GENÈVE – Niemand kan overleven zonder voedsel. En toch zijn de voedselsystemen in de wereld hard aan hervorming toe. Om te zorgen voor universele toegang tot adequate voeding en voor ecologische duurzaamheid op de langere termijn, moeten we de manier veranderen waarop we voedsel produceren, verwerken, vervoeren en consumeren. Wereldvoedseldag moet ons ertoe aanzetten na te denken over hoe we dit kunnen bereiken en te erkennen dat handel een deel van de oplossing kan zijn.
De recente top van de Verenigde Naties over voedselsystemen heeft niet alleen de noodzaak van alomvattende hervormingen benadrukt, maar ook de sleutelrol die regeringen moeten spelen bij het verbeteren van de werking van voedselmarkten. Hiervoor is meer internationale samenwerking nodig. Zoals de COVID-19-pandemie ons heeft laten zien, is gezamenlijk optreden essentieel om alle mensen in staat te stellen een gezond en waardig leven te leiden.
Belemmeringen voor de handel in eerste levensbehoeften, zoals voedsel en geneesmiddelen, frustreren de inspanningen om voeding en gezondheid te verbeteren, en ondermijnen zo de basis van de toekomstige welvaart. Doeltreffende handel daarentegen kan honger en ondervoeding terugdringen, niet alleen door de levering van voedsel te garanderen, maar ook door fatsoenlijk werk te scheppen en de inkomens te verhogen.
De urgentie van het probleem is onmiskenbaar geworden. We weten al dat de klimaatverandering de temperatuur- en neerslagpatronen wijzigt, en leidt tot frequentere en extremere weersomstandigheden, die allemaal een ravage kunnen aanrichten in de voedselproductie. In een dergelijke instabiele en onvoorspelbare context zijn de mondiale voedselmarkten een reddingslijn voor landen of regioʼs die met plotselinge schokken worden geconfronteerd.
We raken nu al achterop. In 2015 heeft de wereld de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen goedgekeurd, waaronder SDG 2, die oproept tot het beëindigen van de honger in de wereld, het bereiken van voedselzekerheid en verbeterde voeding, en het bevorderen van duurzame landbouw tegen 2030. Zes jaar later zijn we nog lang niet ver genoeg op weg om deze doelstellingen te verwezenlijken. Integendeel, we lijken achteruit te gaan, onder invloed van tegenslagen als de pandemie, de economische neergang, gewelddadige conflicten en klimaatgerelateerde schokken. Honger en ondervoeding zijn in 2020 zelfs aanzienlijk toegenomen: volgens de VN was vorig jaar naar schatting ongeveer 9,9 procent van de wereldbevolking ondervoed, tegen 8,4 procent in 2019.
Om deze trend te keren en ervoor te zorgen dat voedselsystemen werken voor mensen en voor de planeet, moeten regeringen hun inspanningen verdubbelen om de wereldwijde handelsregels te actualiseren. Tegelijkertijd moeten zij afstappen van beleid dat de snel evoluerende wereldvoedselmarkt verstoort. Regeringen geven bijvoorbeeld ieder jaar 22 miljard dollar uit om economisch niet-levensvatbare vissersvloten op zee te houden – een beleid dat de uitputting van de visbestanden in de hand werkt. Steunprogrammaʼs voor landbouwbedrijven kunnen de voedsel- en landbouwmarkten op vergelijkbare wijze verstoren, terwijl subsidies voor fossiele brandstoffen de effecten nog versterken.
Regeringen moeten nieuwe manieren vinden om een einde te maken aan de onderinvestering in collectieve goederen op het gebied van voedsel en landbouw, met name in lage-inkomenslanden, en tegelijkertijd de wereldwijde toewijzing van schaarse middelen verbeteren. Daarbij moeten zij gebruik maken van het groeiende belang van digitale handel en diensten in de arme landen.
De uitdaging lijkt misschien ontmoedigend. Maar met een stapsgewijze aanpak is vooruitgang mogelijk. Volgende maand, tijdens de twaalfde ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève, krijgen de ministers van Handel de kans om precies zoʼn aanpak uit te werken en belangrijke stappen vooruit te zetten.
De ministers zullen bijvoorbeeld nagaan hoe een eind kan worden gemaakt aan schadelijke visserijsubsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit, en die sommige soorten met uitsterven bedreigen. De landen zouden ook kunnen overeenkomen om de aankoop van humanitaire voedselhulp door het Wereldvoedselprogramma van de VN vrij te stellen van uitvoerbeperkingen, waardoor voedsel toegankelijker wordt voor de armen in de wereld, en voor degenen die ontheemd zijn door interne conflicten of door de gevolgen van de klimaatverandering.
Voorts zullen de ministers de gelegenheid hebben om vaart te zetten achter de onderhandelingen over een reeks onderwerpen in verband met de handel in landbouwproducten, waaronder verlaging van handelsverstorende overheidssubsidies en betere toegang tot buitenlandse markten. Overeenstemming over concrete maatregelen en over de richting van toekomstige besprekingen zou hier tastbare vooruitgang betekenen op weg naar de voedseltoekomst die wij nodig hebben.
Wereldvoedseldag biedt een belangrijke kans om te overdenken hoe en waarom voedsel belangrijk is voor mensen. Maar we mogen niet vergeten dat de handel een vitale rol speelt bij het vormgeven van de productie, beschikbaarheid, prijs en kwaliteit van dat voedsel. Geen enkele poging om een rechtvaardiger en duurzamer voedselsysteem tot stand te brengen zal compleet zijn zonder gezamenlijke actie van de wereldleiders op handelsgebied.
