NAIROBI – Wat hebben armoede, klimaatverandering en conflicten met elkaar gemeen? Ze behoren tot de grootste uitdagingen waar Afrika voor staat en ze treffen allemaal in onevenredige mate vrouwen die in armoede leven of aan de rand van de samenleving staan. Zowel onderzoek als ervaring hebben aangetoond dat deze vrouwen een enorm potentieel hebben om het welzijn van hun families en gemeenschappen te verbeteren.
Afrikaanse landen die de duurzame ontwikkeling willen bevorderen – en de drievoudige uitdaging van armoede, klimaatverandering en conflicten willen aanpakken – moeten vrouwen in armoede helpen hun potentieel te verwezenlijken. Door te investeren in empirisch onderbouwde interventies die de controle van vrouwen over hun inkomen, eigendom van productieve activa en besluitvorming in het huishouden vergroten, kunnen beleidsmakers het menselijk kapitaal stimuleren, de gendergelijkheid verbeteren en de inclusieve economische kansen uitbreiden.
Een aanpak die in diverse landen heeft gewerkt is om mensen die in extreme armoede leven een productief bezit te geven (zoals koeien, geiten of benodigdheden voor kleinschalige handel zoals een naaimachine), ondersteuning om in hun basisbehoeften te voorzien en intensieve coaching gedurende een periode van ongeveer twee jaar. Deze reeks interventies, die vaak de Graduation-aanpak wordt genoemd, is ontwikkeld door de in Bangladesh gevestigde NGO BRAC (waarvan ik regionaal directeur Afrika ben voor de internationale tak) om mensen de veelzijdige ‘grote duw in de rug’ te geven die ze nodig hebben om aan de armoede te ontsnappen en op de lange termijn veerkracht op te bouwen.
Vooral vrouwen hebben veel baat gehad bij de Graduation-aanpak. Om te beginnen is er hard bewijs dat dit de productiviteit van vrouwen kan verhogen. In Afrika ten zuiden van de Sahara en in Zuid-Azië hebben Graduation-interventies bijgedragen aan een toename van de werkgelegenheid van vrouwen buiten de landbouw en daarmee aan het arbeidsaanbod. In Bangladesh hebben ze de inkomsten uit door vrouwen geleide activiteiten aanzienlijk verhoogd. Onderzoek heeft ook aangetoond dat het in staat stellen van vrouwen in extreme armoede om duurzame middelen van bestaan op te bouwen, positieve gedragsveranderingen kan stimuleren die huishoudens helpen zich voor te bereiden op tijdelijke schokken en deze het hoofd te bieden.
Bovendien kan een veelzijdige aanpak die gendergevoelige coaching, training in levensvaardigheden en betrokkenheid bij de gemeenschap omvat, vrouwen in armoede helpen de psychologische en sociale problemen te overwinnen die het gevolg zijn van discriminatie op basis van geslacht, sociale uitsluiting en beperkte scholing. Zo meldden vrouwen die psychosociale ondersteuning kregen via het Sahel Adaptive Social Protection Programverbeteringen in psychologisch welzijn en sociale cohesie, evenals een afname van huiselijk geweld. En nadat een Graduation-pilot in Kenia vrouwen in armoede mentorschap en training had geboden (en samenwerkte met mannelijke leden van de gemeenschap om zorgen over veranderende rolpatronen weg te nemen), nam de zelfredzaamheid van vrouwen – gemeten aan de hand van zelfvertrouwen, leiderschap en lidmaatschap van lokale comités – aanzienlijk toe.
Dergelijke vooruitgang in sociale en economische empowerment heeft positieve overloopeffecten gehad. In Kenia leverde het twee jaar durende Rural Entrepreneur Access Program (REAP) – dat training, mentorschap en subsidies voor bedrijfsmiddelen bood aan kleine groepen vrouwen – aanzienlijke economische voordelen op voor zowel de deelnemers als hun niet-deelnemende buren. Dit is deels te danken aan het feit dat de deelnemers door REAP meer waarde gingen hechten aan economische vooruitgang, wat ze doorgaven aan andere vrouwen in hun gemeenschap.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Diverse Afrikaanse regeringen, waaronder die van Kenia, Rwanda en Zuid-Afrika, erkennen het belang van een ‘big-push’-aanpak en onderzoeken hoe ze programma’s in de stijl van Graduation kunnen integreren in bestaande systemen. De regering van Rwanda heeft bijvoorbeeld in 2022 een nationale Graduation-strategie gelanceerd om mensen in ruim 900.000 arme huishoudens in staat te stellen een duurzaam bestaan op de lange termijn op te bouwen, als onderdeel van een bredere strategie om de extreme armoede tegen 2030 uit te bannen.
