU is opgenomen, reeds toegewezen aan de Europese Green Deal. Maar om de uitdaging aan te gaan, hebben we een Global Green Deal nodig die het volledige innovatiepotentieel en de financiële vuurkracht van de particuliere sector kan mobiliseren. Door haar baanbrekende schone technologieën te exporteren, kan de EU de schakel vormen tussen degenen die klimaatactie organiseren, degenen die innovatie nastreven en degenen die de economische ontwikkeling beheren. Dit zijn de pijlers waarop een duurzame wereldeconomie zal rusten.

Zeker, er zijn potentiële schaduwzijden van de groene transitie, en om die aan te pakken moet onmiddellijk actie worden ondernomen. Degenen die het hardst worden getroffen door het afstappen van vervuilende industrieën zullen moeten worden gesteund door compenserende investeringen. Als we technologische doorbraken nastreven, mogen we de noodzaak van voortdurende massale investeringen in volgroeide klimaattechnologie, zoals windmolenparken, niet verwaarlozen. Evenzo zouden investeringen in verbeterde efficiëntie de broeikasgasemissies die afkomstig zijn van gebouwen – de grootste energieverbruikers – aanzienlijk kunnen terugdringen. En de integratie van energiesystemen (door middel van een interne energiemarkt) zou de EU een heel eind op weg helpen om haar doelstelling van koolstofneutraliteit te halen.

Voor beleidsmakers is het van het grootste belang dat belemmeringen voor investeringen, zoals onzekerheid over de regelgeving en gefragmenteerde markten, worden weggenomen, vooral nu COVID-19 extra obstakels heeft opgeworpen, zoals de hoge schuldenlast van de particuliere sector. Volgens het 2020/2021 Investment Report van de EIB is 45 procent van de EU-bedrijven van plan hun investeringsplannen terug te schroeven of uit te stellen als gevolg van de pandemie.

De boodschap van de klimaatenquête van dit jaar is duidelijk. Overheden moeten nu handelen als zij de goede wil van hun burgers willen behouden. Dit betekent onmiddellijke klimaatinvesteringen op grote schaal, met een grote nadruk op innovatie en de kansen die gepaard gaan met de opbouw van een nieuwe, gerevitaliseerde economie. Europa, met zijn vindingrijkheid en financiële slagkracht, moet in het middelpunt van deze wereldwijde transformatie staan.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/ulUzjg2nl