galbraith35_Andrew HarnikGetty Images_powell Andrew Harnik/Getty Images

De hoge rente bijt eindelijk

AUSTIN – De beurscrash is – misschien – het langverwachte signaal van een economische inzinking in de VS. Voor de regering van president Joe Biden en de verkiezingscampagne van Kamala Harris kon de timing niet slechter zijn. Jarenlang hebben ze geprobeerd hun economische beleid te verkopen als een succesverhaal. Nu de markten krimpen en de werkloosheid stijgt, is die verkoop niet alleen moeilijk, maar schier onmogelijk geworden.

De ineenstorting van de markten en de dreigende recessie komen twee volle jaren nadat de Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) de rente begon te verhogen om ‘de inflatie te bestrijden.’ De hoge rente is het directe, maar uitgestelde gevolg van dat beleid. Het beleid van de Fed heeft dus eindelijk het beoogde effect – ruim twee jaar nadat de inflatie zijn hoogtepunt bereikte en begon te dalen, om redenen die niets te maken hadden met het beleid van de Fed.

Komt er nu een recessie? Al minstens veertig jaar is een omgekeerde rentecurve op Amerikaanse Treasuries (schatkistobligaties) een betrouwbare indicator voor een recessie in Amerika. In 1980, 1982, 1989, 2000, 2006 en 2019 steeg de rente op schatkistpapier met een looptijd van negentig dagen boven die op obligaties met een looptijd van tien jaar, en binnen een jaar volgde een recessie. In alle gevallen na 1982 was de inversie voorbij toen de recessie kwam – maar hij kwam toch.

Dit gebeurt omdat wanneer de Fed de kortetermijnrente verhoogt, het krediet voor bedrijfsinvesteringen, bouw en hypotheken begint op te drogen. Waarom zou je lenen tegen vier of vijf procent, of zelfs meer, met risico, als je je geld risicovrij kunt parkeren voor vijf procent? Andere factoren, zoals een stijgende dollar (slecht voor de export) en renteherzieningen op oude leningen (slecht voor de wanbetalingen op creditcards en hypotheken, met name in 2007-’08), spelen ook een rol. Uiteindelijk begint de langetermijnrente te stijgen en eindigt de inversie, maar dan richt de hoge langetermijnrente nog meer schade aan.

Tijdens de huidige cyclus, toen de rentecurve in oktober 2022 omsloeg, volgde er geen recessie – tot nu toe. Compenserende krachten ondersteunden de economie, waaronder zeer hoge begrotingstekorten, de betaling van rente op een historisch hoge staatsschuld, en de directe betaling van rente (sinds 2009) op zeer grote bankreserves. De economie draaide door, ondanks de inspanningen van de Fed om de economie af te remmen.

Nu niet meer. De werkloosheid is het afgelopen jaar met bijna een vol procentpunt gestegen en het aantal nieuwe banen is flink gedaald. Het aantal nieuwe werklozen, mensen die om economische redenen parttime werken en mensen die niet werken maar wel een baan willen, is van juni tot juli met ruim een miljoen gestegen. Claudia Sahms indicator voor een recessie – een stijging van de werkloosheid met een half punt op basis van een voortschrijdend gemiddelde over drie maanden – knippert rood. De Sahm rule geldt al sinds minstens 1960.

PS Events: Climate Week NYC 2024
image (24)

PS Events: Climate Week NYC 2024

Project Syndicate is returning to Climate Week NYC with an even more expansive program. Join us live on September 22 as we welcome speakers from around the world at our studio in Manhattan to address critical dimensions of the climate debate.

Register Now

In 2007 bestudeerden twee coauteurs en ik de geschiedenis van het gedrag van de Fed als reactie op de economische omstandigheden. We ontdekten dat, in tegenstelling tot de retoriek, de Fed na 1984 niet meer reageerde op de inflatie (eerlijk gezegd was er ook niet veel om op te reageren). In plaats daarvan verhoogde de Fed de kortetermijnrente in reactie op een laag of dalend werkloosheidscijfer – de klassieke zorg van bazen die vrezen dat hun werknemers hogere lonen zullen eisen of hen zullen verlaten voor een betere baan.

