LONDEN – Naarmate de mondiale economische groei aan tempo wint, nu het Internationale Monetaire Fonds bericht dat alle G20-landen zich in een expansieve fase bevinden, treden we eindelijk een proces binnen van normalisering van de rente en het monetair beleid. Die verandering zat er al een hele tijd aan te komen, en in 2008 zouden weinigen hebben voorspeld dat de gevolgen van de financiële crisis die dat jaar uitbrak zo hardnekkig zouden zijn.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de beleidsnormalisering zich op verschillende plekken in verschillende snelheden voltrekt. De US Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) is al een aardig eind op steek, en heeft de rente al twee keer opgetrokken, terwijl de normalisering in de eurozone en Japan eigenlijk nog moet beginnen. Maar de algehele richting van de verandering is duidelijk.
In haar “Semiannual Monetary Policy Report to the Congress (Halfjaarlijkse Monetaire Beleidsrapport aan het Congres)” heeft Fed-voorzitter Janet Yellen “een geleidelijke stijging van de rente” in het vooruitzicht gesteld. Tegelijkertijd brengt de Fed haar bezittingen aan Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekobligaties omlaag. Met andere woorden: in de VS wordt de zogenoemde “kwantitatieve versoepeling” vervangen door “kwantitatieve verkrapping.”
De Europese Centrale Bank is minder helder geweest over haar bedoelingen, maar slaat inmiddels een opmerkelijk optimistischer toon aan over de groei in de eurozone, door erop te wijzen dat al het werkgelegenheidsverlies dat samenhing met de crisis van 2008 weer is goedgemaakt. Een vermindering van de kwantitatieve versoepeling in de eurozone wordt nu alom verwacht. Bij de Bank of England (BoE) heeft gouverneur Mark Carney de noodzaak benadrukt om de rente in de nabije toekomst op te trekken, gezien het feit dat de Britse inflatie ver boven het beoogde niveau ligt.
Maar het is duidelijk dat de centrale bankiers niet te snel willen bewegen, en zich zorgen maken over de potentiële gevolgen van monetaire verkrapping voor de financiële markten. Daarin hebben ze gelijk. De rente is al heel lang laag. De laatste rentestijging in Londen vond tien jaar geleden plaats. Voor de meeste handelaren op de trading floors van de banken is dat oude geschiedenis.
Je kunt dus merken dat de monetaire autoriteiten heel veel werk willen maken van het adequaat voorbereiden van het publiek op hun volgende stappen. Ze zijn ervan overtuigd dat het beïnvloeden van de verwachtingen van cruciaal belang is. Als de markten een koerswijziging verwachten, zullen sommige noodzakelijke aanpassingen van te voren plaatsvinden, zodat de potentiële kosten van die verandering minder hoog zullen zijn.
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
De centrale bankiers hebben de marktverwachtingen tot nu toe redelijk goed gemanaged, met name in de Verenigde Staten. Er kunnen niet veel mensen in de financiële sector zijn die verbaasd zullen zijn als de Fed de rente dit jaar nog verder optrekt.
In Groot-Brittannië is het voorbereiden van de publieke opinie op een dergelijke stap ingewikkelder. De stemprocedure die in zwang is bij het Monetary Policy Committee (Monetair Beleidscomité) van de BoE maakt het voor de gouverneur lastiger om te kunnen inschatten wanneer zich een meerderheid voor verkrapping zal aftekenen, en sommige leden zijn de afgelopen maanden een paar keer van mening veranderd. Toch heeft Carney zijn best gedaan in duidelijke bewoordingen te zinspelen op wat hij van plan is.
Maar ook al zijn de financiële markten redelijk goed voorbereid, kunnen we hetzelfde zeggen over individuen, huishoudens en kleine bedrijfjes? Op veel plekken blijven de consumentenschulden hoog, en zeker in Groot-Brittannië zijn er een paar tekenen die erop wijzen dat het vooruitzicht op een hogere rente consumenten niet heeft ontmoedigd nóg meer schulden op zich te laden. Er is een duidelijk risico dat consumenten scherper zullen reageren op eventuele rentestijgingen als die zich uiteindelijk daadwerkelijk voordoen.
