NEW YORK – Aan het eind van deze eeuw zullen er 10 miljard mensen op onze planeet wonen, waarvan 8,5 miljard in steden. Dit zou een nachtmerrie kunnen worden. Maar met genoeg politieke wil, visie en creativiteit (samen met een aantal simpele, praktische beleidsveranderingen) zullen we misschien in staat zijn om droomsteden te ontwikkelen.
Steden zijn kruispunten van economische en sociale macht. Ze stuwen de nationale en mondiale ontwikkeling door het concentreren van vaardigheden, ideeën en hulpbronnen op één plek. Maar snelle stedelijke ontwikkeling brengt hoge kosten met zich mee. Terwijl steden uitbreiden slokken ze land op dat anders voor voedselproductie gebruikt zou worden. Ze putten watervoorzieningen uit, zijn verantwoordelijk voor bijna 70% van het mondiale energiegebruik en veroorzaken meer dan 70% van de broeikasgassen.
Als we willen dat de mondiale groei duurzaam en rechtvaardig zal zijn, moeten we de balans tussen snelle urbanisatie en de onophoudelijke consumptie van hulpbronnen die deze van brandstof voorziet veranderen. Dit is een hoofddoel van de VN-Conferentie voor Duurzame Ontwikkeling, die gewaarschuwd heeft voor de ongekende druk die economische groei de komende tientallen jaren zal leggen op infrastructuur (vooral vervoer), huisvesting, afvalverwerking (vooral van gevaarlijke stoffen) en energietoevoer.
De strijd om ’s werelds steden (en dus de wereldeconomie) zowel dynamisch als duurzaam te houden kan gewonnen worden door het ontwikkelen van innovatieve manieren om onze beperkte hulpbronnen te consumeren, zonder ze te op te maken of de delicate ecosystemen waar ze afhankelijk van zijn aan te tasten. Om dit te bereiken moet de wereld zes grote uitdagingen volbrengen.
Ten eerste moeten we de manier waarop we steden ontwerpen veranderen. Duurzaamheid moet centraal staan bij alle stedelijke planning, vooral in kuststeden die snel te maken zullen krijgen met de verwoestende effecten van klimaatverandering. Compactere steden gebruiken land efficiënter, verminderen de behoefte aan privé-vervoer en verhogen de kwaliteit van leven door ruimte te maken voor parken en natuur. Op dezelfde manier reduceren strak geïntegreerde systemen voor massatransport de uitstoot van broeikasgassen drastisch.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Ten tweede moeten we opnieuw overdenken hoe we gebouwen ontwerpen en laten functioneren, zodat ze minder energie gebruiken of, nog beter, energie opwekken. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor substantiële uitstoot van broeikasgassen; door de materialen die worden gebruikt voor de constructie, hun koeling en verwarming en bijkomende zaken zoals watertoevoer, afvalwater en vast afval. Onze bouwverordeningen moeten energie-efficiënte ontwerpen en constructietechnologieën bevorderen, die ondersteund kunnen worden door belastingvoordelen en strengere regels. Met bijna 30% van de stadsbewoners in Azië en het Stille Oceaangebied die in sloppenwijken wonen, zal een van onze grootste uitdagingen worden om hun levensomstandigheden te verbeteren zonder het milieu te verwoesten.
De derde uitdaging is het vervoersgebruik van burgers te veranderen. Dit betekent een verschuiving van privé-vervoer naar openbaar vervoer en van de weg naar het spoor. We zouden waar mogelijk zelfs de noodzaak om überhaupt te reizen moeten verminderen. Transportsystemen die auto’s en vrachtwagens bevoordelen veroorzaken ongelukken, vervuiling en chronische verstopping. Bovendien was de transportsector in 2004 verantwoordelijk voor 23% van alle energie-gerelateerde CO2-uitstoot en is het de snelst groeiende bron van uitstoot in ontwikkelingslanden. In plaats hiervan moeten we transport, huisvesting en landgebruik integreren, het gebruik van openbaar vervoer aanmoedigen en onze straten plezierig en veilig voor voetgangers maken (in het bijzonder voor vrouwen en gehandicapten).
