BRUSSEL – De wereld kijkt halsreikend uit naar de vaccinatiecampagnes tegen COVID-19 en ziet uit naar een terugkeer naar de normaliteit na een jaar van lockdowns. Maar er zal nooit een vaccin zijn voor de andere dreiging die de mensheid boven het hoofd hangt: klimaatverandering.
Apocalyptische beelden van bosbranden in Californië en verwoestende overstromingen in Bangladesh zijn voorbodes van wat ons te wachten staat als we niets doen tegen de klimaatnoodtoestand. Zonder drastische maatregelen zullen dergelijke rampen zich vaker voordoen met steeds destructiever gevolgen. Bovendien is klimaatverandering een van de grootste geopolitieke uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd. Klimaatverandering zorgt als conflictmultiplicator voor sociopolitieke instabiliteit, veroorzaakt migratiedruk, verergert de mondiale onrechtvaardigheid en vormt een gevaar voor de mensenrechten en de vrede, met name in fragiele staten.
Klimaatwetenschappers hebben aangetoond dat de wereld nog slechts 580 gigaton koolstofdioxide mag uitstoten om de stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd te beperken tot 1,5 °C boven de pre-industriële niveaus - de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs. Dat is ons koolstofbudget - voor altijd. Maar met de huidige wereldwijde uitstoot van ongeveer 37 gigaton per jaar zullen we ons budget in 2032 hebben opgebruikt. Daarom moeten we snel gaan decarboniseren. Aangezien de wereld al met 1,1 °C is opgewarmd en de temperaturen in veel gebieden nog sterker zijn gestegen, is het komende decennium onze laatste kans om het probleem aan te pakken.
De Europese Unie is al tientallen jaren wereldleider op dit gebied en heeft zelfs tijdens de COVID-19-crisis haar ambities waargemaakt. De EU heeft onder meer het startschot gegeven voor wat vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie terecht "het groenste stimuleringsplan ter wereld" heeft genoemd." Met de Europese Green Deal heeft de EU ook haar streefcijfer voor emissiereductie voor 2030 verhoogd tot 55 % en toegezegd uiterlijk in 2050 koolstofneutraal te zijn.
Om deze inspanningen te ondersteunen, zijn de lidstaten overeengekomen de Europese Investeringsbank (EIB) om te vormen tot de klimaatbank van de EU. Zoals uiteengezet in de Climate Bank Roadmap-2021 2025 streeft de EIB-groep ernaar tussen 2021 en 2030 1 biljoen euro (1,2 biljoen dollar) aan investeringen in klimaatactie en milieuduurzaamheid bijeen te brengen. Het is de eerste multilaterale ontwikkelingsbank ter wereld die haar activiteiten volledig op de Overeenkomst van Parijs heeft afgestemd.
Om echt resultaat te behalen, moet Europa naast deze interne inspanningen echter ook een proactief buitenlands beleid voeren. In een wereld waarin de EU minder dan 8 % van de wereldwijde uitstoot voor haar rekening neemt, mogen onze klimaatinspanningen niet beperkt blijven tot ons werelddeel. Als we toestaan dat in de groeiende energievraag in Afrika en delen van Azië wordt voorzien via extra steenkool- en gasgestookte energiecentrales die door China of andere landen worden betaald, zal onze hoop om de opwarming van de aarde te beperken letterlijk in rook opgaan. We moeten onze mondiale partners ervan overtuigen om onze ambitie te omarmen, en we moeten hen aansporen - of helpen - de nodige maatregelen te nemen.
Daartoe zal Europa zijn economische en diplomatieke gewicht in de strijd moeten werpen voor het klimaat en een grootmacht in klimaatdiplomatie moeten worden. We moeten onze klimaatinspanningen combineren met realpolitik, vanuit het besef dat er een onweerlegbaar verband is tussen innovatie en duurzame ontwikkeling. Alleen innovatie kan ervoor zorgen dat Europa concurrerend blijft en de klimaatuitdaging zowel binnen als buiten onze grenzen kan aangaan. En alleen door innovatie en groene investeringen kunnen we de economische veerkracht in Afrika en daarbuiten vergroten.
Europa beschikt over de instrumenten om op wereldniveau een verschil te maken. Als een van de grootste markten en handelsblokken ter wereld kan de EU regels en normen vaststellen voor ingevoerde goederen en diensten. We hebben al een breed scala aan handelsovereenkomsten en strategische partnerschappen met landen en regio's over de hele wereld, en samen zijn de EU en haar lidstaten 's werelds grootste donor van ontwikkelingshulp en humanitaire hulp. Ten slotte heeft de EU met de EIB de grootste multilaterale kredietverstrekker ter beschikking.