Uiteraard spreken de centrale banken doorgaans niet rechtstreeks met de consumenten. Zij moeten erop vertrouwen dat hun boodschappen door diverse handen gaan, waaronder die van zendgemachtigden en journalisten op het gebied van de personal finance, voordat ze het grote publiek bereiken. De BoE heeft onlangs een paar pogingen in het werk gesteld om zich tot de consumenten te richten, maar het rechtstreeks bereik van de bank is onvermijdelijk bescheiden van aard.
Er zijn ook aanwijzingen dat het soort communicatie waarvan centrale banken zich bedienen niet goed aansluit op de consumentenmarkt. In een intrigerende recente toespraak heeft Andy Haldane, de hoofdeconoom van de BoE, onder de loep genomen hoe goed de centrale banken eigenlijk worden begrepen door de bevolkingsgroepen die ze proberen te beïnvloeden. Onderzoekers hebben gekeken naar het leesniveau dat vereist is om de publicaties van de centrale banken te kunnen doorgronden, en naar het percentage van de bevolking dat in staat is op dat niveau te lezen.
De resultaten zijn alarmerend. Terwijl ongeveer 70% van de bevolking een campagnetoespraak van Donald Trump kan begrijpen, en 60% de tekstuele betekenis van een song van Elvis Presley kan doorgronden, heeft slechts 2% de leesvaardigheid die nodig is om de notulen van het Federal Open Market Committee (FOMC) van de Fed, dat de rente vaststelt, te kunnen begrijpen.
Je kunt natuurlijk stellen dat niemand mag verwachten dat doorsneeburgers hun zaterdagavond besteden aan het lezen van de FOMC-notulen. Maar ook nauwelijks meer dan 20% begrijpt wat de mainstream-kranten schrijven over het monetair beleid.
En dat is een probleem waar niet alleen de Fed mee worstelt. De notulen van het Monetary Policy Committee (MPC) van de BoE zijn wel iets eenvoudiger te doorgronden, maar ook weer niet véél eenvoudiger. De Campaign for Plain English (Campagne voor Helder Engels), een lobbygroep, heeft de verklaringen van de Bank omschreven als “waardeloos, ondoordringbaar gewauwel.” Er zijn geen vergelijkbare statistieken voor of uitspraken over de teksten van de ECB, maar ik zou verbaasd zijn als de uitkomsten anders zouden zijn.
Deze resultaten zijn een teleurstelling voor de centrale bankiers, die de afgelopen jaren hun uiterste best hebben gedaan de externe communicatie te verbeteren. Nog niet zo lang geleden was een gouverneur van de BoE er trots op als hij de besluiten van de MPC in nevelen kon hullen. De afgelopen twintig jaar is daar wel verandering in gekomen, maar Haldane concludeert terecht dat er nog veel meer moet worden gedaan.
Mensen halen hun nieuws tegenwoordig overal en nergens vandaan, en de centrale banken moeten er volgens hem “voor zorgen dat zij delen van de samenleving bereiken die zij voorheen niet bereikten, met gebruikmaking van media die zij voorheen niet gebruikten.” Trump heeft laten zien dat hij dat kan, zij het vaak met nadelige gevolgen. De Fed-voorzitter die begin volgend jaar zal worden benoemd, of dat nu Yellen is of een nieuw iemand, zal moeten overwegen in de voetsporen van Trump te treden.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Bashar al-Assad’s fall from power has created an opportunity for the political and economic reconstruction of a key Arab state. But the record of efforts to stabilize post-conflict societies in the Middle East is littered with failure, and the next few months will most likely determine Syria's political trajectory.
say that Syrians themselves must do the hard work, but multilateral assistance has an important role to play.
The US president-elect has vowed to round up illegal immigrants and raise tariffs, but he will probably fail to reinvigorate the economy for the masses, who will watch the rich get richer on crypto and AI. America has been here before, and if Trump doesn’t turn on the business class and lay the blame at its feet, someone else will.
thinks the next president will be forced to choose between big business and the forgotten man.
