DHAKA/NEW YORK – De wereldwijde race om zo snel mogelijk een nuluitstoot van broeikasgassen te bereiken is ook een race om een nieuw soort overvloed te verwezenlijken: van volksgezondheid, vitale natuur, goede banen, meer gelijkheid en meer kansen. Om deze wereld van overvloed op te bouwen, moeten we tegelijkertijd onze strijd tegen de oorzaken van klimaatverandering versnellen en veerkracht opbouwen tegen de gevolgen ervan. En dat moeten we nu doen.
Als drie van de negen Mondiale Ambassadeurs voor de campagnes Race to Zero en Race to Resilience van de Verenigde Naties werken wij eraan om steden, regioʼs, bedrijven, beleggers en het publiek te mobiliseren voor grote inspanningen tussen nu en 2030. Het doel is de uitstoot van broeikasgassen te halveren, de natuur te regenereren, en ervoor te zorgen dat de vier miljard mensen die wereldwijd het grootste risico lopen de gevolgen van de klimaatverandering kunnen weerstaan en ondanks die gevolgen kunnen opbloeien.
Wij hebben allemaal verschillende achtergronden. Maar we zijn het erover eens dat de verwoestende gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de gezondheid en de economie onze verantwoordelijkheid onderstrepen – en een unieke kans creëren – om ons een welvarender toekomst voor zowel mens als planeet voor te stellen.
Overvloed in een emissieloze wereld betekent niet langer eindige hulpbronnen exploiteren en verspillen, maar veeleer de natuur waarderen die ons in stand houdt en beschermt. Het gaat over leven met een overvloed aan schone lucht en schoon water, biodiversiteit, banen, gezond voedsel, gelijkheid en rechtvaardigheid.
Daarom is het klimaatverdrag van Parijs van 2015 erop gericht de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 2° Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau en ernaar te streven de opwarming tot 1,5° Celsius te beperken. De wetenschap maakt duidelijk dat elke fractie van een graad opwarming leidt tot veel meer doden en economische schade in de hele wereld. De particuliere sector, lokale overheden, gemeenschappen en individuele personen hebben daarom krachtige motieven om de doelstellingen van Parijs te verwezenlijken, zelfs als dit betekent dat zij hun nationale regeringen een stap voor moeten zijn.
Deze inspanningen zullen de factoren aanpakken die bijdragen tot grote gezondheidsproblemen en vroegtijdige sterfgevallen – waaronder luchtvervuiling door fossiele brandstoffen, extreme hitte en ongezonde eetgewoonten – en tegelijkertijd de economische groei bevorderen en miljoenen banen creëren. Door bijvoorbeeld het voedselsysteem opnieuw te bekijken – van de manier waarop voedsel wordt geproduceerd, op de markt wordt gebracht en wordt verkocht, tot de manier waarop het wordt weggegooid – kunnen we de broeikasgasemissies terugdringen van een sector die momenteel goed is voor een derde van het wereldtotaal, en tegelijkertijd een bron van werkgelegenheid, gezondheid en koolstofputten creëren.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Eén aanpak, die door de VN-top over voedselsystemen wordt gesteund, is de Food and Land Net Zero Country Alliance, een vrijwillige coalitie van landen die zich ertoe verbinden tegen 2050 geen broeikasgasemissies meer te veroorzaken door het gebruik van voedsel en land. De alliantie streeft ernaar dit te bereiken op een manier die de productiviteit van kleine boeren verhoogt, en hen in staat stelt voedzamere en duurzamere producten te produceren.
De werkzaamheden om de emissies terug te dringen zijn al goed gevorderd. Hoewel het tempo moet worden opgevoerd, zijn de oplossingen grotendeels bekend. Minder bekend is de oproep in het verdrag van Parijs om nationale plannen op te stellen om het vermogen tot aanpassing aan de klimaatverandering te vergroten, de veerkracht te versterken en de kwetsbaarheid voor de klimaatverandering te verminderen. Maar de twee doelstellingen – de klimaatverandering matigen en zich voorbereiden op de gevolgen ervan – zijn van elkaar afhankelijk.
De uitrol van zonne-energie- en windmolenparken, elektrische vervoersnetwerken en andere schone infrastructuur is immers een cruciaal onderdeel van de overgang naar een uitstootvrije economie. Maar we moeten die infrastructuur zo bouwen dat ze bestand is tegen extreme hitte en koude, overstromingen, droogtes en bosbranden. We moeten die infrastructuur ook ontwikkelen in de landen die het kwetsbaarst zijn voor het klimaat, om te zorgen voor veerkrachtiger en winstgevender middelen van bestaan, zoals duurzame voedselsystemen.