De slagvaardigheid van de EIB is dringend nodig. Volgens de UNCTAD (Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling) is het voor de verwezenlijking van onze klimaat- en duurzame-ontwikkelingsdoelen voor 2030 noodzakelijk dat jaarlijks een investeringtekort van ongeveer 2,5 biljoen euro wordt aangevuld. We kunnen ons nergens alleen op de publieke sector verlaten, zeker niet in minder ontwikkelde regio's. Als publieke financiële instelling en pionier in groene obligaties heeft de EIB een belangrijke rol te spelen, zowel bij het verleggen van particuliere financiering naar duurzame investeringsprojecten wereldwijd als bij het bewerkstelligen (via haar bancaire en technische expertise) dat alle projecten economisch zinvol zijn.
Om een mondiale impact te hebben, moet de EU met overtuiging alle haar ter beschikking staande instrumenten inzetten. Zo moet de EU bij alles wat zij plant en doet om de door COVID-19 veroorzaakte sociale en economische schade in naburige regio's te beperken, de bredere klimaatagenda voor ogen houden.
Bovendien moeten andere ontwikkelingsbanken het voorbeeld van de EIB volgen en hun activiteiten afstemmen op de doelstellingen van Parijs, teneinde koolstofarme, klimaatbestendige ontwikkelingstrajecten vast te leggen (of ten minste te voorkomen dat de groene transitie wordt ondermijnd).
De VN-klimaatconferentie in Glasgow (COP26) in november zal een cruciale mijlpaal zijn voor het verhogen van de mondiale ambities. In tegenstelling tot eerdere COP's is het niet zozeer de bedoeling nieuwe multilaterale regels vast te stellen maar wel zoveel mogelijk landen - met name de grote emittenten - ertoe te bewegen krachtiger toezeggingen te doen. Volgende week zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU bespreken hoe de toon kan worden gezet om Glasgow tot een succes te maken, en hoe we onze klimaat- en energiediplomatie kunnen ontwikkelen om de externe dimensies van de Europese Green Deal te bevorderen.
Het versnellen van klimaatactie en het beheren van de energietransitie moeten centraal staan in het buitenlands beleid van de EU en in onze samenwerking met partners in de hele wereld, en we zijn in dit verband verheugd over het essentiële besluit van president Biden om opnieuw toe te treden tot de Overeenkomst van Parijs. Wat we vandaag doen, zal de koers voor de komende decennia bepalen. We zijn voornemens om van 2021 een bepalend jaar te maken waarin Europa zijn volle diplomatieke en financiële gewicht in de schaal legt bij de wereldwijde strijd tegen klimaatverandering. Zoals António Guterres, secretaris-generaal van de VN, heeft gesteld, is dit de "grootste uitdaging van onze tijd".
BRUSSEL – De wereld kijkt halsreikend uit naar de vaccinatiecampagnes tegen COVID-19 en ziet uit naar een terugkeer naar de normaliteit na een jaar van lockdowns. Maar er zal nooit een vaccin zijn voor de andere dreiging die de mensheid boven het hoofd hangt: klimaatverandering.
Apocalyptische beelden van bosbranden in Californië en verwoestende overstromingen in Bangladesh zijn voorbodes van wat ons te wachten staat als we niets doen tegen de klimaatnoodtoestand. Zonder drastische maatregelen zullen dergelijke rampen zich vaker voordoen met steeds destructiever gevolgen. Bovendien is klimaatverandering een van de grootste geopolitieke uitdagingen waarmee we worden geconfronteerd. Klimaatverandering zorgt als conflictmultiplicator voor sociopolitieke instabiliteit, veroorzaakt migratiedruk, verergert de mondiale onrechtvaardigheid en vormt een gevaar voor de mensenrechten en de vrede, met name in fragiele staten.
Klimaatwetenschappers hebben aangetoond dat de wereld nog slechts 580 gigaton koolstofdioxide mag uitstoten om de stijging van de gemiddelde temperatuur wereldwijd te beperken tot 1,5 °C boven de pre-industriële niveaus - de doelstelling van de Overeenkomst van Parijs. Dat is ons koolstofbudget - voor altijd. Maar met de huidige wereldwijde uitstoot van ongeveer 37 gigaton per jaar zullen we ons budget in 2032 hebben opgebruikt. Daarom moeten we snel gaan decarboniseren. Aangezien de wereld al met 1,1 °C is opgewarmd en de temperaturen in veel gebieden nog sterker zijn gestegen, is het komende decennium onze laatste kans om het probleem aan te pakken.
De Europese Unie is al tientallen jaren wereldleider op dit gebied en heeft zelfs tijdens de COVID-19-crisis haar ambities waargemaakt. De EU heeft onder meer het startschot gegeven voor wat vicevoorzitter Frans Timmermans van de Europese Commissie terecht "het groenste stimuleringsplan ter wereld" heeft genoemd." Met de Europese Green Deal heeft de EU ook haar streefcijfer voor emissiereductie voor 2030 verhoogd tot 55 % en toegezegd uiterlijk in 2050 koolstofneutraal te zijn.
Om deze inspanningen te ondersteunen, zijn de lidstaten overeengekomen de Europese Investeringsbank (EIB) om te vormen tot de klimaatbank van de EU. Zoals uiteengezet in de Climate Bank Roadmap-2021 2025 streeft de EIB-groep ernaar tussen 2021 en 2030 1 biljoen euro (1,2 biljoen dollar) aan investeringen in klimaatactie en milieuduurzaamheid bijeen te brengen. Het is de eerste multilaterale ontwikkelingsbank ter wereld die haar activiteiten volledig op de Overeenkomst van Parijs heeft afgestemd.
