LUXEMBURG – Beleidsmakers en deskundigen zitten in hun maag met de crises waardoor de Europese Unie is getroffen, omdat ze denken dat de EU achterop raakt in de strijd tegen grote bedreigingen voor haar overleving op de langere termijn. Maar als het gaat om de klimaatverandering is niets minder waar. Midden november hebben de lidstaten van de EU aangetoond dat ze zich kunnen verenigen rond een gedeelde visie op een koolstofarme toekomst. En Europese instellingen leiden nu al de strijd tegen de klimaatverandering op mondiale schaal. Van deze instellingen zal de Europese Investeringsbank nu een nóg grotere rol gaan spelen als instrument voor het koolstofvrij maken van de economie en het beperken van de opwarming van de aarde tot onder de 2°C boven pre-industrieel niveau.
De klimaatverandering is het belangrijkste politieke vraagstuk van onze tijd. Wetenschappers denken dat als we op het huidige pad zullen blijven voortgaan, we eind deze eeuw een opwarming van de aarde van 3 tot 4°C zullen meemaken, op welk punt grote delen van de planeet onbewoonbaar zullen worden. In samenhang met de bevolkingsgroei zou de impact op het menselijk welzijn en de migratiestromen catastrofaal zijn. De koolstofdioxide-uitstoot heeft in 2018 een wereldwijd record bereikt, wat erop duidt dat we onze reactie dringend moeten versnellen.
De transitie naar een koolstofarme economie zal zonder enorme investeringen niet mogelijk zijn. Maar de karige openbare middelen zijn bij lange na niet genoeg ter financiering daarvan. In plaats daarvan zullen we publiek geld moeten inzetten om particulier kapitaal te mobiliseren. De nieuwe Europese Commissie onder president Ursula von der Leyen begrijpt dit. Voor het verwezenlijken van een Europese Green Deal heeft von der Leyen de EIB gevraagd de financiële motor te worden van de transitie naar een koolstofarme economie.
Met dat doel voor ogen zal de EIB haar financiering gebruiken om het komende decennium ruim $1 bln aan investeringen te mobiliseren voor klimaatactie en ecologische duurzaamheid, terwijl het aandeel van de klimaatinvesteringen in haar totale financieringsportefeuille zal oplopen naar 50% in 2025. Eind 2020 zal de gehele financiering van de bank op één lijn worden gebracht met de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs uit 2015, en één jaar later zal de financiering van projecten die louter afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen ten einde komen. In het vervolg zal de bank de meest ambitieuze klimaatinvesteringsstrategie voeren van welke openbare financiële instelling ter wereld dan ook.
In plaats van eenvoudigweg de financiële markten te volgen moeten de publieke financiële instellingen het goede voorbeeld geven door investeringen te organiseren in de groene technologieën van de toekomst – zoals drijvende wind farms, nieuwe vormen van de productie van getijdenenergie, betere batterijen en efficiëntere gebouwen. Publieke banken zullen dáár moeten gaan waar het particulier kapitaal nog niet graag wil komen, hetgeen de EIB al heeft aangetoond in de buitengaatse windmolensector.
Bovendien zijn er duidelijke zakelijke redenen om voorrang te geven aan groene financiering. Beleggers en kredietbeoordelaars kijken steeds kritischer naar de beleggingsportefeuilles, op zoek naar mogelijke “stranded assets” (bezittingen die snel aan waarde zullen inboeten), zoals olie- en gasprojecten die zullen verouderen als duurzame energie commercieel levensvatbaar wordt. Veel bestaande fossiele brandstoffenprojecten hebben al een kortere levensduur dan aanvankelijk werd verwacht, en financiële portefeuilles die zwaar leunen op dergelijke bezittingen zullen steeds vaker hun waarde dreigen te verliezen.
Nu sommige overheden terugkomen op eerdere toezeggingen om de emissies te verminderen, zou je kunnen denken dat de mondiale inspanningen om de klimaatverandering aan te pakken aan kracht inboeten. Maar we mogen de kracht van financiële drukmiddelen niet onderschatten om veranderingen te bewerkstelligen, en we mogen ook de vastberadenheid van plaatselijke overheden en de particuliere sector om in actie te komen waar nationale overheden het laten afweten niet over het hoofd zien.
