LOMÉ/BOGOTÁ – De verwoestende gevolgen van de opwarming van de aarde voltrekken zich recht voor onze ogen. Oncontroleerbare branden teisteren het Amazonegebied. De stijgende zeespiegel bedreigt eilanden in de Stille Oceaan. Droogtes en overstromingen in Afrika, evenals orkanen en tyfoons in het Caribisch gebied en Zuidoost-Azië, worden steeds frequenter en heftiger. Toch behoren de landen die het zwaarst worden getroffen door de klimaatcrisis – bijna allemaal in het Mondiale Zuiden – tot de landen met de laagste broeikasgasemissies ter wereld. Deze kwetsbare landen helpen om veerkracht op te bouwen, is geen keuze meer. Het is een dringende noodzaak.
De klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP29) in Bakoe, Azerbeidzjan, werd afgesloten met de goedkeuring van een nieuw, collectief gekwantificeerd doel. De ontwikkelde landen hebben toegezegd jaarlijks minstens driehonderd miljard dollar bij te dragen. Daarnaast hebben alle partijen zich ertoe verbonden om de publieke en private financiering voor de ontwikkelingslanden tegen 2035 op te schalen tot 1,3 biljoen dollar per jaar. Hoewel de overeenkomst van Bakoe begrijpelijkerwijs met scepsis is ontvangen, hebben we geen andere keuze dan onze inspanningen te verdubbelen om deze doelen te verwezenlijken.
Publieke ontwikkelingsbanken – met name de 27 leden van de International Development Finance Club (IDFC, waarvan wij medevoorzitter zijn), maar ook die binnen het bredere Finance in Common-netwerk – zullen een cruciale rol spelen bij het realiseren van deze doelen. De IDFC-leden komen uit zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden, waardoor zij gezamenlijk een evenwichtig perspectief kunnen bieden. Los van de vraag of de in Bakoe overeengekomen bedragen voldoende zijn, zien wij efficiëntie als een grote uitdaging bij de financiering van klimaatmaatregelen. Uiteindelijk is het de kwaliteit van de gefinancierde projecten – binnen de kaders van het Klimaatverdrag van Parijs – die bepalend zal zijn. Dáárdoor kunnen IDFC-leden en andere publieke ontwikkelingsbanken maximaal bijdragen aan een duurzame transitie.
Een nog grotere uitdaging – vooral in een steeds meer gefragmenteerde wereld – is hoe we de volledige kracht van het mondiale financiële systeem kunnen inzetten in de strijd tegen de klimaatverandering. Het is niet langer voldoende om enkel de groene investeringen te verhogen en daarbij rekening te houden met de behoeften van de lage- en middeninkomenslanden. Het échte doel moet zijn om alle financiële stromen om te buigen naar de groene transitie, binnen het kader van de Sharm el-Sheikh dialoog.
Om dit doel te bereiken, moeten drie grote obstakels worden overwonnen. In de eerste plaats moeten we ophouden met het financieren van projecten en sectoren die de opwarming van de aarde verergeren. Dit is een enorme opgave, aangezien de meerderheid van de geldstromen nog altijd niet in lijn is met de doelstellingen van het Verdrag van Parijs. In de tweede plaats moeten we tegemoetkomen aan de behoeften van de meest klimaatgevoelige landen. Juist daar blijven de aanpassings- en mitigatie-inspanningen chronisch ondergefinancierd. En tot slot – en misschien wel het belangrijkst – is een radicale herziening van de mondiale financiële architectuur noodzakelijk.
Deze systeemverandering vergt nauwe samenwerking tussen publieke en private actoren. Publieke ontwikkelingsbanken spelen hierin een sleutelrol. Dankzij hun unieke positie kunnen zij verandering aanjagen door het overheidsbeleid te beïnvloeden, lokale capaciteiten te versterken, sectorale transities te ondersteunen en de voorwaarden te creëren om privékapitaal te mobiliseren. Deze vorm van financiering is essentieel om de kloof te dichten tussen de in Bakoe aangekondigde toezeggingen en de enorme investeringen die nodig zijn voor de beperking van en de aanpassing aan de klimaatverandering in de ontwikkelingslanden.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Hoewel de IDFC-leden aanzienlijk hebben bijgedragen aan de wereldwijde energietransitie, schuilt hun grootste kracht wellicht in hun vermogen om nationale en regionale financiële systemen te transformeren. Hun impact reikt verder dan directe investeringen. Door ambitieuze nationale klimaatagenda’s te ondersteunen, bedrijven en gemeenschappen te helpen bij de uitvoering van hun transitieplannen, en de capaciteit van lokale financiële instellingen te versterken, kunnen zij een krachtig multipliereffect creëren. Dit effect zal uiteindelijk veel groter zijn dan welk bedrag aan directe uitgaven dan ook.
