MILAAN – Maatregelen om de uitstoot van koolstofdioxide terug te dringen en de klimaatverandering tegen te gaan zijn lang beschouwd als fundamenteel in strijd met de economische groei. De kwetsbaarheid van het wereldwijde economische herstel wordt vaak aangevoerd ter rechtvaardiging van het uitstellen van dergelijke maatregelen. Maar in een recent rapport, “The New Climate Economy: Better Growth, Better Climate” (“De Nieuwe Klimaat-economie: Betere groei, beter klimaat”) van de Mondiale Commissie voor de Economie en het Klimaat, wordt deze redenering van de hand gewezen. Het rapport komt tot de slotsom dat pogingen om de klimaatverandering te bestrijden de economische groei kunnen bevorderen in plaats van belemmeren, en dat ook nog eens betrekkelijk snel.
Iedereen die de economische prestaties sinds het begin van de financiële crisis in 2008 heeft bestudeerd, begrijpt dat balansschade – zoals buitensporige schulden en niet gedekte verplichtingen die geen schulden zijn – vertraging, plotselinge stopzetting of zelfs het teruglopen van de groei kan veroorzaken. En degenen die bekend zijn met de groei in de ontwikkelingslanden weten dat onderinvesteringen in menselijk kapitaal, infrastructuur en de kennis- en technologiebasis van de economie uiteindelijk leiden tot balansen die een aanhoudende groei niet kunnen ondersteunen.
De gevolgen van de klimaatverandering zijn niet heel anders dan deze onhoudbare of gebrekkige groeipatronen. Ook zij creëren in wezen een balansprobleem met betrekking tot de voorraad CO2 in de atmosfeer.
Als de huidige trend doorzet is de wereld nog slechts drie tot vier decennia (of minder) verwijderd van het moment waarop de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer een niveau bereikt dat klimaatpatronen ontwricht, met catastrofale gevolgen voor het milieu, en voor economische en sociale systemen. Toestaan dat het “natuurlijke kapitaal” – de hulpbronnen en ecosystemen die ten grondslag liggen aan deze systemen – uitgeput raakt is in feite een nieuwe vorm van destructieve onderinvestering.
De enorme hoeveelheid wetenschappelijk bewijsmateriaal dat de huidige klimaatprojecties ondersteunt, maakt het onwaarschijnlijk dat de wereld aanpassingen geheel en al achterwege zal laten. Maar het zal niet makkelijk zijn de ingewikkelde coördinatie- en distributieproblemen op te lossen die zulke aanpassingen teweegbrengen, en politici – ervan overtuigd dat we ons geen agressieve terugdringingsstrategie kunnen veroorloven in een tijd dat we met zoveel andere urgente problemen kampen – kunnen ertoe worden verleid handelend optreden op te schorten.
“De Nieuwe Klimaat-economie” betoogt dat dit een heel slecht idee zou zijn. Op grond van een grondige analyse van recente onderzoeken, ervaringen en innovaties komt het rapport tot de ondubbelzinnige conclusie dat het veel minder kostbaar zal zijn om nu tot actie over te gaan dan om te wachten. In feite kost dit zelfs nauwelijks geld.
Het groeiscenario met weinig verbranding van koolwaterstoffen ziet er helemaal niet zó veel anders uit dan het scenario waarbij veel broeikasgassen in de atmosfeer komen – totdat het laatstgenoemde in volle vaart richting de afgrond van de catastrofe gaat. Anders gezegd, de nettokosten van het terugdringen van de CO2-uitstoot – in termen van groei, inkomsten en andere maatstaven voor de economische en sociale prestaties – zijn op de korte en middellange termijn niet heel erg hoog. Tegen de achtergrond van wat wij nu weten over de gevolgen van het scenario met veel uitstoot van broeikasgassen voor de natuurlijke omgeving, en in het verlengde daarvan voor de gezondheid en de levenskwaliteit, zouden deze kosten zelfs negatief kunnen zijn.
Maar er is wel een belangrijk voorbehoud: er moet dringend iets gebeuren. De economische kosten van acties ter verlichting van de gevolgen van de klimaatverandering stijgen enorm als die actie wordt uitgesteld. Als dat uitstel vijftien jaar of langer duurt, zal het onmogelijk zijn de terugdringingsdoelstellingen te bereiken, tegen welke kosten dan ook.
Hoe kunnen we ons in een andere richting begeven? Het rapport wijst op de voordelen van het bouwen van de energie-efficiënte gebouwen en infrastructuur die nodig zijn om de mondiale economie met lage CO2-emissies van 2050 te schragen, waarbij strategieën die tot een lage uitstoot leiden in de gemeentelijke planningsprocessen worden meegenomen en gebruik wordt gemaakt van het efficiëntie-bevorderende potentieel van internet. Voeg daar de dalende kosten van alternatieve energiebronnen aan toe, evenals de meedogenloze technologische vooruitgang, en de mondiale doelstellingen om de broeikasgassen terug te dringen lijken niet zo veraf en kostbaar meer.