Niettemin moet de transitie naar een koolstofarme economie inclusief zijn, als we alle landen aan boord willen houden. Hoewel landen die gezamenlijk ruim 90% van het kapitaal van de EIB in handen hebben vóór het nieuwe energiekredietbeleid hebben gestemd, hebben sommige regeringen tegen gestemd. Zij koesteren legitieme zorgen over de economische implicaties voor hun kiezers. We kunnen het standpunt van landen niet negeren die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen als steenkool, en die de toegenomen productie van aardgas beschouwen als een transitieperiode. We kunnen hen beter helpen die transitie te bespoedigen, door ervoor te zorgen dat het proces eerlijk en rechtvaardig verloopt. De EIB heeft er bijvoorbeeld mee ingestemd de deadline voor haar steun aan gasprojecten die al aan beoordeling onderhevig zijn te verlengen (tot eind 2021).
Zoals we de afgelopen jaren hebben gezien kan klimaatbeleid perfect zijn ontworpen, maar als het gemeenschappen links laat liggen, zal dat tot weerstand leiden, waardoor dat beleid kan mislukken. Op dit moment staan minstens tien EU-lidstaten voor uitdagingen op het gebied van energie-investeringen die niet kunnen worden genegeerd.
Om hen te helpen een weg voorwaarts te vinden, zal de EIB nauw samenwerken met de Europese Commissie en het nieuwe “Just Transition Fund,” onder meer door adviezen uit te brengen.
Een ordentelijk gemanagede groene transitie zal iedereen in de energiesector ruim voldoende economische mogelijkheden bieden – van de opwekking tot het transport en de distributie en opslag van energie. Bovendien zal de noodzaak van koolstofarme technologieën voor de mobiliteit en de energie-intensieve industriesectoren meer mogelijkheden scheppen voor innovatieve bedrijvigheid.
Nieuwe deelnemers betreden de markt, consumenten worden actiever, en de civil society-organisaties zijn aan het mobiliseren. Door markten vorm te geven en particuliere investeringen naar de sectoren te leiden die zullen zorgen voor een rechtvaardige en eerlijke transitie voor iedereen, hoopt de EIB te kunnen demonstreren hoeveel kan worden bereikt via de inzet van publieke financiering.
Vertaling: Menno Grootveld
LUXEMBURG – Beleidsmakers en deskundigen zitten in hun maag met de crises waardoor de Europese Unie is getroffen, omdat ze denken dat de EU achterop raakt in de strijd tegen grote bedreigingen voor haar overleving op de langere termijn. Maar als het gaat om de klimaatverandering is niets minder waar. Midden november hebben de lidstaten van de EU aangetoond dat ze zich kunnen verenigen rond een gedeelde visie op een koolstofarme toekomst. En Europese instellingen leiden nu al de strijd tegen de klimaatverandering op mondiale schaal. Van deze instellingen zal de Europese Investeringsbank nu een nóg grotere rol gaan spelen als instrument voor het koolstofvrij maken van de economie en het beperken van de opwarming van de aarde tot onder de 2°C boven pre-industrieel niveau.
De klimaatverandering is het belangrijkste politieke vraagstuk van onze tijd. Wetenschappers denken dat als we op het huidige pad zullen blijven voortgaan, we eind deze eeuw een opwarming van de aarde van 3 tot 4°C zullen meemaken, op welk punt grote delen van de planeet onbewoonbaar zullen worden. In samenhang met de bevolkingsgroei zou de impact op het menselijk welzijn en de migratiestromen catastrofaal zijn. De koolstofdioxide-uitstoot heeft in 2018 een wereldwijd record bereikt, wat erop duidt dat we onze reactie dringend moeten versnellen.
De transitie naar een koolstofarme economie zal zonder enorme investeringen niet mogelijk zijn. Maar de karige openbare middelen zijn bij lange na niet genoeg ter financiering daarvan. In plaats daarvan zullen we publiek geld moeten inzetten om particulier kapitaal te mobiliseren. De nieuwe Europese Commissie onder president Ursula von der Leyen begrijpt dit. Voor het verwezenlijken van een Europese Green Deal heeft von der Leyen de EIB gevraagd de financiële motor te worden van de transitie naar een koolstofarme economie.
