NEW YORK – Toen de Zuid-Afrikaanse regering in 1997 haar wetten probeerde aan te passen om zichzelf toegang te verschaffen tot betaalbare medicijnen voor de behandeling van hiv/aids stortte de volledige juridische macht van de mondiale farmaceutische industrie zich op het land, en vertraagde zo de implementatie en eiste een hoge humanitaire tol. Zuid-Afrika won de zaak uiteindelijk, maar de regering had haar lesje geleerd; ze probeerde niet nog eens de gezondheid en het welzijn van haar burgers in eigen hand te nemen door het conventionele mondiale regime voor intellectuele eigendom (IE) uit te dagen.
Tot nu toe tenminste. De Zuid-Afrikaanse regering bereidt zich voor om een IE-beleid te voltooien dat belooft de toegang tot medicijnen aanzienlijk uit te breiden. Zuid-Afrika zal nu ongetwijfeld te maken krijgen met allerhande bilaterale en multilaterale druk van rijke landen, maar de regering heeft het gelijk aan haar kant en andere ontwikkelings- en opkomende economieën zouden in haar voetstappen moeten treden .
De afgelopen twintig jaar is er in de ontwikkelingswereld serieuze weerstand tegen het huidige IE-regime ontstaan. Dit komt grotendeels doordat rijke landen hebben nagestreefd een one size fits all-model aan de hele wereld op te leggen door het reguleringsproces bij de Wereldhandelsorganisatie (WHO) te beïnvloeden en hun wil via handelsovereenkomsten door te drukken.
De IE-normen die de voorkeur van de geavanceerde landen hebben zijn meestal niet ontworpen om innovatie en wetenschappelijke vooruitgang te bevorderen, maar om de winsten van grote farmaceutische bedrijven en anderen die handelsovereenkomsten naar hun hand kunnen zetten te maximaliseren. Het mag dan ook geen verrassing heten dat grote ontwikkelingslanden met een substantiële industriële basis zoals Zuid-Afrika, India, en Brazilië de tegenaanval hebben ingezet.
Deze landen richten zich vooral op de meest zichtbare manifestatie van IE-onrecht: de toegang tot essentiële medicijnen. In India creëerde een amendement uit 2005 een uniek mechanisme om de balans en rechtvaardigheid in patent-standaarden te herstellen, en daarmee deze toegang veilig te stellen. Door verschillende uitdagingen op gebied van binnenlandse en internationale processen het hoofd te bieden is de wet goedgekeurd als in overeenstemming met WHO-normen. In Brazilië heeft snelle actie van de overheid om mensen met hiv/aids te behandelen geresulteerd in meerdere succesvolle onderhandelingen waarbij de prijzen van medicijnen aanzienlijk verlaagd werden.
Deze landen staan volledig in hun recht om zich tegen een IE-regime teweer te stellen dat noch billijk noch efficiënt is. In een nieuw artikel bekijken wij alle redeneringen over de rol van intellectuele eigendom binnen het ontwikkelingsproces. We laten zien dat het overgrote deel van het theoretische en empirische bewijs aangeeft dat de economische instituties en wetten die in de huidige geavanceerde economieën kennis beschermen steeds inadequater zijn bij het overzien van mondiale economische activiteiten, en ongeschikt om aan de behoeften van ontwikkelingslanden en opkomende markten te voldoen. In het voorzien van menselijke basisbehoeften zoals een adequate gezondheidszorg werken ze zelfs contraproductief. .
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Het kernprobleem is dat kennis een (mondiaal) publiek goed is, zowel in de technische zin dat de marginale kosten van iemand die deze gebruikt nul zijn, en in meer algemene zin dat een vergroting van de kennis het welzijn wereldwijd kan verbeteren. Om deze reden bestaan al lange tijd zorgen dat de markt te weinig kennis aanlevert en onderzoek niet adequaat gestimuleerd wordt.
