LONDEN – In een recent rapport heeft het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) gewaarschuwd dat zonder “snelle en verreikende” veranderingen van de manier waarop grond, energie, industrie, gebouwen, transport en steden worden beheerd, de schade aan onze planeet onomkeerbaar zou kunnen zijn. De boodschap was duidelijk: we hebben een gezamenlijke inspanning op mondiale schaal nodig om onze huidige marsroute te kunnen wijzigen. En gezien het feit dat veel van de zwaarste duurzaamheidsproblemen waar de wereld voor staat verbonden zijn met de manier waarop er zaken wordt gedaan, is de enige behoedzame weg voorwaarts het veranderen van dat zakendoen.
Dit kan als een enorme opgave klinken, maar we hebben al een raamwerk dat als richtsnoer voor de transitie kan dienen: de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, SDGs) van de Verenigde Naties. De SDGs, in september 2015 door 193 landen aanvaard, zijn bedoeld om in 2030 een “duurzamere toekomst voor allen” te bewerkstelligen. Dit zal ook een beter ondernemingsklimaat mogelijk maken. De Business and Sustainable Development Commission heeft berekend dat het halen van de SDGs tegen het einde van het komende decennium zo'n $12 bln en 380 miljoen arbeidsplaatsen aan de mondiale economie kan toevoegen.
Nu er zo veel te winnen is – en zo veel te verliezen als er niets gebeurt – begint de privésector zich te richten op het verband tussen winst en duurzaamheid. Volgens het jongste Responsible Business Trends report van de Ethical Corporation heeft 69% van de geënquêteerde bedrijfsfunctionarissen gezegd dat zij de SDGs in hun strategieën aan het integreren zijn. Tegelijkertijd is het aantal bedrijven dat een B Corp Certification ontvangt – waarin de sociale en ecologische prestaties van een bedrijf worden gemeten – de afgelopen jaren gestegen.
De mondiale financiële sector beweegt zich ook steeds verder in de richting van duurzaamheid. De ecologische, sociale en met bestuurlijke aangelegenheden samenhangende bezittingen die door de sector worden beheerd, zijn naar schatting liefst $22 bln waard; bezittingen ter waarde van $82 bln hebben zich verplicht tot het volgen van de UN Principles for Responsible Investment; $32 bln is gekoppeld aan de beprijzing van koolwaterstoffen; en zelfs de markt voor “groene obligaties” groeit exponentieel. Dit momentum is van belang, omdat de steun van de financiële markten van cruciaal belang zal zijn voor het bereiken van de doelen van de duurzame ontwikkelingsagenda.
En toch zullen bedrijven om deze vooruitgang te bestendigen moeten onderkennen dat het zelfs in een mondiale waardeketen onmogelijk is om de bedrijfsverantwoordelijkheid uit te besteden. Integendeel, multinationale ondernemingen moeten hun marktmacht gebruiken om sociale veranderingen te bewerkstelligen. Neem mijn bedrijf, Unilever: iedere dag gebruiken 2,5 miljard mensen overal ter wereld een of meer van onze producten, die worden verspreid via een aanbodketen die ruim 80.000 leveranciers en bijna twee miljoen boeren omvat, die op hun beurt gemeenschappen van miljoenen mensen ondersteunen. Een dergelijke schaal stelt Unilever in staat om bij te dragen aan en te profiteren van de SDGs, wat exact is wat we proberen te doen.
In 2009 introduceerden we het Unilever Sustainable Living Plan, een blauwdruk voor de verbetering van onze sociale, ecologische en economische prestaties. Tot de doelstellingen behoren het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van ruim een miljard mensen; het terugdringen van de ecologische voetafdruk, in samenhang met de productie en het gebruik van onze producten; en het verbeteren van de levensomstandigheden van miljoenen werknemers. Deze aanpak heeft het ons mogelijk gemaakt strategischer te zijn in het identificeren van de uitdagingen en kansen waar ons bedrijf mee wordt geconfronteerd.
Door onze hulpmiddelen en merken te gebruiken, konden we ook belangrijke ontwikkelingsproblemen aanpakken als slechte voeding, sanitaire voorzieningen en hygiëne; klimaatverandering en ontbossing; mensenrechten; vaardighedentraining; en gelijkheid op de werkplek. En we hebben dit allemaal gedaan met een rendement van bijna 300% over tien jaar en een rendement van 19% op het aandelenkapitaal, waaruit blijkt dat het mogelijk is een op ontwikkeling gerichte agenda ten uitvoer te leggen die iets oplevert voor aandeelhouders en stakeholders.
