FRANKFURT ‒ COVID-19 heeft bewezen hoe een lang voorzien doch onderschat mondiaal gevaar opeens bewaarheid kan worden en binnen een paar weken sociale en economische ravage kan veroorzaken. De implicaties zijn helder: terwijl de wereld zich terecht concentreert op het bestrijden van de huidige pandemie moeten bedrijven en regeringen ook andere gevaren onderkennen en anticiperen, en dan met name klimaatverandering, die zonder de juiste aanpak gelijk een pandemie de mondiale economie op zijn kop kan zetten.
Deze conclusie trekken wij niet lichtvaardig. We hebben bij McKinsey Global Institute een heel jaar gespendeerd aan het inschatten van de mogelijke sociaaleconomische gevolgen van klimaatverandering de eerstkomende drie decennia. Wij vonden dat deze effecten nu al optreden en toenemen, vaak op non-lineaire wijze.
Als onderdeel van onze analyse voerden we negen casestudies in verschillende regio’s uit om de mogelijke effecten te meten, door in elke casus klimaatmodellen aan economische projecties te koppelen. We taxeerden het inherente fysieke risico door het ontbreken van klimaataanpassing of -verzachting om de omvang van het probleem in te schatten en de argumenten voor actie te onderstrepen.
Klimaatonderzoekers gebruiken vaak Representative Concentration Pathway (RCP) scenario's, variërend van lagere (RCP 2,6) tot hogere (RCP 8,5) concentraties CO₂ in de atmosfeer. Wij hanteerden het hogere emissie scenario RCP 8,5 om het inherente fysieke risico bij uitblijven van verdere CO₂-reductie vast te stellen.
Onze casestudies produceerden verschillende cruciale resultaten. Ten eerste schuren de meest bedreigde gemeenschappen en systemen al tegen hun fysieke en biologische limieten aan. Bovendien kunnen de groeiende klimaatdreigingen deze systemen kwetsbaar maken wanneer ze die limieten eenmaal overschrijden, wat vaak resulteert in non-lineaire intensivering van de effecten.
[Grafiek 1]
Zo houden toenemende hitte en vochtigheid in India bijvoorbeeld in dat bij een RCP 8,5-scenario rond 2030 tussen de 160 en 200 miljoen mensen in gebieden wonen met een jaarlijkse 5% kans op dodelijke hittegolven. Naarmate het nog heter en vochtiger wordt kan werken in de openlucht extreem uitdagend worden. Onze inschatting is dat het gemiddelde verlies van effectieve werktijd het bbp van India jaarlijks met 2,5-4,5% op het spel kan zetten.
[Grafiek 2]
Ten tweede zijn economische en financiële systemen ontworpen en geoptimaliseerd voor een bepaalde mate van risico. Zo geven veel mondiale aanvoerketens en voedselproductiesystemen bijvoorbeeld prioriteit aan efficiency boven weerbaarheid, wat ze kwetsbaar maakt voor verstoring wanneer intensiverend klimaatgevaar cruciale productiecentra gaat bedreigen.
Verder hebben huiseigenaren waar een inboedelverzekering over het algemeen jaarlijks wordt geïndexeerd vaak een langere-termijn horizon van dertig jaar of meer voor hun vastgoedinvesteringen. Deze discrepantie stelt huiseigenaren bloot aan het risico van hogere kosten, waaronder stijgende premies (de hogere risico’s weerspiegelend) of een verminderde verzekeringsdekking.
Ten derde kunnen de financiële markten risico’s in de betroffen regio’s eerder naar voren halen, wat mogelijk de reallocatie van kapitaal en herwaardering van activa tot gevolg heeft, zowel als veranderingen in de kosten en toegankelijkheid van verzekeringen. In Florida suggereren schattingen gebaseerd op eerdere trends bijvoorbeeld dat het toegenomen risico op overstromingen alleen al rond 2050 ‒ bij verder gelijkblijvende omstandigheden ‒ kan zorgen voor een waardedaling van de bedreigde huizen met een bedrag van 30 tot 80 miljard dollar, ofwel 15 tot 35%.
