NEW YORK – Economen worden verondersteld goed te zijn in het begrijpen van risicoʼs. Besluitvorming in het licht van onzekerheid is tenslotte het brood en de boter van deze discipline. Maar nu de reële risicoʼs – geopolitieke, macro-economische, financiële, volksgezondheids- en milieurisicoʼs – zich opstapelen, lijken veel economen het spoor bijster.
Hoewel bedrijven en beleggers veel geld kunnen verdienen als ze de huidige risico-omgeving goed kunnen inschatten en beheersen, lijkt niemand een goede verklaring te hebben voor de situatie van dit moment. Dit geldt met name voor de klimaatverandering: het is nu duidelijk dat de risicoʼs de hele tijd systematisch zijn onderschat en dus verkeerd geprijsd.
Eén verklaring hiervoor is dat de marktdeelnemers de omvang en de waarschijnlijkheid van de risicoʼs niet hebben begrepen, omdat ze op de verkeerde manier over de kwestie hebben nagedacht. Het klimaatsysteem is geen casino met vastomlijnde uitkomsten en waarschijnlijkheden. Zoals een commentaar uit 1987 in Nature het uitdrukte, kunnen veranderingen in de systemen van onze planeet allerlei ʻonaangename verrassingenʼ met zich meebrengen. Het is alsof we spelen met een kaartspel met een onbekend aantal jokers. Bovendien moet men ook rekening houden met het inherente conservatisme van de wetenschap. Vooral klimaatonderzoekers neigen naar voorzichtigheid.
Een klassiek geval is de kwantificering van de zeespiegelstijging. Over het algemeen stijgt de zeespiegel om drie redenen: smeltende poolkappen, smeltende gletsjers in het binnenland en het feit dat warmer water meer ruimte inneemt. Maar in de rapporten van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van begin deze eeuw werd in de kerncijfers alleen rekening gehouden met het smelten van gletsjers en thermische uitzetting. Wetenschappers wisten natuurlijk wel dat de opwarming van de aarde het poolijs zou doen smelten, en dat dit het meest ingrijpende effect van de drie zou kunnen zijn. Maar omdat de schattingen over hoeveel sneller de polen zouden smelten destijds zo sterk uiteenliepen, werden ze buiten de kerncijfers gehouden.
Die omissie is allang gecorrigeerd. Maar het zijn nu de economen die achterblijven bij het kwantificeren van de economische schade die gepaard gaat met de stijging van de zeespiegel en de vele andere onderling verbonden risicoʼs en onzekerheden waarmee de klimaatverandering gepaard gaat. Het kwantificeren van klimaatgerelateerde schade is zwaar werk; en in een wetenschappelijke omgeving waar nieuwe ideeën worden geprezen boven wat louter een ʻboekhoudkundigeʼ exercitie lijkt, is het niet het soort werk dat veel beloning of erkenning oplevert.
Niettemin behoren economen die teruggaan naar Simon Kuznets, de ʻvaderʼ van het bruto binnenlands product, tot de belangrijkste critici van economische maatstaven die pretenderen het algemeen welzijn weer te geven. Het bbp staat centraal in de macro-economische analyse, maar laat veel andere belangrijke indicatoren buiten beschouwing, zoals die welke de gezondheid van mens en planeet meten. Bossen, schone lucht en water hebben geen waarde in de nationale inkomensboekhouding, tenzij ze als productiefactoren rechtstreeks in de economie terechtkomen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Gelukkig beoogt een initiatief van de regering van de Amerikaanse president Joe Biden deze tekortkoming te corrigeren door een nieuwe reeks ʻstatistieken voor milieu-economische beslissingenʼ te ontwikkelen. Deze inspanning is weliswaar niet de eerste in zijn soort in de wereld, maar wel een van de meest ambitieuze. Het doel is het bbp aan te vullen met een veel uitgebreidere reeks maatstaven, en vervolgens deze nieuwe metriek te gebruiken om beleidsbeslissingen te sturen.
Een dergelijke verandering had allang moeten plaatsvinden. De klimaatverandering zou misschien niet zijn uitgegroeid tot het probleem dat het is geworden als de schade ervan al die tijd in de nationale rekeningen was opgenomen.
Dit wijst op een tweede, even belangrijke reden waarom klimaat- en andere risicoʼs verkeerd zijn ingeschat. Het is één ding als wetenschappers, economen en geïnformeerde burgers erkennen dat veel risicoʼs en onzekerheden niet geprijsd zijn; het is iets heel anders om een beleid te voeren dat bedrijven ontmoedigt om die risicoʼs op de samenleving af te wentelen.
