longstreth1_Keith BedfordThe Boston Globe via Getty Images_harvarddivestprotest Keith Bedford/The Boston Globe via Getty Images

De financiële wereld moet de klimaatverandering bestrijden - of anders…

CAMBRIDGE – Deze zomer heeft het Intergovernmental Panel on Climate Change zijn jongste rapport uitgebracht, en het engste is nog wel hoe weinig verrassend de inhoud daarvan was. Het is nog steeds mogelijk het ergste te voorkomen, zo maakte het rapport duidelijk, maar alleen als de mensheid zo snel mogelijk overgaat op een koolstofneutrale economie. ʻDit rapport,ʼ aldus secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties, ʻmoet de doodsklok luiden voor steenkool en fossiele brandstoffen, voordat ze onze planeet vernietigen.ʼ

En toch wakkert de institutionele financiering, nu de planeet in brand staat, de vlammen aan. Veel van ʼs werelds machtigste financiële actoren blijven beleggen in de fossiele-brandstofindustrie, ook al leiden de activiteiten daarvan voorspelbaar tot enorme economische ontwrichting, een ecologische catastrofe, en sociale onrechtvaardigheid. Tot nu toe zijn die actoren daarmee weggekomen. Maar een nieuwe trend op het gebied van het recht dwingt institutionele beleggers hun portefeuilles koolstofvrij te maken, als ze willen voorkomen wettelijk ter verantwoording te worden geroepen.

De Harvard Universiteit is een goed voorbeeld. Tien jaar lang negeerden de leiders van Harvard oproepen van studenten, docenten en alumni om het met 53 miljard dollar gevulde beleggingsfonds van de universiteit terug te trekken uit de fossiele-brandstofindustrie. Maar toen Harvard in september eindelijk de wetenschappelijke en financiële realiteit onder ogen zag, beloofde het fonds afstand te zullen doen van ondernemingen waarvan de bedrijfsmodellen, doordat ze afhankelijk zijn van duurzame koolstofwinning, onverenigbaar zijn met een leefbare toekomst. ʻGezien de noodzaak om de economie koolstofvrij te maken en onze verantwoordelijkheid om beleggingsbeslissingen voor de lange termijn te nemen die onze onderwijs- en onderzoekstaak ondersteunen,ʼ schreef universiteitsvoorzitter Larry Bacow, ʻzijn wij van mening dat dergelijke beleggingen niet langer behoedzaam zijnʼ (cursivering toegevoegd).

Behoedzaamheid is, in het statuut van Harvards beleggingsfonds en vele andere institutionele fondsen, een fundamenteel juridisch concept dat de zorg, vaardigheid en voorzichtigheid bepaalt waarmee een fonds moet beleggen. Behoedzaamheid bepaalt hoe een fonds moet worden beheerd om de belangen van de begunstigden te dienen, en er staan zware straffen op overtreding ervan. De verklaring van Harvard erkent dat het onmogelijk is om aan een dergelijke verplichting te voldoen en tegelijkertijd in fossiele brandstoffen te beleggen.

Er zijn tal van redenen waarom dit het geval zou kunnen zijn. Om te beginnen hebben fossiele-brandstofbedrijven te maken met existentiële onzekerheid. Een vloedgolf van marktverschuivingen, nieuwe regels en rechtszaken brengt fundamentele risicoʼs met zich mee voor de belangen van de industrie, terwijl veel van de koolstofactiva waaraan zij haar waarde ontleent, onverbrandbaar zullen worden en zullen stranden, als we de internationale klimaatdoelstellingen willen halen. Bovendien is het idee om winst te willen maken met bedrijven die door hun afhankelijkheid van kooldioxide-emissies de klimaatverandering bespoedigen, in strijd met de noties van algemeen nut en sociale plicht die verantwoordelijke beleggers beweren hoog in het vaandel te dragen; dit lijkt reden genoeg om te streven naar brede decarbonisatie.

Met andere woorden: het bedrijfsmodel van de fossiele-brandstofindustrie is nu zó slecht afgestemd op de wetenschappelijke en financiële realiteit, dat wedden op deze bedrijven (of, meer in het algemeen, op het soort bedrijven dat materieel afhankelijk is van CO2-emissies) niet alleen misplaatst is, maar juridisch gezien ook een strafbare nalatigheid. Bovendien is het concept van behoedzaamheid van toepassing op alle beleggers die onderworpen zijn aan de zogenoemde fiduciaire standaard, die in wezen geldt voor alle academisch beleggingsfondsen, en voor publieke en particuliere pensioenfondsen. Dit betekent dat het recente desinvesteringsbesluit van Harvard gevolgen zal hebben voor biljoenen dollars.

Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Introductory Offer: Save 30% on PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

In feite heeft de beslissing van Harvard nú al gevolgen. In de weken na de aankondiging heeft een aantal andere invloedrijke beleggers – uiteenlopend van de beleggingsfondsen van de universiteit van Boston, de universiteit van Minnesota en de MacArthur Foundation tot het  ABP (het grootste pensioenfonds van Europa) – eveneens actie ondernomen, teneinde hun geld op één lijn te brengen met de eisen van behoedzaamheid en klimaatactie. Daarmee voegen ze zich bij beleggers met een waarde van meer dan 39 biljoen dollar – van wie velen, zoals de markten aantonen, al financieel voordeel behalen uit het afstoten van hun aandelen in fossiele-brandstofbedrijven.

Door de beslissing van Harvard te baseren op behoedzaamheid, wilde Bacow misschien de enorme impact teweegbrengen die het desinvesteren in fossiele brandstoffen voorspelbaar zal hebben. Of misschien was het een defensieve zet, op het juiste moment. Toen Bacow het besluit bekendmaakte, overwoog de minister van Justitie van Massachusetts immers of hij actie zou moeten ondernemen naar aanleiding van een klacht die was ingediend door studenten en andere leden van de Harvard-gemeenschap, samen met de non-profitorganisatie Climate Defense Project, die beweerden dat de beleggingen van de universiteit in fossiele brandstoffen een schending inhielden van haar liefdadigheidsverplichtingen.

Wat de reden ook is, Harvard heeft hiermee een doctrine uitgedragen die, passend bij de urgentie van de klimaatcrisis, zich snel over de hele wereld zou moeten verspreiden en ervoor zou moeten zorgen dat er over de hele wereld door beleggers sneller soortgelijke besluiten genomen worden. Het heeft een decennium van strijd gekost om Harvard zover te krijgen. Maar nu Harvard eindelijk stappen onderneemt om zijn wereldwijde reputatie als leider waar te maken, moeten andere institutionele beleggers dit voorbeeld volgen. In een tijdperk van klimaatcrisis is het de taak van deze actoren om zich achter de toekomst te scharen, anders lopen ze niet alleen het risico om aan de verkeerde kant van de geschiedenis te belanden, maar ook aan de verkeerde kant van de wet.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/pkAbprenl