BOGOTÁ – De oceaan is onze grootste natuurlijke hulpbron. Hij levert de helft van de zuurstof op aarde, helpt de helft van de wereldbevolking zich te voeden en is, als ’s werelds grootste koolstofput, een van onze beste verdedigingen tegen de klimaatverandering. Maar hij wordt aangevallen als nooit tevoren.
De temperatuur van het zeeoppervlak is warmer dan ooit, wat dodelijk is voor het zeeleven en orkanen krachtiger maakt. Veel grote vispopulaties zijn al gedecimeerd. De helft van alle koraalriffen – die dienen als essentiële habitat voor het zeeleven en als vitale kustverdediging – is vernietigd. Deze aanhoudende achteruitgang van de oceaan bedreigt het menselijk leven over de hele wereld. Het is essentieel om dit te stoppen en het goede nieuws is dat er al een kader bestaat om dit te doen.
Twee jaar geleden nam de wereld het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework aan, waarin als doel werd gesteld om tegen 2030 ten minste dertig procent van het land en de oceanen in de wereld te beschermen en te behouden. Vorige maand maakten vertegenwoordigers van regeringen van over de hele wereld tijdens de COP16-conferentie van de Verenigde Naties over biodiversiteit in Cali, Colombia, de balans op van de tot nu toe geboekte vooruitgang. Wat opviel is dat het gastland een voorbeeld is van zowel wat er mogelijk is als van de hoeveelheid werk die nog gedaan moet worden.
De afgelopen tien jaar heeft Colombia zich ontpopt tot een wereldleider op het gebied van natuurbehoud, en daar is een goede reden voor. Colombia is een van de landen met de grootste biodiversiteit ter wereld en als een van de slechts twee Zuid-Amerikaanse landen met een kustlijn langs de Stille Oceaan én de Atlantische Oceaan is de toekomst van het land onlosmakelijk verbonden met de watermassa’s die het omringen. In 2022 maakte de regering bekend dat ze dertig procent van het oceaangebied had beschermd, waardoor Colombia het eerste land op het westelijk halfrond was dat dit deed – en andere Latijns-Amerikaanse landen ertoe werden aangezet zijn voorbeeld te volgen.
Uit een nieuw rapport, dat in opdracht van Bloomberg Philanthropies via het Bloomberg Ocean Fund is opgesteld, in samenwerking met andere grote mariene natuurbeschermingsorganisaties, blijkt dat Latijns-Amerika nu wereldwijd het voortouw neemt op het gebied van de bescherming van de zee. Ongeveer 26 procent van het zeegebied rond Latijns-Amerika en de Caraïben valt nu onder een of andere vorm van mariene bescherming – meer dan enige andere regio ter wereld.
Maar deze statistiek geeft alleen de dekking van officieel beschermde mariene gebieden weer. Zij vertelt ons niet wat er onder water gebeurt. Daar zijn de gegevens helaas veel minder veelbelovend. Slechts 2,5 procent van de oceaan in de regio, en slechts 1,5 procent van het zeegebied van Colombia, lijkt het beschermingsniveau te krijgen dat nodig is om het zeeleven in stand te houden.
In de rest van de wereld is het beeld nog somberder. Het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, wijst 47 procent van zijn binnenlandse wateren (met uitzondering van de Overseas Territories) aan als beschermde mariene gebieden, maar minder dan 1 procent wordt beoordeeld als effectief beschermd. Japan heeft 7,3 procent van zijn binnenlandse wateren aangewezen als beschermd marien gebied en 0 procent wordt beoordeeld als effectief beschermd.
De oceaan kan de wereld alleen blijven beschermen en voeden als regeringen hun beloften om de oceaan te beschermen nakomen. Het rapport van het Bloomberg Ocean Fund erkent de noodzaak van een dringende koerswijziging en zet een reeks cruciale vervolgstappen uiteen om regeringen te helpen dertig procent van hun oceaangebieden tegen 2030 effectief te beschermen. Maar, zoals Mike Bloomberg graag zegt: Als je het niet kunt meten, kun je het ook niet beheren.