Om dit potentieel te benutten, moet aan diverse voorwaarden worden voldaan. In de eerste plaats moeten publieke ontwikkelingsbanken – of ze nu multilateraal, nationaal of subnationaal zijn – mandaten en bedrijfsmodellen hebben die aansluiten bij de klimaatdoelstellingen. In de tweede plaats moeten deze banken over voldoende middelen beschikken om te kunnen handelen. Dit betekent dat hun kapitaalbasis moet worden uitgebreid en dat er een eenvoudigere toegang tot concessionele financiering (leningen met gunstige voorwaarden) moet komen. Tot slot – en zeker niet het minst belangrijk – moeten we een wereldwijd kader ontwikkelen dat financiële stromen systematisch classificeert op basis van hun bijdrage aan de groene economische transitie. Met zo’n kader kunnen ontwikkelingsbanken effectief, systematisch en gecoördineerd samenwerken om een duurzame toekomst te realiseren.
Zo’n aanpak zou verder gaan dan de traditionele categorieën van klimaatfinanciering. Natuurlijk blijft het belangrijk om de directe effecten van de klimaatfinanciering te monitoren en ervoor te zorgen dat deze in lijn zijn met het Verdrag van Parijs. Maar daarnaast moeten we ook nieuwe instrumenten ontwikkelen om een ander type financiering te herkennen en te stimuleren: ‘transformationele financiering.’ Dit zijn interventies die, dankzij hun systemische karakter of katalytische effecten, grote financiële stromen ombuigen richting klimaatactie. Voorbeelden van zulke interventies zijn het wegnemen van marktbelemmeringen die groene investeringen in de weg staan, het opbouwen van grote portefeuilles van financierbare projecten om investeringen te versnellen, en andere structurele maatregelen die diepgaande en blijvende veranderingen in het financiële ecosysteem teweegbrengen.
Om de klimaatnoodsituatie effectief aan te pakken, moet het volledige financiële systeem in beweging komen. Publieke ontwikkelingsbanken spelen hierin een leidende rol, maar zij kunnen niet alleen verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van alomvattende kaders en het vaststellen van ambitieuze doelstellingen. De oplossingen bestaan al. Nu is het tijd om ze te implementeren – voordat het te laat is.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
US Vice President J.D. Vance's speech at this year's Munich Security Conference made it clear that the long postwar era of Atlanticism is over, and that Europeans now must take their sovereignty into their own hands. With ample resources to do so, all that is required is the collective political will.
explains what the European Union must do now that America has walked away from the transatlantic relationship.
Donald Trump has upended seven decades of US foreign policy in a matter of weeks, leaving global leaders aghast and bewildered. But while his actions may seem unparalleled, there is a precedent for his political blitzkrieg: Mao Zedong, who had an even more impressive penchant for chaos and disruption.
sees obvious and troubling parallels between the US president and Mao Zedong.
LOMÉ/BOGOTÁ – De verwoestende gevolgen van de opwarming van de aarde voltrekken zich recht voor onze ogen. Oncontroleerbare branden teisteren het Amazonegebied. De stijgende zeespiegel bedreigt eilanden in de Stille Oceaan. Droogtes en overstromingen in Afrika, evenals orkanen en tyfoons in het Caribisch gebied en Zuidoost-Azië, worden steeds frequenter en heftiger. Toch behoren de landen die het zwaarst worden getroffen door de klimaatcrisis – bijna allemaal in het Mondiale Zuiden – tot de landen met de laagste broeikasgasemissies ter wereld. Deze kwetsbare landen helpen om veerkracht op te bouwen, is geen keuze meer. Het is een dringende noodzaak.
De klimaatconferentie van de Verenigde Naties (COP29) in Bakoe, Azerbeidzjan, werd afgesloten met de goedkeuring van een nieuw, collectief gekwantificeerd doel. De ontwikkelde landen hebben toegezegd jaarlijks minstens driehonderd miljard dollar bij te dragen. Daarnaast hebben alle partijen zich ertoe verbonden om de publieke en private financiering voor de ontwikkelingslanden tegen 2035 op te schalen tot 1,3 biljoen dollar per jaar. Hoewel de overeenkomst van Bakoe begrijpelijkerwijs met scepsis is ontvangen, hebben we geen andere keuze dan onze inspanningen te verdubbelen om deze doelen te verwezenlijken.
Publieke ontwikkelingsbanken – met name de 27 leden van de International Development Finance Club (IDFC, waarvan wij medevoorzitter zijn), maar ook die binnen het bredere Finance in Common-netwerk – zullen een cruciale rol spelen bij het realiseren van deze doelen. De IDFC-leden komen uit zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden, waardoor zij gezamenlijk een evenwichtig perspectief kunnen bieden. Los van de vraag of de in Bakoe overeengekomen bedragen voldoende zijn, zien wij efficiëntie als een grote uitdaging bij de financiering van klimaatmaatregelen. Uiteindelijk is het de kwaliteit van de gefinancierde projecten – binnen de kaders van het Klimaatverdrag van Parijs – die bepalend zal zijn. Dáárdoor kunnen IDFC-leden en andere publieke ontwikkelingsbanken maximaal bijdragen aan een duurzame transitie.