Het belangrijkste was dat we testten of de Amerikaanse presidentsverkiezingen een statistisch effect hadden op de rentecurve, na controle voor inflatie en werkloosheid. We vonden – in elk model dat we probeerden – dat er een duidelijk en sterk effect was: in jaren van presidentsverkiezingen voert de Fed een soepeler beleid als de Republikeinen het Witte Huis in handen hebben, en een strakker beleid als de president een Democraat is. Specifiek voorspelde ons model een verkrappend effect van ongeveer 1,5 punten wanneer de werkloosheid laag is, met een extra 0,6 punt in een verkiezingsjaar wanneer de Democraten het Witte Huis bezetten, tegen een versoepelend effect van 0,9 punt als de president een Republikein is. In een verkiezingsjaar met lage werkloosheid is de voorspelde schommeling dus ongeveer drie procentpunten in de rentecurve.

In alle belangrijke opzichten voorspelt ons zeventien jaar oude model de huidige situatie. Vanuit het oogpunt van de bazen was de werkloosheid verontrustend laag. En er zit een Democraat in het Witte Huis. De inversie van de rentecurve is ongeveer 1,5 procentpunt. We zouden dus een vlakke rentecurve hebben verwacht als de president een Republikein was geweest, en een positief hellende curve – de normale situatie – als de werkloosheid hoger was geweest. Statistisch gezien verklaart het model waarom de Fed hardnekkig heeft geweigerd de rente te verlagen, ondanks de gestage daling van het inflatiecijfer.

Democratische presidenten kunnen dit alleen zichzelf verwijten. Decennialang hebben ze de Fed de rol toebedeeld van ‘inflatiebestrijder.’ Decennialang hebben ze Republikeinse voorzitters herbenoemd: Alan Greenspan, Ben Bernanke en Jerome Powell. Naast deze voorzitters zijn bankiers en economen sterk vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur van de Fed en in de regionale Federal Reserve Banks.

Deze mensen zien zichzelf misschien als onpartijdige hogepriesters, maar ze staan in grote lijnen op één lijn met Wall Street en tegenover de belangen van werknemers. Het gevolg is, voorspelbaar, een terugkerende verlamming van progressief economisch beleid.

Toen de Democraten arbeiders nog serieus namen – ruwweg van het eind van de negentiende eeuw tot de jaren zestig van de twintigste – begrepen ze dat Big Finance moest worden aangepakt en gecontroleerd. Van de jaren dertig tot het eind van de jaren zeventig had Amerika regelgeving en toezichthouders die zich met die taak bezighielden. Maar dit beleid werd grotendeels weggevaagd in de jaren tachtig, en sinds het tijdperk van Bill Clinton heeft de Democratische Partij de Fed met rust gelaten – en er veel geld van Wall Street voor teruggekregen.

Deze presidentiële verkiezingscampagne heeft veel wendingen gekend. De economische schok van de Fed – als deze zich zo blijft ontwikkelen – zal nog een grote zijn. Gezien het mogelijke effect in november kunnen de Democraten wellicht weer een lange periode buiten de macht tegemoet zien. Mogen ze die periode in dat geval gebruiken om na te denken over de dwaasheid van hun dertigjarige deal met Big Finance.

James K. Galbraith, hoogleraar aan de Lyndon B. Johnson School of Public Affairs van de universiteit van Texas in Austin, is voormalig uitvoerend directeur van het Joint Economic Committee van het Amerikaanse Congres en co-auteur (met Jing Chen) van het binnenkort te verschijnenEntropy Economics: The Living Basis of Value and Production(University of Chicago Press). Eind jaren zeventig was hij verantwoordelijk voor het toezicht op het monetaire beleid bij het House Banking Committee.

https://prosyn.org/0DZo8DQnl