PALO ALTO – De mensheid staat voor een steeds groter wordend complex van ernstige, onderling samenhangende milieuproblemen, waaronder veelbesproken uitdagingen als de klimaatverandering. Maar ook het overleven staat op het spel van organismen die onze levens ondersteunen doordat ze binnen het ecosysteem cruciale taken vervullen als de bevruchting van gewassen en het in toom houden van plantenziekten. Daarnaast worden we geconfronteerd met een groot aantal andere bedreigingen, zoals enorme epidemieën, de wereldwijde verspreiding van giftige synthetische chemicaliën, en een dramatische afname van de kwaliteit en toegankelijkheid van minerale hulpbronnen, water en landbouwgronden.
Er vinden nu al oorlogen om de schaarse hulpbronnen plaats; als er een 'beperkt' nucleair conflict om de toegang tot hulpbronnen zou uitbreken tussen bijvoorbeeld India en Pakistan, weten we dat alleen al die oorlog waarschijnlijk het einde van onze beschaving zou betekenen.
Maar wij denken dat de ernstigste bedreiging voor de mondiale duurzaamheid de komende decennia zal bestaan uit een probleem waarover iedereen het grotendeels wel eens is: het feit dat het steeds moeilijker zal worden grootschalige hongersnoden te vermijden. Zoals het 2013 World Economic Forum Report het stelde: “De mondiale voedselveiligheid is een grote wereldwijde zorg, nu de aarde zich erop voorbereidt om een groeiende bevolking te voeden op basis van een steeds kleiner wordende voorraad hulpbronnen, in een tijdperk van toegenomen wisselvalligheid en onzekerheid.” Het rapport merkt op dat ruim “870 miljoen mensen honger lijden, en dat er nóg meer risico lopen als gevolg van klimaatgebeurtenissen en prijsstijgingen.” Maatregelen om “de voedselveiligheid te vergroten zijn dus nooit nodiger geweest dan nu.”
In feite onderschatten dit soort waarschuwingen naar onze mening het voedselprobleem nog. Een tekort een micronutriënten zou nog eens twee miljard mensen extra kunnen treffen. En veel andere bronnen van kwetsbaarheid worden gebagatelliseerd: de mogelijke invloed van de klimaatontwrichting op de landbouw en de visserij; de gevolgen van het overmatig omhoog pompen van grondwater en de steeds verder toenemende achteruitgang van de bodemkwaliteit; hoe een verschuiving in ons brandstofgebruik de voedselproductie in de wielen kan rijden; en hoe de landbouw zelf, een grote bron van broeikasgassen, de klimaatverandering versnelt. De landbouw is tevens een van de hoofdoorzaken van het verlies aan biodiversiteit – en van een verlies van op het ecosysteem gebaseerde diensten voor de landbouw en andere menselijke activiteiten – én een van de hoofdoorzaken van de mondiale vergiftiging.
Misschien het belangrijkst is dat vrijwel alle analyses er nu vanuit gaan dat de wereldbevolking tot 2050 nog eens met 2,5 miljard mensen zal groeien, in plaats van dat er naar manieren zal worden gezocht om deze groei terug te dringen. Het optimisme van veel analisten over ons vermogen om die extra miljarden te voeden is zeer verontrustend, gezien het feit dat nu al jaarlijks miljoenen mensen sterven aan ondervoeding, en dat velen zo slecht gevoed zijn dat ze een minderwaardig leven leiden. Als het zo makkelijk is om een bevolking die 35% groter is dan die van nu te voeden, waarom is dan vandaag de dag niet iedereen goed gevoed?
Vijf stappen worden doorgaans aanbevolen om het voedselprobleem op te lossen: het ophouden met het opslokken van grond voor de landbouw (om de diensten van natuurlijke ecosystemen te behouden); het verhogen van de opbrengst waar mogelijk; het verbeteren van de doelmatigheid van meststoffen, water en energie; het eten van minder vlees; en het terugdringen van de voedselverkwisting. Daar zou je nog aan kunnen toevoegen: het stoppen met het verwoesten van de oceanen, het uitbreiden van de investeringen in landbouwkundig onderzoek en ontwikkeling, en het plaatsen van toereikende voeding voor iedereen aan de top van de mondiale beleidsagenda.
Al deze stappen vergen reeds lang aanbevolen veranderingen in het menselijk gedrag. De meeste mensen zien de toenemende urgentie niet in van het aanvaarden daarvan, omdat ze het landbouwsysteem en zijn complexe, non-lineaire (onevenredige) connecties met de mechanismen achter de verwoesting van het milieu niet begrijpen. Alle middelen die nodig zijn om ieder extra individu te voeden zullen – gemiddeld genomen – afkomstig zijn van schaarsere, armere en verder weg gelegen bronnen, er zal onevenredig veel meer energie worden gebruikt en er zullen onevenredig veel meer broeikasgassen worden geproduceerd.
