De toekomst van de werkgelegenheid

NEW YORK – Pleitbezorgers van de technologische vernieuwing en CEO's lijken tegenwoordig heel lichtzinnig te denken over wat de toekomst zal brengen. Nieuwe productietechnologieën hebben tot koortsachtige opwinding geleid over wat sommigen nu al de Derde Industriële Revolutie noemen. De komende jaren zullen technologische verbeteringen op het gebied van de robotica en de automatisering de productiviteit en de efficiency een impuls geven, wat aanzienlijke economische winst voor ondernemingen met zich zal meebrengen. Maar zonder goed beleid om de banengroei te voeden, is het onzeker of de vraag naar arbeid zal blijven stijgen als de technologie zo'n grote sprong voorwaarts maakt.

De recente technologische vooruitgang wordt gekenmerkt door drie eigenschappen: zij heeft de neiging kapitaal-intensief te zijn (waardoor degenen worden bevoordeeld die al over financiële middelen beschikken); vaardigheids-instensief (waardoor degenen worden bevoordeeld die al een hoog technisch competentieniveau hebben); en arbeidsbesparend (waardoor het totale aantal banen, zowel voor geschoolde als voor ongeschoolde werknemers, afneemt). Het risico bestaat dat robots en automatisering tot een enorme vermindering van de werkgelegenheid in de industrie zullen leiden, nog vóórdat het stof van de Derde Industriële Revolutie is neergedaald.

De snelle ontwikkeling van 'slimme' software de afgelopen decennia is misschien wel de belangrijkste kracht geweest bij het op gang brengen van de aanstaande industriële revolutie. Software-innovatie, in samenhang met 3D-printing, zal de deur openzetten voor werknemers die goed genoeg zijn opgeleid om mee te kunnen doen; maar alle anderen kunnen het gevoel krijgen dat de revolutie elders plaatsvindt. De fabriek van de toekomst zou wel eens door duizend robots kunnen worden bevolkt, plus één menselijke werknemer om de zaak in het oog te houden. Zelfs de fabrieksvloer kan beter en goedkoper worden schoongemaakt door een Roomba-robot dan door een mens.

Voor de ontwikkelde landen lijkt dit misschien oud nieuws. De afgelopen dertig jaar heeft de industriële basis van de opkomende economieën in Azië immers de plaats ingenomen van die van de oude industriële machten van West-Europa en Noord-Amerika. Maar er is geen enkele garantie dat de toename van de werkgelegenheid in de dienstensector het hieruit voortvloeiende banenverlies in de industrie zal kunnen blijven compenseren.

Om te beginnen zorgt de technologie ervoor dat ook veel banen in de dienstensector uitwisselbaar worden, zodat ze kunnen worden uitbesteed aan Aziatische landen en andere opkomende markten. En uiteindelijk zal de technologie ook arbeidsplaatsen in de industrie en de dienstensector van de opkomende landen laten verdwijnen.

Vandaag de dag kan de MRI-scan van een patiënt in New York bijvoorbeeld al digitaal naar het Indiase Bangalore kunnen worden verstuurd, om daar door een zeer vakkundige radioloog te worden bestudeerd voor een kwart van de kosten van een radioloog in New York. Maar hoe lang zal het nog duren voordat computersoftware deze beelden sneller, beter en goedkoper kan verwerken dan de radioloog uit Bangalore?

Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
PS_YA25-Onsite_1333x1000

Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025

Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, is almost here. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Premium now.

Subscribe Now

Op dezelfde manier is het Taiwanese Foxconn, dat iPhones en andere consumentenelektronica produceert, van plan de komende tien jaar een groot deel van zijn ruim 1,2 miljoen Chinese werknemers te vervangen door robots. En voice-recognition-software zal binnenkort de plaats innemen van de callcenters in Bangalore en Manila.

Arbeidsbesparende technologische innovaties zullen invloed uitoefenen op het onderwijs, de gezondheidszorg, het openbaar bestuur en zelfs de transportsector. Zullen we de komende decennia bijvoorbeeld nog steeds zo veel leraren nodig hebben nu de beste docenten steeds betere online-cursussen gaan verzorgen die miljoenen studenten kunnen volgen? En als dat niet het geval is, hoe zullen al die voormalige leerkrachten dan in hun inkomen kunnen voorzien?

Ook overheden stoten arbeidsplaatsen af – vooral overheden die kampen met hoge tekorten en schulden. En door de manier te veranderen waarop het publiek wordt bediend kan de 'e-government'-trend het werkgelegenheidsverlies compenseren door productiviteitswinst.

Zelfs de transportsector wordt door technologie gerevolutioneerd. Binnen een paar jaar kunnen zelfsturende auto's – dankzij Google en andere bedrijven – miljoenen banen doen verdwijnen.

En uiteraard is kapitaalintensieve en arbeidsbesparende technologische innovatie een van de factoren – samen met de hiermee samenhangende effecten van het 'winner-takes-all'-principe – die bijdragen aan de stijging van de ongelijkheid van inkomens en vermogens. Deze toenemende ongelijkheid trekt steeds vaker een wissel op de vraag en de groei (en wordt zo een bron van sociale en politieke instabiliteit), omdat zij de inkomsten herverdeelt van degenen die meer uitgeven (de huishoudens met lagere en middeninkomens) naar degenen die meer sparen (personen met een hoge nettowaarde en ondernemingen).

Dit is duidelijk niet de eerste keer dat de wereld voor dit soort problemen heeft gestaan, en het verleden kan als model dienen voor het oplossen ervan. Leiders uit de periode van eind 19e-begin 20e eeuw hebben getracht de ergste bijverschijnselen van de industrialisering te bestrijden. In de hele ontwikkelde wereld werd kinderarbeid verboden, werden de arbeidstijden en -omstandigheden menselijker, en werd er een sociaal vangnet geïnstalleerd om kwetsbare werknemers te beschermen en de (dikwijls fragiele) macro-economie te stabiliseren.

Nu we op zoek zijn naar verlichte oplossingen voor de problemen waarmee de Derde Industriële Revolutie ons confronteert, is er één thema dat boven alles uitsteekt: de winsten die de technologie oplevert moeten een breder deel van de bevolking ten goede komen dan er tot nu toe van heeft geprofiteerd. Dat vergt een grote educatieve inzet. Om breed gedragen welvaart te scheppen, moeten werknemers de vaardigheden verwerven die nodig zijn om te kunnen deelnemen aan de spannende nieuwe wereld die door een digitale economie wordt geïmpliceerd.

En zelfs dat zou wel eens niet genoeg kunnen zijn, in welk geval het nodig zal zijn permanente inkomenssteun te verschaffen aan degenen wier arbeidsplaatsen worden overgenomen door software en machines. Ook in dit opzicht moeten we de lessen van het verleden goed bestuderen.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/lpjDDDDnl