Voor leiders uit het bedrijfsleven is het belangrijkste klimaatrisico, volgens een recente enquête van de Federal Reserve Bank van San Francisco, dat de klimaatverandering invloed zal hebben op ʻregels en voorschriften met betrekking tot ons bedrijf.ʼ Leidinggevenden verwachten terecht dat beleidsmakers zullen willen dat zij betalen voor de uitstoot van broeikasgassen en andere negatieve externe effecten in plaats van die kosten te mogen socialiseren.
Dergelijke maatregelen vallen onvermijdelijk in het domein van de politiek, maar economen moeten hun politieke voorkeuren niet verwarren met gezond beleid. Zij die ideologisch geneigd zijn naar de ʻvrijeʼ markt te kijken als leidraad voor de organisatie van de samenleving, zullen moeten erkennen dat een markt alleen goed kan functioneren als geen enkele externaliteit onberekend en onbetaald blijft.
Een ander boekhoudkundig initiatief van de regering Biden kan hierbij helpen. De door de Amerikaanse beurswaakhond, de Securities and Exchange Commission (SEC), voorgestelde regels voor klimaatgerelateerde openbaarmaking zouden bedrijven dwingen om zowel het effect van hun activiteiten op het klimaat als de risicoʼs van de klimaatverandering voor die activiteiten te standaardiseren en te rapporteren. De SEC wil niet alle vervuilers vragen voor hun eigen vervuiling te betalen, maar laat het aan beleggers over om te beslissen wat ze met de nieuwe informatie doen.
Economen moeten de centrale rol van hun adviezen bij de beleidsvorming verdedigen. De politieke krachten en speciale belangen die rond deze kwestie spelen, zullen hun advies beïnvloeden en de adviseurs wellicht aan het spit rijgen. Maar dat mag geen excuus zijn om niets te doen. De intellectuele eerlijkheid vergt dat economen en beleidsmakers nadenken over hoe nieuwe risicoʼs en onzekerheden de resultaten kunnen en zullen beïnvloeden.
De balans opmaken van wat bekend is, is al moeilijk genoeg. Rekening houden met moeilijk in te schatten risicoʼs en onzekerheden zoals klimatologische omslagpunten is nog moeilijker. Maar de erkenning van die risicoʼs en onzekerheden maakt duidelijk dat politieke actie eerder vroeger dan later zal moeten komen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
NEW YORK – Economen worden verondersteld goed te zijn in het begrijpen van risicoʼs. Besluitvorming in het licht van onzekerheid is tenslotte het brood en de boter van deze discipline. Maar nu de reële risicoʼs – geopolitieke, macro-economische, financiële, volksgezondheids- en milieurisicoʼs – zich opstapelen, lijken veel economen het spoor bijster.
Hoewel bedrijven en beleggers veel geld kunnen verdienen als ze de huidige risico-omgeving goed kunnen inschatten en beheersen, lijkt niemand een goede verklaring te hebben voor de situatie van dit moment. Dit geldt met name voor de klimaatverandering: het is nu duidelijk dat de risicoʼs de hele tijd systematisch zijn onderschat en dus verkeerd geprijsd.
Eén verklaring hiervoor is dat de marktdeelnemers de omvang en de waarschijnlijkheid van de risicoʼs niet hebben begrepen, omdat ze op de verkeerde manier over de kwestie hebben nagedacht. Het klimaatsysteem is geen casino met vastomlijnde uitkomsten en waarschijnlijkheden. Zoals een commentaar uit 1987 in Nature het uitdrukte, kunnen veranderingen in de systemen van onze planeet allerlei ʻonaangename verrassingenʼ met zich meebrengen. Het is alsof we spelen met een kaartspel met een onbekend aantal jokers. Bovendien moet men ook rekening houden met het inherente conservatisme van de wetenschap. Vooral klimaatonderzoekers neigen naar voorzichtigheid.
Een klassiek geval is de kwantificering van de zeespiegelstijging. Over het algemeen stijgt de zeespiegel om drie redenen: smeltende poolkappen, smeltende gletsjers in het binnenland en het feit dat warmer water meer ruimte inneemt. Maar in de rapporten van de Intergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering van begin deze eeuw werd in de kerncijfers alleen rekening gehouden met het smelten van gletsjers en thermische uitzetting. Wetenschappers wisten natuurlijk wel dat de opwarming van de aarde het poolijs zou doen smelten, en dat dit het meest ingrijpende effect van de drie zou kunnen zijn. Maar omdat de schattingen over hoeveel sneller de polen zouden smelten destijds zo sterk uiteenliepen, werden ze buiten de kerncijfers gehouden.