Ten vierde kan klimaatverandering alhoewel de directe impact lokaal is een kettingreactie tot gevolg hebben in andere regio’s en sectoren (zoals momenteel met COVID-19 het geval is), als resultaat van onderling verweven sociaaleconomische en financiële systemen. Wij projecteren bijvoorbeeld dat de directe schade voor de infrastructuur door een overstroming die een keer per honderd jaar voorkomt in Ho Chi Minh-Stad, Vietnam kan oplopen van ongeveer 300 miljoen dollar nu tot zelfs 1 miljard dollar rond 2050, terwijl de economische kosten van dit domino-effect kunnen stijgen van 100-400 miljoen dollar tot tussen de 1,5 en 8,5 miljard dollar.
[Grafiek 3]
Tot slot kan klimaatverandering de meest kwetsbare bevolkingen onevenredig treffen en ongelijkheid voeden door op hetzelfde moment sommige regio’s te bevoordelen en andere te benadelen. (De pandemie legt in veel landen ook groeiende ongelijkheid bloot.) Klimatologische gebeurtenissen kunnen tegen 2030 in het bijzonder de kans op misoogsten in verschillende mondiale graanschuren verdubbelen – dat wil zeggen significant lagere opbrengsten dan gemiddeld in de belangrijkste productiegebieden voor rijst, graan, mais, en soja. Dit kan leiden tot hogere voedselprijzen, wat de armste gemeenschappen – inclusief de 750 miljoen mensen die onder de internationale armoedegrens leven ‒ het hardst zal treffen.
Om het risico te verzachten dat voortschrijdende klimaatverandering steeds meer gemeenschappen en economieën in gevaar brengt moeten bedrijven en regeringen zich nu aanpassen aan de onvermijdelijke opwarming van de aarde die het komende decennium zal optreden als gevolg van emissies uit het verleden. En ze moeten koolstof uitbannen om de lange termijn gevaren te verminderen.
De snelheid en de schaal van de aanpassing aan klimaatverandering zullen hoogstwaarschijnlijk aanzienlijk groter moeten. De bescherming van mensen en middelen, bevordering van de weerbaarheid, reductie van blootstelling aan klimaatgevaar, en aanwezigheid van passende financiering en verzekeringen moet prioriteit krijgen. Om aan deze doelstellingen te voldoen is vanaf nu intensievere planning nodig, daar implementatie van zulke maatregels problematisch kan zijn. Economische aanpassing kan in sommige regio’s allengs lastiger worden, met name waar die zijn blootgesteld aan zeespiegelstijging. Bovendien kan die aanpassing tegen technische grenzen aanlopen of tot harde keuzes leiden, inclusief wie of wat te beschermen of te verplaatsen.
Er is een heel scala aan actie te overwegen. Bedrijven kunnen klimaataspecten meenemen in hun kapitaalallocatie, ontwikkeling van producten en diensten, en aansturing van de distributieketen. Steden kunnen klimaatgevaar centraal stellen in hun stedenbouwkundige planning, terwijl financiële instituties hetzelfde kunnen doen in het beheer van hun investeringsportfolio’s.
Maar ondanks dat adaptie nu dringend noodzakelijk is heeft de klimaatwetenschap aangetoond dat de gevaren die ontstaan door verdere opwarming van de aarde uitsluitend gestopt kunnen worden door de netto-uitstoot van broeikasgassen tot nul terug te brengen. Leiders uit het bedrijfsleven en de politiek moeten daarom parallel aan investeringen in aanpassing ook mogelijkheden om koolstofvrij te worden overdenken.
De huidige pandemie heeft aangetoond hoe snel mondiale gevaren zich kunnen vermenigvuldigen en verspreiden en waarom weerbaarheid en risicomanagement cruciaal zijn in de bescherming van de planeet tegen andere dreigingen ‒ en tegen klimaatverandering in het bijzonder. Zoals we de afgelopen maanden aan den lijve hebben ondervonden zijn de sociale en economische kosten van onvoldoende voorbereiding op zulke gevaren te hoog om te negeren.