Aan het einde van de 20e eeuw was de gangbare opvatting dat dit falen van de markt het best kon worden gerectificeerd door nog een markt te introduceren: private monopolies gecreëerd door stringent nageleefde patenten. Maar particuliere IE-bescherming is slechts één van de mogelijke wegen naar oplossing van het probleem van het aanmoedigen en financieren van onderzoek, en is zelfs voor geavanceerde landen problematischer gebleken dan geanticipeerd.
Een steeds dichter ‘woud van patenten’ heeft in een wereld van producten die duizenden patenten vereisen op momenten de innovatie verstikt, waarbij in sommige gevallen meer aan advocaten dan aan onderzoek wordt uitgegeven. En onderzoek wordt vaak niet aan het produceren van nieuwe producten gewijd maar aan het verlengen, verbreden, en invloedrijker maken van de door patenten verleende monopolyposities.
De uitspraak van het Amerikaanse hooggerechtshof uit 2013 dat in de natuur voorkomende genen niet gepatenteerd kunnen worden heeft ons een lakmoesproef geboden of patenten zoals voorstanders betogen onderzoek en innovatie stimuleren of dit juist belemmeren door het beperken van de toegang tot kennis. De uitkomsten zijn ondubbelzinnig: de innovatie is geaccelereerd en heeft tot betere diagnostische tests (voor bijvoorbeeld de aanwezigheid van de BRCA-genen gerelateerd aan borstkanker) geleid, en tegen veel lagere kosten.
Er bestaan op zijn minst drie alternatieven voor het financieren en stimuleren van onderzoek. Eén is om te vertrouwen op gecentraliseerde mechanismes voor directe ondersteuning van onderzoek, zoals in de Verenigde Staten door de National Institutes of Health en de National Science Foundation. Een tweede manier is om directe financiering te decentraliseren door middel van, bijvoorbeeld, belastingvoordelen, of door overheidsorganen, private stichtingen, of onderzoeksinstituten die prijzen toekennen voor succesvolle innovatie (of andere creatieve activiteiten).
Het patentensysteem kan ook bekeken worden alsof het prijzen toekent. Maar deze prijzen belemmeren de stroom van kennis, reduceren de voordelen die hier aan ontleend worden, en verstoren de economie. Het derde alternatief voor dit systeem daarentegen maximaliseert de stroom van kennis door creatieve publieke goederen in stand te houden, met als beste voorbeeld opensourcesoftware.
Ontwikkelende economieën zouden van al deze benaderingen gebruik moeten maken om leren en innovatie te bevorderen. Tenslotte erkennen economen al decennialang dat de belangrijkste factor van groei – en daarmee van vooruitgang in menselijke ontwikkeling en welzijn – technologische verandering en de kennis die deze belichaamt is. Wat ontwikkelende economieën doet verschillen van ontwikkelde landen is evenzeer een kenniskloof als een middelenkloof. Om het mondiale sociale welzijn te maximaliseren zouden beleidsmakers de diffusie van kennis van ontwikkelde naar ontwikkelingslanden krachtig moeten aanmoedigen.
Maar alhoewel de theoretische argumenten voor een opener systeem robuust zijn heeft de wereld zich juist in tegenovergestelde richting bewogen. De afgelopen dertig jaar heeft het heersende IE-regime meer barrières voor het gebruik van kennis opgeworpen, wat dikwijls tot gevolg heeft gehad dat de kloof tussen de sociale winst van innovatie en private winst groter is geworden. De krachtige lobby’s uit de geavanceerde economieën die het systeem hebben vormgegeven hebben dit laatste op de eerste plaats gesteld, wat wordt gereflecteerd in hun oppositie tegen voorzieningen die intellectuele eigendom rechten geassocieerd met traditionele kennis of biodiversiteit erkennen.
De wijdverspreide toepassing van de huidige stringente IE-protectie is ook historisch gezien ongekend. Zelfs in vroeg geïndustrialiseerde landen kwam IE-bescherming erg laat op en werd deze vaak expres geschuwd om een snellere industrialisering en groei mogelijk te maken.