LONDEN – Naarmate de mondiale economische groei aan tempo wint, nu het Internationale Monetaire Fonds bericht dat alle G20-landen zich in een expansieve fase bevinden, treden we eindelijk een proces binnen van normalisering van de rente en het monetair beleid. Die verandering zat er al een hele tijd aan te komen, en in 2008 zouden weinigen hebben voorspeld dat de gevolgen van de financiële crisis die dat jaar uitbrak zo hardnekkig zouden zijn.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de beleidsnormalisering zich op verschillende plekken in verschillende snelheden voltrekt. De US Federal Reserve (de Fed, het federale stelsel van Amerikaanse centrale banken) is al een aardig eind op steek, en heeft de rente al twee keer opgetrokken, terwijl de normalisering in de eurozone en Japan eigenlijk nog moet beginnen. Maar de algehele richting van de verandering is duidelijk.
In haar “Semiannual Monetary Policy Report to the Congress (Halfjaarlijkse Monetaire Beleidsrapport aan het Congres)” heeft Fed-voorzitter Janet Yellen “een geleidelijke stijging van de rente” in het vooruitzicht gesteld. Tegelijkertijd brengt de Fed haar bezittingen aan Amerikaanse staatsobligaties en hypotheekobligaties omlaag. Met andere woorden: in de VS wordt de zogenoemde “kwantitatieve versoepeling” vervangen door “kwantitatieve verkrapping.”
De Europese Centrale Bank is minder helder geweest over haar bedoelingen, maar slaat inmiddels een opmerkelijk optimistischer toon aan over de groei in de eurozone, door erop te wijzen dat al het werkgelegenheidsverlies dat samenhing met de crisis van 2008 weer is goedgemaakt. Een vermindering van de kwantitatieve versoepeling in de eurozone wordt nu alom verwacht. Bij de Bank of England (BoE) heeft gouverneur Mark Carney de noodzaak benadrukt om de rente in de nabije toekomst op te trekken, gezien het feit dat de Britse inflatie ver boven het beoogde niveau ligt.
Maar het is duidelijk dat de centrale bankiers niet te snel willen bewegen, en zich zorgen maken over de potentiële gevolgen van monetaire verkrapping voor de financiële markten. Daarin hebben ze gelijk. De rente is al heel lang laag. De laatste rentestijging in Londen vond tien jaar geleden plaats. Voor de meeste handelaren op de trading floors van de banken is dat oude geschiedenis.
Je kunt dus merken dat de monetaire autoriteiten heel veel werk willen maken van het adequaat voorbereiden van het publiek op hun volgende stappen. Ze zijn ervan overtuigd dat het beïnvloeden van de verwachtingen van cruciaal belang is. Als de markten een koerswijziging verwachten, zullen sommige noodzakelijke aanpassingen van te voren plaatsvinden, zodat de potentiële kosten van die verandering minder hoog zullen zijn.
HOLIDAY SALE: PS for less than $0.7 per week
At a time when democracy is under threat, there is an urgent need for incisive, informed analysis of the issues and questions driving the news – just what PS has always provided. Subscribe now and save $50 on a new subscription.
Subscribe Now
De centrale bankiers hebben de marktverwachtingen tot nu toe redelijk goed gemanaged, met name in de Verenigde Staten. Er kunnen niet veel mensen in de financiële sector zijn die verbaasd zullen zijn als de Fed de rente dit jaar nog verder optrekt.
In Groot-Brittannië is het voorbereiden van de publieke opinie op een dergelijke stap ingewikkelder. De stemprocedure die in zwang is bij het Monetary Policy Committee (Monetair Beleidscomité) van de BoE maakt het voor de gouverneur lastiger om te kunnen inschatten wanneer zich een meerderheid voor verkrapping zal aftekenen, en sommige leden zijn de afgelopen maanden een paar keer van mening veranderd. Toch heeft Carney zijn best gedaan in duidelijke bewoordingen te zinspelen op wat hij van plan is.
