KIGALI – Er is geen grotere hinderpaal voor de economische ontwikkeling van een land op de langere termijn dan ondervoeding van kinderen. Als een lichaam dat groeit niet genoeg essentiële vitaminen en bouwstoffen binnenkrijgt, zullen de schadelijke effecten nog tot laat in de volwassenheid voortduren.
In lageinkomenslanden bestaat het dieet voornamelijk uit zetmeel (zoals rijst) en groenten (zoals erwten), die zeer weinig eiwitten bevatten. Dus zelfs een kind met een volle maag hoeft niet noodzakelijkerwijs de juiste balans van goede voeding en vitamines te krijgen die noodzakelijk is voor een gezonde lichamelijke ontwikkeling.
Dit eist een enorme tol. Ondervoede kinderen zijn vatbaarder voor ziekten. Volgens UNICEF lopen kinderen die lijden aan ernstige ondervoeding een 9,5 maal zo grote kans om aan diarree te overlijden en een 6,4 maal zo grote kans om aan longontsteking dood te gaan. Eén op de drie afwendbare sterfgevallen onder jonge kinderen in de hele wereld – en dat zijn er ieder jaar zo'n 2,5 miljoen – zijn het gevolg van ontoereikende voeding.
Wereldwijd is één op de vier kinderen onder de vijf in zijn of haar ontwikkeling beperkt, wat betekent dat chronische ondervoeding ernstige en dikwijls onomkeerbare fysieke en cognitieve schade heeft veroorzaakt. In 2001waren er 165 miljoen kinderen met een ontwikkelingsbeperking, wat evenveel is als de helft van de bevolking van de Verenigde Staten.
Kinderen met een ontwikkelingsbeperking hebben vaak moeite hun potentieel op school en uiteindelijk ook op de werkplek te verwezenlijken, wat ten koste gaat van de economische productiviteit en de ontwikkeling. Uit een onderzoek van de Wereldbank blijkt dat ondervoeding een individu van 10% van de potentiële verdiensten in zijn leven kan beroven, en een land maar liefst 3% van zijn bbp kan kosten.
Om iets aan dit probleem te doen, hebben we een veelvormige aanpak nodig die een beroep doet op alle beschikbare middelen, om ervoor te zorgen dat kinderen goede voeding krijgen. Dat begint met een sterk leiderschap in landen waar dit probleem acuut is. Hoewel mijn land, Rwanda, de kindersterfte het afgelopen decennium met 70% heeft teruggebracht, blijft het percentage kinderen met een ontwikkelingsachterstand hoog. 44% van de kinderen onder de vijf is chronisch ondervoed.
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
De Rwandese president Paul Kagame heeft het startsein gegeven voor een nationaal noodplan om de fundamentele oorzaken van ondervoeding aan te pakken. Dit betekent niet alleen dat de beschikbare voedselbronnen voor kinderen moeten worden verruimd, maar ook dat gezinnen moeten worden onderricht over het belang van een voedzaam dieet.
Tussen 2006 en 2011 hebben we bijvoorbeeld het landbouwbudget verdubbeld, ruim tweeduizend koeien verdeeld onder gezinnen met lage inkomens, en de levering van melk en de aanleg van fruit- en groentetuinen in het hele land bevorderd. Gezondheidszorgwerkers in ieder van de 15.000 dorpen in Rwanda, en verpleegsters in gezondheidscentra in het hele land, meten periodiek het gewicht en de lengte van ieder kind onder de vijf, en sturen degenen die ondervoed zijn of ondervoed dreigen te raken door voor hulp.
Tegelijkertijd is er een revolutie nodig in de manier waarop gezinnen het voedsel voor hun kinderen bereiden, om ervoor te zorgen dat deze inspanningen zich ook werkelijk vertalen in een betere gezondheid. Onze regering is een grootschalige onderwijscampagne begonnen om het inzicht in het belang van een voedzaam dieet te vergroten. Er zijn in het hele land pamfletten verspreid, waarin wordt uiteengezet welke soorten voeding kinderen nodig hebben en hoe die te bereiden. Daarnaast wordt de noodzaak benadrukt van een goede hygiëne en van het louter borstvoeding geven aan kinderen onder de zes maanden. In ieder dorp zal een vrouw die bedreven is in de communicatie gezinnen vertellen hoe ze een evenwichtige maaltijd kunnen bereiden en hoe ze kunnen zorgen voor adequate voeding voor hun kinderen.