Het huidige IE-regime is niet houdbaar. De wereldeconomie van de 21e eeuw zal op twee cruciale punten verschillen van die van de 20e eeuw. Ten eerste zal het economische gewicht van economieën zoals Zuid-Afrika, India en Brazilië substantieel groter zijn. Ten tweede zal de ‘gewichtloze economie’ – de economie van ideeën, kennis, en informatie – een steeds groter deel van de productie voor haar rekening nemen, zowel in ontwikkelde als ontwikkelende economieën.
De regels gerelateerd aan het ‘beheer’ van de mondiale kennis moeten om deze nieuwe realiteiten te weerspiegelen veranderen. Een IE-regime dat meer dan 25 jaar geleden werd gedicteerd door de geavanceerde landen in respons op politieke druk uit een aantal van hun sectoren is in wereld van nu weinig zinvol. Het maximaliseren van de winst voor weinigen in plaats van de mondiale ontwikkeling en de welvaart van velen was ook toen al niet logisch – behalve in termen van de toenmalige machtsdynamiek.
Deze dynamiek is aan het veranderen, en opkomende economieën zouden de leiding moeten nemen in het creëren van een gebalanceerd IE-systeem dat het belang van kennis voor ontwikkeling, groei, en welzijn erkent. Niet alleen de productie van kennis doet er toe, maar ook dat deze wordt gebruikt op manieren die de gezondheid en welvaart van mensen boven bedrijfswinsten stellen. De potentiele beslissing van Zuid-Afrika om toegang tot medicijnen mogelijk te maken zal een belangrijke stap op weg naar dit doel zijn.
America's president subscribes to a brand of isolationism that has waxed and waned throughout US history, but has its roots in the two-century-old Monroe Doctrine. This is bad news for nearly everyone, because it implies acceptance of a world order based on spheres of influence, as envisioned by China and Russia.
hears echoes of the Monroe Doctrine in the US president's threats to acquire Greenland.
Financial markets and official economic indicators over the past few weeks give policymakers around the world plenty to contemplate. Was the recent spike in bond yields a sufficient warning to Donald Trump and his team, or will they still follow through with inflationary stimulus, tariff, and immigration policies?
wonders if recent market signals will keep the new administration’s radicalism in check.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
NEW YORK – Toen de Zuid-Afrikaanse regering in 1997 haar wetten probeerde aan te passen om zichzelf toegang te verschaffen tot betaalbare medicijnen voor de behandeling van hiv/aids stortte de volledige juridische macht van de mondiale farmaceutische industrie zich op het land, en vertraagde zo de implementatie en eiste een hoge humanitaire tol. Zuid-Afrika won de zaak uiteindelijk, maar de regering had haar lesje geleerd; ze probeerde niet nog eens de gezondheid en het welzijn van haar burgers in eigen hand te nemen door het conventionele mondiale regime voor intellectuele eigendom (IE) uit te dagen.
Tot nu toe tenminste. De Zuid-Afrikaanse regering bereidt zich voor om een IE-beleid te voltooien dat belooft de toegang tot medicijnen aanzienlijk uit te breiden. Zuid-Afrika zal nu ongetwijfeld te maken krijgen met allerhande bilaterale en multilaterale druk van rijke landen, maar de regering heeft het gelijk aan haar kant en andere ontwikkelings- en opkomende economieën zouden in haar voetstappen moeten treden .
De afgelopen twintig jaar is er in de ontwikkelingswereld serieuze weerstand tegen het huidige IE-regime ontstaan. Dit komt grotendeels doordat rijke landen hebben nagestreefd een one size fits all-model aan de hele wereld op te leggen door het reguleringsproces bij de Wereldhandelsorganisatie (WHO) te beïnvloeden en hun wil via handelsovereenkomsten door te drukken.
De IE-normen die de voorkeur van de geavanceerde landen hebben zijn meestal niet ontworpen om innovatie en wetenschappelijke vooruitgang te bevorderen, maar om de winsten van grote farmaceutische bedrijven en anderen die handelsovereenkomsten naar hun hand kunnen zetten te maximaliseren. Het mag dan ook geen verrassing heten dat grote ontwikkelingslanden met een substantiële industriële basis zoals Zuid-Afrika, India, en Brazilië de tegenaanval hebben ingezet.
