holness1_JEWEL SAMADAFPGetty Images_earth Jewel Samad/AFP/Getty Images

Kleine eilandstaten moeten geholpen worden om klimaatbestendig te worden

KINGSTON/SUVA – Kleine eilandstaten in ontwikkeling zoals de onze zijn barometers voor de beloften van de wereld op het gebied van klimaatactie en duurzame ontwikkeling. Onze economieën en samenlevingen bloeien als onze nationale ambities en vooruitgang worden ondersteund door stoutmoedige wereldwijde actie. Maar wereldwijd nietsdoen als het om de klimaatverandering gaat bedreigt onze manier van leven, ontwikkelingsprestaties en groeivooruitzichten, en brengt onze pogingen in gevaar om ons aan te passen aan de opwarming van de aarde.

De existentiële dreiging die uitgaat van de klimaatverandering heeft ons, de leiders van twee eilandstaten, aangespoord om beslissende actie te ondernemen in eigen land. En we dringen er bij de leiders van de ontwikkelde landen op aan om meer te doen om ons en andere eilanden te helpen bij onze strijd tegen de opwarming van de aarde – te beginnen op de Klimaatactietop in New York die vandaag (23 september) van start gaat.

Hoewel kleine eilanden het minst verantwoordelijk zijn voor de klimaatverandering, lopen we het risico het meeste te verliezen als gevolg daarvan, deels door onze kleine omvang en fragiele economieën. Bovendien zijn onze bevolkingen, cruciale infrastructuur en belangrijke economische bezittingen zeer kwetsbaar voor extreme weersgebeurtenissen, de stijging van het zeeniveau en andere gevaren. De recente verwoestingen door de orkaan Dorian op de Bahama's zijn het jongste voorbeeld van hoe kwetsbaar kleine eilandstaten zijn.

Dus hoewel een groot deel van de wereld de opwarming van de aarde niet met hetzelfde gevoel van urgentie tegemoet treedt als wij, hebben landen zoals de onze geen andere keus dan tot actie over te gaan.  Kleine eilandstaten hebben daarom mondiaal het voortouw genomen om te blijven aandringen op onmiddellijke actie teneinde de opwarming van de aarde te beperken tot niet meer dan 1,5°C boven de temperatuur van vóór de industriële revolutie – een doel van het gedenkwaardige klimaatakkoord van 2015 van Parijs.

Hoewel de koolstofdioxide-uitstoot van onze twee eilanden al verwaarloosbaar is, moeten we op dit gebied het goede voorbeeld geven. Zowel Fiji als Jamaica heeft beslissende stappen gezet om de emissies verder terug te dringen door steeds ambitieuzere doelstellingen voor duurzame energie te aanvaarden, de raamwerken voor het energiebeleid te versterken en te proberen de opslag van koolstofdioxide te verbeteren via beter bosbeheer.

Ondanks beperkte middelen doen onze landen ook dappere pogingen op twee andere gebieden die cruciaal zijn voor onze welvaart en veiligheid: innovatieve klimaatfinanciering en ambitieuze aanpassingsprogramma's. Deze zijn allebei cruciaal voor het effectief implementeren van het akkoord van Parijs – en in meer onmiddellijke zin ook van essentieel belang voor de bescherming van onze burgers en het bewaken van onze economische en sociale vooruitgang tegen de verwoestende gevolgen van de klimaatverandering.

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
BF2024-Onsite-1333x1000

BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99

Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.

Subscribe Now

Op basis van een kwetsbaarheidsanalyse door de Wereldbank heeft Fiji een Nationaal Aanpassingsplan geformuleerd en klimaatoverwegingen opgenomen in zijn nationale ontwikkelingsplannen. Bovendien legt de regering de laatste hand aan een van 's werelds meest ambitieuze wetten op het gebied van de klimaatverandering en heeft zij een van de eerste richtlijnen ontwikkeld voor de relocatie van kustgemeenschappen, naast het inrichten van een relocatie-trustfund. En op de laatste maar niet minst belangrijke plaats gebruikt Fiji nieuwe technologieën en benaderingen om de risico's van rampen in te dammen, energiesystemen te transformeren en een nieuwe duurzame economie te bevorderen.