Na de technologieën, beleidsopties en analyses in het rapport te hebben bestudeerd, zou je tot de conclusie kunnen komen dat groeiscenario's met weinig verbranding van koolwaterstoffen op de korte termijn, door de hogere investeringen en de lagere consumptie, een platter aanzien hebben dan tegenovergestelde scenario's. Niettemin is het lastig ze inferieur te noemen, gezien de voordelen op middellange tot lange termijn.
Het rapport werpt ook licht op een andere belangrijke vraag in het klimaatdebat: Is mondiale samenwerking cruciaal voor het terugdringen van de klimaatverandering? Leidt solistisch optreden van landen tot duidelijk inferieure groeitrajecten – doordat bijvoorbeeld de concurrentiekracht wordt geschaad? Als het antwoord 'ja' luidt, lijkt internationale beleidscoördinatie een noodzakelijke voorwaarde voor vooruitgang.
Dit blijkt niet het geval. Een substantieel deel van een nationale beleidsagenda waarin de omslag van een individueel land naar een groeitraject met lage CO2-uitstoot wordt ondersteund (door bijvoorbeeld de energie-efficiëntie te bevorderen) zal geen economische inzinking veroorzaken; een dergelijke inspanning zou zelfs tot hogere groeipercentages kunnen leiden dan vasthouden aan het oude groeitraject zou hebben opgeleverd. Op het eerste gezicht lijken CO2-arme trajecten de dominante strategieën, die een volledig andere en veel gunstiger kijk bieden op de stimulerende structuren die hier aan het werk zijn.
Dit betekent dat – ook al zal internationale coördinatie een belangrijke factor zijn voor het succes op langere termijn van de actie om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan – de complicaties die daaruit voortvloeien de vooruitgang niet in de weg hoeven te staan. Gezien de moeilijkheid van het ontwikkelen en ten uitvoer leggen van een mondiale strategie is dat goed nieuws.
Wetenschappelijk bewijsmateriaal heeft de legitieme twijfels weggenomen over de omvang van de risico's die de klimaatverandering met zich meebrengt. Nu heeft de analyse van de Mondiale Commissie de economische argumenten voor nietsdoen grotendeels weerlegd. Voeg dat toe aan de toenemende zorgen onder het publiek over de klimaatverandering en de voorwaarden voor doorslaggevende actie kunnen zijn vervuld.
Vertaling: Menno Grootveld
MILAAN – Maatregelen om de uitstoot van koolstofdioxide terug te dringen en de klimaatverandering tegen te gaan zijn lang beschouwd als fundamenteel in strijd met de economische groei. De kwetsbaarheid van het wereldwijde economische herstel wordt vaak aangevoerd ter rechtvaardiging van het uitstellen van dergelijke maatregelen. Maar in een recent rapport, “The New Climate Economy: Better Growth, Better Climate” (“De Nieuwe Klimaat-economie: Betere groei, beter klimaat”) van de Mondiale Commissie voor de Economie en het Klimaat, wordt deze redenering van de hand gewezen. Het rapport komt tot de slotsom dat pogingen om de klimaatverandering te bestrijden de economische groei kunnen bevorderen in plaats van belemmeren, en dat ook nog eens betrekkelijk snel.
Iedereen die de economische prestaties sinds het begin van de financiële crisis in 2008 heeft bestudeerd, begrijpt dat balansschade – zoals buitensporige schulden en niet gedekte verplichtingen die geen schulden zijn – vertraging, plotselinge stopzetting of zelfs het teruglopen van de groei kan veroorzaken. En degenen die bekend zijn met de groei in de ontwikkelingslanden weten dat onderinvesteringen in menselijk kapitaal, infrastructuur en de kennis- en technologiebasis van de economie uiteindelijk leiden tot balansen die een aanhoudende groei niet kunnen ondersteunen.
De gevolgen van de klimaatverandering zijn niet heel anders dan deze onhoudbare of gebrekkige groeipatronen. Ook zij creëren in wezen een balansprobleem met betrekking tot de voorraad CO2 in de atmosfeer.
Als de huidige trend doorzet is de wereld nog slechts drie tot vier decennia (of minder) verwijderd van het moment waarop de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer een niveau bereikt dat klimaatpatronen ontwricht, met catastrofale gevolgen voor het milieu, en voor economische en sociale systemen. Toestaan dat het “natuurlijke kapitaal” – de hulpbronnen en ecosystemen die ten grondslag liggen aan deze systemen – uitgeput raakt is in feite een nieuwe vorm van destructieve onderinvestering.
De enorme hoeveelheid wetenschappelijk bewijsmateriaal dat de huidige klimaatprojecties ondersteunt, maakt het onwaarschijnlijk dat de wereld aanpassingen geheel en al achterwege zal laten. Maar het zal niet makkelijk zijn de ingewikkelde coördinatie- en distributieproblemen op te lossen die zulke aanpassingen teweegbrengen, en politici – ervan overtuigd dat we ons geen agressieve terugdringingsstrategie kunnen veroorloven in een tijd dat we met zoveel andere urgente problemen kampen – kunnen ertoe worden verleid handelend optreden op te schorten.
