BERLIJN – Het conflict tussen Arabieren en joden over het land tussen de Jordaanvallei en de Middellandse Zee – met als middelpunt de heilige stad Jeruzalem, die nu de hoofdstad van de staat Israël is – duurt al ruim honderd jaar. Maar nu verandert het conflict – en niet ten goede.
Het begon onder de heerschappij van de Ottomaanse sultans en ging door na de Eerste Wereldoorlog, toen een mandaat van de Volkenbond een dunne dekmantel bood voor wat in feite koloniale heerschappij was van de twee Europese overwinnaars, Groot-Brittannië en Frankrijk. Toen kwam de Tweede Wereldoorlog, die eindigde met de val van het naziregime in Duitsland. In 1947 stemde een tweederde meerderheid in de nieuw opgerichte Verenigde Naties in met een verdelingsplan voor het mandaatgebied Palestina; en in 1948, met het verstrijken van het mandaat, werd de staat Israël gesticht.
Dat leidde tot de eerste oorlog in het Midden-Oosten tussen Israël en zijn Arabische buren, die binnen een jaar werden verslagen, wat resulteerde in een massale verdrijving van veel Arabieren uit het betwiste land (een gebeurtenis die bekend staat als de Nakba, wat ‘catastrofe’ betekent). Maar er zouden in de komende decennia nog meer oorlogen volgen, met nog meer verplaatsingen en verdrijvingen tot gevolg.
Tijdens deze strijd van ruim een eeuw heeft de wereld grote en diepgaande geopolitieke veranderingen ondergaan, van de val van de oude koloniale rijken tot de twee wereldoorlogen en de lange Koude Oorlog. Toch is het Israëlisch-Palestijnse conflict voornamelijk een regionale aangelegenheid gebleven, of zelfs maar een lokale tussen twee kleine bevolkingsgroepen. In tegenstelling tot de crisis in Sarajevo in de zomer van 1914 heeft dit conflict nooit geleid tot een wereldwijde vuurzee of een botsing tussen grootmachten, met een wereldoorlog als hoogtepunt. Maar nu zou ook die geopolitieke realiteit wel eens voor onze ogen kunnen verdwijnen.
Het is bijna een jaar geleden dat Hamas het grensgebied van Israël met Gaza aanviel, burgers afslachtte en honderden gijzelaars meenam – waaronder jong en oud, vrouwen en kinderen. De daaruit voortvloeiende oorlog in Gaza heeft een gruwelijke tol geëist onder Palestijnse burgers, onder wie Hamas-militanten wapenopslagplaatsen verbergen. Maar vanaf het allereerste begin is deze oorlog meer geweest dan het zoveelste bloedige hoofdstuk in het eeuwenoude joods-Palestijnse conflict over hetzelfde land. De onbetwistbare bredere context is de strijd om regionale hegemonie tussen Iran en zijn ‘As van Verzet,’ en degenen die zich daartegen verzetten.
Sinds Iran op 13 april een ongekende raketaanval lanceerde op Israël vanaf zijn eigen grondgebied, verkeren de twee landen in een niet verklaarde staat van oorlog, en niet over een stuk land. Dit conflict heeft een veel grotere dimensie, want zolang Israël – een van de sterkste militaire machten in het Midden-Oosten – bestaat, kan Iran zijn doel van regionale hegemonie niet bereiken. Voor Iran is Israël dus vooral een middel om dat doel te verwezenlijken. De joodse staat verschaft Iran een cruciaal voordeel ten opzichte van zijn belangrijkste Arabische rivaal, Saoedi-Arabië, door Hamas, Hezbollah en andere deelnemers aan de As van Verzet van een bestaansreden te voorzien.
Het geavanceerde nucleaire programma van Iran is een ander middel om hetzelfde doel te bereiken. Een nucleair bewapend Iran zou het machtsevenwicht in het Midden-Oosten en waarschijnlijk ook wereldwijd doen verschuiven.
Nu het spook van een grote regionale oorlog in het Midden-Oosten is opgeroepen, is het onwaarschijnlijk dat iemand in staat zal zijn om het te beteugelen. Iran en zijn handlangers hebben wraak gezworen voor de recente moorden door Israël op hoge Hamas- en Hezbollah-functionarissen in respectievelijk Teheran en Beiroet. In een dramatisch veranderende, steeds instabielere wereld is het een eeuw oude conflict in het Midden-Oosten iets nieuws geworden. Alle grootmachten zijn er al bij betrokken – aangezien Iran een nauwe partner is van Rusland en China –, en de status van de regio als belangrijke energie-exporteur betekent dat elke verdere escalatie tot ernstige mondiale economische ontwrichtingen zal leiden.
Net als in de jaren zeventig van de afgelopen eeuw kan het Midden-Oosten een wereldwijde economische crisis teweegbrengen. Deze keer zijn er echter geen haalbare oplossingen in zicht. Alle betrokken partijen zijn koppig overtuigd van hun eigen kansen, en noch de Palestijnen noch de Israëli’s zullen ooit zomaar opgeven.
Door een bredere oorlog met Israël en de Verenigde Staten te riskeren in zijn streven naar regionale hegemonie en kernwapens, zou het Iraanse regime wel eens zijn eigen einde kunnen bewerkstelligen. Maar in de tussentijd zal Israël zichzelf internationaal blijven isoleren door zijn brute militaire campagne in Gaza voort te zetten. Beide partijen hebben de rede afgezworen en dat zou ons allemaal zorgen moeten baren.
Joschka Fischer, Duitslands minister van Buitenlandse Zaken en vicekanselier van 1998 tot 2005, was bijna twintig jaar lang een leider van de Duitse Groenen.
