people solar panel robot Ethan Miller/Getty Images

We hoeven niet somber te zijn over de toekomst van de arbeid

TORONTO – Er is al veel geschreven over de “toekomst van de arbeid,” en een groot deel van die geschriften stemt somber. Onderzoek na onderzoek voorspelt dat de automatisering hele bedrijfstakken zal ontwrichten en miljoenen werkloos zal maken. Een paper uit 2013 van twee hoogleraren uit Oxford suggereerde zelfs dat machines binnen “een jaar of tien” in de plaats zouden kunnen komen van 47% van de banen in de Verenigde Staten.

Conclusies als deze ondersteunen het verhaal dat de toekomst onvermijdelijk baanloos zal zijn. En toch is deze kijk vooral populair binnen het bedrijfsleven en wordt hij geschraagd door negatieve trends in de zogenoemde gig-economie; werkers en vakbonden hebben nauwelijks een rol gespeeld in dit gesprek. Als dat zou veranderen, zou de toekomst van de arbeid er heel anders uit kunnen zien.

Drie veel voorkomende veronderstellingen leiden tot een vertekening van de voorspellingen van de invloed van de automatisering op de werkgelegenheid. Het aandacht besteden aan ieder daarvan is van cruciaal belang voor de bescherming van de rechten van werkers en voor het doorbreken van het fatalisme van de huidige verhaallijn.

De eerste veronderstelling is dat volledig geautomatiseerde banen in de nabije toekomst werkers de werkloosheid in zullen drijven. Deze visie is niet veel meer dan een vermoeden, en zelfs degenen die gebruik maken van dezelfde data kunnen daaruit verschillende conclusies trekken. Uit een onderzoek van McKinsey uit 2017, dat zich beriep op soortgelijke datasets als het onderzoek uit Oxford van 2013, bleek bijvoorbeeld dat slechts 5% van de arbeidsplaatsen in de VS volledig geautomatiseerd zou kunnen worden, maar zo'n 60% van de Amerikaanse banen wél gedeeltelijk. Met andere woorden: automatisering betekent niet dat de menselijke arbeid moet verdwijnen, alleen maar dat zij productiever zou kunnen worden.

Hoe dan ook benadrukken de huidige trends waarom het belangrijk is om de manieren te democratiseren waarop de technologie in de bedrijfsprocessen is geïntegreerd. Als grote bedrijven innovaties introduceren om de productie te versnellen – zoals handsets om de tijd die werkers bezig zijn in de pakhuizen van Amazon te meten – kan het onbedoelde gevolg een daling van de productiviteit zijn. Voor veel werkers kan de manier waarop technologie wordt geïmplementeerd relevanter zijn dan de technologie zelf.

De tweede veronderstelling is dat de meeste werkers niet zullen profiteren van de automatisering. Maar mensen en politiek – en niet machines – zullen bepalen hoe het met de werkers gaat. Als we de visie omarmen dat technologie de totale productiviteit zal verhogen (een punt dat omstreden blijft gezien het lage niveau van de productiviteitsgroei in de OESO-landen gedurende het laatste decennium), kunnen werkers en politieke leiders zich richten op het bepleiten van een beter evenwicht tussen werk en leven. De strijd voor een achturige werkdag werd ruim een eeuw geleden gevoerd, en ruimtes die door de huidige discussie worden gecreëerd maken onderhandelingen over een kortere werkweek mogelijk. Sommige vakbonden doen dit al; er zullen er meer moeten volgen.

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes
PS_Quarterly_Q2-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: Age of Extremes

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: Age of Extremes, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Tenslotte is de automatisering, ondanks de hype, niet het dringendste probleem voor de arbeidersbeweging. Technologie kan ontwrichtend zijn, maar de grootste zorgen voor werkers vandaag de dag zijn de problemen waarmee zij het meest rechtstreeks te maken hebben: te weinig werk, precair werk en stagnerende lonen. Volgens de “World Employment Social Outlook” van 2018 van de Internationale Arbeidsorganisatie bevinden 1,4 miljard mensen wereldwijd zich in “kwetsbare vormen van werkgelegenheid” in de informele sector, naast de 192 miljoen mensen die werkloos zijn.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de nieuwe technologieën werkers op tegengestelde manieren raken. Dat is altijd zo geweest, en mensen zullen van de ene naar de andere sector overgeplaatst blijven worden. Maar hoewel technologische innovatie nieuwe mogelijkheden schept, weerspiegelt de hedendaagse gig-economie in het bijzonder hoe zij ook de rechten van werknemers kan verzwakken en de economische onzekerheid kan vergroten. De angsten van werkers zijn reëel, wat de reden is dat de arbeidersbeweging gestreden heeft om werkers in kwetsbare omstandigheden te verdedigen. Het toepassen van het concept van de Just Transition, dat momenteel wordt gebruikt in het kader van ontheemding als gevolg van de klimaatverandering, op de door de technologische ontwikkeling veroorzaakte ontwrichting zou een waardevolle innovatie zijn, die ervoor kan zorgen dat de automatisering niemand in de steek zal laten.

Maar we mogen het angstige verhaal van een wereld zonder werk niet aanvaarden. Technologie en economische ontwikkeling zijn omstreden terreinen, en vakbonden moeten zich richten op het verbeteren van de omstandigheden op de werkplek, het organiseren van werkers in nieuwe bedrijfstakken, en het uitdagen van de autoritaire bedrijfsmodellen die werknemers weinig inspraak geven in de manier waarop hun bedrijven functioneren.

Er zijn positieve signalen. De organisatiegraad in de dienstensector neemt toe. Werknemers dringen aan op betere salarissen bij een paar van de grootste bedrijven ter wereld. En werkers in de VS eisen – en krijgen ook vaak – een zogenoemde 'living wage'. De volgende stap is het verzekeren dat de gevolgen van de automatisering nadrukkelijker op de agenda van de vakbonden komen te staan. De toekomst van de arbeid staat niet vast; het verhaal wordt nog geschreven. De belangrijkste vraag is, zoals altijd, wie de pen mag vasthouden.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/JmK5F8cnl