Vertaling: Menno Grootveld
GENÈVE – Niemand kan overleven zonder voedsel. En toch zijn de voedselsystemen in de wereld hard aan hervorming toe. Om te zorgen voor universele toegang tot adequate voeding en voor ecologische duurzaamheid op de langere termijn, moeten we de manier veranderen waarop we voedsel produceren, verwerken, vervoeren en consumeren. Wereldvoedseldag moet ons ertoe aanzetten na te denken over hoe we dit kunnen bereiken en te erkennen dat handel een deel van de oplossing kan zijn.
De recente top van de Verenigde Naties over voedselsystemen heeft niet alleen de noodzaak van alomvattende hervormingen benadrukt, maar ook de sleutelrol die regeringen moeten spelen bij het verbeteren van de werking van voedselmarkten. Hiervoor is meer internationale samenwerking nodig. Zoals de COVID-19-pandemie ons heeft laten zien, is gezamenlijk optreden essentieel om alle mensen in staat te stellen een gezond en waardig leven te leiden.
Belemmeringen voor de handel in eerste levensbehoeften, zoals voedsel en geneesmiddelen, frustreren de inspanningen om voeding en gezondheid te verbeteren, en ondermijnen zo de basis van de toekomstige welvaart. Doeltreffende handel daarentegen kan honger en ondervoeding terugdringen, niet alleen door de levering van voedsel te garanderen, maar ook door fatsoenlijk werk te scheppen en de inkomens te verhogen.
De urgentie van het probleem is onmiskenbaar geworden. We weten al dat de klimaatverandering de temperatuur- en neerslagpatronen wijzigt, en leidt tot frequentere en extremere weersomstandigheden, die allemaal een ravage kunnen aanrichten in de voedselproductie. In een dergelijke instabiele en onvoorspelbare context zijn de mondiale voedselmarkten een reddingslijn voor landen of regioʼs die met plotselinge schokken worden geconfronteerd.
We raken nu al achterop. In 2015 heeft de wereld de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen goedgekeurd, waaronder SDG 2, die oproept tot het beëindigen van de honger in de wereld, het bereiken van voedselzekerheid en verbeterde voeding, en het bevorderen van duurzame landbouw tegen 2030. Zes jaar later zijn we nog lang niet ver genoeg op weg om deze doelstellingen te verwezenlijken. Integendeel, we lijken achteruit te gaan, onder invloed van tegenslagen als de pandemie, de economische neergang, gewelddadige conflicten en klimaatgerelateerde schokken. Honger en ondervoeding zijn in 2020 zelfs aanzienlijk toegenomen: volgens de VN was vorig jaar naar schatting ongeveer 9,9 procent van de wereldbevolking ondervoed, tegen 8,4 procent in 2019.
Om deze trend te keren en ervoor te zorgen dat voedselsystemen werken voor mensen en voor de planeet, moeten regeringen hun inspanningen verdubbelen om de wereldwijde handelsregels te actualiseren. Tegelijkertijd moeten zij afstappen van beleid dat de snel evoluerende wereldvoedselmarkt verstoort. Regeringen geven bijvoorbeeld ieder jaar 22 miljard dollar uit om economisch niet-levensvatbare vissersvloten op zee te houden – een beleid dat de uitputting van de visbestanden in de hand werkt. Steunprogrammaʼs voor landbouwbedrijven kunnen de voedsel- en landbouwmarkten op vergelijkbare wijze verstoren, terwijl subsidies voor fossiele brandstoffen de effecten nog versterken.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Regeringen moeten nieuwe manieren vinden om een einde te maken aan de onderinvestering in collectieve goederen op het gebied van voedsel en landbouw, met name in lage-inkomenslanden, en tegelijkertijd de wereldwijde toewijzing van schaarse middelen verbeteren. Daarbij moeten zij gebruik maken van het groeiende belang van digitale handel en diensten in de arme landen.
De uitdaging lijkt misschien ontmoedigend. Maar met een stapsgewijze aanpak is vooruitgang mogelijk. Volgende maand, tijdens de twaalfde ministeriële conferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in Genève, krijgen de ministers van Handel de kans om precies zoʼn aanpak uit te werken en belangrijke stappen vooruit te zetten.
De ministers zullen bijvoorbeeld nagaan hoe een eind kan worden gemaakt aan schadelijke visserijsubsidies die bijdragen aan overbevissing en overcapaciteit, en die sommige soorten met uitsterven bedreigen. De landen zouden ook kunnen overeenkomen om de aankoop van humanitaire voedselhulp door het Wereldvoedselprogramma van de VN vrij te stellen van uitvoerbeperkingen, waardoor voedsel toegankelijker wordt voor de armen in de wereld, en voor degenen die ontheemd zijn door interne conflicten of door de gevolgen van de klimaatverandering.
Voorts zullen de ministers de gelegenheid hebben om vaart te zetten achter de onderhandelingen over een reeks onderwerpen in verband met de handel in landbouwproducten, waaronder verlaging van handelsverstorende overheidssubsidies en betere toegang tot buitenlandse markten. Overeenstemming over concrete maatregelen en over de richting van toekomstige besprekingen zou hier tastbare vooruitgang betekenen op weg naar de voedseltoekomst die wij nodig hebben.
Wereldvoedseldag biedt een belangrijke kans om te overdenken hoe en waarom voedsel belangrijk is voor mensen. Maar we mogen niet vergeten dat de handel een vitale rol speelt bij het vormgeven van de productie, beschikbaarheid, prijs en kwaliteit van dat voedsel. Geen enkele poging om een rechtvaardiger en duurzamer voedselsysteem tot stand te brengen zal compleet zijn zonder gezamenlijke actie van de wereldleiders op handelsgebied.
Vertaling: Menno Grootveld