Het verstrekken van de juiste voeding in de eerste duizend levensdagen van een kind is bijzonder belangrijk. Het Britse medische tijdschrift The Lancet heeft een pakket effectieve interventies beschreven om dit voor elkaar te krijgen. Tot de aanbevolen maatregelen behoren het aanbieden van essentiële vitaminen en mineralen via verrijkte voedingsmiddelen en supplementen; het propageren van borstvoeding en voedzame aanvullende voedingsmiddelen voor baby's; en het behandelen van ernstig ondervoede kinderen met therapeutische voedingsmiddelen zoals een speciaal versterkte pindakaas.
Er is een ontluikende consensus over de noodzaak om ondervoeding wereldwijd aan te pakken. Vorig jaar schaalde de zogenoemde Kopenhagen Consensus – een panel van beroemde economen, waaronder diverse Nobelprijswinnaars – het aanbieden van goede voeding aan kinderen als topprioriteit in op zijn lijst van kosteneffectieve investeringen die het mondiaal welzijn zouden verbeteren.
In veel lageinkomenslanden zullen voor het plegen van deze investeringen bondgenootschappen met buitenlandse regeringen moeten worden gesloten – en we verwelkomen de cruciale rol die donorprogramma's, hulpdiensten en vrijwilligersorganisaties kunnen spelen door binnen het raamwerk van nationale plannen te werken. Regionale samenwerking zal ook van eminent belang zijn bij het voldoen aan onze opdracht om de ondervoeding te bestrijden. Voor ons betekent dit dat we nauw moeten samenwerken met onze buren in de Oost-Afrikaanse Gemeenschap.
Op 8 juni, net vóór de top van de G8, heeft in Engeland een topconferentie plaatsgevonden over Voeding voor Groei. Leiders uit de rijke en arme landen, stichtingen, niet-gouvernementele organisaties en particuliere ondernemingen zijn daar bijeengekomen om specifieke toezeggingen voor het investeren in goede voeding te doen. Ik hoop dat zij hun inspanningen zullen vergroten – en dat zij hard zullen nadenken over de manieren waarop zij ervoor kunnen zorgen dat alle sectoren van de economieën van de ontvangende landen hiervan profiteren, door het stimuleren van de lokale productie.
Het eenvoudigweg overspoelen van de markten met goedkope granen die veel calorieën bevatten, maar een lage voedingswaarde hebben, zal de chronische ondervoeding nooit kunnen oplossen. Er is een verandering van de manier van denken van de ontwikkelingspartners nodig, naast langetermijntoezeggingen om duurzame, gediversifieerde en eerlijke systemen voor de voedselproductie en -distributie op te zetten. De investeringen die nodig zijn om dit voor elkaar te krijgen, vertegenwoordigen slechts een fractie van de donorhulp aan de landen uit de lage- en middeninkomenscategorie, maar zouden enorme gevolgen hebben voor de menselijke ontwikkeling op de langere termijn.
Al deze inspanningen – de productie van betaalbaar en gezond eten, het verzekeren van de verkrijgbaarheid daarvan, en het onderricht in de bereiding ervan – zullen essentieel zijn als Rwanda en andere landen ervoor willen zorgen dat kinderen de voeding krijgen die ze nodig hebben om gezonde en productieve levens te kunnen leiden. Ons werk zal niet zijn volbracht voordat ieder kind is verzekerd van een gezond en evenwichtig dieet en van de mogelijkheid om zijn of haar volledige potentieel te verwezenlijken.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Donald Trump’s immediate, aggressive use of import tariffs has revealed a fundamental difference between his first and second term. Far from a mere negotiating strategy, the goal this time is to replace a global rules-based system of managed economic integration with coerced decoupling.
emphasizes a fundamental difference between the US trade agenda now and during the president’s first term.
