PARIJS – Vergis u niet: we leven niet langer in een stabiele, op regels gebaseerde internationale orde. De dagen van unipolariteit en mondiaal liberalisme zijn voorbij, en we worden nu geconfronteerd met een samenloop van schokken die de meesten van ons tijdens hun leven nog niet eerder hebben meegemaakt. Er is geen piloot die het vliegtuig bestuurt: de G20, die het dichtst bij een soort cockpit komt, is gefragmenteerd en zit muurvast, ondanks de moedige pogingen van Indonesië als voorzitter van dit jaar.
De internationale instellingen, normen en praktijken waarop wij blijven vertrouwen, worden steeds meer overschaduwd door de geopolitiek. Ondanks hun retoriek hebben China, Rusland en de Verenigde Staten hun vertrouwen in de mondiale instellingen verloren en onthouden zij hun steun wanneer dat in hun eigen belang is. Hoewel de Europese Unie, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Canada en belangrijke spelers uit het Mondiale Zuiden het multilateralisme blijven steunen, kan het mondiaal bestuur niet echt in stand worden gehouden zonder de deelname van ʼs werelds grootste economieën en militaire machten.
Tot overmaat van ramp wordt de wereld tegelijkertijd geconfronteerd met ten minste acht systeemproblemen. Zoals Stephen Poloz, voormalig gouverneur van de Canadese centrale bank, in zijn boek The Next Age of Uncertainty uitlegt: ʻWanneer meerdere langetermijnkrachten door de tijd heen op de economie en ook nog eens op elkaar inwerken, kan de economie zelf zich grillig gaan gedragen en instabiel lijken.ʼ Onder deze omstandigheden werken voorspellingen en conventionele beleidsinstrumenten niet meer.
Het eerste grote probleem is Ruslands oorlog in Oekraïne, waarvan het einde niet in zicht is (ondanks de recente successen van de Oekraïense strijdkrachten). Het tot wapen maken van de economische betrekkingen heeft een enorme wereldwijde energieschok veroorzaakt die dit najaar de diepe sociale en politieke crises in Europa en de rest van de wereld nog zal verergeren. Terwijl de G7, Australië en Zuid-Korea stappen hebben ondernomen om Rusland uit het wereldwijde dollarsysteem en het SWIFT-netwerk te weren, hebben de landen uit het Mondiale Zuiden zich niet bij de sancties aangesloten, waardoor de G20 op dit punt verdeeld blijft.
In de tweede plaats verkeert de Amerikaanse democratie, ondanks de recente doorbraken van de regering-Biden op wetgevingsgebied, in een diepe crisis. De meeste besluitvorming blijft verlamd door een wetgevende patstelling en een activistisch Hooggerechtshof, en het extremisme neemt toe. In een recent boek waarschuwt hoogleraar internationale betrekkingen Barbara F. Walter dat veel bekende indicatoren van een dreigende burgeroorlog in de VS nu op rood staan. Uit een grote enquête, gepubliceerd in november 2021, bleek dat dertig procent van de Republikeinen, en achttien procent van de Amerikanen in het algemeen, het eens is met de stelling: ʻOmdat de zaken zo ver uit de hand zijn gelopen, zullen echte Amerikaanse patriotten misschien hun toevlucht moeten nemen tot geweld om ons land te redden.ʼ
In de derde plaats staat China op een tweesprong. Het twintigste partijcongres in oktober zal vrijwel zeker het bewind van president Xi Jinping consolideren en de belangrijkste machthebbers voor de komende vijf jaar of langer installeren. We zullen dan zien of het regime van plan is zijn nationalistische mobilisatie en toenemende sociale controle te verhevigen – met inbegrip van zijn economisch rampzalige ʻzero-COVIDʼ-beleid, gesloten grenzen en andere beperkingen.
Zal China zijn nieuwe isolement bestendigen of zal het enkele stappen terugzetten in de richting van internationale connectiviteit en economische liberalisering? Het antwoord op deze vraag zal de antwoorden op vele andere vragen bepalen. Zoals de zaken er nu voorstaan, voeden de politieke trajecten van de VS en China een confrontatiespiraal die voor geen van beide partijen goed kan aflopen.
