LONDEN – Als je de selectie nieuwe non-fictieboeken van dit najaar leest, moet je denken aan de vooruitziende woorden van W.B. Yeats uit The Second Coming: ‘De valk kan de valkenier niet horen; de dingen vallen uit elkaar; het centrum kan niet standhouden.’ Terwijl de liberale internationale orde te kampen heeft met binnenlandse en mondiale uitdagingen, lijken de waarden die het sociaaleconomische landschap van het Westen sinds de Verlichting hebben gevormd, in verval te raken. De sombere toon van westerse intellectuelen duidt erop dat we ons misschien tot China moeten wenden om de valkenier te vinden die in staat is om stabiliteit terug te brengen in onze wereld.
Het nieuwe boek van politiek filosoof John Gray, The New Leviathans: Thoughts After Liberalism,is daar een goed voorbeeld van. Begin jaren negentig ontpopte Gray zich als een van de meest vooraanstaande pessimistische denkers van het Westen, in schril contrast met het triomfalisme van Francis Fukuyama.
In zijn boek False Dawn: The Delusions of Global Capitalismuit 1998 betoogde Gray dat de val van het communisme niet het utopische ‘einde van de geschiedenis’ zou inluiden dat mondialistische neoliberalen zoals Fukuyama voor ogen hadden. Volgens Gray markeerde de ineenstorting van de Sovjet-Unie het falen van het Verlichtingsproject, waarvan het communisme een belangrijke pijler was geweest. In plaats van een harmonieuze wereldorde voorzag Gray een escalerende concurrentie om de schaarse natuurlijke hulpbronnen.
In The New Leviathans ziet hij een multipolaire wereld voor zich waarin rivaliserende machten, elk met hun eigen ‘opvattingen over het menselijk welzijn,’ een soort modus vivendi zouden moeten bereiken. Hij stelt dat het pluralisme dat Europa kenmerkte tijdens de late Middeleeuwen harmonieuzer en beschaafder was dan de universalistische Hobbesiaanse Leviathan die erop volgde. Maar Gray biedt geen haalbare of vreedzame weg naar multipolariteit. Als zo’n verschuiving zou plaatsvinden, zou deze waarschijnlijk worden veroorzaakt door een opeenvolging van extreme gebeurtenissen.
Terwijl Gray onze huidige hachelijke situatie toeschrijft aan het moderne statensysteem, legt de voormalige Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis de schuld volledig bij de kapitaalbezitters. In zijn nieuwste boek Technofeudalism: What Killed Capitalism betoogt Varoufakis dat het kapitalisme, in plaats van te evolueren naar het socialisme zoals de generatie van zijn vader had gehoopt, terugvalt in een feodaal systeem waarin ‘rents’ (huuropbrengsten) en niet winsten de belangrijkste drijfveren van de economische activiteit zijn.
Dit argument sluit aan bij de observatie van de Franse econoom Thomas Piketty dat de ongelijkheid toeneemt wanneer het rendement op kapitaal hoger is dan de economische groei (r>g). Naarmate de rijkdom in de wereld geconcentreerd raakt in steeds minder handen, verandert het kapitalisme in een systeem waarin een technofeodale heersende klasse, die Varoufakis ‘cloudalisten’ noemt, haar controle over essentiële goederen en diensten gebruikt om huuropbrengsten te onttrekken aan kapitalisten, arbeiders en consumenten.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Deze technofeodale orde wordt belichaamd door de ‘Grote Drie’ vermogensbeheerders – BlackRock, Vanguard en State Street – die in feite het Amerikaanse kapitalisme bezitten. Hun opkomst werd in de hand gewerkt door de biljoenen dollars aan goedkoop geld die de centrale banken in het financiële systeem injecteerden na de crisis van 2008, waardoor een handvol megafirma’s en miljardairs hun kooplust de vrije teugel konden geven. Ironisch genoeg zouden de centrale bankiers in hun poging om het kapitalisme te redden, het kapitalisme onbedoeld om zeep kunnen hebben geholpen.