Deze landen richten zich vooral op de meest zichtbare manifestatie van IE-onrecht: de toegang tot essentiële medicijnen. In India creëerde een amendement uit 2005 een uniek mechanisme om de balans en rechtvaardigheid in patent-standaarden te herstellen, en daarmee deze toegang veilig te stellen. Door verschillende uitdagingen op gebied van binnenlandse en internationale processen het hoofd te bieden is de wet goedgekeurd als in overeenstemming met WHO-normen. In Brazilië heeft snelle actie van de overheid om mensen met hiv/aids te behandelen geresulteerd in meerdere succesvolle onderhandelingen waarbij de prijzen van medicijnen aanzienlijk verlaagd werden.
Deze landen staan volledig in hun recht om zich tegen een IE-regime teweer te stellen dat noch billijk noch efficiënt is. In een nieuw artikel bekijken wij alle redeneringen over de rol van intellectuele eigendom binnen het ontwikkelingsproces. We laten zien dat het overgrote deel van het theoretische en empirische bewijs aangeeft dat de economische instituties en wetten die in de huidige geavanceerde economieën kennis beschermen steeds inadequater zijn bij het overzien van mondiale economische activiteiten, en ongeschikt om aan de behoeften van ontwikkelingslanden en opkomende markten te voldoen. In het voorzien van menselijke basisbehoeften zoals een adequate gezondheidszorg werken ze zelfs contraproductief. .
Secure your copy of PS Quarterly: The Year Ahead 2025
Our annual flagship magazine, PS Quarterly: The Year Ahead 2025, has arrived. To gain digital access to all of the magazine’s content, and receive your print copy, subscribe to PS Digital Plus now.
Subscribe Now
Het kernprobleem is dat kennis een (mondiaal) publiek goed is, zowel in de technische zin dat de marginale kosten van iemand die deze gebruikt nul zijn, en in meer algemene zin dat een vergroting van de kennis het welzijn wereldwijd kan verbeteren. Om deze reden bestaan al lange tijd zorgen dat de markt te weinig kennis aanlevert en onderzoek niet adequaat gestimuleerd wordt.
Aan het einde van de 20e eeuw was de gangbare opvatting dat dit falen van de markt het best kon worden gerectificeerd door nog een markt te introduceren: private monopolies gecreëerd door stringent nageleefde patenten. Maar particuliere IE-bescherming is slechts één van de mogelijke wegen naar oplossing van het probleem van het aanmoedigen en financieren van onderzoek, en is zelfs voor geavanceerde landen problematischer gebleken dan geanticipeerd.
Een steeds dichter ‘woud van patenten’ heeft in een wereld van producten die duizenden patenten vereisen op momenten de innovatie verstikt, waarbij in sommige gevallen meer aan advocaten dan aan onderzoek wordt uitgegeven. En onderzoek wordt vaak niet aan het produceren van nieuwe producten gewijd maar aan het verlengen, verbreden, en invloedrijker maken van de door patenten verleende monopolyposities.
De uitspraak van het Amerikaanse hooggerechtshof uit 2013 dat in de natuur voorkomende genen niet gepatenteerd kunnen worden heeft ons een lakmoesproef geboden of patenten zoals voorstanders betogen onderzoek en innovatie stimuleren of dit juist belemmeren door het beperken van de toegang tot kennis. De uitkomsten zijn ondubbelzinnig: de innovatie is geaccelereerd en heeft tot betere diagnostische tests (voor bijvoorbeeld de aanwezigheid van de BRCA-genen gerelateerd aan borstkanker) geleid, en tegen veel lagere kosten.