Ruim duizend jaar van veranderende temperatuur- en neerslagpatronen, die allemaal van cruciaal belang zijn voor het verbouwen van gewassen, hebben de planeet op het spoor gezet van steeds zwaardere stormen, droogten en overstromingen. Het behouden – laat staan het uitbreiden – van de voedselproductie zal dus steeds moeilijker worden.
Er is een volksbeweging nodig om het cultureel bewustzijn te 'sturen' in de richting van het bieden van de 'vooruitziende blik' en de agrarische, ecologische en demografische planning die de markten niet in huis hebben. Slechts dan kunnen we beginnen de bevolkingsramp serieus aan te pakken – en de voordelen op voedings- en gezondheidsgebied te overwegen van het op humane wijze beëindigen van de bevolkingsgroei, voordat we een wereldbevolking van negen miljard mensen hebben, en het inzetten van een geleidelijke krimp.
De beste manier om die krimp te bereiken is volgens ons het verstrekken van volwaardige rechten en kansen aan vrouwen, en het toegankelijk maken van moderne anticonceptiemiddelen en abortusmogelijkheden voor alle seksueel actieve mensen. De mate waarin deze stappen de totale vruchtbaarheidsniveau's zullen verminderen, is omstreden. Toch zouden ze aanzienlijke sociale en economische voordelen kunnen opleveren door grote hoeveelheden nieuwe denkkracht beschikbaar te maken voor het oplossen van onze problemen, en intussen honderdduizenden levens te redden door het aantal onveilige abortussen te verminderen.
Kan de mensheid een grote sterftegolf door uithongering voorkomen? Ja, dat kan – ook al schatten we de kans dat dit zal lukken momenteel niet hoger in dan 10%. Hoe naargeestig het misschien ook klinkt, wij geloven dat het – terwille van toekomstige generaties – de moeite waard is om ons best te doen hier 11% van te maken.
Een van onze beroemdste collega's, biogeograaf en energiedeskundige James Brown van de Universiteit van New Mexico, is het hier niet mee eens. Hij schat de kans dat de menselijke beschaving behouden kan blijven op ongeveer 1%, maar vindt het de moeite waard om te proberen er 1,1% van te maken.
Het ontwikkelen van een vooruitziende blik en het mobiliseren van de burgermaatschappij voor duurzaamheid zijn belangrijke doelstellingen van de Millennium Alliance for Humanity and the Biosphere (MAHB), gevestigd aan de Universiteit van Stanford. Zij die zich aansluiten bij de MAHB voegen zich bij de besten van de mondiale civil society in de strijd om het einde van de beschaving te voorkomen.
Vertaling: Menno Grootveld
PALO ALTO – De mensheid staat voor een steeds groter wordend complex van ernstige, onderling samenhangende milieuproblemen, waaronder veelbesproken uitdagingen als de klimaatverandering. Maar ook het overleven staat op het spel van organismen die onze levens ondersteunen doordat ze binnen het ecosysteem cruciale taken vervullen als de bevruchting van gewassen en het in toom houden van plantenziekten. Daarnaast worden we geconfronteerd met een groot aantal andere bedreigingen, zoals enorme epidemieën, de wereldwijde verspreiding van giftige synthetische chemicaliën, en een dramatische afname van de kwaliteit en toegankelijkheid van minerale hulpbronnen, water en landbouwgronden.
Er vinden nu al oorlogen om de schaarse hulpbronnen plaats; als er een 'beperkt' nucleair conflict om de toegang tot hulpbronnen zou uitbreken tussen bijvoorbeeld India en Pakistan, weten we dat alleen al die oorlog waarschijnlijk het einde van onze beschaving zou betekenen.
Maar wij denken dat de ernstigste bedreiging voor de mondiale duurzaamheid de komende decennia zal bestaan uit een probleem waarover iedereen het grotendeels wel eens is: het feit dat het steeds moeilijker zal worden grootschalige hongersnoden te vermijden. Zoals het 2013 World Economic Forum Report het stelde: “De mondiale voedselveiligheid is een grote wereldwijde zorg, nu de aarde zich erop voorbereidt om een groeiende bevolking te voeden op basis van een steeds kleiner wordende voorraad hulpbronnen, in een tijdperk van toegenomen wisselvalligheid en onzekerheid.” Het rapport merkt op dat ruim “870 miljoen mensen honger lijden, en dat er nóg meer risico lopen als gevolg van klimaatgebeurtenissen en prijsstijgingen.” Maatregelen om “de voedselveiligheid te vergroten zijn dus nooit nodiger geweest dan nu.”
In feite onderschatten dit soort waarschuwingen naar onze mening het voedselprobleem nog. Een tekort een micronutriënten zou nog eens twee miljard mensen extra kunnen treffen. En veel andere bronnen van kwetsbaarheid worden gebagatelliseerd: de mogelijke invloed van de klimaatontwrichting op de landbouw en de visserij; de gevolgen van het overmatig omhoog pompen van grondwater en de steeds verder toenemende achteruitgang van de bodemkwaliteit; hoe een verschuiving in ons brandstofgebruik de voedselproductie in de wielen kan rijden; en hoe de landbouw zelf, een grote bron van broeikasgassen, de klimaatverandering versnelt. De landbouw is tevens een van de hoofdoorzaken van het verlies aan biodiversiteit – en van een verlies van op het ecosysteem gebaseerde diensten voor de landbouw en andere menselijke activiteiten – én een van de hoofdoorzaken van de mondiale vergiftiging.