In de vierde plaats gaat de EU, na een periode van opmerkelijke eenheid als reactie op de inval van Rusland in Oekraïne, een buitengewoon riskante periode tegemoet van verstrengelde energie-, economische en sociale schokken. De Italianen lijken op het punt te staan om later deze maand een rechts-nationalistische regering te kiezen; het Franse bestuur is verdeeld; en de oostelijke lidstaten blijven kwetsbaar voor Russische dreigingen.
In de vijfde plaats nemen de klimaat-gerelateerde rampen wereldwijd toe – en veel eerder dan verwacht. In Zuid-Azië, de Pacific, China, Europa, Afrika en Amerika ontwrichten hittegolven, droogtes, bosbranden en grote overstromingen levens, verminderen de voedselvoorziening (die al in gevaar was door de Russische oorlog) en fragmenteren samenlevingen.
In de zesde plaats heerst er na de pandemie nog grote onzekerheid over de aanbodketens, de energie- en voedselmarkten en de inflatie. Het is voor iedereen een raadsel wat de mondiale financiële markten dit najaar zullen doen, maar er wordt gesproken over krappere financiële omstandigheden en een recessie.
In de zevende plaats zullen deze voedsel-, energie-, klimaat- en economische schokken in vele delen van de wereld waarschijnlijk leiden tot een sociale en democratische ineenstorting, vooral als de G20 het niet eens kan worden over vangnetmaatregelen zoals schuldverlichting. Libanon, Sri Lanka, Pakistan en Ethiopië verkeren al in een politieke en sociaaleconomische chaos.
Ten slotte zullen de komende maanden de mondiale bestuursmechanismen als nooit tevoren op de proef worden gesteld. Alle ogen zullen gericht zijn op de G20-top van 15 en 16 november in Bali, de Asia-Pacific Economic Cooperation Summit van 18 en 19 november in Thailand en de klimaatconferentie COP27 van 6 tot 18 november in Sharm El-Sheikh, Egypte. Helaas valt van geen van deze bijeenkomsten veel te verwachten.
Wat moet er worden gedaan?
In de eerste plaats moeten deze op elkaar inwerkende schokken worden aangepakt met pragmatisme in plaats van met ideologie, in het besef dat een gebrek aan collectieve actie de toekomst van de menselijke beschaving zelf in gevaar brengt. Aangezien wij door technologie, klimaat, reizen en de bredere wereldeconomie nauw met elkaar verbonden blijven, zal mondiaal bestuur via exclusieve regionale of ideologische clubs eenvoudigweg niet volstaan.
In de tweede plaats moeten politieke leiders en beleidsmakers uitzoeken hoe zij de verbeeldingskracht kunnen evenaren die leiders uit het bedrijfsleven en de technologiesector de afgelopen decennia aan de dag hebben gelegd. Er zijn enorme onaangeboorde mogelijkheden die kunnen worden onderzocht via alternatieve benaderingen van mondiaal en collectief bestuur. Daartoe behoren nieuwe platforms zoals het Peace Forum van Parijs, het Global Solutions Initiative en het Jeju Forum for Peace and Prosperity, die verschillende actoren samenbrengen om nieuwe modellen uit te werken, of interregionale groepen zoals de Alliance for Multilateralism. De G20 moet het initiatief nemen tot een taskforce voor gemeenschappelijke existentiële langetermijnvraagstukken en wederzijdse misvattingen. We hebben dringend behoefte aan een competitieve, bottom-up zoektocht naar nieuwe ideeën.
In de derde plaats hebben grote, systemisch belangrijke spelers een historische verantwoordelijkheid om hun eigen militaire en veiligheidsrivaliteit in te dammen, en om landen te steunen die door het optreden van de grote mogendheden in moeilijkheden komen. In het verleden hebben we manieren gevonden om de dreiging van wederzijdse onveiligheid te bezweren via regelmatige mondiale bijeenkomsten en platforms zoals de Stockholm Conference over vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen en ontwapening in Europa; vandaag moeten we dat opnieuw doen.
Voor alle andere landen, bedrijven, stichtingen, maatschappelijke groeperingen en NGOʼs is het nu zaak ideeën te genereren en netwerken en coalities te vormen, met de nadruk op het opbouwen van veerkracht en het ontwikkelen van anti-fragiele systemen. Als de grote spelers hun rol niet pakken, ligt onze laatste kans wellicht bij deze belanghebbenden in het midden.