Er bestaan op zijn minst drie alternatieven voor het financieren en stimuleren van onderzoek. Eén is om te vertrouwen op gecentraliseerde mechanismes voor directe ondersteuning van onderzoek, zoals in de Verenigde Staten door de National Institutes of Health en de National Science Foundation. Een tweede manier is om directe financiering te decentraliseren door middel van, bijvoorbeeld, belastingvoordelen, of door overheidsorganen, private stichtingen, of onderzoeksinstituten die prijzen toekennen voor succesvolle innovatie (of andere creatieve activiteiten).
Het patentensysteem kan ook bekeken worden alsof het prijzen toekent. Maar deze prijzen belemmeren de stroom van kennis, reduceren de voordelen die hier aan ontleend worden, en verstoren de economie. Het derde alternatief voor dit systeem daarentegen maximaliseert de stroom van kennis door creatieve publieke goederen in stand te houden, met als beste voorbeeld opensourcesoftware.
Ontwikkelende economieën zouden van al deze benaderingen gebruik moeten maken om leren en innovatie te bevorderen. Tenslotte erkennen economen al decennialang dat de belangrijkste factor van groei – en daarmee van vooruitgang in menselijke ontwikkeling en welzijn – technologische verandering en de kennis die deze belichaamt is. Wat ontwikkelende economieën doet verschillen van ontwikkelde landen is evenzeer een kenniskloof als een middelenkloof. Om het mondiale sociale welzijn te maximaliseren zouden beleidsmakers de diffusie van kennis van ontwikkelde naar ontwikkelingslanden krachtig moeten aanmoedigen.
Maar alhoewel de theoretische argumenten voor een opener systeem robuust zijn heeft de wereld zich juist in tegenovergestelde richting bewogen. De afgelopen dertig jaar heeft het heersende IE-regime meer barrières voor het gebruik van kennis opgeworpen, wat dikwijls tot gevolg heeft gehad dat de kloof tussen de sociale winst van innovatie en private winst groter is geworden. De krachtige lobby’s uit de geavanceerde economieën die het systeem hebben vormgegeven hebben dit laatste op de eerste plaats gesteld, wat wordt gereflecteerd in hun oppositie tegen voorzieningen die intellectuele eigendom rechten geassocieerd met traditionele kennis of biodiversiteit erkennen.
De wijdverspreide toepassing van de huidige stringente IE-protectie is ook historisch gezien ongekend. Zelfs in vroeg geïndustrialiseerde landen kwam IE-bescherming erg laat op en werd deze vaak expres geschuwd om een snellere industrialisering en groei mogelijk te maken.
Het huidige IE-regime is niet houdbaar. De wereldeconomie van de 21e eeuw zal op twee cruciale punten verschillen van die van de 20e eeuw. Ten eerste zal het economische gewicht van economieën zoals Zuid-Afrika, India en Brazilië substantieel groter zijn. Ten tweede zal de ‘gewichtloze economie’ – de economie van ideeën, kennis, en informatie – een steeds groter deel van de productie voor haar rekening nemen, zowel in ontwikkelde als ontwikkelende economieën.
De regels gerelateerd aan het ‘beheer’ van de mondiale kennis moeten om deze nieuwe realiteiten te weerspiegelen veranderen. Een IE-regime dat meer dan 25 jaar geleden werd gedicteerd door de geavanceerde landen in respons op politieke druk uit een aantal van hun sectoren is in wereld van nu weinig zinvol. Het maximaliseren van de winst voor weinigen in plaats van de mondiale ontwikkeling en de welvaart van velen was ook toen al niet logisch – behalve in termen van de toenmalige machtsdynamiek.
Deze dynamiek is aan het veranderen, en opkomende economieën zouden de leiding moeten nemen in het creëren van een gebalanceerd IE-systeem dat het belang van kennis voor ontwikkeling, groei, en welzijn erkent. Niet alleen de productie van kennis doet er toe, maar ook dat deze wordt gebruikt op manieren die de gezondheid en welvaart van mensen boven bedrijfswinsten stellen. De potentiele beslissing van Zuid-Afrika om toegang tot medicijnen mogelijk te maken zal een belangrijke stap op weg naar dit doel zijn.
Vertaling Melle Trap