um1_LUCA SOLAAFP via Getty Images_africaelectricity Luca Sola/AFP via Getty Images

We moeten de wankelende energie-SDG redden

NEW YORK – Hoewel we snel het punt naderen waarop het nog maar vijf jaar is tot de deadline voor de Sustainable Development Goals (de SDG’s, Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen) van de VN, zijn we nog ver verwijderd van de verwezenlijking van SDG7, die oproept tot universele toegang tot schone, betaalbare energie. Erger nog, we zitten midden in een nieuw jaar dat de warmterecords zal verbrijzelen. Elke maand sinds juni 2023 – dertien maanden op rij – staat te boek als de warmste van de planeet tot op dat moment, en juni was de derde maand op rij dat de aarde de limiet van 1,5°C opwarming, zoals vastgelegd in het verdrag van Parijs, overschreed.

Extreme hitte brengt extreem weer met zich mee: langere droogtes, recordneerslag, intensere stormen en veranderingen qua seizoensgebondenheid. Niet-geëlektrificeerde gemeenschappen, die de minste schuld hebben aan de opwarming van onze planeet, hebben het meest te verliezen als gevolg van deze trends. Een recente analyse door het Internationaal Energieagentschap, het Internationaal Agentschap voor Hernieuwbare Energie, de afdeling Statistiek van de Verenigde Naties, de Wereldbank en de Wereldgezondheidsorganisatie komt tot een zorgwekkende conclusie: we schieten tekort in ons streven naar SDG7, en het ziet er niet naar uit dat de huidige inspanningen voldoende zijn om ons weer op het goede spoor te krijgen.

Sinds de eeuwwisseling is het percentage van de wereldbevolking met toegang tot elektriciteit gegroeid van iets meer dan 75 procent naar 91 procent. Maar het tempo van de vooruitgang is achtergebleven bij de bevolkingsgroei. Door ontwrichtingen van de energiemarkt als gevolg van de COVID-19-pandemie, de oorlog van Rusland in Oekraïne en de instabiliteit in het Midden-Oosten is het aantal mensen dat geen toegang heeft tot elektriciteit voor het eerst in ruim tien jaar gestegen, naar 685 miljoen mensen in 2022 – tien miljoen meer dan in 2021. Als dit zo doorgaat, zullen ruim 660 miljoen mensen in 2030 nog steeds geen elektriciteit hebben en zal ons streven naar SDG7 zijn mislukt.

Hoewel er aanzienlijke vooruitgang is geboekt bij het aansluiten van bevolkingsgroepen in Azië, Latijns-Amerika en andere delen van de wereld, blijft Afrika bezuiden de Sahara achter en is het de thuisbasis van tachtig procent van alle mensen zonder toegang tot energie wereldwijd. Met honderden miljoenen mensen die het risico lopen achter te blijven, is er dringend actie nodig om meer tegenslagen op weg naar SDG7 te voorkomen. Het huidige tempo van de invoering van hernieuwbare energie is nog steeds lager dan wat nodig is om de doelstellingen van het verdrag van Parijs vóór halverwege de eeuw te halen en om te voldoen aan de onmiddellijke ontwikkelingsbehoeften van mensen die in energiearmoede leven.

Er zijn nog steeds redenen voor hoop. Het zijn dezelfde redenen die mijn loopbaan bij de Aziatische Ontwikkelingsbank hebben geleid en die mij ertoe hebben bewogen om lid te worden van de Global Energy Alliance for People and Planet. Het verwezenlijken van SDG7 en het oplossen van het probleem van de klimaatverandering is alleen mogelijk als we samenwerken om deze race tegen de klok aan te gaan.

We zien de partners van de Alliance zich al mobiliseren. Dit voorjaar kondigden de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank een nieuw, uniek samenwerkingsverband aan om tegen 2030 driehonderd miljoen mensen in Afrika van elektriciteit te voorzien. Dit is precies het niveau van internationale samenwerking dat de opkomende economieën hard nodig hebben.

Om de kloof te dichten, moeten we het bestaande beleid versterken en meer investeringen losmaken, vooral voor programma’s die gericht zijn op afgelegen en lage-inkomensgebieden waar het grootste deel van de niet-geëlektrificeerde bevolking woont. Te veel aandacht en investeringen in de wereldwijde energietransitie gaan uit naar het vergroenen van het elektriciteitsnet en het terugdringen van het verbruik van fossiele brandstoffen in de rijke landen. Toch lijkt er minder begrip te zijn voor het feit dat het verbruik van meer energie essentieel is voor het verbeteren van de economische vooruitzichten van de 685 miljoen mensen die zonder elektriciteit leven en de honderden miljoenen anderen met onbetrouwbare of onbetaalbare toegang.

Het uitbannen van de energiearmoede – door te voorzien in het ‘moderne energieminimum’ van duizend kilowattuur per persoon per jaar – impliceert een enorme extra jaarlijkse vraag naar energie. Op dit moment bedraagt het energieverbruik per hoofd van de bevolking in Afrika bezuiden de Sahara, met uitzondering van Zuid-Afrika, slechts 180 kWh, terwijl de meeste inwoners van de rijke landen jaarlijks 6.000-13.000 kWh verbruiken. Als energie-arme landen niet de steun krijgen die nodig is om op grote schaal elektriciteit te leveren uit hernieuwbare energiebronnen, zou het grootste deel van de wereldwijde uitstoot tegen 2050 van hen afkomstig kunnen zijn.

In 2024 zal het aandeel van de wereldwijde investeringen in schone energie in de opkomende markten en ontwikkelingseconomieën buiten China naar verwachting opnieuw ongeveer 15% van het totaal bedragen. Dat is ver onder wat nodig is om de volledige toegang tot moderne energie te garanderen en op een duurzame manier aan de stijgende vraag naar energie te voldoen. Nu Nigeria en de opkomende economieën in heel Afrika een economische crisis doormaken, is internationale samenwerking om klimaatfinanciering vrij te maken voor de toegang tot energie nog nooit zo urgent geweest.

Energie creëert kansen. Als investeringen in elektriciteit gepaard gaan met investeringen in de middelen om die energie productief te gebruiken – waterpompen op zonne-energie, koelkasten, landbouwmachines, apparatuur voor micro-ondernemingen en essentiële diensten zoals scholen en ziekenhuizen – groeien de inkomens, stijgt de productiviteit, ontstaan nieuwe bedrijven, worden banen gecreëerd en bloeien mensen op. Om deze investeringen te realiseren is een ongekende mate van internationale samenwerking nodig. Geen enkele organisatie kan het alleen.

De wereld kan zich niet nog een jaar achteruitgang veroorloven op het gebied van SDG7, en de enige manier om een netto-nuluitstoot te bereiken is door middel van een energietransitie die niemand achterlaat. Dit is het moment voor doortastende actie. Wij zijn er klaar voor en ik hoop dat de rest van de wereld klaar is om zich bij ons aan te sluiten.

Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Introductory Offer: Save 30% on PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Woochong Um is CEO van de Global Energy Alliance for People and Planet.

https://prosyn.org/7GRCODznl