Meer gegevens verzamelen is daarom essentieel. Met meer bruikbare informatie tot hun beschikking kunnen landen hun vooruitgang beter bijhouden en kunnen de belangrijkste belanghebbenden – niet in de laatste plaats de lokale kustgemeenschappen – vollediger deelnemen aan de beschermingsinspanningen. Daarvoor moeten we meer mensen de beschikking geven over hulpmiddelen die van onschatbare waarde zijn gebleken voor het bevorderen van transparantie en verantwoording, zoals de 30x30 Progress Tracker van SkyTruth.
Het rapport dringt er ook bij de rijke landen op aan om hun beloften na te komen. In 2022 hebben de regeringen van het Mondiale Noorden zich ertoe verbonden om de financiering voor ontwikkelingslanden te verhogen tot ten minste twintig miljard dollar per jaar in 2025 en tot dertig miljard dollar in 2030. Van deze financiering is echter weinig terechtgekomen. Hoewel de onlangs aangekondigde 163 miljoen dollar aan nieuwe toezeggingen van donorlanden welkom is, zijn dergelijke bedragen een druppel op een gloeiende plaat. Er is veel meer geld nodig om de natuurbeschermingsinspanningen in Latijns-Amerika en andere regio’s te ondersteunen, vooral in het Mondiale Zuiden. En het spreekt voor zich dat de beloofde financiering op tijd moet worden geleverd.
Nu de COP16-onderhandelingen zijn opgeschort tot een later tijdstip, staat er veel meer op het spel. Miljarden levens hangen af van dringende wereldwijde actie om de oceaan te beschermen. Het is noodzakelijk dat meer landen agressief te werk gaan om ambitieuze beloften op zich te nemen – evenals het concrete beleid en de praktijken die nodig zijn om ze na te komen.
Vertaling: Menno Grootveld
BOGOTÁ – De oceaan is onze grootste natuurlijke hulpbron. Hij levert de helft van de zuurstof op aarde, helpt de helft van de wereldbevolking zich te voeden en is, als ’s werelds grootste koolstofput, een van onze beste verdedigingen tegen de klimaatverandering. Maar hij wordt aangevallen als nooit tevoren.
De temperatuur van het zeeoppervlak is warmer dan ooit, wat dodelijk is voor het zeeleven en orkanen krachtiger maakt. Veel grote vispopulaties zijn al gedecimeerd. De helft van alle koraalriffen – die dienen als essentiële habitat voor het zeeleven en als vitale kustverdediging – is vernietigd. Deze aanhoudende achteruitgang van de oceaan bedreigt het menselijk leven over de hele wereld. Het is essentieel om dit te stoppen en het goede nieuws is dat er al een kader bestaat om dit te doen.
Twee jaar geleden nam de wereld het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework aan, waarin als doel werd gesteld om tegen 2030 ten minste dertig procent van het land en de oceanen in de wereld te beschermen en te behouden. Vorige maand maakten vertegenwoordigers van regeringen van over de hele wereld tijdens de COP16-conferentie van de Verenigde Naties over biodiversiteit in Cali, Colombia, de balans op van de tot nu toe geboekte vooruitgang. Wat opviel is dat het gastland een voorbeeld is van zowel wat er mogelijk is als van de hoeveelheid werk die nog gedaan moet worden.
De afgelopen tien jaar heeft Colombia zich ontpopt tot een wereldleider op het gebied van natuurbehoud, en daar is een goede reden voor. Colombia is een van de landen met de grootste biodiversiteit ter wereld en als een van de slechts twee Zuid-Amerikaanse landen met een kustlijn langs de Stille Oceaan én de Atlantische Oceaan is de toekomst van het land onlosmakelijk verbonden met de watermassa’s die het omringen. In 2022 maakte de regering bekend dat ze dertig procent van het oceaangebied had beschermd, waardoor Colombia het eerste land op het westelijk halfrond was dat dit deed – en andere Latijns-Amerikaanse landen ertoe werden aangezet zijn voorbeeld te volgen.