Vertaling: Menno Grootveld
PARIJS – Vergis u niet: we leven niet langer in een stabiele, op regels gebaseerde internationale orde. De dagen van unipolariteit en mondiaal liberalisme zijn voorbij, en we worden nu geconfronteerd met een samenloop van schokken die de meesten van ons tijdens hun leven nog niet eerder hebben meegemaakt. Er is geen piloot die het vliegtuig bestuurt: de G20, die het dichtst bij een soort cockpit komt, is gefragmenteerd en zit muurvast, ondanks de moedige pogingen van Indonesië als voorzitter van dit jaar.
De internationale instellingen, normen en praktijken waarop wij blijven vertrouwen, worden steeds meer overschaduwd door de geopolitiek. Ondanks hun retoriek hebben China, Rusland en de Verenigde Staten hun vertrouwen in de mondiale instellingen verloren en onthouden zij hun steun wanneer dat in hun eigen belang is. Hoewel de Europese Unie, Japan, het Verenigd Koninkrijk, Canada en belangrijke spelers uit het Mondiale Zuiden het multilateralisme blijven steunen, kan het mondiaal bestuur niet echt in stand worden gehouden zonder de deelname van ʼs werelds grootste economieën en militaire machten.
Tot overmaat van ramp wordt de wereld tegelijkertijd geconfronteerd met ten minste acht systeemproblemen. Zoals Stephen Poloz, voormalig gouverneur van de Canadese centrale bank, in zijn boek The Next Age of Uncertainty uitlegt: ʻWanneer meerdere langetermijnkrachten door de tijd heen op de economie en ook nog eens op elkaar inwerken, kan de economie zelf zich grillig gaan gedragen en instabiel lijken.ʼ Onder deze omstandigheden werken voorspellingen en conventionele beleidsinstrumenten niet meer.
Het eerste grote probleem is Ruslands oorlog in Oekraïne, waarvan het einde niet in zicht is (ondanks de recente successen van de Oekraïense strijdkrachten). Het tot wapen maken van de economische betrekkingen heeft een enorme wereldwijde energieschok veroorzaakt die dit najaar de diepe sociale en politieke crises in Europa en de rest van de wereld nog zal verergeren. Terwijl de G7, Australië en Zuid-Korea stappen hebben ondernomen om Rusland uit het wereldwijde dollarsysteem en het SWIFT-netwerk te weren, hebben de landen uit het Mondiale Zuiden zich niet bij de sancties aangesloten, waardoor de G20 op dit punt verdeeld blijft.
In de tweede plaats verkeert de Amerikaanse democratie, ondanks de recente doorbraken van de regering-Biden op wetgevingsgebied, in een diepe crisis. De meeste besluitvorming blijft verlamd door een wetgevende patstelling en een activistisch Hooggerechtshof, en het extremisme neemt toe. In een recent boek waarschuwt hoogleraar internationale betrekkingen Barbara F. Walter dat veel bekende indicatoren van een dreigende burgeroorlog in de VS nu op rood staan. Uit een grote enquête, gepubliceerd in november 2021, bleek dat dertig procent van de Republikeinen, en achttien procent van de Amerikanen in het algemeen, het eens is met de stelling: ʻOmdat de zaken zo ver uit de hand zijn gelopen, zullen echte Amerikaanse patriotten misschien hun toevlucht moeten nemen tot geweld om ons land te redden.ʼ
In de derde plaats staat China op een tweesprong. Het twintigste partijcongres in oktober zal vrijwel zeker het bewind van president Xi Jinping consolideren en de belangrijkste machthebbers voor de komende vijf jaar of langer installeren. We zullen dan zien of het regime van plan is zijn nationalistische mobilisatie en toenemende sociale controle te verhevigen – met inbegrip van zijn economisch rampzalige ʻzero-COVIDʼ-beleid, gesloten grenzen en andere beperkingen.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Zal China zijn nieuwe isolement bestendigen of zal het enkele stappen terugzetten in de richting van internationale connectiviteit en economische liberalisering? Het antwoord op deze vraag zal de antwoorden op vele andere vragen bepalen. Zoals de zaken er nu voorstaan, voeden de politieke trajecten van de VS en China een confrontatiespiraal die voor geen van beide partijen goed kan aflopen.