Om echt resultaat te behalen, moet Europa naast deze interne inspanningen echter ook een proactief buitenlands beleid voeren. In een wereld waarin de EU minder dan 8 % van de wereldwijde uitstoot voor haar rekening neemt, mogen onze klimaatinspanningen niet beperkt blijven tot ons werelddeel. Als we toestaan dat in de groeiende energievraag in Afrika en delen van Azië wordt voorzien via extra steenkool- en gasgestookte energiecentrales die door China of andere landen worden betaald, zal onze hoop om de opwarming van de aarde te beperken letterlijk in rook opgaan. We moeten onze mondiale partners ervan overtuigen om onze ambitie te omarmen, en we moeten hen aansporen - of helpen - de nodige maatregelen te nemen.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Daartoe zal Europa zijn economische en diplomatieke gewicht in de strijd moeten werpen voor het klimaat en een grootmacht in klimaatdiplomatie moeten worden. We moeten onze klimaatinspanningen combineren met realpolitik, vanuit het besef dat er een onweerlegbaar verband is tussen innovatie en duurzame ontwikkeling. Alleen innovatie kan ervoor zorgen dat Europa concurrerend blijft en de klimaatuitdaging zowel binnen als buiten onze grenzen kan aangaan. En alleen door innovatie en groene investeringen kunnen we de economische veerkracht in Afrika en daarbuiten vergroten.
Europa beschikt over de instrumenten om op wereldniveau een verschil te maken. Als een van de grootste markten en handelsblokken ter wereld kan de EU regels en normen vaststellen voor ingevoerde goederen en diensten. We hebben al een breed scala aan handelsovereenkomsten en strategische partnerschappen met landen en regio's over de hele wereld, en samen zijn de EU en haar lidstaten 's werelds grootste donor van ontwikkelingshulp en humanitaire hulp. Ten slotte heeft de EU met de EIB de grootste multilaterale kredietverstrekker ter beschikking.
De slagvaardigheid van de EIB is dringend nodig. Volgens de UNCTAD (Conferentie van de Verenigde Naties voor handel en ontwikkeling) is het voor de verwezenlijking van onze klimaat- en duurzame-ontwikkelingsdoelen voor 2030 noodzakelijk dat jaarlijks een investeringtekort van ongeveer 2,5 biljoen euro wordt aangevuld. We kunnen ons nergens alleen op de publieke sector verlaten, zeker niet in minder ontwikkelde regio's. Als publieke financiële instelling en pionier in groene obligaties heeft de EIB een belangrijke rol te spelen, zowel bij het verleggen van particuliere financiering naar duurzame investeringsprojecten wereldwijd als bij het bewerkstelligen (via haar bancaire en technische expertise) dat alle projecten economisch zinvol zijn.
Om een mondiale impact te hebben, moet de EU met overtuiging alle haar ter beschikking staande instrumenten inzetten. Zo moet de EU bij alles wat zij plant en doet om de door COVID-19 veroorzaakte sociale en economische schade in naburige regio's te beperken, de bredere klimaatagenda voor ogen houden.
Bovendien moeten andere ontwikkelingsbanken het voorbeeld van de EIB volgen en hun activiteiten afstemmen op de doelstellingen van Parijs, teneinde koolstofarme, klimaatbestendige ontwikkelingstrajecten vast te leggen (of ten minste te voorkomen dat de groene transitie wordt ondermijnd).
De VN-klimaatconferentie in Glasgow (COP26) in november zal een cruciale mijlpaal zijn voor het verhogen van de mondiale ambities. In tegenstelling tot eerdere COP's is het niet zozeer de bedoeling nieuwe multilaterale regels vast te stellen maar wel zoveel mogelijk landen - met name de grote emittenten - ertoe te bewegen krachtiger toezeggingen te doen. Volgende week zullen de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU bespreken hoe de toon kan worden gezet om Glasgow tot een succes te maken, en hoe we onze klimaat- en energiediplomatie kunnen ontwikkelen om de externe dimensies van de Europese Green Deal te bevorderen.
Het versnellen van klimaatactie en het beheren van de energietransitie moeten centraal staan in het buitenlands beleid van de EU en in onze samenwerking met partners in de hele wereld, en we zijn in dit verband verheugd over het essentiële besluit van president Biden om opnieuw toe te treden tot de Overeenkomst van Parijs. Wat we vandaag doen, zal de koers voor de komende decennia bepalen. We zijn voornemens om van 2021 een bepalend jaar te maken waarin Europa zijn volle diplomatieke en financiële gewicht in de schaal legt bij de wereldwijde strijd tegen klimaatverandering. Zoals António Guterres, secretaris-generaal van de VN, heeft gesteld, is dit de "grootste uitdaging van onze tijd".