Een ander wetenschappelijk onderbouwd BRAC-initiatief dat op grote schaal veelbelovend is, is het Empowerment and Livelihood for Adolescents (ELA) model, waarbij jonge vrouwen en adolescente meisjes werken met ‘near peer’-mentoren die trainingen geven over levensvaardigheden, waaronder reproductieve en seksuele gezondheid, financiële geletterdheid en ondernemerschap. In Oeganda hadden adolescente meisjes in gemeenschappen met ELA-programma’s meer kans om in hun levensonderhoud te voorzien, terwijl het aantal tienerzwangerschappen en vroegtijdige huwelijken sterk daalde. Dit op de gemeenschap gebaseerde model heeft al ruim 200.000 deelnemers bereikt in Liberia, Sierra Leone, Zuid-Sudan, Tanzania en Oeganda, en breidt zich nog steeds uit.
Voortbouwend op deze bewezen aanpak heeft BRAC, in samenwerking met de Mastercard Foundation, Accelerating Impact for Young Women ontwikkeld. Dit vijfjarige programma heeft als doel adolescente meisjes en jonge vrouwen uit te rusten met op hun leeftijd afgestemde trainingen in ondernemerschap, inzetbaarheid en levensvaardigheden, en met de middelen die ze nodig hebben om hun eigen bedrijf op te starten en uit te breiden. In 2023 – het eerste jaar van de implementatie – hebben ruim 70.000 deelnemers zich ingeschreven voor het programma in Liberia, Sierra Leone, Tanzania en Oeganda, en zijn er ruim 630 spaargroepen gevormd. Deelnemers hebben gezamenlijk 140.000 dollar gespaard en bijna 20.000 van hen hebben steun ontvangen om een eigen bestaan op te bouwen.
Het bewijs spreekt boekdelen: investeren in gemarginaliseerde vrouwen en meisjes kan leiden tot transformatieve verandering. Door beproefde benaderingen te omarmen, kunnen Afrikaanse landen hun economische toekomst verbeteren en meebouwen aan een betere, rechtvaardigere wereld. Ze beschikken al over de middelen, het bewijs en de technische kennis. Het enige wat nu nog nodig is, is de politieke wil om te handelen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
The Global South is increasingly at risk of growing old before becoming rich, which implies huge social and economic costs. To avert this outcome, the Hevolution Foundation, a nonprofit backed by the Saudi royal family, has begun to support research focused on lengthening healthspans – the period of life spent in good health.
explains why increasing “healthspans” to match lifespans is a moral and economic imperative.
US President Donald Trump says he wants to preserve the dollar's international role as a reserve and payment currency. If that's true, the history of pound sterling suggests he should be promoting financial stability, limiting the use of tariffs, and strengthening America's geopolitical alliances.
applies three lessons from prewar Britain that the Trump administration appears determined to ignore.
NAIROBI – Wat hebben armoede, klimaatverandering en conflicten met elkaar gemeen? Ze behoren tot de grootste uitdagingen waar Afrika voor staat en ze treffen allemaal in onevenredige mate vrouwen die in armoede leven of aan de rand van de samenleving staan. Zowel onderzoek als ervaring hebben aangetoond dat deze vrouwen een enorm potentieel hebben om het welzijn van hun families en gemeenschappen te verbeteren.
Afrikaanse landen die de duurzame ontwikkeling willen bevorderen – en de drievoudige uitdaging van armoede, klimaatverandering en conflicten willen aanpakken – moeten vrouwen in armoede helpen hun potentieel te verwezenlijken. Door te investeren in empirisch onderbouwde interventies die de controle van vrouwen over hun inkomen, eigendom van productieve activa en besluitvorming in het huishouden vergroten, kunnen beleidsmakers het menselijk kapitaal stimuleren, de gendergelijkheid verbeteren en de inclusieve economische kansen uitbreiden.
Een aanpak die in diverse landen heeft gewerkt is om mensen die in extreme armoede leven een productief bezit te geven (zoals koeien, geiten of benodigdheden voor kleinschalige handel zoals een naaimachine), ondersteuning om in hun basisbehoeften te voorzien en intensieve coaching gedurende een periode van ongeveer twee jaar. Deze reeks interventies, die vaak de Graduation-aanpak wordt genoemd, is ontwikkeld door de in Bangladesh gevestigde NGO BRAC (waarvan ik regionaal directeur Afrika ben voor de internationale tak) om mensen de veelzijdige ‘grote duw in de rug’ te geven die ze nodig hebben om aan de armoede te ontsnappen en op de lange termijn veerkracht op te bouwen.