Een nog grotere uitdaging – vooral in een steeds meer gefragmenteerde wereld – is hoe we de volledige kracht van het mondiale financiële systeem kunnen inzetten in de strijd tegen de klimaatverandering. Het is niet langer voldoende om enkel de groene investeringen te verhogen en daarbij rekening te houden met de behoeften van de lage- en middeninkomenslanden. Het échte doel moet zijn om alle financiële stromen om te buigen naar de groene transitie, binnen het kader van de Sharm el-Sheikh dialoog.
Om dit doel te bereiken, moeten drie grote obstakels worden overwonnen. In de eerste plaats moeten we ophouden met het financieren van projecten en sectoren die de opwarming van de aarde verergeren. Dit is een enorme opgave, aangezien de meerderheid van de geldstromen nog altijd niet in lijn is met de doelstellingen van het Verdrag van Parijs. In de tweede plaats moeten we tegemoetkomen aan de behoeften van de meest klimaatgevoelige landen. Juist daar blijven de aanpassings- en mitigatie-inspanningen chronisch ondergefinancierd. En tot slot – en misschien wel het belangrijkst – is een radicale herziening van de mondiale financiële architectuur noodzakelijk.
Deze systeemverandering vergt nauwe samenwerking tussen publieke en private actoren. Publieke ontwikkelingsbanken spelen hierin een sleutelrol. Dankzij hun unieke positie kunnen zij verandering aanjagen door het overheidsbeleid te beïnvloeden, lokale capaciteiten te versterken, sectorale transities te ondersteunen en de voorwaarden te creëren om privékapitaal te mobiliseren. Deze vorm van financiering is essentieel om de kloof te dichten tussen de in Bakoe aangekondigde toezeggingen en de enorme investeringen die nodig zijn voor de beperking van en de aanpassing aan de klimaatverandering in de ontwikkelingslanden.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
Hoewel de IDFC-leden aanzienlijk hebben bijgedragen aan de wereldwijde energietransitie, schuilt hun grootste kracht wellicht in hun vermogen om nationale en regionale financiële systemen te transformeren. Hun impact reikt verder dan directe investeringen. Door ambitieuze nationale klimaatagenda’s te ondersteunen, bedrijven en gemeenschappen te helpen bij de uitvoering van hun transitieplannen, en de capaciteit van lokale financiële instellingen te versterken, kunnen zij een krachtig multipliereffect creëren. Dit effect zal uiteindelijk veel groter zijn dan welk bedrag aan directe uitgaven dan ook.
Om dit potentieel te benutten, moet aan diverse voorwaarden worden voldaan. In de eerste plaats moeten publieke ontwikkelingsbanken – of ze nu multilateraal, nationaal of subnationaal zijn – mandaten en bedrijfsmodellen hebben die aansluiten bij de klimaatdoelstellingen. In de tweede plaats moeten deze banken over voldoende middelen beschikken om te kunnen handelen. Dit betekent dat hun kapitaalbasis moet worden uitgebreid en dat er een eenvoudigere toegang tot concessionele financiering (leningen met gunstige voorwaarden) moet komen. Tot slot – en zeker niet het minst belangrijk – moeten we een wereldwijd kader ontwikkelen dat financiële stromen systematisch classificeert op basis van hun bijdrage aan de groene economische transitie. Met zo’n kader kunnen ontwikkelingsbanken effectief, systematisch en gecoördineerd samenwerken om een duurzame toekomst te realiseren.
Zo’n aanpak zou verder gaan dan de traditionele categorieën van klimaatfinanciering. Natuurlijk blijft het belangrijk om de directe effecten van de klimaatfinanciering te monitoren en ervoor te zorgen dat deze in lijn zijn met het Verdrag van Parijs. Maar daarnaast moeten we ook nieuwe instrumenten ontwikkelen om een ander type financiering te herkennen en te stimuleren: ‘transformationele financiering.’ Dit zijn interventies die, dankzij hun systemische karakter of katalytische effecten, grote financiële stromen ombuigen richting klimaatactie. Voorbeelden van zulke interventies zijn het wegnemen van marktbelemmeringen die groene investeringen in de weg staan, het opbouwen van grote portefeuilles van financierbare projecten om investeringen te versnellen, en andere structurele maatregelen die diepgaande en blijvende veranderingen in het financiële ecosysteem teweegbrengen.
Om de klimaatnoodsituatie effectief aan te pakken, moet het volledige financiële systeem in beweging komen. Publieke ontwikkelingsbanken spelen hierin een leidende rol, maar zij kunnen niet alleen verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van alomvattende kaders en het vaststellen van ambitieuze doelstellingen. De oplossingen bestaan al. Nu is het tijd om ze te implementeren – voordat het te laat is.
Vertaling: Menno Grootveld