In de vierde plaats gaat de EU, na een periode van opmerkelijke eenheid als reactie op de inval van Rusland in Oekraïne, een buitengewoon riskante periode tegemoet van verstrengelde energie-, economische en sociale schokken. De Italianen lijken op het punt te staan om later deze maand een rechts-nationalistische regering te kiezen; het Franse bestuur is verdeeld; en de oostelijke lidstaten blijven kwetsbaar voor Russische dreigingen.
In de vijfde plaats nemen de klimaat-gerelateerde rampen wereldwijd toe – en veel eerder dan verwacht. In Zuid-Azië, de Pacific, China, Europa, Afrika en Amerika ontwrichten hittegolven, droogtes, bosbranden en grote overstromingen levens, verminderen de voedselvoorziening (die al in gevaar was door de Russische oorlog) en fragmenteren samenlevingen.
In de zesde plaats heerst er na de pandemie nog grote onzekerheid over de aanbodketens, de energie- en voedselmarkten en de inflatie. Het is voor iedereen een raadsel wat de mondiale financiële markten dit najaar zullen doen, maar er wordt gesproken over krappere financiële omstandigheden en een recessie.
In de zevende plaats zullen deze voedsel-, energie-, klimaat- en economische schokken in vele delen van de wereld waarschijnlijk leiden tot een sociale en democratische ineenstorting, vooral als de G20 het niet eens kan worden over vangnetmaatregelen zoals schuldverlichting. Libanon, Sri Lanka, Pakistan en Ethiopië verkeren al in een politieke en sociaaleconomische chaos.
Ten slotte zullen de komende maanden de mondiale bestuursmechanismen als nooit tevoren op de proef worden gesteld. Alle ogen zullen gericht zijn op de G20-top van 15 en 16 november in Bali, de Asia-Pacific Economic Cooperation Summit van 18 en 19 november in Thailand en de klimaatconferentie COP27 van 6 tot 18 november in Sharm El-Sheikh, Egypte. Helaas valt van geen van deze bijeenkomsten veel te verwachten.
Wat moet er worden gedaan?
In de eerste plaats moeten deze op elkaar inwerkende schokken worden aangepakt met pragmatisme in plaats van met ideologie, in het besef dat een gebrek aan collectieve actie de toekomst van de menselijke beschaving zelf in gevaar brengt. Aangezien wij door technologie, klimaat, reizen en de bredere wereldeconomie nauw met elkaar verbonden blijven, zal mondiaal bestuur via exclusieve regionale of ideologische clubs eenvoudigweg niet volstaan.
In de tweede plaats moeten politieke leiders en beleidsmakers uitzoeken hoe zij de verbeeldingskracht kunnen evenaren die leiders uit het bedrijfsleven en de technologiesector de afgelopen decennia aan de dag hebben gelegd. Er zijn enorme onaangeboorde mogelijkheden die kunnen worden onderzocht via alternatieve benaderingen van mondiaal en collectief bestuur. Daartoe behoren nieuwe platforms zoals het Peace Forum van Parijs, het Global Solutions Initiative en het Jeju Forum for Peace and Prosperity, die verschillende actoren samenbrengen om nieuwe modellen uit te werken, of interregionale groepen zoals de Alliance for Multilateralism. De G20 moet het initiatief nemen tot een taskforce voor gemeenschappelijke existentiële langetermijnvraagstukken en wederzijdse misvattingen. We hebben dringend behoefte aan een competitieve, bottom-up zoektocht naar nieuwe ideeën.
In de derde plaats hebben grote, systemisch belangrijke spelers een historische verantwoordelijkheid om hun eigen militaire en veiligheidsrivaliteit in te dammen, en om landen te steunen die door het optreden van de grote mogendheden in moeilijkheden komen. In het verleden hebben we manieren gevonden om de dreiging van wederzijdse onveiligheid te bezweren via regelmatige mondiale bijeenkomsten en platforms zoals de Stockholm Conference over vertrouwenwekkende en veiligheidsbevorderende maatregelen en ontwapening in Europa; vandaag moeten we dat opnieuw doen.
Voor alle andere landen, bedrijven, stichtingen, maatschappelijke groeperingen en NGOʼs is het nu zaak ideeën te genereren en netwerken en coalities te vormen, met de nadruk op het opbouwen van veerkracht en het ontwikkelen van anti-fragiele systemen. Als de grote spelers hun rol niet pakken, ligt onze laatste kans wellicht bij deze belanghebbenden in het midden.
Vertaling: Menno Grootveld