MUNICH/OTTAWA – Eind november is het Intergouvernementeel Onderhandelingscomité inzake Plasticverontreiniging (INC) voor het eerst bijeengekomen. Het INC werd opgericht door de Milieuraad van de Verenigde Naties, met een welomschreven opdracht: de allereerste juridisch bindende wereldwijde overeenkomst over plasticvervuiling tot stand brengen. Het feit dat afgevaardigden en waarnemers eindelijk bijeen zijn gekomen om deze discussie te voeren, is een goede zaak. Maar de resultaten van de bijeenkomst zijn slechts het begin van de aanpak van de omvang en de reikwijdte van het probleem.
Plasticvervuiling bedreigt de gezondheid van mensen en brengt het milieu in gevaar. En plastic veroorzaakt schade tijdens zijn hele levenscyclus, van de winning van de grondstoffen ervoor tot het dumpen ervan.
Maar het probleem is niet alleen plastic zelf. Plastic omvat ruim tienduizend chemicaliën, waarvan ruim een kwart giftig is voor mens en dier. Bij gebrek aan een wereldwijde eis dat bedrijven precies bekendmaken welke chemicaliën in welke plastic materialen en goederen zitten, wordt wat we weten over plastic in ons leven gedicteerd door de grillen van individuele fabrikanten en nationale wetgevers. Als gevolg daarvan zijn we niet op de hoogte van de volledige omvang van het probleem. Niemand – van werknemers die beroepsrisicoʼs lopen tot ouders die gezonde keuzes proberen te maken voor hun kinderen – beschikt over alle informatie die men zou kunnen en moeten hebben.
Plastic treft niet iedereen in gelijke mate. Vooral kwetsbare groepen zoals gezinnen met een laag inkomen, inheemse gemeenschappen en gekleurde mensen lopen risico. Zo wonen of werken kwetsbare en kansarme mensen vaker in de buurt van petrochemische fabrieken en raffinaderijen, waardoor ze worden blootgesteld aan lucht-, water- en bodemverontreiniging door de giftige chemicaliën die bij de productie van plastic producten worden gebruikt.
Deze ongelijkheid bestaat binnen en tussen landen. Plastic producten worden vaak gemaakt in ontwikkelingslanden, vervoerd naar ontwikkelde landen en vervolgens als afval teruggebracht naar ontwikkelingslanden. Het is niet alleen het laatste stadium van de levenscyclus van plastic dat vervuiling veroorzaakt en gemeenschappen in gevaar brengt. De productie van plastic zelf is ook gevaarlijk.
Denk aan de textielsector, waar arbeiders kleding maken van synthetische vezels gemaakt van plastic. Die arbeiders zijn zich grotendeels niet bewust van de giftigheid van de chemicaliën die ze gebruiken terwijl ze rokken en shirts in elkaar zetten voor mensen een oceaan verderop. Ze beschikken niet over alle informatie die ze nodig hebben om te begrijpen welke risicoʼs hun werk met zich meebrengt. Dit heeft ook een duidelijke gendercomponent, aangezien de textielsector in ontwikkelingslanden wordt gedomineerd door vrouwen.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Maar hoewel mensen oneerlijk en ongelijk worden getroffen door plasticvervuiling, is de realiteit dat niemand wordt gespaard. Plasticvervuiling kent geen grenzen. Vrouwen overal ter wereld gebruiken menstruatieproducten die kunststoffen bevatten met chemicaliën die een direct risico vormen voor hun gezondheid. Kinderen overal ter wereld, ook in rijke landen, spelen met goedkoop plastic speelgoed dat onbekende chemicaliën bevat.
Gezien de grote uitdagingen waarvoor de eerste INC-vergadering stond, is het teleurstellend dat de afgevaardigden er niet eens in geslaagd zijn procedureregels aan te nemen. Meer inhoudelijke onderhandelingen zullen worden uitgesteld totdat zij dat wel doen.
