POTSDAM – De leiders van de landen van de G20 zijn vorige week naar het Japanse Osaka getogen voor hun jaarlijkse topconferentie. Secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties heeft hen toegesproken, voordat hij doorreisde naar Abu Dhabi om de laatste hand te leggen aan de voorbereidingen voor de Klimaatactietop van de VN in september. Deze bijeenkomsten moeten de wereld op het spoor zetten van de snelste economische transitie in de geschiedenis. Maar beiden zullen waarschijnlijk op zijn best wat kleine stapjes opleveren.
Neem de G20-top, waarvan de agenda “doorbraak-innovaties” omvatte – zoals het uit de lucht halen, opnieuw gebruiken en opslaan van koolstofdioxide – om “een virtueuze cyclus van ecologische oplossingen en groei” op gang te brengen. Hoe lovenswaardig deze doelstelling ook mag zijn, deze oplossingen zullen pas rond 2030 of zelfs nóg later schaalgrootte bereiken. Bovendien vormen deze technologische ingrepen, ook al zijn ze een essentiële verzekeringspolis, slechts een klein onderdeel van een meer diepgaande transitie.
De werkelijkheid is dat de agenda voor beide bijeenkomsten de wereld op het spoor moet zetten van een halvering van de uitstoot van broeikasgassen binnen de komende tien jaar, teneinde de meest rampzalige effecten van de klimaatverandering af te wenden. Dit betekent dat nu marktvriendelijke, schaalbare oplossingen moeten worden ingezet, en daarvoor is stoutmoedige actie van de overheid nodig.
Het goede nieuws is dat een toenemend aantal landen de noodzaak onderkent van een veel verder reikend beleid. De afgelopen maand heeft het Verenigd Koninkrijk de wettelijk bindende doelstelling van een netto-nuluitstoot van broeikasgassen in 2050 vastgesteld – een stap met historische implicaties, die verder gaan dan Brexit – en de Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft aangegeven dat zij voor haar land eenzelfde doelstelling ondersteunt. Noorwegen is wettelijk reeds verplicht deze doelstelling in 2030 te verwezenlijken, terwijl Finland en Zweden respectievelijk op 2035 en 2045 mikken.
Veel landen van de Europese Unie roepen op tot een gezamenlijke verplichting om in 2050 een netto-nuluitstoot te verwezenlijken, ook al zal verzet van de van steenkool afhankelijke Oost-Europese landen op dit moment nog voorkomen dat deze doelstelling officieel wordt. Wereldwijd overwegen 21 landen hetzelfde doel na te streven.
Het is zowel technisch als economisch mogelijk om binnen de komende paar decennia een netto-nuluitstoot te verwezenlijken. De snel dalende kosten zorgen er nu al voor dat alternatieve energiebronnen als wind- en zonne-energie effectief met fossiele brandstoffen kunnen concurreren. Ruim honderd steden wereldwijd zijn van duurzame energiebronnen afhankelijk voor minstens 70% van de elektriciteit die zij gebruiken. Elektrische auto's verslaan nu traditionele auto's als het om de prestaties en de betrouwbaarheid gaat. Begin jaren twintig van deze eeuw zullen ze ook op het gebied van de prijs de slag winnen.
As the US presidential election nears, stay informed with Project Syndicate - your go-to source of expert insight and in-depth analysis of the issues, forces, and trends shaping the vote. Subscribe now and save 30% on a new Digital subscription.
Subscribe Now
Tien jaar geleden schatte het UK Committee on Climate Change dat het 1 à 2% van het bbp per jaar zou kosten om de emissies tegen 2050 met 80% terug te dringen; vandaag de dag is dat naar verwachting genoeg om een netto-nuluitstoot te verwezenlijken. Iedere dollar die aan deze missie wordt uitgegeven kan zorgen voor naar schatting $7 aan voordelen op het gebied van de economie, de menselijke gezondheid en andere terreinen.
Naarmate deze ontwikkelingen steeds meer de traditionele bedrijfsmodellen met hun zware emissies gaan ontwrichten, creëren ze virtueuze cycli die zullen leiden tot een toekomst zonder emissies. Op dezelfde manier dat het aantal transistoren op een computerchip iedere paar jaar verdubbelt – overeenkomstig de Wet van Moore – zullen de prestaties van koolstofarme technologieën exponentieel blijven verbeteren, waardoor de kosten snel zullen dalen. In veel regio's passeren we dan het punt waarop fossiele brandstoffen nog logistieke of economische zin hebben.