Het opbouwen van veerkracht begint met lokale, op de gemeenschap afgestemde oplossingen, van vroegtijdige waarschuwingssystemen voor extreem weer tot het herstel van natuurlijk kapitaal zoals bossen, mangroves en oceaanecosystemen. Maar de lessen die uit deze lokaal geleide projecten kunnen worden getrokken, moeten over de hele wereld worden gedeeld.
Financiering zal van cruciaal belang zijn in deze race naar overvloed, en moet – zoals VN-secretaris-generaal António Guterres heeft bepleit – gelijkelijk worden verdeeld tussen mitigatie en aanpassing. Op die manier zullen baten worden vrijgemaakt, net zoals de financiering van schone energie dat doet. Volgens de Global Commission on Adaptation kan een investering van 1,8 biljoen dollar in projecten zoals vroegtijdige waarschuwingssystemen, bescherming van mangroves en waterbeheer dit decennium netto 7,1 biljoen dollar aan baten opleveren.
De COVID-19-pandemie heeft de gevaren van onvoorbereid zijn en de kwetsbaarheden van onze huidige economische en gezondheidsstelsels blootgelegd. Zij heeft aangetoond dat de volksgezondheid, de economie en de gezondheid van de planeet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn – en dat wij alle drie nu samen moeten herstellen. En dit jaar zijn er drie gelegenheden om die agenda vooruit te helpen.
In september zal de allereerste VN-top over voedselsystemen overheden en de particuliere sector ertoe aanzetten zich in te zetten voor duurzame oplossingen voor enkele van ʼs werelds grootste problemen: armoede, genderongelijkheid, honger en klimaatverandering.
Dat zal de weg bereiden voor de VN-conferentie over biodiversiteit (COP15) in oktober in Kunming, China, waar regeringen een raamwerk zullen creëren om het verlies aan biodiversiteit dit decennium om te buigen. Vervolgens kunnen zij op de VN-klimaattop COP26 in Glasgow in november deze nieuwe toezeggingen om voedselsystemen om te vormen en de natuur te regenereren, gebruiken om versterkte klimaatactieplannen te ontwikkelen die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het verdrag van Parijs.
De drie topontmoetingen bieden nationale regeringen de kans om gehoor te geven aan de roep van bedrijven, beleggers, steden, regioʼs en burgers om een gezondere, veerkrachtiger toekomst. We kunnen allemaal winnaars zijn in de race naar duurzame overvloed. Het startschot heeft geklonken.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
DHAKA/NEW YORK – De wereldwijde race om zo snel mogelijk een nuluitstoot van broeikasgassen te bereiken is ook een race om een nieuw soort overvloed te verwezenlijken: van volksgezondheid, vitale natuur, goede banen, meer gelijkheid en meer kansen. Om deze wereld van overvloed op te bouwen, moeten we tegelijkertijd onze strijd tegen de oorzaken van klimaatverandering versnellen en veerkracht opbouwen tegen de gevolgen ervan. En dat moeten we nu doen.
Als drie van de negen Mondiale Ambassadeurs voor de campagnes Race to Zero en Race to Resilience van de Verenigde Naties werken wij eraan om steden, regioʼs, bedrijven, beleggers en het publiek te mobiliseren voor grote inspanningen tussen nu en 2030. Het doel is de uitstoot van broeikasgassen te halveren, de natuur te regenereren, en ervoor te zorgen dat de vier miljard mensen die wereldwijd het grootste risico lopen de gevolgen van de klimaatverandering kunnen weerstaan en ondanks die gevolgen kunnen opbloeien.
Wij hebben allemaal verschillende achtergronden. Maar we zijn het erover eens dat de verwoestende gevolgen van de COVID-19-pandemie voor de gezondheid en de economie onze verantwoordelijkheid onderstrepen – en een unieke kans creëren – om ons een welvarender toekomst voor zowel mens als planeet voor te stellen.
Overvloed in een emissieloze wereld betekent niet langer eindige hulpbronnen exploiteren en verspillen, maar veeleer de natuur waarderen die ons in stand houdt en beschermt. Het gaat over leven met een overvloed aan schone lucht en schoon water, biodiversiteit, banen, gezond voedsel, gelijkheid en rechtvaardigheid.
Daarom is het klimaatverdrag van Parijs van 2015 erop gericht de opwarming van de aarde te beperken tot minder dan 2° Celsius ten opzichte van het pre-industriële niveau en ernaar te streven de opwarming tot 1,5° Celsius te beperken. De wetenschap maakt duidelijk dat elke fractie van een graad opwarming leidt tot veel meer doden en economische schade in de hele wereld. De particuliere sector, lokale overheden, gemeenschappen en individuele personen hebben daarom krachtige motieven om de doelstellingen van Parijs te verwezenlijken, zelfs als dit betekent dat zij hun nationale regeringen een stap voor moeten zijn.