Varoufakis beweert dat de term ‘rentenierskapitalisme’ een oxymoron is, omdat het kapitalisme draait om het maken van winst, niet om het onttrekken van huur. Maar dit lijkt op semantische muggezifterij. Het streven naar huuropbrengsten is altijd al een kenmerk geweest van de kapitalistische economie, omdat het rendement op investeringen inherent onzeker is, zodat de wens van de vermogensbezitter om activa in liquide vorm aan te houden altijd de overhand zal hebben in moeilijke tijden. John Maynard Keynes noemde dit verlangen de ‘liquiditeitsvoorkeur’ en beschouwde economische inzinkingen als episodes waarin de vraag naar liquiditeit het streven naar winst overheerste.
We zijn ook bekend met het idee dat de westerse economieën zichzelf hebben ‘gefinancialiseerd’ – door over te stappen van het produceren van dingen op het produceren van financiële instrumenten – en dat dit de belangrijkste hedendaagse vorm van het onttrekken van huuropbrengsten is. Of dit een systeemverandering is die een nieuw vocabulaire van ‘cloudalisten,’ vazallen en horigen vergt, is betwistbaar.
Varoufakis’ terminologie loopt ook het risico de ware bron van de technologische dynamiek te verdoezelen. Net als veel andere marxistische economen ziet hij de technologische vooruitgang als een bijproduct van het competitieve winstbejag. Wanneer het maken van winst wordt vervangen door het nastreven van huuropbrengsten, verdwijnt volgens deze logica de prikkel voor technologische innovatie.
Maar deze interpretatie gaat voorbij aan de cruciale rol die de staat heeft gespeeld bij het stimuleren van technologische innovatie, vooral door het streven naar militaire suprematie. Het ontstaan van Silicon Valley is bijvoorbeeld terug te voeren op het Pentagon. Zonder de impuls van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog zouden veel van de huidige technologieën niet bestaan. Bovendien bagatelliseert Varoufakis de invloed van internationale betrekkingen op de regelgevende context waarin deze technologieën worden ingezet.
Varoufakis is geen Luddiet. Hij spoort jongeren aan om te vechten voor wat hij ‘technosocialisme’ noemt, een systeem dat publiek eigendom van de ‘digitale commons’ inhoudt en een opvallende gelijkenis vertoont met het Joegoslavische marktsocialisme van de jaren zestig, dat door arbeiders werd beheerd. Maar zijn pessimisme over de toekomst van het kapitalisme brengt hem tot de ‘intrigerende’ stelling dat het enige ‘sprankje hoop voor een mondiale demos in China flikkert,’ waar president Xi Jinping ‘de oorlog heeft verklaard aan cloudalisten en kapitalisten.’
De angst voor de toekomst van het Westen zou niet moeten leiden tot een vlucht naar het Oosten, maar eerder tot een poging om de rijke westerse traditie van een democratisch geleid kapitalisme nieuw leven in te blazen. Een dergelijke inspanning vereist echter optimisme, geen pessimisme, van het intellect.
Robert Skidelsky, lid van het Britse Hogerhuis, is emeritus-hoogleraar politieke economie aan de universiteit van Warwick. Hij is de auteur van een bekroonde biografie van John Maynard Keynes en van het binnenkort te verschijnenThe Machine Age: An Idea, a History, a Warning(Allen Lane, 2023).
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Despite being a criminal, a charlatan, and an aspiring dictator, Donald Trump has won not only the Electoral College, but also the popular vote – a feat he did not achieve in 2016 or 2020. A nihilistic voter base, profit-hungry business leaders, and craven Republican politicians are to blame.
points the finger at a nihilistic voter base, profit-hungry business leaders, and craven Republican politicians.
Shell-shocked Europeans will be tempted to hunker down and hope that Donald Trump does not make good on his most extreme threats, like sweeping import tariffs and quitting NATO. But this would be a catastrophic mistake; Europeans must swallow their pride and try to capitalize on Trump’s craving for admiration.
outlines a strategy for EU leaders to win over the next US president and mitigate the threat he represents.