Om deze onvermijdelijke transformatie te versnellen moeten regeringen de spelregels veranderen. Om te beginnen betekent dit het onmiddellijk verschuiven van de subsidies voor fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Terwijl de subsidies voor fossiele brandstoffen in 2018 zijn gestegen naar ruim $400 mrd, zijn de nieuwe investeringen in duurzame brandstoffen gedaald naar nog geen $290 mrd. Ook de landbouwsubsidies – die de subsidies voor fossiele brandstoffen in omvang overtreffen – moeten opnieuw worden vormgegeven om boeren te stimuleren meer koolstof in de bodem op te slaan, bomen te planten en de biodiversiteit te beschermen.
Overheden moeten ook een einde maken aan de investeringen in ontbossing en de fossielebrandstofinfrastructuur. Zoals Christiana Figueres, de vroegere uitvoerend secretaris van de UN Framework Convention on Climate Change, onlangs heeft opgemerkt: “Bijna iedere kolencentrale die vandaag de dag doorgaat is afhankelijk van publiek geld, vrijwel uitsluitend afkomstig uit Japan, China of Zuid-Korea.” Chinese financiële belangen gaan schuil achter ruim 50% van alle steenkoolcapaciteit die wereldwijd in ontwikkeling is. We hebben een moratorium op steenkool en ontbossing nodig, niet nog meer nieuwe investeringen, en snelle afbouwplannen.
In de particuliere sector heeft slechts 15% van de Fortune 500-bedrijven klimaatdoelstellingen geformuleerd die in lijn zijn met het doel van het klimaatverdrag van Parijs uit 2015 om de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 2°C boven het pre-industriële niveau te laten uitstijgen. Nog veel minder bedrijven streven veranderingen na die in lijn zijn met de limiet van 1,5°C die wordt bepleit door het Intergovernmental Panel on Climate Change. De G20 moet zijn gewicht in de schaal leggen om de Fortune 500-bedrijven over te halen te beloven hun emissies in 2030 of sneller te zullen halveren.
Bovendien moeten alle G20-landen een koolstofbelasting invoeren van minsten $120 per ton emissies in 2030. Op dit moment wordt ruim 20% van de uitstoot aan broeikasgassen in de wereld belast. Tegelijkertijd is het opstrakken van de emissienormen van cruciaal belang. Maar zoals blijkt uit de betogingen van de Gele Hesjes in Frankrijk – veroorzaakt door een verhoging van de dieselaccijns – moet iets dergelijks zorgvuldig worden gepland om te garanderen dat de kosten eerlijk zullen worden verdeeld en dat gewone burgers er niet onevenredig onder zullen lijden.
Eén land dat zich waarschijnlijk zal verzetten tegen wat nodig is, is de Verenigde Staten. De regering van president Donald Trump heeft zich vijandig betoond ten opzichte van de redelijkheid, de wetenschap en de logica – vooral als het om het milieu gaat – en nonchalant over het welzijn van toekomstige generaties.
Maar zelfs in de VS zijn er tekenen dat vooruitgang mogelijk is. De veel besproken Green New Deal (GND), geïntroduceerd door Afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez, weerspiegelt de noodzakelijke schaalgrootte en ambitie. Hoewel Republikeinen zich tegen de GND blijven verzetten, steunen sommige prominente partijleden nu een “klimaatdividend.” Staats- en plaatselijke overheden hebben ook initiatieven genomen inzake de klimaatverandering.
Vorig jaar heeft Larry Fink, de president van het Amerikaanse vermogensbeheerbedrijf BlackRock, voorspeld dat “duurzame beleggingen een kerncomponent zullen zijn van de manier waarop iedereen in de toekomst zal beleggen.” Fink heeft de boodschap begrepen: de wereld treedt een tijdperk binnen waarin duurzaamheid niet alleen goed is voor het milieu, maar ook zeer lucratief. Degenen die de G20-bijeenkomst en de Klimaatactietop bezoeken zouden die boodschap ook moeten begrijpen en hun economieën in lijn moeten brengen met de doelstelling van 2050. We moeten ons bewegen van een beleid van kleine stapjes naar een exponentieel beleid, waarbij landen, steden en bedrijven onmiddellijk harde doelstellingen formuleren en de kapitaalstromen naar deze doelstellingen toe leiden. Het lot van de planeet hangt af van ons succes of falen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
Donald Trump is offering a vision of crony rentier capitalism that has enticed many captains of industry and finance. In catering to their wishes for more tax cuts and less regulation, he would make most Americans’ lives poorer, harder, and shorter.
explains what a Republican victory in the 2024 election would mean for most Americans’ standard of living.
Elon Musk recently admitted that Donald Trump's policy agenda would lead to economic turmoil. But if their plan to eliminate government waste involves cuts to entitlement programs such as Social Security and Medicare, rather than the necessary military, diplomatic, and financial reforms, recovery will remain elusive.
argues that only a tycoon could love Donald Trump’s proposed tariffs, deportations, and spending cuts.