Op dezelfde manier hebben de inspanningen van Jamaica om zijn economie klimaatbestendig te maken wereldwijde erkenning gekregen. De National Disaster Risk Finance Strategy (Nationale financiële strategie op het gebied van rampenrisico's) maakt bijvoorbeeld de weg vrij voor financiering van klimaatactie door de particuliere sector, identificeert sectoren die prioriteit genieten als het gaat om het terugdringen van de koolstofdioxide-uitstoot, en zal de instituties van het land helpen om een breed scala van klimaatfinancieringsinstrumenten te beheren. De strategie omvat ook een publiek beleidsraamwerk voor het financiële management, waardoor onder meer de kosteneffectiviteit van reacties op natuurrampen geoptimaliseerd zal worden. Deze maatregelen zijn in lijn met de aanzienlijke vooruitgang die Jamaica de laatste jaren heeft geboekt als het gaat om het verwezenlijken van begrotingsdiscipline, het terugdringen van schuldenkwetsbaarheid en het transformeren van zijn economie.

Maar ondanks de inspanningen van landen om de weerbaarheid tegen klimaatverandering te bevorderen en de nationale doelstellingen op het gebied van het terugdringen van de emissies te versterken, overtreffen de kosten van een volledige aanpassing van onze economieën de beschikbare middelen. Voor Fiji zullen de kosten de komende tien jaar in totaal $4,5 mrd bedragen, bijna hetzelfde als het jaarlijkse bbp van het land. Op Jamaica ontwikkelt de regering momenteel Nationale Aanpassingsplannen voor sleutelsectoren, om de behoeften beter te kunnen begrijpen en accurate kostenprojecties te kunnen ontwikkelen. Maar volgens sommige schattingen zou Jamaica voor een bedrag van tussen de $317 mln en $7,3 mrd aan met orkanen samenhangende schade en verliezen kunnen ondervinden.

Als de grote economieën niet onmiddellijk beginnen hun CO2-emissies terug te dringen, in lijn met de doelstelling van 1.5°C uit het Parijse klimaatakkoord, zullen de kosten – in termen van levens, biodiversiteit en cultuur – veel hoger uitvallen, zowel voor ons als voor hen.

Wij roepen derhalve de ontwikkelde landen op hun beloften gestand te doen om vanaf 2020 jaarlijks minstens $100 mrd aan klimaatfinanciering te mobiliseren om te voorzien in de behoeften van ontwikkelingslanden, met name de kleine eilandstaten. Helaas is tot nu toe slechts een fractie van dit bedrag binnengehaald. Nu de deadline van 2020 snel nadert, dringen we er bij onze internationale partners op aan het Green Climate Fund royaal aan te vullen.

We roepen de ontwikkelde landen en mondiale financiële organisaties tevens op om de mondiale financiële regels te herzien die zijn ontwikkeld zonder rekening te houden met kleine eilandstaten. Onze omvang en capaciteit beperkt momenteel onze toegang tot cruciale klimaatfinanciering en verzekeringsproducten. Mondiale regels en financiële producten die de unieke omstandigheden van kleine eilanden weerspiegelen zijn cruciaal voor het bevorderen van de duurzame ontwikkelingsagenda.

Bovendien hebben we dringend behoefte aan nieuwe benaderingen van de financiering van klimaatactie, nieuwe partnerschappen met de particuliere sector, en nieuwe manieren om expertise te delen. Innovaties zoals de groene obligatie die Fiji in 2017 heeft uitgegeven en waarmee $50 mln is binnengehaald, moeten snel worden opgeschaald om de klimaataanpassing en -verzachting mee te helpen financieren.

De klimaatinnovaties die onderweg zijn in kleine eilandstaten zijn consistent met een langdurige traditie van leiderschap op dit terrein. Maar we kunnen dit probleem niet in ons eentje oplossen. De ontwikkelde landen moeten leiding geven aan de mondiale inspanningen om de klimaatfinanciering te mobiliseren, en op tastbare wijze de uitbreiding van de inspanningen van eilandstaten ondersteunen om economische winst veilig te stellen en onze cultuur te bewaren.

De klimaattop van de VN in New York is een mogelijkheid voor de wereld om beslissende actie te ondernemen als het gaat om het aanpakken van de opwarming van de aarde. Laten we dit moment aangrijpen en de ambities aan de dag leggen die nodig zijn om de uitdagingen het hoofd te bieden.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/mFyoQpqnl