FRANKFURT ‒ COVID-19 heeft bewezen hoe een lang voorzien doch onderschat mondiaal gevaar opeens bewaarheid kan worden en binnen een paar weken sociale en economische ravage kan veroorzaken. De implicaties zijn helder: terwijl de wereld zich terecht concentreert op het bestrijden van de huidige pandemie moeten bedrijven en regeringen ook andere gevaren onderkennen en anticiperen, en dan met name klimaatverandering, die zonder de juiste aanpak gelijk een pandemie de mondiale economie op zijn kop kan zetten.
Deze conclusie trekken wij niet lichtvaardig. We hebben bij McKinsey Global Institute een heel jaar gespendeerd aan het inschatten van de mogelijke sociaaleconomische gevolgen van klimaatverandering de eerstkomende drie decennia. Wij vonden dat deze effecten nu al optreden en toenemen, vaak op non-lineaire wijze.
Als onderdeel van onze analyse voerden we negen casestudies in verschillende regio’s uit om de mogelijke effecten te meten, door in elke casus klimaatmodellen aan economische projecties te koppelen. We taxeerden het inherente fysieke risico door het ontbreken van klimaataanpassing of -verzachting om de omvang van het probleem in te schatten en de argumenten voor actie te onderstrepen.
Klimaatonderzoekers gebruiken vaak Representative Concentration Pathway (RCP) scenario's, variërend van lagere (RCP 2,6) tot hogere (RCP 8,5) concentraties CO₂ in de atmosfeer. Wij hanteerden het hogere emissie scenario RCP 8,5 om het inherente fysieke risico bij uitblijven van verdere CO₂-reductie vast te stellen.
Onze casestudies produceerden verschillende cruciale resultaten. Ten eerste schuren de meest bedreigde gemeenschappen en systemen al tegen hun fysieke en biologische limieten aan. Bovendien kunnen de groeiende klimaatdreigingen deze systemen kwetsbaar maken wanneer ze die limieten eenmaal overschrijden, wat vaak resulteert in non-lineaire intensivering van de effecten.
[Grafiek 1]
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Zo houden toenemende hitte en vochtigheid in India bijvoorbeeld in dat bij een RCP 8,5-scenario rond 2030 tussen de 160 en 200 miljoen mensen in gebieden wonen met een jaarlijkse 5% kans op dodelijke hittegolven. Naarmate het nog heter en vochtiger wordt kan werken in de openlucht extreem uitdagend worden. Onze inschatting is dat het gemiddelde verlies van effectieve werktijd het bbp van India jaarlijks met 2,5-4,5% op het spel kan zetten.
[Grafiek 2]
Ten tweede zijn economische en financiële systemen ontworpen en geoptimaliseerd voor een bepaalde mate van risico. Zo geven veel mondiale aanvoerketens en voedselproductiesystemen bijvoorbeeld prioriteit aan efficiency boven weerbaarheid, wat ze kwetsbaar maakt voor verstoring wanneer intensiverend klimaatgevaar cruciale productiecentra gaat bedreigen.
Verder hebben huiseigenaren waar een inboedelverzekering over het algemeen jaarlijks wordt geïndexeerd vaak een langere-termijn horizon van dertig jaar of meer voor hun vastgoedinvesteringen. Deze discrepantie stelt huiseigenaren bloot aan het risico van hogere kosten, waaronder stijgende premies (de hogere risico’s weerspiegelend) of een verminderde verzekeringsdekking.
Ten derde kunnen de financiële markten risico’s in de betroffen regio’s eerder naar voren halen, wat mogelijk de reallocatie van kapitaal en herwaardering van activa tot gevolg heeft, zowel als veranderingen in de kosten en toegankelijkheid van verzekeringen. In Florida suggereren schattingen gebaseerd op eerdere trends bijvoorbeeld dat het toegenomen risico op overstromingen alleen al rond 2050 ‒ bij verder gelijkblijvende omstandigheden ‒ kan zorgen voor een waardedaling van de bedreigde huizen met een bedrag van 30 tot 80 miljard dollar, ofwel 15 tot 35%.