De vierde uitdaging is het hervormen van de manier waarop we energie produceren, transporteren en consumeren. Dit omvat het creëren van efficiëntere energiesystemen en het vergroten van investeringen in hernieuwbare bronnen (wat hopelijk ook nog eens banen schept). We kunnen huishoudens ook aanmoedigen om minder energie te gebruiken en bedrijven om de hoeveelheid energie die ze verspillen te verminderen.
Ten vijfde moeten we de manier waarop we watervoorraden en de waterinfrastructuur beheren veranderen, zodat deze kostbare hulpbron meerdere malen hergebruikt kan worden en op een stedelijke schaal. Dit vereist van ons dat we verschillende aspecten van watermanagement integreren, zoals de toevoer aan huishoudens, het gebruik van regenwater, de behandeling en recycling van afvalwater en maatregelen tegen overstromingen.
Ten slotte moeten we de manier veranderen waarop we omgaan met vast afval, zodat het een hulpbron wordt en geen kostenpost. In veel ontwikkelingslanden is 60 tot 80 % van het afval organisch en het in de openlucht dumpen hiervan veroorzaakt enorme hoeveelheden methaan in de atmosfeer. Plaatselijke overheden met onvoldoende financiële middelen besteden 30 tot 40% van hun budget aan afvalmanagement maar krijgen daar weinig voor terug. Toch kan met een paar simpele verbeteringen in technologie en ontwerp (bijvoorbeeld gericht op het bereiken van hogere niveaus van composteren en recyclen) 90% van dit afval omgezet worden in bruikbare zaken, zoals biogas en brandstoffen uit afval.
Deze zes stappen behoeven een diepgaande en gecoördineerde gedragsverandering en vereisen van overheden op alle niveaus om samen te werken, grootschalige investeringen te doen, ideeën te delen, de beste methodes te kopiëren en op de lange termijn te plannen. Dit is een monumentale en afschrikwekkende uitdaging, maar geen onmogelijke. Als deze volbracht kan worden krijgt de wereld misschien alsnog de stedelijke toekomst die ze verdient.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
NEW YORK – Aan het eind van deze eeuw zullen er 10 miljard mensen op onze planeet wonen, waarvan 8,5 miljard in steden. Dit zou een nachtmerrie kunnen worden. Maar met genoeg politieke wil, visie en creativiteit (samen met een aantal simpele, praktische beleidsveranderingen) zullen we misschien in staat zijn om droomsteden te ontwikkelen.
Steden zijn kruispunten van economische en sociale macht. Ze stuwen de nationale en mondiale ontwikkeling door het concentreren van vaardigheden, ideeën en hulpbronnen op één plek. Maar snelle stedelijke ontwikkeling brengt hoge kosten met zich mee. Terwijl steden uitbreiden slokken ze land op dat anders voor voedselproductie gebruikt zou worden. Ze putten watervoorzieningen uit, zijn verantwoordelijk voor bijna 70% van het mondiale energiegebruik en veroorzaken meer dan 70% van de broeikasgassen.
Als we willen dat de mondiale groei duurzaam en rechtvaardig zal zijn, moeten we de balans tussen snelle urbanisatie en de onophoudelijke consumptie van hulpbronnen die deze van brandstof voorziet veranderen. Dit is een hoofddoel van de VN-Conferentie voor Duurzame Ontwikkeling, die gewaarschuwd heeft voor de ongekende druk die economische groei de komende tientallen jaren zal leggen op infrastructuur (vooral vervoer), huisvesting, afvalverwerking (vooral van gevaarlijke stoffen) en energietoevoer.
De strijd om ’s werelds steden (en dus de wereldeconomie) zowel dynamisch als duurzaam te houden kan gewonnen worden door het ontwikkelen van innovatieve manieren om onze beperkte hulpbronnen te consumeren, zonder ze te op te maken of de delicate ecosystemen waar ze afhankelijk van zijn aan te tasten. Om dit te bereiken moet de wereld zes grote uitdagingen volbrengen.