Er waren enkele kleine successen. De aanwezigheid van waarnemers maakte gesprekken in de coulissen mogelijk waarin zij de afgevaardigden konden helpen het verband tussen plastic, chemische stoffen en gezondheid beter te begrijpen. Dit kwam tot uiting in de verklaringen van sommige afgevaardigden, die wezen op de behoefte aan transparantie over de chemische stoffen in plastic.
Dat is niet niks. Maar het is ook niet genoeg.
In mei 2023 krijgen de afgevaardigden weer een kans. Vertegenwoordigers van regeringen uit de hele wereld komen dan in Parijs bijeen voor de tweede vergadering van het INC. Hun opdracht zal opnieuw zijn te werken aan een juridisch bindende overeenkomst over plasticvervuiling.
De afgevaardigden kunnen niet simpelweg op dezelfde voet doorgaan als in november. De afgevaardigden zullen moeten aantonen dat hun regeringen zich ertoe willen verbinden de productie van plastic te verminderen. Samen zullen zij de hele levenscyclus van plastic en de gevaren ervan voor gemeenschappen, mensen en het milieu moeten bekijken.
Het belangrijkste is misschien wel dat ze niet vergeten dat het doel van deze bijeenkomsten is om een wereldwijd, juridisch bindend instrument vast te stellen, en niet om de schouders op te halen en te zuchten en landen louter vrijwillige richtlijnen te laten volgen, waardoor de normale gang van zaken gewoon doorgang kan vinden.
Volgend jaar in Parijs moeten de onderhandelingen over plasticvervuiling zowel efficiënter als ambitieuzer worden. De afgevaardigden moeten doen alsof ze de wereld aan het redden zijn. Als ze het goed aanpakken, zal dat ook zo zijn.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
At the end of a year of domestic and international upheaval, Project Syndicate commentators share their favorite books from the past 12 months. Covering a wide array of genres and disciplines, this year’s picks provide fresh perspectives on the defining challenges of our time and how to confront them.
ask Project Syndicate contributors to select the books that resonated with them the most over the past year.
MUNICH/OTTAWA – Eind november is het Intergouvernementeel Onderhandelingscomité inzake Plasticverontreiniging (INC) voor het eerst bijeengekomen. Het INC werd opgericht door de Milieuraad van de Verenigde Naties, met een welomschreven opdracht: de allereerste juridisch bindende wereldwijde overeenkomst over plasticvervuiling tot stand brengen. Het feit dat afgevaardigden en waarnemers eindelijk bijeen zijn gekomen om deze discussie te voeren, is een goede zaak. Maar de resultaten van de bijeenkomst zijn slechts het begin van de aanpak van de omvang en de reikwijdte van het probleem.
Plasticvervuiling bedreigt de gezondheid van mensen en brengt het milieu in gevaar. En plastic veroorzaakt schade tijdens zijn hele levenscyclus, van de winning van de grondstoffen ervoor tot het dumpen ervan.
Maar het probleem is niet alleen plastic zelf. Plastic omvat ruim tienduizend chemicaliën, waarvan ruim een kwart giftig is voor mens en dier. Bij gebrek aan een wereldwijde eis dat bedrijven precies bekendmaken welke chemicaliën in welke plastic materialen en goederen zitten, wordt wat we weten over plastic in ons leven gedicteerd door de grillen van individuele fabrikanten en nationale wetgevers. Als gevolg daarvan zijn we niet op de hoogte van de volledige omvang van het probleem. Niemand – van werknemers die beroepsrisicoʼs lopen tot ouders die gezonde keuzes proberen te maken voor hun kinderen – beschikt over alle informatie die men zou kunnen en moeten hebben.