Maar ook al zijn de financiële markten redelijk goed voorbereid, kunnen we hetzelfde zeggen over individuen, huishoudens en kleine bedrijfjes? Op veel plekken blijven de consumentenschulden hoog, en zeker in Groot-Brittannië zijn er een paar tekenen die erop wijzen dat het vooruitzicht op een hogere rente consumenten niet heeft ontmoedigd nóg meer schulden op zich te laden. Er is een duidelijk risico dat consumenten scherper zullen reageren op eventuele rentestijgingen als die zich uiteindelijk daadwerkelijk voordoen.
Uiteraard spreken de centrale banken doorgaans niet rechtstreeks met de consumenten. Zij moeten erop vertrouwen dat hun boodschappen door diverse handen gaan, waaronder die van zendgemachtigden en journalisten op het gebied van de personal finance, voordat ze het grote publiek bereiken. De BoE heeft onlangs een paar pogingen in het werk gesteld om zich tot de consumenten te richten, maar het rechtstreeks bereik van de bank is onvermijdelijk bescheiden van aard.
Er zijn ook aanwijzingen dat het soort communicatie waarvan centrale banken zich bedienen niet goed aansluit op de consumentenmarkt. In een intrigerende recente toespraak heeft Andy Haldane, de hoofdeconoom van de BoE, onder de loep genomen hoe goed de centrale banken eigenlijk worden begrepen door de bevolkingsgroepen die ze proberen te beïnvloeden. Onderzoekers hebben gekeken naar het leesniveau dat vereist is om de publicaties van de centrale banken te kunnen doorgronden, en naar het percentage van de bevolking dat in staat is op dat niveau te lezen.
De resultaten zijn alarmerend. Terwijl ongeveer 70% van de bevolking een campagnetoespraak van Donald Trump kan begrijpen, en 60% de tekstuele betekenis van een song van Elvis Presley kan doorgronden, heeft slechts 2% de leesvaardigheid die nodig is om de notulen van het Federal Open Market Committee (FOMC) van de Fed, dat de rente vaststelt, te kunnen begrijpen.
Je kunt natuurlijk stellen dat niemand mag verwachten dat doorsneeburgers hun zaterdagavond besteden aan het lezen van de FOMC-notulen. Maar ook nauwelijks meer dan 20% begrijpt wat de mainstream-kranten schrijven over het monetair beleid.
En dat is een probleem waar niet alleen de Fed mee worstelt. De notulen van het Monetary Policy Committee (MPC) van de BoE zijn wel iets eenvoudiger te doorgronden, maar ook weer niet véél eenvoudiger. De Campaign for Plain English (Campagne voor Helder Engels), een lobbygroep, heeft de verklaringen van de Bank omschreven als “waardeloos, ondoordringbaar gewauwel.” Er zijn geen vergelijkbare statistieken voor of uitspraken over de teksten van de ECB, maar ik zou verbaasd zijn als de uitkomsten anders zouden zijn.
Deze resultaten zijn een teleurstelling voor de centrale bankiers, die de afgelopen jaren hun uiterste best hebben gedaan de externe communicatie te verbeteren. Nog niet zo lang geleden was een gouverneur van de BoE er trots op als hij de besluiten van de MPC in nevelen kon hullen. De afgelopen twintig jaar is daar wel verandering in gekomen, maar Haldane concludeert terecht dat er nog veel meer moet worden gedaan.
Mensen halen hun nieuws tegenwoordig overal en nergens vandaan, en de centrale banken moeten er volgens hem “voor zorgen dat zij delen van de samenleving bereiken die zij voorheen niet bereikten, met gebruikmaking van media die zij voorheen niet gebruikten.” Trump heeft laten zien dat hij dat kan, zij het vaak met nadelige gevolgen. De Fed-voorzitter die begin volgend jaar zal worden benoemd, of dat nu Yellen is of een nieuw iemand, zal moeten overwegen in de voetsporen van Trump te treden.
Vertaling: Menno Grootveld