BEIJING/LONDEN – Ongeveer twee jaar geleden, in de nasleep van de COVID-19-pandemie, raakte de Chinese economie in een impasse. Alle sectoren gingen over tot schuldafbouw, de economische groei vertraagde, de spaarquote van de huishoudens steeg, en bedrijven schroefden hun investeringen en opgebouwde spaartegoeden terug. Velen vragen zich nu af of consumenten en bedrijven vastzitten in een zichzelf versterkende cyclus van dalende bestedingen en dalende prijzen, die het nefaste effect zou hebben dat de reële waarde van de schulden toeneemt.
BEIJING/LONDEN – Ongeveer twee jaar geleden, in de nasleep van de COVID-19-pandemie, raakte de Chinese economie in een impasse. Alle sectoren gingen over tot schuldafbouw, de economische groei vertraagde, de spaarquote van de huishoudens steeg, en bedrijven schroefden hun investeringen en opgebouwde spaartegoeden terug. Velen vragen zich nu af of consumenten en bedrijven vastzitten in een zichzelf versterkende cyclus van dalende bestedingen en dalende prijzen, die het nefaste effect zou hebben dat de reële waarde van de schulden toeneemt.