Anders Åslund
considers what the US presidential election will mean for Ukraine, says that only a humiliating loss in the war could threaten Vladimir Putin’s position, urges the EU to take additional steps to ensure a rapid and successful Ukrainian accession, and more.
Log in/Register
Please log in or register to continue. Registration is free and requires only your email address.
LONDEN – Als je de selectie nieuwe non-fictieboeken van dit najaar leest, moet je denken aan de vooruitziende woorden van W.B. Yeats uit The Second Coming: ‘De valk kan de valkenier niet horen; de dingen vallen uit elkaar; het centrum kan niet standhouden.’ Terwijl de liberale internationale orde te kampen heeft met binnenlandse en mondiale uitdagingen, lijken de waarden die het sociaaleconomische landschap van het Westen sinds de Verlichting hebben gevormd, in verval te raken. De sombere toon van westerse intellectuelen duidt erop dat we ons misschien tot China moeten wenden om de valkenier te vinden die in staat is om stabiliteit terug te brengen in onze wereld.
Het nieuwe boek van politiek filosoof John Gray, The New Leviathans: Thoughts After Liberalism,is daar een goed voorbeeld van. Begin jaren negentig ontpopte Gray zich als een van de meest vooraanstaande pessimistische denkers van het Westen, in schril contrast met het triomfalisme van Francis Fukuyama.
In zijn boek False Dawn: The Delusions of Global Capitalismuit 1998 betoogde Gray dat de val van het communisme niet het utopische ‘einde van de geschiedenis’ zou inluiden dat mondialistische neoliberalen zoals Fukuyama voor ogen hadden. Volgens Gray markeerde de ineenstorting van de Sovjet-Unie het falen van het Verlichtingsproject, waarvan het communisme een belangrijke pijler was geweest. In plaats van een harmonieuze wereldorde voorzag Gray een escalerende concurrentie om de schaarse natuurlijke hulpbronnen.
In The New Leviathans ziet hij een multipolaire wereld voor zich waarin rivaliserende machten, elk met hun eigen ‘opvattingen over het menselijk welzijn,’ een soort modus vivendi zouden moeten bereiken. Hij stelt dat het pluralisme dat Europa kenmerkte tijdens de late Middeleeuwen harmonieuzer en beschaafder was dan de universalistische Hobbesiaanse Leviathan die erop volgde. Maar Gray biedt geen haalbare of vreedzame weg naar multipolariteit. Als zo’n verschuiving zou plaatsvinden, zou deze waarschijnlijk worden veroorzaakt door een opeenvolging van extreme gebeurtenissen.
Terwijl Gray onze huidige hachelijke situatie toeschrijft aan het moderne statensysteem, legt de voormalige Griekse minister van Financiën Yanis Varoufakis de schuld volledig bij de kapitaalbezitters. In zijn nieuwste boek Technofeudalism: What Killed Capitalism betoogt Varoufakis dat het kapitalisme, in plaats van te evolueren naar het socialisme zoals de generatie van zijn vader had gehoopt, terugvalt in een feodaal systeem waarin ‘rents’ (huuropbrengsten) en niet winsten de belangrijkste drijfveren van de economische activiteit zijn.
Dit argument sluit aan bij de observatie van de Franse econoom Thomas Piketty dat de ongelijkheid toeneemt wanneer het rendement op kapitaal hoger is dan de economische groei (r>g). Naarmate de rijkdom in de wereld geconcentreerd raakt in steeds minder handen, verandert het kapitalisme in een systeem waarin een technofeodale heersende klasse, die Varoufakis ‘cloudalisten’ noemt, haar controle over essentiële goederen en diensten gebruikt om huuropbrengsten te onttrekken aan kapitalisten, arbeiders en consumenten.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Deze technofeodale orde wordt belichaamd door de ‘Grote Drie’ vermogensbeheerders – BlackRock, Vanguard en State Street – die in feite het Amerikaanse kapitalisme bezitten. Hun opkomst werd in de hand gewerkt door de biljoenen dollars aan goedkoop geld die de centrale banken in het financiële systeem injecteerden na de crisis van 2008, waardoor een handvol megafirma’s en miljardairs hun kooplust de vrije teugel konden geven. Ironisch genoeg zouden de centrale bankiers in hun poging om het kapitalisme te redden, het kapitalisme onbedoeld om zeep kunnen hebben geholpen.