Vertaling: Menno Grootveld
BERLIJN – Het conflict tussen Arabieren en joden over het land tussen de Jordaanvallei en de Middellandse Zee – met als middelpunt de heilige stad Jeruzalem, die nu de hoofdstad van de staat Israël is – duurt al ruim honderd jaar. Maar nu verandert het conflict – en niet ten goede.
Het begon onder de heerschappij van de Ottomaanse sultans en ging door na de Eerste Wereldoorlog, toen een mandaat van de Volkenbond een dunne dekmantel bood voor wat in feite koloniale heerschappij was van de twee Europese overwinnaars, Groot-Brittannië en Frankrijk. Toen kwam de Tweede Wereldoorlog, die eindigde met de val van het naziregime in Duitsland. In 1947 stemde een tweederde meerderheid in de nieuw opgerichte Verenigde Naties in met een verdelingsplan voor het mandaatgebied Palestina; en in 1948, met het verstrijken van het mandaat, werd de staat Israël gesticht.
Dat leidde tot de eerste oorlog in het Midden-Oosten tussen Israël en zijn Arabische buren, die binnen een jaar werden verslagen, wat resulteerde in een massale verdrijving van veel Arabieren uit het betwiste land (een gebeurtenis die bekend staat als de Nakba, wat ‘catastrofe’ betekent). Maar er zouden in de komende decennia nog meer oorlogen volgen, met nog meer verplaatsingen en verdrijvingen tot gevolg.
Tijdens deze strijd van ruim een eeuw heeft de wereld grote en diepgaande geopolitieke veranderingen ondergaan, van de val van de oude koloniale rijken tot de twee wereldoorlogen en de lange Koude Oorlog. Toch is het Israëlisch-Palestijnse conflict voornamelijk een regionale aangelegenheid gebleven, of zelfs maar een lokale tussen twee kleine bevolkingsgroepen. In tegenstelling tot de crisis in Sarajevo in de zomer van 1914 heeft dit conflict nooit geleid tot een wereldwijde vuurzee of een botsing tussen grootmachten, met een wereldoorlog als hoogtepunt. Maar nu zou ook die geopolitieke realiteit wel eens voor onze ogen kunnen verdwijnen.
Het is bijna een jaar geleden dat Hamas het grensgebied van Israël met Gaza aanviel, burgers afslachtte en honderden gijzelaars meenam – waaronder jong en oud, vrouwen en kinderen. De daaruit voortvloeiende oorlog in Gaza heeft een gruwelijke tol geëist onder Palestijnse burgers, onder wie Hamas-militanten wapenopslagplaatsen verbergen. Maar vanaf het allereerste begin is deze oorlog meer geweest dan het zoveelste bloedige hoofdstuk in het eeuwenoude joods-Palestijnse conflict over hetzelfde land. De onbetwistbare bredere context is de strijd om regionale hegemonie tussen Iran en zijn ‘As van Verzet,’ en degenen die zich daartegen verzetten.
Sinds Iran op 13 april een ongekende raketaanval lanceerde op Israël vanaf zijn eigen grondgebied, verkeren de twee landen in een niet verklaarde staat van oorlog, en niet over een stuk land. Dit conflict heeft een veel grotere dimensie, want zolang Israël – een van de sterkste militaire machten in het Midden-Oosten – bestaat, kan Iran zijn doel van regionale hegemonie niet bereiken. Voor Iran is Israël dus vooral een middel om dat doel te verwezenlijken. De joodse staat verschaft Iran een cruciaal voordeel ten opzichte van zijn belangrijkste Arabische rivaal, Saoedi-Arabië, door Hamas, Hezbollah en andere deelnemers aan de As van Verzet van een bestaansreden te voorzien.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Het geavanceerde nucleaire programma van Iran is een ander middel om hetzelfde doel te bereiken. Een nucleair bewapend Iran zou het machtsevenwicht in het Midden-Oosten en waarschijnlijk ook wereldwijd doen verschuiven.
Nu het spook van een grote regionale oorlog in het Midden-Oosten is opgeroepen, is het onwaarschijnlijk dat iemand in staat zal zijn om het te beteugelen. Iran en zijn handlangers hebben wraak gezworen voor de recente moorden door Israël op hoge Hamas- en Hezbollah-functionarissen in respectievelijk Teheran en Beiroet. In een dramatisch veranderende, steeds instabielere wereld is het een eeuw oude conflict in het Midden-Oosten iets nieuws geworden. Alle grootmachten zijn er al bij betrokken – aangezien Iran een nauwe partner is van Rusland en China –, en de status van de regio als belangrijke energie-exporteur betekent dat elke verdere escalatie tot ernstige mondiale economische ontwrichtingen zal leiden.
Net als in de jaren zeventig van de afgelopen eeuw kan het Midden-Oosten een wereldwijde economische crisis teweegbrengen. Deze keer zijn er echter geen haalbare oplossingen in zicht. Alle betrokken partijen zijn koppig overtuigd van hun eigen kansen, en noch de Palestijnen noch de Israëli’s zullen ooit zomaar opgeven.
Door een bredere oorlog met Israël en de Verenigde Staten te riskeren in zijn streven naar regionale hegemonie en kernwapens, zou het Iraanse regime wel eens zijn eigen einde kunnen bewerkstelligen. Maar in de tussentijd zal Israël zichzelf internationaal blijven isoleren door zijn brute militaire campagne in Gaza voort te zetten. Beide partijen hebben de rede afgezworen en dat zou ons allemaal zorgen moeten baren.
Joschka Fischer, Duitslands minister van Buitenlandse Zaken en vicekanselier van 1998 tot 2005, was bijna twintig jaar lang een leider van de Duitse Groenen.
Vertaling: Menno Grootveld