Ik suggereer niet dat het makkelijk was om succes te boeken, of dat ons werk nu voltooid is. Hoewel ik eind 2018 met pensioen zal gaan bij Unilever, ben ik er zeker van dat het bedrijf dat ik ruim tien jaar heb geleid bedrijfsprocessen zal blijven verbeteren, met het oog op het versterken van de duurzaamheid.
De sleutel tot de aanpak van de sociale en ecologische problemen van de wereld is het gebruiken van de macht van de markten en het bouwen van coalities om de effectiviteit te verbeteren. De laatste SDG, Partnerships for the Goals (SDG 17), onderkent dit en roept leiders uit het bedrijfsleven op om samen te werken met overheden en de civil society om duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken. Een goed voorbeeld van SDG 17 in actie is de Food and Land Use Coalition, een mondiaal netwerk van bedrijfsfunctionarissen, wetenschappers, beleidsmakers, beleggers en boeren die hun best doen om de gefragmenteerde en ingewikkelde voedselsystemen van de wereld te veranderen. Eén belangrijk aandachtsgebied voor deze coalitie is de gebrekkige aansluiting van de productie op de consumptie.
Hier hebben we meer van nodig; de toekomst van de mondiale economie hangt niet langer af van de vraag óf we iets doen, maar van de vraag hoe lang het duurt vóórdat we dat doen. Ondanks enige vooruitgang op het gebied van de SDGs de afgelopen drie jaar gaan onze vorderingen niet snel genoeg. Zoals Winston Churchill ooit zei: “Ik maak me nooit zorgen over actie, alleen maar over het gebrek daaraan.” Die wijsheid zou vandaag de dag bepalend moeten zijn voor onze benadering van het zakendoen en de SDGs. De wereld die we voor onze kinderen willen zal er alleen kunnen komen als we kiezen voor actie boven onverschilligheid, voor moed boven gemakzucht, en voor solidariteit boven verdeeldheid.
Vertaling: Menno Grootveld
LONDEN – In een recent rapport heeft het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) gewaarschuwd dat zonder “snelle en verreikende” veranderingen van de manier waarop grond, energie, industrie, gebouwen, transport en steden worden beheerd, de schade aan onze planeet onomkeerbaar zou kunnen zijn. De boodschap was duidelijk: we hebben een gezamenlijke inspanning op mondiale schaal nodig om onze huidige marsroute te kunnen wijzigen. En gezien het feit dat veel van de zwaarste duurzaamheidsproblemen waar de wereld voor staat verbonden zijn met de manier waarop er zaken wordt gedaan, is de enige behoedzame weg voorwaarts het veranderen van dat zakendoen.
Dit kan als een enorme opgave klinken, maar we hebben al een raamwerk dat als richtsnoer voor de transitie kan dienen: de Sustainable Development Goals (Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen, SDGs) van de Verenigde Naties. De SDGs, in september 2015 door 193 landen aanvaard, zijn bedoeld om in 2030 een “duurzamere toekomst voor allen” te bewerkstelligen. Dit zal ook een beter ondernemingsklimaat mogelijk maken. De Business and Sustainable Development Commission heeft berekend dat het halen van de SDGs tegen het einde van het komende decennium zo'n $12 bln en 380 miljoen arbeidsplaatsen aan de mondiale economie kan toevoegen.
Nu er zo veel te winnen is – en zo veel te verliezen als er niets gebeurt – begint de privésector zich te richten op het verband tussen winst en duurzaamheid. Volgens het jongste Responsible Business Trends report van de Ethical Corporation heeft 69% van de geënquêteerde bedrijfsfunctionarissen gezegd dat zij de SDGs in hun strategieën aan het integreren zijn. Tegelijkertijd is het aantal bedrijven dat een B Corp Certification ontvangt – waarin de sociale en ecologische prestaties van een bedrijf worden gemeten – de afgelopen jaren gestegen.