Varoufakis beweert dat de term ‘rentenierskapitalisme’ een oxymoron is, omdat het kapitalisme draait om het maken van winst, niet om het onttrekken van huur. Maar dit lijkt op semantische muggezifterij. Het streven naar huuropbrengsten is altijd al een kenmerk geweest van de kapitalistische economie, omdat het rendement op investeringen inherent onzeker is, zodat de wens van de vermogensbezitter om activa in liquide vorm aan te houden altijd de overhand zal hebben in moeilijke tijden. John Maynard Keynes noemde dit verlangen de ‘liquiditeitsvoorkeur’ en beschouwde economische inzinkingen als episodes waarin de vraag naar liquiditeit het streven naar winst overheerste.
We zijn ook bekend met het idee dat de westerse economieën zichzelf hebben ‘gefinancialiseerd’ – door over te stappen van het produceren van dingen op het produceren van financiële instrumenten – en dat dit de belangrijkste hedendaagse vorm van het onttrekken van huuropbrengsten is. Of dit een systeemverandering is die een nieuw vocabulaire van ‘cloudalisten,’ vazallen en horigen vergt, is betwistbaar.
Varoufakis’ terminologie loopt ook het risico de ware bron van de technologische dynamiek te verdoezelen. Net als veel andere marxistische economen ziet hij de technologische vooruitgang als een bijproduct van het competitieve winstbejag. Wanneer het maken van winst wordt vervangen door het nastreven van huuropbrengsten, verdwijnt volgens deze logica de prikkel voor technologische innovatie.
Maar deze interpretatie gaat voorbij aan de cruciale rol die de staat heeft gespeeld bij het stimuleren van technologische innovatie, vooral door het streven naar militaire suprematie. Het ontstaan van Silicon Valley is bijvoorbeeld terug te voeren op het Pentagon. Zonder de impuls van de Tweede Wereldoorlog en de Koude Oorlog zouden veel van de huidige technologieën niet bestaan. Bovendien bagatelliseert Varoufakis de invloed van internationale betrekkingen op de regelgevende context waarin deze technologieën worden ingezet.
Varoufakis is geen Luddiet. Hij spoort jongeren aan om te vechten voor wat hij ‘technosocialisme’ noemt, een systeem dat publiek eigendom van de ‘digitale commons’ inhoudt en een opvallende gelijkenis vertoont met het Joegoslavische marktsocialisme van de jaren zestig, dat door arbeiders werd beheerd. Maar zijn pessimisme over de toekomst van het kapitalisme brengt hem tot de ‘intrigerende’ stelling dat het enige ‘sprankje hoop voor een mondiale demos in China flikkert,’ waar president Xi Jinping ‘de oorlog heeft verklaard aan cloudalisten en kapitalisten.’
De angst voor de toekomst van het Westen zou niet moeten leiden tot een vlucht naar het Oosten, maar eerder tot een poging om de rijke westerse traditie van een democratisch geleid kapitalisme nieuw leven in te blazen. Een dergelijke inspanning vereist echter optimisme, geen pessimisme, van het intellect.
John Gray, The New Leviathans: Thoughts After Liberalism (Farrar, Straus and Giroux, 2023)
Yanis Varoufakis, Technofeudalism: What Killed Capitalism (Bodley Head, 2023)
Robert Skidelsky, lid van het Britse Hogerhuis, is emeritus-hoogleraar politieke economie aan de universiteit van Warwick. Hij is de auteur van een bekroonde biografie van John Maynard Keynes en van het binnenkort te verschijnenThe Machine Age: An Idea, a History, a Warning(Allen Lane, 2023).