Ten vierde kan klimaatverandering alhoewel de directe impact lokaal is een kettingreactie tot gevolg hebben in andere regio’s en sectoren (zoals momenteel met COVID-19 het geval is), als resultaat van onderling verweven sociaaleconomische en financiële systemen. Wij projecteren bijvoorbeeld dat de directe schade voor de infrastructuur door een overstroming die een keer per honderd jaar voorkomt in Ho Chi Minh-Stad, Vietnam kan oplopen van ongeveer 300 miljoen dollar nu tot zelfs 1 miljard dollar rond 2050, terwijl de economische kosten van dit domino-effect kunnen stijgen van 100-400 miljoen dollar tot tussen de 1,5 en 8,5 miljard dollar.
[Grafiek 3]
Tot slot kan klimaatverandering de meest kwetsbare bevolkingen onevenredig treffen en ongelijkheid voeden door op hetzelfde moment sommige regio’s te bevoordelen en andere te benadelen. (De pandemie legt in veel landen ook groeiende ongelijkheid bloot.) Klimatologische gebeurtenissen kunnen tegen 2030 in het bijzonder de kans op misoogsten in verschillende mondiale graanschuren verdubbelen – dat wil zeggen significant lagere opbrengsten dan gemiddeld in de belangrijkste productiegebieden voor rijst, graan, mais, en soja. Dit kan leiden tot hogere voedselprijzen, wat de armste gemeenschappen – inclusief de 750 miljoen mensen die onder de internationale armoedegrens leven ‒ het hardst zal treffen.
Om het risico te verzachten dat voortschrijdende klimaatverandering steeds meer gemeenschappen en economieën in gevaar brengt moeten bedrijven en regeringen zich nu aanpassen aan de onvermijdelijke opwarming van de aarde die het komende decennium zal optreden als gevolg van emissies uit het verleden. En ze moeten koolstof uitbannen om de lange termijn gevaren te verminderen.
De snelheid en de schaal van de aanpassing aan klimaatverandering zullen hoogstwaarschijnlijk aanzienlijk groter moeten. De bescherming van mensen en middelen, bevordering van de weerbaarheid, reductie van blootstelling aan klimaatgevaar, en aanwezigheid van passende financiering en verzekeringen moet prioriteit krijgen. Om aan deze doelstellingen te voldoen is vanaf nu intensievere planning nodig, daar implementatie van zulke maatregels problematisch kan zijn. Economische aanpassing kan in sommige regio’s allengs lastiger worden, met name waar die zijn blootgesteld aan zeespiegelstijging. Bovendien kan die aanpassing tegen technische grenzen aanlopen of tot harde keuzes leiden, inclusief wie of wat te beschermen of te verplaatsen.
Er is een heel scala aan actie te overwegen. Bedrijven kunnen klimaataspecten meenemen in hun kapitaalallocatie, ontwikkeling van producten en diensten, en aansturing van de distributieketen. Steden kunnen klimaatgevaar centraal stellen in hun stedenbouwkundige planning, terwijl financiële instituties hetzelfde kunnen doen in het beheer van hun investeringsportfolio’s.
Maar ondanks dat adaptie nu dringend noodzakelijk is heeft de klimaatwetenschap aangetoond dat de gevaren die ontstaan door verdere opwarming van de aarde uitsluitend gestopt kunnen worden door de netto-uitstoot van broeikasgassen tot nul terug te brengen. Leiders uit het bedrijfsleven en de politiek moeten daarom parallel aan investeringen in aanpassing ook mogelijkheden om koolstofvrij te worden overdenken.
De huidige pandemie heeft aangetoond hoe snel mondiale gevaren zich kunnen vermenigvuldigen en verspreiden en waarom weerbaarheid en risicomanagement cruciaal zijn in de bescherming van de planeet tegen andere dreigingen ‒ en tegen klimaatverandering in het bijzonder. Zoals we de afgelopen maanden aan den lijve hebben ondervonden zijn de sociale en economische kosten van onvoldoende voorbereiding op zulke gevaren te hoog om te negeren.