Ten eerste moeten we de manier waarop we steden ontwerpen veranderen. Duurzaamheid moet centraal staan bij alle stedelijke planning, vooral in kuststeden die snel te maken zullen krijgen met de verwoestende effecten van klimaatverandering. Compactere steden gebruiken land efficiënter, verminderen de behoefte aan privé-vervoer en verhogen de kwaliteit van leven door ruimte te maken voor parken en natuur. Op dezelfde manier reduceren strak geïntegreerde systemen voor massatransport de uitstoot van broeikasgassen drastisch.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Ten tweede moeten we opnieuw overdenken hoe we gebouwen ontwerpen en laten functioneren, zodat ze minder energie gebruiken of, nog beter, energie opwekken. Gebouwen zijn verantwoordelijk voor substantiële uitstoot van broeikasgassen; door de materialen die worden gebruikt voor de constructie, hun koeling en verwarming en bijkomende zaken zoals watertoevoer, afvalwater en vast afval. Onze bouwverordeningen moeten energie-efficiënte ontwerpen en constructietechnologieën bevorderen, die ondersteund kunnen worden door belastingvoordelen en strengere regels. Met bijna 30% van de stadsbewoners in Azië en het Stille Oceaangebied die in sloppenwijken wonen, zal een van onze grootste uitdagingen worden om hun levensomstandigheden te verbeteren zonder het milieu te verwoesten.
De derde uitdaging is het vervoersgebruik van burgers te veranderen. Dit betekent een verschuiving van privé-vervoer naar openbaar vervoer en van de weg naar het spoor. We zouden waar mogelijk zelfs de noodzaak om überhaupt te reizen moeten verminderen. Transportsystemen die auto’s en vrachtwagens bevoordelen veroorzaken ongelukken, vervuiling en chronische verstopping. Bovendien was de transportsector in 2004 verantwoordelijk voor 23% van alle energie-gerelateerde CO2-uitstoot en is het de snelst groeiende bron van uitstoot in ontwikkelingslanden. In plaats hiervan moeten we transport, huisvesting en landgebruik integreren, het gebruik van openbaar vervoer aanmoedigen en onze straten plezierig en veilig voor voetgangers maken (in het bijzonder voor vrouwen en gehandicapten).
De vierde uitdaging is het hervormen van de manier waarop we energie produceren, transporteren en consumeren. Dit omvat het creëren van efficiëntere energiesystemen en het vergroten van investeringen in hernieuwbare bronnen (wat hopelijk ook nog eens banen schept). We kunnen huishoudens ook aanmoedigen om minder energie te gebruiken en bedrijven om de hoeveelheid energie die ze verspillen te verminderen.
Ten vijfde moeten we de manier waarop we watervoorraden en de waterinfrastructuur beheren veranderen, zodat deze kostbare hulpbron meerdere malen hergebruikt kan worden en op een stedelijke schaal. Dit vereist van ons dat we verschillende aspecten van watermanagement integreren, zoals de toevoer aan huishoudens, het gebruik van regenwater, de behandeling en recycling van afvalwater en maatregelen tegen overstromingen.
Ten slotte moeten we de manier veranderen waarop we omgaan met vast afval, zodat het een hulpbron wordt en geen kostenpost. In veel ontwikkelingslanden is 60 tot 80 % van het afval organisch en het in de openlucht dumpen hiervan veroorzaakt enorme hoeveelheden methaan in de atmosfeer. Plaatselijke overheden met onvoldoende financiële middelen besteden 30 tot 40% van hun budget aan afvalmanagement maar krijgen daar weinig voor terug. Toch kan met een paar simpele verbeteringen in technologie en ontwerp (bijvoorbeeld gericht op het bereiken van hogere niveaus van composteren en recyclen) 90% van dit afval omgezet worden in bruikbare zaken, zoals biogas en brandstoffen uit afval.
Deze zes stappen behoeven een diepgaande en gecoördineerde gedragsverandering en vereisen van overheden op alle niveaus om samen te werken, grootschalige investeringen te doen, ideeën te delen, de beste methodes te kopiëren en op de lange termijn te plannen. Dit is een monumentale en afschrikwekkende uitdaging, maar geen onmogelijke. Als deze volbracht kan worden krijgt de wereld misschien alsnog de stedelijke toekomst die ze verdient.
Vertaling: Melle Trap