Log in/Register
Please log in or register to continue. Registration is free and requires only your email address.
POTSDAM – De leiders van de landen van de G20 zijn vorige week naar het Japanse Osaka getogen voor hun jaarlijkse topconferentie. Secretaris-generaal António Guterres van de Verenigde Naties heeft hen toegesproken, voordat hij doorreisde naar Abu Dhabi om de laatste hand te leggen aan de voorbereidingen voor de Klimaatactietop van de VN in september. Deze bijeenkomsten moeten de wereld op het spoor zetten van de snelste economische transitie in de geschiedenis. Maar beiden zullen waarschijnlijk op zijn best wat kleine stapjes opleveren.
Neem de G20-top, waarvan de agenda “doorbraak-innovaties” omvatte – zoals het uit de lucht halen, opnieuw gebruiken en opslaan van koolstofdioxide – om “een virtueuze cyclus van ecologische oplossingen en groei” op gang te brengen. Hoe lovenswaardig deze doelstelling ook mag zijn, deze oplossingen zullen pas rond 2030 of zelfs nóg later schaalgrootte bereiken. Bovendien vormen deze technologische ingrepen, ook al zijn ze een essentiële verzekeringspolis, slechts een klein onderdeel van een meer diepgaande transitie.
De werkelijkheid is dat de agenda voor beide bijeenkomsten de wereld op het spoor moet zetten van een halvering van de uitstoot van broeikasgassen binnen de komende tien jaar, teneinde de meest rampzalige effecten van de klimaatverandering af te wenden. Dit betekent dat nu marktvriendelijke, schaalbare oplossingen moeten worden ingezet, en daarvoor is stoutmoedige actie van de overheid nodig.
Het goede nieuws is dat een toenemend aantal landen de noodzaak onderkent van een veel verder reikend beleid. De afgelopen maand heeft het Verenigd Koninkrijk de wettelijk bindende doelstelling van een netto-nuluitstoot van broeikasgassen in 2050 vastgesteld – een stap met historische implicaties, die verder gaan dan Brexit – en de Duitse bondskanselier Angela Merkel heeft aangegeven dat zij voor haar land eenzelfde doelstelling ondersteunt. Noorwegen is wettelijk reeds verplicht deze doelstelling in 2030 te verwezenlijken, terwijl Finland en Zweden respectievelijk op 2035 en 2045 mikken.
Veel landen van de Europese Unie roepen op tot een gezamenlijke verplichting om in 2050 een netto-nuluitstoot te verwezenlijken, ook al zal verzet van de van steenkool afhankelijke Oost-Europese landen op dit moment nog voorkomen dat deze doelstelling officieel wordt. Wereldwijd overwegen 21 landen hetzelfde doel na te streven.
Het is zowel technisch als economisch mogelijk om binnen de komende paar decennia een netto-nuluitstoot te verwezenlijken. De snel dalende kosten zorgen er nu al voor dat alternatieve energiebronnen als wind- en zonne-energie effectief met fossiele brandstoffen kunnen concurreren. Ruim honderd steden wereldwijd zijn van duurzame energiebronnen afhankelijk voor minstens 70% van de elektriciteit die zij gebruiken. Elektrische auto's verslaan nu traditionele auto's als het om de prestaties en de betrouwbaarheid gaat. Begin jaren twintig van deze eeuw zullen ze ook op het gebied van de prijs de slag winnen.
Go beyond the headlines with PS - and save 30%
As the US presidential election nears, stay informed with Project Syndicate - your go-to source of expert insight and in-depth analysis of the issues, forces, and trends shaping the vote. Subscribe now and save 30% on a new Digital subscription.
Subscribe Now
Tien jaar geleden schatte het UK Committee on Climate Change dat het 1 à 2% van het bbp per jaar zou kosten om de emissies tegen 2050 met 80% terug te dringen; vandaag de dag is dat naar verwachting genoeg om een netto-nuluitstoot te verwezenlijken. Iedere dollar die aan deze missie wordt uitgegeven kan zorgen voor naar schatting $7 aan voordelen op het gebied van de economie, de menselijke gezondheid en andere terreinen.
Naarmate deze ontwikkelingen steeds meer de traditionele bedrijfsmodellen met hun zware emissies gaan ontwrichten, creëren ze virtueuze cycli die zullen leiden tot een toekomst zonder emissies. Op dezelfde manier dat het aantal transistoren op een computerchip iedere paar jaar verdubbelt – overeenkomstig de Wet van Moore – zullen de prestaties van koolstofarme technologieën exponentieel blijven verbeteren, waardoor de kosten snel zullen dalen. In veel regio's passeren we dan het punt waarop fossiele brandstoffen nog logistieke of economische zin hebben.