Plastic treft niet iedereen in gelijke mate. Vooral kwetsbare groepen zoals gezinnen met een laag inkomen, inheemse gemeenschappen en gekleurde mensen lopen risico. Zo wonen of werken kwetsbare en kansarme mensen vaker in de buurt van petrochemische fabrieken en raffinaderijen, waardoor ze worden blootgesteld aan lucht-, water- en bodemverontreiniging door de giftige chemicaliën die bij de productie van plastic producten worden gebruikt.
Deze ongelijkheid bestaat binnen en tussen landen. Plastic producten worden vaak gemaakt in ontwikkelingslanden, vervoerd naar ontwikkelde landen en vervolgens als afval teruggebracht naar ontwikkelingslanden. Het is niet alleen het laatste stadium van de levenscyclus van plastic dat vervuiling veroorzaakt en gemeenschappen in gevaar brengt. De productie van plastic zelf is ook gevaarlijk.
Denk aan de textielsector, waar arbeiders kleding maken van synthetische vezels gemaakt van plastic. Die arbeiders zijn zich grotendeels niet bewust van de giftigheid van de chemicaliën die ze gebruiken terwijl ze rokken en shirts in elkaar zetten voor mensen een oceaan verderop. Ze beschikken niet over alle informatie die ze nodig hebben om te begrijpen welke risicoʼs hun werk met zich meebrengt. Dit heeft ook een duidelijke gendercomponent, aangezien de textielsector in ontwikkelingslanden wordt gedomineerd door vrouwen.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
Maar hoewel mensen oneerlijk en ongelijk worden getroffen door plasticvervuiling, is de realiteit dat niemand wordt gespaard. Plasticvervuiling kent geen grenzen. Vrouwen overal ter wereld gebruiken menstruatieproducten die kunststoffen bevatten met chemicaliën die een direct risico vormen voor hun gezondheid. Kinderen overal ter wereld, ook in rijke landen, spelen met goedkoop plastic speelgoed dat onbekende chemicaliën bevat.
Gezien de grote uitdagingen waarvoor de eerste INC-vergadering stond, is het teleurstellend dat de afgevaardigden er niet eens in geslaagd zijn procedureregels aan te nemen. Meer inhoudelijke onderhandelingen zullen worden uitgesteld totdat zij dat wel doen.
Er waren enkele kleine successen. De aanwezigheid van waarnemers maakte gesprekken in de coulissen mogelijk waarin zij de afgevaardigden konden helpen het verband tussen plastic, chemische stoffen en gezondheid beter te begrijpen. Dit kwam tot uiting in de verklaringen van sommige afgevaardigden, die wezen op de behoefte aan transparantie over de chemische stoffen in plastic.
Dat is niet niks. Maar het is ook niet genoeg.
In mei 2023 krijgen de afgevaardigden weer een kans. Vertegenwoordigers van regeringen uit de hele wereld komen dan in Parijs bijeen voor de tweede vergadering van het INC. Hun opdracht zal opnieuw zijn te werken aan een juridisch bindende overeenkomst over plasticvervuiling.
De afgevaardigden kunnen niet simpelweg op dezelfde voet doorgaan als in november. De afgevaardigden zullen moeten aantonen dat hun regeringen zich ertoe willen verbinden de productie van plastic te verminderen. Samen zullen zij de hele levenscyclus van plastic en de gevaren ervan voor gemeenschappen, mensen en het milieu moeten bekijken.
Het belangrijkste is misschien wel dat ze niet vergeten dat het doel van deze bijeenkomsten is om een wereldwijd, juridisch bindend instrument vast te stellen, en niet om de schouders op te halen en te zuchten en landen louter vrijwillige richtlijnen te laten volgen, waardoor de normale gang van zaken gewoon doorgang kan vinden.
Volgend jaar in Parijs moeten de onderhandelingen over plasticvervuiling zowel efficiënter als ambitieuzer worden. De afgevaardigden moeten doen alsof ze de wereld aan het redden zijn. Als ze het goed aanpakken, zal dat ook zo zijn.
Vertaling: Menno Grootveld