De mondiale financiële sector beweegt zich ook steeds verder in de richting van duurzaamheid. De ecologische, sociale en met bestuurlijke aangelegenheden samenhangende bezittingen die door de sector worden beheerd, zijn naar schatting liefst $22 bln waard; bezittingen ter waarde van $82 bln hebben zich verplicht tot het volgen van de UN Principles for Responsible Investment; $32 bln is gekoppeld aan de beprijzing van koolwaterstoffen; en zelfs de markt voor “groene obligaties” groeit exponentieel. Dit momentum is van belang, omdat de steun van de financiële markten van cruciaal belang zal zijn voor het bereiken van de doelen van de duurzame ontwikkelingsagenda.
En toch zullen bedrijven om deze vooruitgang te bestendigen moeten onderkennen dat het zelfs in een mondiale waardeketen onmogelijk is om de bedrijfsverantwoordelijkheid uit te besteden. Integendeel, multinationale ondernemingen moeten hun marktmacht gebruiken om sociale veranderingen te bewerkstelligen. Neem mijn bedrijf, Unilever: iedere dag gebruiken 2,5 miljard mensen overal ter wereld een of meer van onze producten, die worden verspreid via een aanbodketen die ruim 80.000 leveranciers en bijna twee miljoen boeren omvat, die op hun beurt gemeenschappen van miljoenen mensen ondersteunen. Een dergelijke schaal stelt Unilever in staat om bij te dragen aan en te profiteren van de SDGs, wat exact is wat we proberen te doen.
In 2009 introduceerden we het Unilever Sustainable Living Plan, een blauwdruk voor de verbetering van onze sociale, ecologische en economische prestaties. Tot de doelstellingen behoren het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van ruim een miljard mensen; het terugdringen van de ecologische voetafdruk, in samenhang met de productie en het gebruik van onze producten; en het verbeteren van de levensomstandigheden van miljoenen werknemers. Deze aanpak heeft het ons mogelijk gemaakt strategischer te zijn in het identificeren van de uitdagingen en kansen waar ons bedrijf mee wordt geconfronteerd.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Door onze hulpmiddelen en merken te gebruiken, konden we ook belangrijke ontwikkelingsproblemen aanpakken als slechte voeding, sanitaire voorzieningen en hygiëne; klimaatverandering en ontbossing; mensenrechten; vaardighedentraining; en gelijkheid op de werkplek. En we hebben dit allemaal gedaan met een rendement van bijna 300% over tien jaar en een rendement van 19% op het aandelenkapitaal, waaruit blijkt dat het mogelijk is een op ontwikkeling gerichte agenda ten uitvoer te leggen die iets oplevert voor aandeelhouders en stakeholders.
Ik suggereer niet dat het makkelijk was om succes te boeken, of dat ons werk nu voltooid is. Hoewel ik eind 2018 met pensioen zal gaan bij Unilever, ben ik er zeker van dat het bedrijf dat ik ruim tien jaar heb geleid bedrijfsprocessen zal blijven verbeteren, met het oog op het versterken van de duurzaamheid.
De sleutel tot de aanpak van de sociale en ecologische problemen van de wereld is het gebruiken van de macht van de markten en het bouwen van coalities om de effectiviteit te verbeteren. De laatste SDG, Partnerships for the Goals (SDG 17), onderkent dit en roept leiders uit het bedrijfsleven op om samen te werken met overheden en de civil society om duurzame ontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken. Een goed voorbeeld van SDG 17 in actie is de Food and Land Use Coalition, een mondiaal netwerk van bedrijfsfunctionarissen, wetenschappers, beleidsmakers, beleggers en boeren die hun best doen om de gefragmenteerde en ingewikkelde voedselsystemen van de wereld te veranderen. Eén belangrijk aandachtsgebied voor deze coalitie is de gebrekkige aansluiting van de productie op de consumptie.
Hier hebben we meer van nodig; de toekomst van de mondiale economie hangt niet langer af van de vraag óf we iets doen, maar van de vraag hoe lang het duurt vóórdat we dat doen. Ondanks enige vooruitgang op het gebied van de SDGs de afgelopen drie jaar gaan onze vorderingen niet snel genoeg. Zoals Winston Churchill ooit zei: “Ik maak me nooit zorgen over actie, alleen maar over het gebrek daaraan.” Die wijsheid zou vandaag de dag bepalend moeten zijn voor onze benadering van het zakendoen en de SDGs. De wereld die we voor onze kinderen willen zal er alleen kunnen komen als we kiezen voor actie boven onverschilligheid, voor moed boven gemakzucht, en voor solidariteit boven verdeeldheid.
Vertaling: Menno Grootveld