Recent actions by the United States may foreshadow its withdrawal from the world’s foremost multilateral institution. Paradoxically, however, the breakdown of the multilateral order the US helped establish nearly eight decades ago could serve as a catalyst for greater international cooperation.
thinks the paradigm shift in US foreign policy could end up strengthening global solidarity.
KIGALI – Er is geen grotere hinderpaal voor de economische ontwikkeling van een land op de langere termijn dan ondervoeding van kinderen. Als een lichaam dat groeit niet genoeg essentiële vitaminen en bouwstoffen binnenkrijgt, zullen de schadelijke effecten nog tot laat in de volwassenheid voortduren.
In lageinkomenslanden bestaat het dieet voornamelijk uit zetmeel (zoals rijst) en groenten (zoals erwten), die zeer weinig eiwitten bevatten. Dus zelfs een kind met een volle maag hoeft niet noodzakelijkerwijs de juiste balans van goede voeding en vitamines te krijgen die noodzakelijk is voor een gezonde lichamelijke ontwikkeling.
Dit eist een enorme tol. Ondervoede kinderen zijn vatbaarder voor ziekten. Volgens UNICEF lopen kinderen die lijden aan ernstige ondervoeding een 9,5 maal zo grote kans om aan diarree te overlijden en een 6,4 maal zo grote kans om aan longontsteking dood te gaan. Eén op de drie afwendbare sterfgevallen onder jonge kinderen in de hele wereld – en dat zijn er ieder jaar zo'n 2,5 miljoen – zijn het gevolg van ontoereikende voeding.
Wereldwijd is één op de vier kinderen onder de vijf in zijn of haar ontwikkeling beperkt, wat betekent dat chronische ondervoeding ernstige en dikwijls onomkeerbare fysieke en cognitieve schade heeft veroorzaakt. In 2001waren er 165 miljoen kinderen met een ontwikkelingsbeperking, wat evenveel is als de helft van de bevolking van de Verenigde Staten.
Kinderen met een ontwikkelingsbeperking hebben vaak moeite hun potentieel op school en uiteindelijk ook op de werkplek te verwezenlijken, wat ten koste gaat van de economische productiviteit en de ontwikkeling. Uit een onderzoek van de Wereldbank blijkt dat ondervoeding een individu van 10% van de potentiële verdiensten in zijn leven kan beroven, en een land maar liefst 3% van zijn bbp kan kosten.
Om iets aan dit probleem te doen, hebben we een veelvormige aanpak nodig die een beroep doet op alle beschikbare middelen, om ervoor te zorgen dat kinderen goede voeding krijgen. Dat begint met een sterk leiderschap in landen waar dit probleem acuut is. Hoewel mijn land, Rwanda, de kindersterfte het afgelopen decennium met 70% heeft teruggebracht, blijft het percentage kinderen met een ontwikkelingsachterstand hoog. 44% van de kinderen onder de vijf is chronisch ondervoed.
Winter Sale: Save 40% on a new PS subscription
At a time of escalating global turmoil, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided.
Subscribe to Digital or Digital Plus now to secure your discount.
Subscribe Now
De Rwandese president Paul Kagame heeft het startsein gegeven voor een nationaal noodplan om de fundamentele oorzaken van ondervoeding aan te pakken. Dit betekent niet alleen dat de beschikbare voedselbronnen voor kinderen moeten worden verruimd, maar ook dat gezinnen moeten worden onderricht over het belang van een voedzaam dieet.
Tussen 2006 en 2011 hebben we bijvoorbeeld het landbouwbudget verdubbeld, ruim tweeduizend koeien verdeeld onder gezinnen met lage inkomens, en de levering van melk en de aanleg van fruit- en groentetuinen in het hele land bevorderd. Gezondheidszorgwerkers in ieder van de 15.000 dorpen in Rwanda, en verpleegsters in gezondheidscentra in het hele land, meten periodiek het gewicht en de lengte van ieder kind onder de vijf, en sturen degenen die ondervoed zijn of ondervoed dreigen te raken door voor hulp.
