Getty Images Warren Leffler/Underwood Archives/Getty Images

Leugens en leiderschap

CAMBRIDGE – Dit verkiezingsseizoen wordt gekenmerkt door frequente beschuldigingen van leugenachtigheid. Gedurende het Brexit-debat in Groot-Brittannië beschuldigden beide kanten elkaar van het verdraaien van de waarheid (de snelheid waarmee het ‘Leave’ kamp zijn campagnebeloften naast zich heeft neergelegd en de beweringen van het ‘Remain’ kamp bewaarheid zijn geworden suggereren duidelijk wie van beiden de waarheid sprak). In de verkiezingscampagne in de Verenigde Staten refereerde Donald Trump, de vermoedelijke republikeinse kandidaat, zelden aan zijn grootste concurrent in de voorronden zonder hem ‘Lying Ted Cruz’ te noemen.

Overeenkomstig laat Trump zelden de kans voorbijgaan om aan de naam Hillary Clinton, de vermoedelijke democratische kandidaat, het prefix ‘doortrapt’ toe te voegen. Toen ze onlangs een doordachte speech over het buitenlands beleid afleverde, reageerde Trump hierop door haar een ‘leugenaar van wereldklasse’ te noemen. Maar volgens PolitiFact, een organisatie die de Pulitzer Prize  heeft gewonnen en de waarachtigheid van politieke uitspraken nagaat, is 60% van de onderzochte beweringen van Trump sinds hij zijn campagne begon beoordeeld als onwaar of als regelrechte leugen, tegen 12% voor Clinton.

Sommige cynici wuiven dit soort uitwisselingen tussen kandidaten weg als typisch politiek gedrag. Maar dat is te makkelijk, omdat dit serieuze vragen met betrekking tot hoe eerlijk we willen dat onze politieke leiders en het politieke discours zijn negeert.

We willen overigens waarschijnlijk niet dat onze politieke leiders altijd de letterlijke waarheid spreken. In oorlog of bij contra-terroristische operaties kan misleiding een noodzakelijke voorwaarde zijn voor overwinning of succes – en daarmee duidelijk in ons eigen belang.

Andere gevallen zijn minder dramatisch maar niet minder belangrijk. Soms hebben leiders doelstellingen die verschillen van die van een groot deel van hun achterban; liever dan deze verschillen bloot te leggen misleiden ze hun volgelingen. Wanneer zulke acties in eigen belang zijn, zoals in gevallen van corruptie of narcistische ego-gratificatie, is morele censuur makkelijk en doelmatig. Andere leiders die andere doelstellingen hebben dan hun achterban investeren juist weer zwaar in het tot andere zienswijzen onderwijzen van hun mogelijke oppositie.

In sommige gevallen blijkt het voor leiders echter onmogelijk om hun volgelingen tijdig afdoende te onderwijzen, of zijn deze te diep verdeeld om een consensus te bereiken die collectieve actie kan voeden. In zulke omstandigheden zullen sommige leiders een paternalistische houding aannemen en beslissen om hun achterban te misleiden voor wat zij zien als hoger of later doel.

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible
PS_Quarterly_Q3-24_1333x1000_No-Text

Secure your copy of PS Quarterly: The Climate Crucible

The newest issue of our magazine, PS Quarterly: The Climate Crucible, is here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Zo misleidde Lyndon B. Johnson in 1957 als leider van de meerderheid in de Senaat zijn zuidelijke supporters om de civil rights act er door te krijgen. Toen Charles de Gaulle in 1958 aan de macht kwam onthulde hij zijn strategie voor Algerijnse onafhankelijkheid niet, omdat hij wist dat wanneer hij dit zou doen deze tot mislukken gedoemd zou zijn. John F. Kennedy misleidde het publiek bij de overeenkomst die de Cuba-crisis in 1962 vreedzaam beëindigde over de terugtrekking van Amerikaanse kernkoppen uit Turkije.

Ook Franklin D. Roosevelt loog tegen het Amerikaanse publiek, over een Duitse aanval op een Amerikaans oorlogsschip, in een poging om de isolationistische weerstand tegen steun aan Engeland van voor de Tweede Wereldoorlog te overkomen. En Winston Churchill zei ooit dat de waarheid soms ‘zo waardevol is dat ze altijd vergezeld moet worden door een lijfwacht van leugens.’

Het feit dat de doelen van leiders soms het met voeten treden van eerlijkheidsnormen rechtvaardigen wil niet zeggen dat alle leugens gelijk zijn, of dat we ons morele oordeel in zulke gevallen op de lange baan moeten schuiven. Machiavellistisch bedrog is vaak onderdeel van een strategie, bijvoorbeeld bij onderhandelingen of zelfs in het een groep doen accepteren van nieuwe doelstellingen. Maar het gaat om de intentie. Bedrog puur uit eigenbelang verandert van een strategie die anderen voordeel kan doen in zelfzuchtige manipulatie.

Zelfs wanneer je toegeeft dat misleiding soms noodzakelijk is moet je nog steeds vragen stellen over het belang van het doel, de beschikbaarheid van andere middelen om dit te bereiken, of de misleiding grote kans maakt zich te herhalen door precedent of voorbeeld, over de schade voor de verschillende slachtoffers, en de verantwoordelijkheid van de leugenaar (of hun gedrag later ontdekt en uitgelegd kan worden). Historicus Eric Alterman concludeert in zijn boek When Presidents Liedat presidentiele leugens ‘onvermijdelijk in monsters veranderen die hun scheppers verstikken.’

En presidenten kunnen ook verkeerde precedenten scheppen. Toen Roosevelt in 1941 over de Duitse aanval op de kruiser Greer loog, legde hij de lat lager voor Johnson’s zwaar aangedikte beschrijving van een Noord-Vietnamese aanval op Amerikaanse marineschepen, die leidde tot de Golf van Tonkin resolutie uit 1964.

Het voor leiders maar al te makkelijk zichzelf te overtuigen dat ze een nobele leugen vertellen voor de bestwil van hun volgelingen, wanneer ze in werkelijkheid alleen maar liegen voor hun politieke of persoonlijke gemak. Dit maakt het in een democratie des te belangrijker dat we de natuur van de compromissen tussen doelen en middelen die leiders sluiten zorgvuldig onder het vergrootglas leggen. Er zullen situaties zijn waarin we zouden goedkeuren dat een politieke leider ons een leugen vertelt, maar zulke gevallen moeten zeldzaam blijven en onderwerp van kritisch onderzoek. Anders corrumperen we de valuta van onze democratie en verlagen we de kwaliteit van ons politieke discours.

Dat cynici Trump’s retoriek wegwuiven als simpelweg iets wat politici doen is daarom dan ook fout. Als PolitiFact en gelijksoortige organisaties het bij het rechte eind hebben zijn politici als het op leugens aankomt niet allemaal hetzelfde. Trump heeft meer onware uitspraken gedaan dan al zijn tegenstanders, en maar weinig (als niet geen) hiervan zouden de test niet uit zelfbelang te zijn doorstaan. Een onafhankelijke en actieve pers die de waarheid checkt is in het in stand houden van de integriteit van de democratie cruciaal, net zoals een electoraat dat cynisme en de corruptie van het politieke discours weet te weerstaan.

Vertaling Melle Trap

https://prosyn.org/W0aLM8Jnl