Deze inspanningen zullen de factoren aanpakken die bijdragen tot grote gezondheidsproblemen en vroegtijdige sterfgevallen – waaronder luchtvervuiling door fossiele brandstoffen, extreme hitte en ongezonde eetgewoonten – en tegelijkertijd de economische groei bevorderen en miljoenen banen creëren. Door bijvoorbeeld het voedselsysteem opnieuw te bekijken – van de manier waarop voedsel wordt geproduceerd, op de markt wordt gebracht en wordt verkocht, tot de manier waarop het wordt weggegooid – kunnen we de broeikasgasemissies terugdringen van een sector die momenteel goed is voor een derde van het wereldtotaal, en tegelijkertijd een bron van werkgelegenheid, gezondheid en koolstofputten creëren.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Eén aanpak, die door de VN-top over voedselsystemen wordt gesteund, is de Food and Land Net Zero Country Alliance, een vrijwillige coalitie van landen die zich ertoe verbinden tegen 2050 geen broeikasgasemissies meer te veroorzaken door het gebruik van voedsel en land. De alliantie streeft ernaar dit te bereiken op een manier die de productiviteit van kleine boeren verhoogt, en hen in staat stelt voedzamere en duurzamere producten te produceren.
De werkzaamheden om de emissies terug te dringen zijn al goed gevorderd. Hoewel het tempo moet worden opgevoerd, zijn de oplossingen grotendeels bekend. Minder bekend is de oproep in het verdrag van Parijs om nationale plannen op te stellen om het vermogen tot aanpassing aan de klimaatverandering te vergroten, de veerkracht te versterken en de kwetsbaarheid voor de klimaatverandering te verminderen. Maar de twee doelstellingen – de klimaatverandering matigen en zich voorbereiden op de gevolgen ervan – zijn van elkaar afhankelijk.
De uitrol van zonne-energie- en windmolenparken, elektrische vervoersnetwerken en andere schone infrastructuur is immers een cruciaal onderdeel van de overgang naar een uitstootvrije economie. Maar we moeten die infrastructuur zo bouwen dat ze bestand is tegen extreme hitte en koude, overstromingen, droogtes en bosbranden. We moeten die infrastructuur ook ontwikkelen in de landen die het kwetsbaarst zijn voor het klimaat, om te zorgen voor veerkrachtiger en winstgevender middelen van bestaan, zoals duurzame voedselsystemen.
Het opbouwen van veerkracht begint met lokale, op de gemeenschap afgestemde oplossingen, van vroegtijdige waarschuwingssystemen voor extreem weer tot het herstel van natuurlijk kapitaal zoals bossen, mangroves en oceaanecosystemen. Maar de lessen die uit deze lokaal geleide projecten kunnen worden getrokken, moeten over de hele wereld worden gedeeld.
Financiering zal van cruciaal belang zijn in deze race naar overvloed, en moet – zoals VN-secretaris-generaal António Guterres heeft bepleit – gelijkelijk worden verdeeld tussen mitigatie en aanpassing. Op die manier zullen baten worden vrijgemaakt, net zoals de financiering van schone energie dat doet. Volgens de Global Commission on Adaptation kan een investering van 1,8 biljoen dollar in projecten zoals vroegtijdige waarschuwingssystemen, bescherming van mangroves en waterbeheer dit decennium netto 7,1 biljoen dollar aan baten opleveren.
De COVID-19-pandemie heeft de gevaren van onvoorbereid zijn en de kwetsbaarheden van onze huidige economische en gezondheidsstelsels blootgelegd. Zij heeft aangetoond dat de volksgezondheid, de economie en de gezondheid van de planeet onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn – en dat wij alle drie nu samen moeten herstellen. En dit jaar zijn er drie gelegenheden om die agenda vooruit te helpen.
In september zal de allereerste VN-top over voedselsystemen overheden en de particuliere sector ertoe aanzetten zich in te zetten voor duurzame oplossingen voor enkele van ʼs werelds grootste problemen: armoede, genderongelijkheid, honger en klimaatverandering.
Dat zal de weg bereiden voor de VN-conferentie over biodiversiteit (COP15) in oktober in Kunming, China, waar regeringen een raamwerk zullen creëren om het verlies aan biodiversiteit dit decennium om te buigen. Vervolgens kunnen zij op de VN-klimaattop COP26 in Glasgow in november deze nieuwe toezeggingen om voedselsystemen om te vormen en de natuur te regenereren, gebruiken om versterkte klimaatactieplannen te ontwikkelen die in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het verdrag van Parijs.
De drie topontmoetingen bieden nationale regeringen de kans om gehoor te geven aan de roep van bedrijven, beleggers, steden, regioʼs en burgers om een gezondere, veerkrachtiger toekomst. We kunnen allemaal winnaars zijn in de race naar duurzame overvloed. Het startschot heeft geklonken.
Vertaling: Menno Grootveld