Vooral vrouwen hebben veel baat gehad bij de Graduation-aanpak. Om te beginnen is er hard bewijs dat dit de productiviteit van vrouwen kan verhogen. In Afrika ten zuiden van de Sahara en in Zuid-Azië hebben Graduation-interventies bijgedragen aan een toename van de werkgelegenheid van vrouwen buiten de landbouw en daarmee aan het arbeidsaanbod. In Bangladesh hebben ze de inkomsten uit door vrouwen geleide activiteiten aanzienlijk verhoogd. Onderzoek heeft ook aangetoond dat het in staat stellen van vrouwen in extreme armoede om duurzame middelen van bestaan op te bouwen, positieve gedragsveranderingen kan stimuleren die huishoudens helpen zich voor te bereiden op tijdelijke schokken en deze het hoofd te bieden.
Bovendien kan een veelzijdige aanpak die gendergevoelige coaching, training in levensvaardigheden en betrokkenheid bij de gemeenschap omvat, vrouwen in armoede helpen de psychologische en sociale problemen te overwinnen die het gevolg zijn van discriminatie op basis van geslacht, sociale uitsluiting en beperkte scholing. Zo meldden vrouwen die psychosociale ondersteuning kregen via het Sahel Adaptive Social Protection Programverbeteringen in psychologisch welzijn en sociale cohesie, evenals een afname van huiselijk geweld. En nadat een Graduation-pilot in Kenia vrouwen in armoede mentorschap en training had geboden (en samenwerkte met mannelijke leden van de gemeenschap om zorgen over veranderende rolpatronen weg te nemen), nam de zelfredzaamheid van vrouwen – gemeten aan de hand van zelfvertrouwen, leiderschap en lidmaatschap van lokale comités – aanzienlijk toe.
Dergelijke vooruitgang in sociale en economische empowerment heeft positieve overloopeffecten gehad. In Kenia leverde het twee jaar durende Rural Entrepreneur Access Program (REAP) – dat training, mentorschap en subsidies voor bedrijfsmiddelen bood aan kleine groepen vrouwen – aanzienlijke economische voordelen op voor zowel de deelnemers als hun niet-deelnemende buren. Dit is deels te danken aan het feit dat de deelnemers door REAP meer waarde gingen hechten aan economische vooruitgang, wat ze doorgaven aan andere vrouwen in hun gemeenschap.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
Diverse Afrikaanse regeringen, waaronder die van Kenia, Rwanda en Zuid-Afrika, erkennen het belang van een ‘big-push’-aanpak en onderzoeken hoe ze programma’s in de stijl van Graduation kunnen integreren in bestaande systemen. De regering van Rwanda heeft bijvoorbeeld in 2022 een nationale Graduation-strategie gelanceerd om mensen in ruim 900.000 arme huishoudens in staat te stellen een duurzaam bestaan op de lange termijn op te bouwen, als onderdeel van een bredere strategie om de extreme armoede tegen 2030 uit te bannen.
Een ander wetenschappelijk onderbouwd BRAC-initiatief dat op grote schaal veelbelovend is, is het Empowerment and Livelihood for Adolescents (ELA) model, waarbij jonge vrouwen en adolescente meisjes werken met ‘near peer’-mentoren die trainingen geven over levensvaardigheden, waaronder reproductieve en seksuele gezondheid, financiële geletterdheid en ondernemerschap. In Oeganda hadden adolescente meisjes in gemeenschappen met ELA-programma’s meer kans om in hun levensonderhoud te voorzien, terwijl het aantal tienerzwangerschappen en vroegtijdige huwelijken sterk daalde. Dit op de gemeenschap gebaseerde model heeft al ruim 200.000 deelnemers bereikt in Liberia, Sierra Leone, Zuid-Sudan, Tanzania en Oeganda, en breidt zich nog steeds uit.
Voortbouwend op deze bewezen aanpak heeft BRAC, in samenwerking met de Mastercard Foundation, Accelerating Impact for Young Women ontwikkeld. Dit vijfjarige programma heeft als doel adolescente meisjes en jonge vrouwen uit te rusten met op hun leeftijd afgestemde trainingen in ondernemerschap, inzetbaarheid en levensvaardigheden, en met de middelen die ze nodig hebben om hun eigen bedrijf op te starten en uit te breiden. In 2023 – het eerste jaar van de implementatie – hebben ruim 70.000 deelnemers zich ingeschreven voor het programma in Liberia, Sierra Leone, Tanzania en Oeganda, en zijn er ruim 630 spaargroepen gevormd. Deelnemers hebben gezamenlijk 140.000 dollar gespaard en bijna 20.000 van hen hebben steun ontvangen om een eigen bestaan op te bouwen.
Het bewijs spreekt boekdelen: investeren in gemarginaliseerde vrouwen en meisjes kan leiden tot transformatieve verandering. Door beproefde benaderingen te omarmen, kunnen Afrikaanse landen hun economische toekomst verbeteren en meebouwen aan een betere, rechtvaardigere wereld. Ze beschikken al over de middelen, het bewijs en de technische kennis. Het enige wat nu nog nodig is, is de politieke wil om te handelen.
Vertaling: Menno Grootveld