Uit een nieuw rapport, dat in opdracht van Bloomberg Philanthropies via het Bloomberg Ocean Fund is opgesteld, in samenwerking met andere grote mariene natuurbeschermingsorganisaties, blijkt dat Latijns-Amerika nu wereldwijd het voortouw neemt op het gebied van de bescherming van de zee. Ongeveer 26 procent van het zeegebied rond Latijns-Amerika en de Caraïben valt nu onder een of andere vorm van mariene bescherming – meer dan enige andere regio ter wereld.
Maar deze statistiek geeft alleen de dekking van officieel beschermde mariene gebieden weer. Zij vertelt ons niet wat er onder water gebeurt. Daar zijn de gegevens helaas veel minder veelbelovend. Slechts 2,5 procent van de oceaan in de regio, en slechts 1,5 procent van het zeegebied van Colombia, lijkt het beschermingsniveau te krijgen dat nodig is om het zeeleven in stand te houden.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
In de rest van de wereld is het beeld nog somberder. Het Verenigd Koninkrijk, bijvoorbeeld, wijst 47 procent van zijn binnenlandse wateren (met uitzondering van de Overseas Territories) aan als beschermde mariene gebieden, maar minder dan 1 procent wordt beoordeeld als effectief beschermd. Japan heeft 7,3 procent van zijn binnenlandse wateren aangewezen als beschermd marien gebied en 0 procent wordt beoordeeld als effectief beschermd.
De oceaan kan de wereld alleen blijven beschermen en voeden als regeringen hun beloften om de oceaan te beschermen nakomen. Het rapport van het Bloomberg Ocean Fund erkent de noodzaak van een dringende koerswijziging en zet een reeks cruciale vervolgstappen uiteen om regeringen te helpen dertig procent van hun oceaangebieden tegen 2030 effectief te beschermen. Maar, zoals Mike Bloomberg graag zegt: Als je het niet kunt meten, kun je het ook niet beheren.
Meer gegevens verzamelen is daarom essentieel. Met meer bruikbare informatie tot hun beschikking kunnen landen hun vooruitgang beter bijhouden en kunnen de belangrijkste belanghebbenden – niet in de laatste plaats de lokale kustgemeenschappen – vollediger deelnemen aan de beschermingsinspanningen. Daarvoor moeten we meer mensen de beschikking geven over hulpmiddelen die van onschatbare waarde zijn gebleken voor het bevorderen van transparantie en verantwoording, zoals de 30x30 Progress Tracker van SkyTruth.
Het rapport dringt er ook bij de rijke landen op aan om hun beloften na te komen. In 2022 hebben de regeringen van het Mondiale Noorden zich ertoe verbonden om de financiering voor ontwikkelingslanden te verhogen tot ten minste twintig miljard dollar per jaar in 2025 en tot dertig miljard dollar in 2030. Van deze financiering is echter weinig terechtgekomen. Hoewel de onlangs aangekondigde 163 miljoen dollar aan nieuwe toezeggingen van donorlanden welkom is, zijn dergelijke bedragen een druppel op een gloeiende plaat. Er is veel meer geld nodig om de natuurbeschermingsinspanningen in Latijns-Amerika en andere regio’s te ondersteunen, vooral in het Mondiale Zuiden. En het spreekt voor zich dat de beloofde financiering op tijd moet worden geleverd.
Nu de COP16-onderhandelingen zijn opgeschort tot een later tijdstip, staat er veel meer op het spel. Miljarden levens hangen af van dringende wereldwijde actie om de oceaan te beschermen. Het is noodzakelijk dat meer landen agressief te werk gaan om ambitieuze beloften op zich te nemen – evenals het concrete beleid en de praktijken die nodig zijn om ze na te komen.
Vertaling: Menno Grootveld