terzi6_green transition degrowth Getty Images

Inclusieve financiering is de sleutel tot klimaatactie

WASHINGTON, DC – Bovenaan de lijst van maatregelen die moeten worden overeengekomen tijdens de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering (COP29) in Bakoe, Azerbeidzjan, staat de Nieuwe Collectieve Gekwantificeerde Doelstelling (NCQG) inzake klimaatfinanciering, die de klimaatmaatregelen in de ontwikkelingslanden na 2025 zal ondersteunen. Het belangrijkste aandachtspunt is het vaststellen van de bijdragedoelstellingen voor de ontwikkelde landen. Maar een andere cruciale vraag is over het hoofd gezien: wie krijgt toegang tot deze fondsen?

Nog lang niet genoeg klimaatfinanciering heeft de gemeenschappen met lage inkomens in de meest kwetsbare landen ter wereld bereikt. Dit zijn de plaatsen die onevenredig zwaar worden getroffen door de opwarming van de aarde, ondanks het feit dat ze het minst bijdragen aan het veroorzaken van het probleem. Naar schatting 75 procent van de 4,8 biljoen dollar die de afgelopen tien jaar in klimaatmaatregelen is gestoken, is geïnvesteerd in hogeinkomenslanden. Tussen 2003 en 2016 ging minder dan 10 procent van de internationale, regionale en nationale klimaatfondsen naar lokale actoren.

Dit moet veranderen. Veel van de 3,3 miljard mensen die in regio’s wonen die zeer kwetsbaar zijn voor de klimaatverandering, hebben niet de middelen die ze nodig hebben om zichzelf, hun gezinnen of hun levensonderhoud te beschermen. En het verstrekken van klimaatfinanciering aan huishoudens en bedrijven met een laag inkomen heeft bekende voordelen: ze kunnen sneller herstellen van klimaatschokken, hun inkomensgenererende activiteiten diversifiëren en investeren in de groene technologieën die nodig zijn om veerkracht op te bouwen en de energietransitie te bevorderen. Hoewel het bereiken van overeenstemming over een nieuwe doelstelling voor de klimaatfinanciering een cruciale eerste stap is op weg naar het veiligstellen van financiering, moet de vraag hoe er meer geld naar lokale gemeenschappen kan worden gesluisd een centraal onderdeel zijn van het gesprek tijdens COP29 en op weg naar COP30 in Belém, Brazilië.

Een mogelijke oplossing is het ontwikkelen van meer inclusieve financiële diensten. De afgelopen decennia heeft zich een ecosysteem van beleggers, toezichthoudende instanties en financiële instellingen ontwikkeld dat grootschalige financiering op kleine schaal kan verstrekken aan huishoudens met een laag inkomen, terwijl de risico’s worden beheerst. Net zo belangrijk is dat deze instellingen miljarden langetermijnklanten hebben in klimaatgevoelige landen en gemeenschappen. Ze hebben relaties opgebouwd met deze mensen, en begrijpen hun behoeften en hoe ze hen het beste van dienst kunnen zijn. Vanuit die basis is het mogelijk om producten te creëren die de klimaatadaptatie en veerkracht effectief bevorderen.

Er zijn al veel innovatieve programma’s geïmplementeerd. Een goedkope verzekering tegen hittegolven beschermt honderdduizenden arme vrouwen in India tegen stijgende temperaturen. Voorwaardelijke kredietlijnen helpen boeren in Bangladesh om met overstromingsrisico’s om te gaan. En dankzij een mobiel afbetalingsproduct kunnen kleine boeren in Mali, Senegal en Tanzania in termijnen betalen voor klimaatslimme inputs en trainingsprogramma’s voor duurzame landbouw.

Naast het ondersteunen van de klimaatadaptatie en veerkracht, kunnen inclusieve financiële producten en diensten helpen bij het bevorderen van investeringen in mitigatie, en bijdragen aan een rechtvaardige groene transitie. In Bangladesh heeft ATEC, de fabrikant van elektrische fornuizen, bijvoorbeeld een cook-to-earn-model geïmplementeerd, waarbij klanten een deel van de inkomsten van ATEC uit de verkoop van koolstofkredieten krijgen, gebaseerd op de gebruiksgegevens van klanten. Door mensen te stimuleren deze groene technologie te gebruiken en te blijven gebruiken, creëren ze een opwaartse spiraal.

Een brede toepassing van dergelijke ontluikende initiatieven kan de klimaatactie aan de basis versnellen. Door ervoor te zorgen dat mensen met een laag inkomen en anderszins achtergestelde mensen toegang hebben tot de financiering die door de ontwikkelde landen wordt verstrekt, zou de veerkracht tegen extreme weersomstandigheden worden bevorderd en zou de strijd tegen de opwarming van de aarde worden omgebogen. Inclusieve financiering zou ook kunnen helpen om de wereldwijde kloof op het gebied van de klimaatfinanciering te dichten, omdat de sector een bewezen staat van dienst heeft in het mobiliseren van privékapitaal voor ontwikkelingsprojecten. Wat dertig jaar geleden een door NGO’s gestuurde en op subsidies gerichte sector was, is nu een enorme commerciële industrie.

Om de wereldwijde klimaatdoelstellingen te halen, kunnen we niet langer de mensen negeren die het meest worden blootgesteld aan de verschrikkelijke gevolgen van de stijgende temperaturen. De NCQG is belangrijk en noodzakelijk, maar is slechts het beginpunt. Als de ontwikkelde landen nieuwe klimaatfinancieringsdoelen stellen op COP29, moeten ze ook een meer gezamenlijke inspanning leveren om ervoor te zorgen dat deze financiering terechtkomt bij degenen die het het hardst nodig hebben. Inclusieve financiering is een voor de hand liggend deel van de oplossing waarmee veel meer kan worden bereikt dan nu het geval is.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/b9hgQmnnl