Om deze onvermijdelijke transformatie te versnellen moeten regeringen de spelregels veranderen. Om te beginnen betekent dit het onmiddellijk verschuiven van de subsidies voor fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen. Terwijl de subsidies voor fossiele brandstoffen in 2018 zijn gestegen naar ruim $400 mrd, zijn de nieuwe investeringen in duurzame brandstoffen gedaald naar nog geen $290 mrd. Ook de landbouwsubsidies – die de subsidies voor fossiele brandstoffen in omvang overtreffen – moeten opnieuw worden vormgegeven om boeren te stimuleren meer koolstof in de bodem op te slaan, bomen te planten en de biodiversiteit te beschermen.
Overheden moeten ook een einde maken aan de investeringen in ontbossing en de fossielebrandstofinfrastructuur. Zoals Christiana Figueres, de vroegere uitvoerend secretaris van de UN Framework Convention on Climate Change, onlangs heeft opgemerkt: “Bijna iedere kolencentrale die vandaag de dag doorgaat is afhankelijk van publiek geld, vrijwel uitsluitend afkomstig uit Japan, China of Zuid-Korea.” Chinese financiële belangen gaan schuil achter ruim 50% van alle steenkoolcapaciteit die wereldwijd in ontwikkeling is. We hebben een moratorium op steenkool en ontbossing nodig, niet nog meer nieuwe investeringen, en snelle afbouwplannen.
In de particuliere sector heeft slechts 15% van de Fortune 500-bedrijven klimaatdoelstellingen geformuleerd die in lijn zijn met het doel van het klimaatverdrag van Parijs uit 2015 om de gemiddelde temperatuur op aarde niet meer dan 2°C boven het pre-industriële niveau te laten uitstijgen. Nog veel minder bedrijven streven veranderingen na die in lijn zijn met de limiet van 1,5°C die wordt bepleit door het Intergovernmental Panel on Climate Change. De G20 moet zijn gewicht in de schaal leggen om de Fortune 500-bedrijven over te halen te beloven hun emissies in 2030 of sneller te zullen halveren.
Bovendien moeten alle G20-landen een koolstofbelasting invoeren van minsten $120 per ton emissies in 2030. Op dit moment wordt ruim 20% van de uitstoot aan broeikasgassen in de wereld belast. Tegelijkertijd is het opstrakken van de emissienormen van cruciaal belang. Maar zoals blijkt uit de betogingen van de Gele Hesjes in Frankrijk – veroorzaakt door een verhoging van de dieselaccijns – moet iets dergelijks zorgvuldig worden gepland om te garanderen dat de kosten eerlijk zullen worden verdeeld en dat gewone burgers er niet onevenredig onder zullen lijden.
Eén land dat zich waarschijnlijk zal verzetten tegen wat nodig is, is de Verenigde Staten. De regering van president Donald Trump heeft zich vijandig betoond ten opzichte van de redelijkheid, de wetenschap en de logica – vooral als het om het milieu gaat – en nonchalant over het welzijn van toekomstige generaties.
Maar zelfs in de VS zijn er tekenen dat vooruitgang mogelijk is. De veel besproken Green New Deal (GND), geïntroduceerd door Afgevaardigde Alexandria Ocasio-Cortez, weerspiegelt de noodzakelijke schaalgrootte en ambitie. Hoewel Republikeinen zich tegen de GND blijven verzetten, steunen sommige prominente partijleden nu een “klimaatdividend.” Staats- en plaatselijke overheden hebben ook initiatieven genomen inzake de klimaatverandering.
Vorig jaar heeft Larry Fink, de president van het Amerikaanse vermogensbeheerbedrijf BlackRock, voorspeld dat “duurzame beleggingen een kerncomponent zullen zijn van de manier waarop iedereen in de toekomst zal beleggen.” Fink heeft de boodschap begrepen: de wereld treedt een tijdperk binnen waarin duurzaamheid niet alleen goed is voor het milieu, maar ook zeer lucratief. Degenen die de G20-bijeenkomst en de Klimaatactietop bezoeken zouden die boodschap ook moeten begrijpen en hun economieën in lijn moeten brengen met de doelstelling van 2050. We moeten ons bewegen van een beleid van kleine stapjes naar een exponentieel beleid, waarbij landen, steden en bedrijven onmiddellijk harde doelstellingen formuleren en de kapitaalstromen naar deze doelstellingen toe leiden. Het lot van de planeet hangt af van ons succes of falen.
Vertaling: Menno Grootveld