Die omissie is allang gecorrigeerd. Maar het zijn nu de economen die achterblijven bij het kwantificeren van de economische schade die gepaard gaat met de stijging van de zeespiegel en de vele andere onderling verbonden risicoʼs en onzekerheden waarmee de klimaatverandering gepaard gaat. Het kwantificeren van klimaatgerelateerde schade is zwaar werk; en in een wetenschappelijke omgeving waar nieuwe ideeën worden geprezen boven wat louter een ʻboekhoudkundigeʼ exercitie lijkt, is het niet het soort werk dat veel beloning of erkenning oplevert.
Niettemin behoren economen die teruggaan naar Simon Kuznets, de ʻvaderʼ van het bruto binnenlands product, tot de belangrijkste critici van economische maatstaven die pretenderen het algemeen welzijn weer te geven. Het bbp staat centraal in de macro-economische analyse, maar laat veel andere belangrijke indicatoren buiten beschouwing, zoals die welke de gezondheid van mens en planeet meten. Bossen, schone lucht en water hebben geen waarde in de nationale inkomensboekhouding, tenzij ze als productiefactoren rechtstreeks in de economie terechtkomen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Gelukkig beoogt een initiatief van de regering van de Amerikaanse president Joe Biden deze tekortkoming te corrigeren door een nieuwe reeks ʻstatistieken voor milieu-economische beslissingenʼ te ontwikkelen. Deze inspanning is weliswaar niet de eerste in zijn soort in de wereld, maar wel een van de meest ambitieuze. Het doel is het bbp aan te vullen met een veel uitgebreidere reeks maatstaven, en vervolgens deze nieuwe metriek te gebruiken om beleidsbeslissingen te sturen.
Een dergelijke verandering had allang moeten plaatsvinden. De klimaatverandering zou misschien niet zijn uitgegroeid tot het probleem dat het is geworden als de schade ervan al die tijd in de nationale rekeningen was opgenomen.
Dit wijst op een tweede, even belangrijke reden waarom klimaat- en andere risicoʼs verkeerd zijn ingeschat. Het is één ding als wetenschappers, economen en geïnformeerde burgers erkennen dat veel risicoʼs en onzekerheden niet geprijsd zijn; het is iets heel anders om een beleid te voeren dat bedrijven ontmoedigt om die risicoʼs op de samenleving af te wentelen.
Voor leiders uit het bedrijfsleven is het belangrijkste klimaatrisico, volgens een recente enquête van de Federal Reserve Bank van San Francisco, dat de klimaatverandering invloed zal hebben op ʻregels en voorschriften met betrekking tot ons bedrijf.ʼ Leidinggevenden verwachten terecht dat beleidsmakers zullen willen dat zij betalen voor de uitstoot van broeikasgassen en andere negatieve externe effecten in plaats van die kosten te mogen socialiseren.
Dergelijke maatregelen vallen onvermijdelijk in het domein van de politiek, maar economen moeten hun politieke voorkeuren niet verwarren met gezond beleid. Zij die ideologisch geneigd zijn naar de ʻvrijeʼ markt te kijken als leidraad voor de organisatie van de samenleving, zullen moeten erkennen dat een markt alleen goed kan functioneren als geen enkele externaliteit onberekend en onbetaald blijft.
Een ander boekhoudkundig initiatief van de regering Biden kan hierbij helpen. De door de Amerikaanse beurswaakhond, de Securities and Exchange Commission (SEC), voorgestelde regels voor klimaatgerelateerde openbaarmaking zouden bedrijven dwingen om zowel het effect van hun activiteiten op het klimaat als de risicoʼs van de klimaatverandering voor die activiteiten te standaardiseren en te rapporteren. De SEC wil niet alle vervuilers vragen voor hun eigen vervuiling te betalen, maar laat het aan beleggers over om te beslissen wat ze met de nieuwe informatie doen.
Economen moeten de centrale rol van hun adviezen bij de beleidsvorming verdedigen. De politieke krachten en speciale belangen die rond deze kwestie spelen, zullen hun advies beïnvloeden en de adviseurs wellicht aan het spit rijgen. Maar dat mag geen excuus zijn om niets te doen. De intellectuele eerlijkheid vergt dat economen en beleidsmakers nadenken over hoe nieuwe risicoʼs en onzekerheden de resultaten kunnen en zullen beïnvloeden.
De balans opmaken van wat bekend is, is al moeilijk genoeg. Rekening houden met moeilijk in te schatten risicoʼs en onzekerheden zoals klimatologische omslagpunten is nog moeilijker. Maar de erkenning van die risicoʼs en onzekerheden maakt duidelijk dat politieke actie eerder vroeger dan later zal moeten komen.
Vertaling: Menno Grootveld