Tegelijkertijd is er een revolutie nodig in de manier waarop gezinnen het voedsel voor hun kinderen bereiden, om ervoor te zorgen dat deze inspanningen zich ook werkelijk vertalen in een betere gezondheid. Onze regering is een grootschalige onderwijscampagne begonnen om het inzicht in het belang van een voedzaam dieet te vergroten. Er zijn in het hele land pamfletten verspreid, waarin wordt uiteengezet welke soorten voeding kinderen nodig hebben en hoe die te bereiden. Daarnaast wordt de noodzaak benadrukt van een goede hygiëne en van het louter borstvoeding geven aan kinderen onder de zes maanden. In ieder dorp zal een vrouw die bedreven is in de communicatie gezinnen vertellen hoe ze een evenwichtige maaltijd kunnen bereiden en hoe ze kunnen zorgen voor adequate voeding voor hun kinderen.
Het verstrekken van de juiste voeding in de eerste duizend levensdagen van een kind is bijzonder belangrijk. Het Britse medische tijdschrift The Lancet heeft een pakket effectieve interventies beschreven om dit voor elkaar te krijgen. Tot de aanbevolen maatregelen behoren het aanbieden van essentiële vitaminen en mineralen via verrijkte voedingsmiddelen en supplementen; het propageren van borstvoeding en voedzame aanvullende voedingsmiddelen voor baby's; en het behandelen van ernstig ondervoede kinderen met therapeutische voedingsmiddelen zoals een speciaal versterkte pindakaas.
Er is een ontluikende consensus over de noodzaak om ondervoeding wereldwijd aan te pakken. Vorig jaar schaalde de zogenoemde Kopenhagen Consensus – een panel van beroemde economen, waaronder diverse Nobelprijswinnaars – het aanbieden van goede voeding aan kinderen als topprioriteit in op zijn lijst van kosteneffectieve investeringen die het mondiaal welzijn zouden verbeteren.
In veel lageinkomenslanden zullen voor het plegen van deze investeringen bondgenootschappen met buitenlandse regeringen moeten worden gesloten – en we verwelkomen de cruciale rol die donorprogramma's, hulpdiensten en vrijwilligersorganisaties kunnen spelen door binnen het raamwerk van nationale plannen te werken. Regionale samenwerking zal ook van eminent belang zijn bij het voldoen aan onze opdracht om de ondervoeding te bestrijden. Voor ons betekent dit dat we nauw moeten samenwerken met onze buren in de Oost-Afrikaanse Gemeenschap.
Op 8 juni, net vóór de top van de G8, heeft in Engeland een topconferentie plaatsgevonden over Voeding voor Groei. Leiders uit de rijke en arme landen, stichtingen, niet-gouvernementele organisaties en particuliere ondernemingen zijn daar bijeengekomen om specifieke toezeggingen voor het investeren in goede voeding te doen. Ik hoop dat zij hun inspanningen zullen vergroten – en dat zij hard zullen nadenken over de manieren waarop zij ervoor kunnen zorgen dat alle sectoren van de economieën van de ontvangende landen hiervan profiteren, door het stimuleren van de lokale productie.
Het eenvoudigweg overspoelen van de markten met goedkope granen die veel calorieën bevatten, maar een lage voedingswaarde hebben, zal de chronische ondervoeding nooit kunnen oplossen. Er is een verandering van de manier van denken van de ontwikkelingspartners nodig, naast langetermijntoezeggingen om duurzame, gediversifieerde en eerlijke systemen voor de voedselproductie en -distributie op te zetten. De investeringen die nodig zijn om dit voor elkaar te krijgen, vertegenwoordigen slechts een fractie van de donorhulp aan de landen uit de lage- en middeninkomenscategorie, maar zouden enorme gevolgen hebben voor de menselijke ontwikkeling op de langere termijn.
Al deze inspanningen – de productie van betaalbaar en gezond eten, het verzekeren van de verkrijgbaarheid daarvan, en het onderricht in de bereiding ervan – zullen essentieel zijn als Rwanda en andere landen ervoor willen zorgen dat kinderen de voeding krijgen die ze nodig hebben om gezonde en productieve levens te kunnen leiden. Ons werk zal niet zijn volbracht voordat ieder kind is verzekerd van een gezond en evenwichtig dieet en van de mogelijkheid om zijn of haar volledige potentieel te verwezenlijken.
Vertaling: Menno Grootveld