Met dat doel voor ogen zal de EIB haar financiering gebruiken om het komende decennium ruim $1 bln aan investeringen te mobiliseren voor klimaatactie en ecologische duurzaamheid, terwijl het aandeel van de klimaatinvesteringen in haar totale financieringsportefeuille zal oplopen naar 50% in 2025. Eind 2020 zal de gehele financiering van de bank op één lijn worden gebracht met de doelstellingen van het klimaatakkoord van Parijs uit 2015, en één jaar later zal de financiering van projecten die louter afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen ten einde komen. In het vervolg zal de bank de meest ambitieuze klimaatinvesteringsstrategie voeren van welke openbare financiële instelling ter wereld dan ook.
In plaats van eenvoudigweg de financiële markten te volgen moeten de publieke financiële instellingen het goede voorbeeld geven door investeringen te organiseren in de groene technologieën van de toekomst – zoals drijvende wind farms, nieuwe vormen van de productie van getijdenenergie, betere batterijen en efficiëntere gebouwen. Publieke banken zullen dáár moeten gaan waar het particulier kapitaal nog niet graag wil komen, hetgeen de EIB al heeft aangetoond in de buitengaatse windmolensector.
Bovendien zijn er duidelijke zakelijke redenen om voorrang te geven aan groene financiering. Beleggers en kredietbeoordelaars kijken steeds kritischer naar de beleggingsportefeuilles, op zoek naar mogelijke “stranded assets” (bezittingen die snel aan waarde zullen inboeten), zoals olie- en gasprojecten die zullen verouderen als duurzame energie commercieel levensvatbaar wordt. Veel bestaande fossiele brandstoffenprojecten hebben al een kortere levensduur dan aanvankelijk werd verwacht, en financiële portefeuilles die zwaar leunen op dergelijke bezittingen zullen steeds vaker hun waarde dreigen te verliezen.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Nu sommige overheden terugkomen op eerdere toezeggingen om de emissies te verminderen, zou je kunnen denken dat de mondiale inspanningen om de klimaatverandering aan te pakken aan kracht inboeten. Maar we mogen de kracht van financiële drukmiddelen niet onderschatten om veranderingen te bewerkstelligen, en we mogen ook de vastberadenheid van plaatselijke overheden en de particuliere sector om in actie te komen waar nationale overheden het laten afweten niet over het hoofd zien.
Niettemin moet de transitie naar een koolstofarme economie inclusief zijn, als we alle landen aan boord willen houden. Hoewel landen die gezamenlijk ruim 90% van het kapitaal van de EIB in handen hebben vóór het nieuwe energiekredietbeleid hebben gestemd, hebben sommige regeringen tegen gestemd. Zij koesteren legitieme zorgen over de economische implicaties voor hun kiezers. We kunnen het standpunt van landen niet negeren die afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen als steenkool, en die de toegenomen productie van aardgas beschouwen als een transitieperiode. We kunnen hen beter helpen die transitie te bespoedigen, door ervoor te zorgen dat het proces eerlijk en rechtvaardig verloopt. De EIB heeft er bijvoorbeeld mee ingestemd de deadline voor haar steun aan gasprojecten die al aan beoordeling onderhevig zijn te verlengen (tot eind 2021).
Zoals we de afgelopen jaren hebben gezien kan klimaatbeleid perfect zijn ontworpen, maar als het gemeenschappen links laat liggen, zal dat tot weerstand leiden, waardoor dat beleid kan mislukken. Op dit moment staan minstens tien EU-lidstaten voor uitdagingen op het gebied van energie-investeringen die niet kunnen worden genegeerd.
Om hen te helpen een weg voorwaarts te vinden, zal de EIB nauw samenwerken met de Europese Commissie en het nieuwe “Just Transition Fund,” onder meer door adviezen uit te brengen.
Een ordentelijk gemanagede groene transitie zal iedereen in de energiesector ruim voldoende economische mogelijkheden bieden – van de opwekking tot het transport en de distributie en opslag van energie. Bovendien zal de noodzaak van koolstofarme technologieën voor de mobiliteit en de energie-intensieve industriesectoren meer mogelijkheden scheppen voor innovatieve bedrijvigheid.
Nieuwe deelnemers betreden de markt, consumenten worden actiever, en de civil society-organisaties zijn aan het mobiliseren. Door markten vorm te geven en particuliere investeringen naar de sectoren te leiden die zullen zorgen voor een rechtvaardige en eerlijke transitie voor iedereen, hoopt de EIB te kunnen demonstreren hoeveel kan worden bereikt via de inzet van publieke financiering.
Vertaling: Menno Grootveld