Misschien het belangrijkst is dat vrijwel alle analyses er nu vanuit gaan dat de wereldbevolking tot 2050 nog eens met 2,5 miljard mensen zal groeien, in plaats van dat er naar manieren zal worden gezocht om deze groei terug te dringen. Het optimisme van veel analisten over ons vermogen om die extra miljarden te voeden is zeer verontrustend, gezien het feit dat nu al jaarlijks miljoenen mensen sterven aan ondervoeding, en dat velen zo slecht gevoed zijn dat ze een minderwaardig leven leiden. Als het zo makkelijk is om een bevolking die 35% groter is dan die van nu te voeden, waarom is dan vandaag de dag niet iedereen goed gevoed?
Vijf stappen worden doorgaans aanbevolen om het voedselprobleem op te lossen: het ophouden met het opslokken van grond voor de landbouw (om de diensten van natuurlijke ecosystemen te behouden); het verhogen van de opbrengst waar mogelijk; het verbeteren van de doelmatigheid van meststoffen, water en energie; het eten van minder vlees; en het terugdringen van de voedselverkwisting. Daar zou je nog aan kunnen toevoegen: het stoppen met het verwoesten van de oceanen, het uitbreiden van de investeringen in landbouwkundig onderzoek en ontwikkeling, en het plaatsen van toereikende voeding voor iedereen aan de top van de mondiale beleidsagenda.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Al deze stappen vergen reeds lang aanbevolen veranderingen in het menselijk gedrag. De meeste mensen zien de toenemende urgentie niet in van het aanvaarden daarvan, omdat ze het landbouwsysteem en zijn complexe, non-lineaire (onevenredige) connecties met de mechanismen achter de verwoesting van het milieu niet begrijpen. Alle middelen die nodig zijn om ieder extra individu te voeden zullen – gemiddeld genomen – afkomstig zijn van schaarsere, armere en verder weg gelegen bronnen, er zal onevenredig veel meer energie worden gebruikt en er zullen onevenredig veel meer broeikasgassen worden geproduceerd.
Ruim duizend jaar van veranderende temperatuur- en neerslagpatronen, die allemaal van cruciaal belang zijn voor het verbouwen van gewassen, hebben de planeet op het spoor gezet van steeds zwaardere stormen, droogten en overstromingen. Het behouden – laat staan het uitbreiden – van de voedselproductie zal dus steeds moeilijker worden.
Er is een volksbeweging nodig om het cultureel bewustzijn te 'sturen' in de richting van het bieden van de 'vooruitziende blik' en de agrarische, ecologische en demografische planning die de markten niet in huis hebben. Slechts dan kunnen we beginnen de bevolkingsramp serieus aan te pakken – en de voordelen op voedings- en gezondheidsgebied te overwegen van het op humane wijze beëindigen van de bevolkingsgroei, voordat we een wereldbevolking van negen miljard mensen hebben, en het inzetten van een geleidelijke krimp.
De beste manier om die krimp te bereiken is volgens ons het verstrekken van volwaardige rechten en kansen aan vrouwen, en het toegankelijk maken van moderne anticonceptiemiddelen en abortusmogelijkheden voor alle seksueel actieve mensen. De mate waarin deze stappen de totale vruchtbaarheidsniveau's zullen verminderen, is omstreden. Toch zouden ze aanzienlijke sociale en economische voordelen kunnen opleveren door grote hoeveelheden nieuwe denkkracht beschikbaar te maken voor het oplossen van onze problemen, en intussen honderdduizenden levens te redden door het aantal onveilige abortussen te verminderen.
Kan de mensheid een grote sterftegolf door uithongering voorkomen? Ja, dat kan – ook al schatten we de kans dat dit zal lukken momenteel niet hoger in dan 10%. Hoe naargeestig het misschien ook klinkt, wij geloven dat het – terwille van toekomstige generaties – de moeite waard is om ons best te doen hier 11% van te maken.
Een van onze beroemdste collega's, biogeograaf en energiedeskundige James Brown van de Universiteit van New Mexico, is het hier niet mee eens. Hij schat de kans dat de menselijke beschaving behouden kan blijven op ongeveer 1%, maar vindt het de moeite waard om te proberen er 1,1% van te maken.
Het ontwikkelen van een vooruitziende blik en het mobiliseren van de burgermaatschappij voor duurzaamheid zijn belangrijke doelstellingen van de Millennium Alliance for Humanity and the Biosphere (MAHB), gevestigd aan de Universiteit van Stanford. Zij die zich aansluiten bij de MAHB voegen zich bij de besten van de mondiale civil society in de strijd om het einde van de beschaving te voorkomen.
Vertaling: Menno Grootveld