“De Nieuwe Klimaat-economie” betoogt dat dit een heel slecht idee zou zijn. Op grond van een grondige analyse van recente onderzoeken, ervaringen en innovaties komt het rapport tot de ondubbelzinnige conclusie dat het veel minder kostbaar zal zijn om nu tot actie over te gaan dan om te wachten. In feite kost dit zelfs nauwelijks geld.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Het groeiscenario met weinig verbranding van koolwaterstoffen ziet er helemaal niet zó veel anders uit dan het scenario waarbij veel broeikasgassen in de atmosfeer komen – totdat het laatstgenoemde in volle vaart richting de afgrond van de catastrofe gaat. Anders gezegd, de nettokosten van het terugdringen van de CO2-uitstoot – in termen van groei, inkomsten en andere maatstaven voor de economische en sociale prestaties – zijn op de korte en middellange termijn niet heel erg hoog. Tegen de achtergrond van wat wij nu weten over de gevolgen van het scenario met veel uitstoot van broeikasgassen voor de natuurlijke omgeving, en in het verlengde daarvan voor de gezondheid en de levenskwaliteit, zouden deze kosten zelfs negatief kunnen zijn.
Maar er is wel een belangrijk voorbehoud: er moet dringend iets gebeuren. De economische kosten van acties ter verlichting van de gevolgen van de klimaatverandering stijgen enorm als die actie wordt uitgesteld. Als dat uitstel vijftien jaar of langer duurt, zal het onmogelijk zijn de terugdringingsdoelstellingen te bereiken, tegen welke kosten dan ook.
Hoe kunnen we ons in een andere richting begeven? Het rapport wijst op de voordelen van het bouwen van de energie-efficiënte gebouwen en infrastructuur die nodig zijn om de mondiale economie met lage CO2-emissies van 2050 te schragen, waarbij strategieën die tot een lage uitstoot leiden in de gemeentelijke planningsprocessen worden meegenomen en gebruik wordt gemaakt van het efficiëntie-bevorderende potentieel van internet. Voeg daar de dalende kosten van alternatieve energiebronnen aan toe, evenals de meedogenloze technologische vooruitgang, en de mondiale doelstellingen om de broeikasgassen terug te dringen lijken niet zo veraf en kostbaar meer.
Na de technologieën, beleidsopties en analyses in het rapport te hebben bestudeerd, zou je tot de conclusie kunnen komen dat groeiscenario's met weinig verbranding van koolwaterstoffen op de korte termijn, door de hogere investeringen en de lagere consumptie, een platter aanzien hebben dan tegenovergestelde scenario's. Niettemin is het lastig ze inferieur te noemen, gezien de voordelen op middellange tot lange termijn.
Het rapport werpt ook licht op een andere belangrijke vraag in het klimaatdebat: Is mondiale samenwerking cruciaal voor het terugdringen van de klimaatverandering? Leidt solistisch optreden van landen tot duidelijk inferieure groeitrajecten – doordat bijvoorbeeld de concurrentiekracht wordt geschaad? Als het antwoord 'ja' luidt, lijkt internationale beleidscoördinatie een noodzakelijke voorwaarde voor vooruitgang.
Dit blijkt niet het geval. Een substantieel deel van een nationale beleidsagenda waarin de omslag van een individueel land naar een groeitraject met lage CO2-uitstoot wordt ondersteund (door bijvoorbeeld de energie-efficiëntie te bevorderen) zal geen economische inzinking veroorzaken; een dergelijke inspanning zou zelfs tot hogere groeipercentages kunnen leiden dan vasthouden aan het oude groeitraject zou hebben opgeleverd. Op het eerste gezicht lijken CO2-arme trajecten de dominante strategieën, die een volledig andere en veel gunstiger kijk bieden op de stimulerende structuren die hier aan het werk zijn.
Dit betekent dat – ook al zal internationale coördinatie een belangrijke factor zijn voor het succes op langere termijn van de actie om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan – de complicaties die daaruit voortvloeien de vooruitgang niet in de weg hoeven te staan. Gezien de moeilijkheid van het ontwikkelen en ten uitvoer leggen van een mondiale strategie is dat goed nieuws.
Wetenschappelijk bewijsmateriaal heeft de legitieme twijfels weggenomen over de omvang van de risico's die de klimaatverandering met zich meebrengt. Nu heeft de analyse van de Mondiale Commissie de economische argumenten voor nietsdoen grotendeels weerlegd. Voeg dat toe aan de toenemende zorgen onder het publiek over de klimaatverandering en de voorwaarden voor doorslaggevende actie kunnen zijn vervuld.
Vertaling: Menno Grootveld