LAUSANNE – Onze wereld is buitengewoon inefficiënt. We verspillen enorme hoeveelheden energie, water, grondstoffen en voedsel. We verspillen zelfs ons afval en de kostbare hulpbronnen die het bevat. We doen dit niet noodzakelijkerwijs omdat het ons aan ecologisch bewustzijn ontbreekt, maar eerder omdat de maatschappij waarin we leven is gebouwd op de mythe van oneindige hulpbronnen.
Het in stand houden van deze situatie van valse overvloed is moreel onaanvaardbaar als een groot deel van de wereldbevolking niet heeft wat een klein deel routinematig verspilt. Er zijn ook aanzienlijke financiële kosten aan verbonden, nu er technologieën bestaan om een einde te maken aan deze verspilling.
Hoewel sommigen ʻdegrowthʼ (het terugdringen van de groei) zien als een optie om de wereldwijde klimaatdoelstellingen en andere milieudoelstellingen te bereiken, is er veel meer te zeggen voor de invoering van technologieën die ons in staat stellen efficiënter te worden. Dat betekent dat oude vervuilende infrastructuur moet worden vervangen door schonere, moderne systemen.
Het goede nieuws is dat de resulterende efficiëntiewinst opweegt tegen de financiële kosten van de transitie. En wat nog beter is: we hoeven de economische groei hiervoor niet op te offeren. De afgelopen vier jaar heeft de Solar Impulse Foundation ruim duizend producten, diensten en processen geselecteerd en gelabeld die de efficiëntie op het gebied van mobiliteit, bouw, landbouw, industrie, energie en water sterk kunnen verbeteren.
Efficiëntie is het vermogen om met het minimale het maximale te bereiken. Energie-efficiëntie betekent bijvoorbeeld dat de dienstverlening wordt gemaximaliseerd terwijl het verbruik wordt geminimaliseerd.
Het streven naar efficiëntie heeft lang een slechte reputatie gehad vanwege het zogenaamde ʻrebound-effect,ʼ een pervers verschijnsel waarbij technologische verbeteringen resulteren in een toename van het verbruik van hulpbronnen. De Britse econoom William Stanley Jevons heeft dit voor het eerst in 1865 beschreven. De opkomst van efficiëntere stoommachines leidde volgens hem tot een toegenomen gebruik van steenkool.
Maar Jevons observeerde de omstandigheden in een volledig vrije markt. Tegenwoordig helpen milieuregelgeving en prikkels om het verbruik te verminderen, zoals koolstofheffingen, om de milieuwinst van efficiëntie in stand te houden. Bovendien werken rebound-effecten in beide richtingen: het huidige verhoogde milieubewustzijn kan een positief effect hebben, waarbij een huishouden de economische winst van lagere energiekosten besteedt aan een gezonder dieet of de aankoop van een elektrische auto.
Efficiëntie moet hoe dan ook deel uitmaken van ons algemene antwoord op het klimaatprobleem. Het Internationale Energieagentschap schat dat de huidige technologieën ons elektriciteitsverbruik met ongeveer drieduizend terawattuur zouden kunnen doen dalen, ofwel met meer dan 10 procent van het totaal in sommige regioʼs en 5 procent wereldwijd. Tegen 2040 zal dit verbeteringspotentieel bijna verdubbeld zijn naar ruwweg een kwart van het totale verbruik.
Dit komt doordat energiebeheersystemen de laatste jaren in staat zijn gebleken de opwekkings- en distributieverliezen te beperken, een groeiend aandeel van variabele en gedecentraliseerde hernieuwbare energiebronnen te ondersteunen en tegelijkertijd de flexibiliteit van het net te verhogen. Ze zijn ook veel slimmer geworden en integreren externe gegevensbronnen zoals weersomstandigheden en verkeerspatronen. Met behulp van kunstmatige intelligentie kunnen deze geavanceerde systemen de energievraag nauwkeuriger voorspellen en de responscapaciteit op het net verbeteren.
Overheidsbeleid om de efficiëntie te verhogen zou ook de toegang tot elektriciteit verbeteren voor de 13 procent van de wereldbevolking die nog steeds van elektriciteit verstoken is. Naarmate de mondiale levensstandaard stijgt, moeten wij ervoor zorgen dat aan de nieuwe consumptievraag – onder meer naar elektriciteit, goederen en mobiliteit – wordt voldaan met efficiënte apparaten. Op die manier kunnen we een grotere welvaart verzoenen met het nakomen van onze milieuverplichtingen.
Technologieën die de efficiëntie verhogen, beperken zich niet tot de energiesector. We verspillen ook enorme hoeveelheden water in een tijd dat schaarste honderden miljoenen mensen treft – wat dikwijls leidt tot conflicten, ontheemding en andere verstoringen van levens en bestaansmiddelen. Maar de technologieën van vandaag stellen ons in staat om bijvoorbeeld de minimale hoeveelheid water toe te wijzen die nodig is om de landbouwopbrengsten te verhogen.
Het is vandaag de verantwoordelijkheid van de beleidsmakers om in elke sector hogere efficiëntienormen vast te stellen. Dit zal de vraag naar schone en efficiënte technologieën doen toenemen, en aldus innoverende bedrijven ertoe aanzetten om deze op de markt te brengen. Dergelijke normen zouden moeilijk te aanvaarden zijn als ze de burgers zouden benadelen en de economische groei zouden ondermijnen. Maar nieuwe groene technologieën doen precies het tegenovergestelde: ze verhogen de bedrijfswinsten en creëren banen.
Als gevolg daarvan kunnen we nu eindelijk ontsnappen aan het steriele debat waarin economische groei tegenover ecologisch rentmeesterschap wordt gesteld. Die twee moeten hand in hand gaan. Schone, efficiënte en winstgevende technologieën zijn vandaag beschikbaar, en hoe sneller we ze toepassen, des te meer er morgen beschikbaar zullen zijn.
Vertaling: Menno Grootveld
LAUSANNE – Onze wereld is buitengewoon inefficiënt. We verspillen enorme hoeveelheden energie, water, grondstoffen en voedsel. We verspillen zelfs ons afval en de kostbare hulpbronnen die het bevat. We doen dit niet noodzakelijkerwijs omdat het ons aan ecologisch bewustzijn ontbreekt, maar eerder omdat de maatschappij waarin we leven is gebouwd op de mythe van oneindige hulpbronnen.
Het in stand houden van deze situatie van valse overvloed is moreel onaanvaardbaar als een groot deel van de wereldbevolking niet heeft wat een klein deel routinematig verspilt. Er zijn ook aanzienlijke financiële kosten aan verbonden, nu er technologieën bestaan om een einde te maken aan deze verspilling.
Hoewel sommigen ʻdegrowthʼ (het terugdringen van de groei) zien als een optie om de wereldwijde klimaatdoelstellingen en andere milieudoelstellingen te bereiken, is er veel meer te zeggen voor de invoering van technologieën die ons in staat stellen efficiënter te worden. Dat betekent dat oude vervuilende infrastructuur moet worden vervangen door schonere, moderne systemen.
Het goede nieuws is dat de resulterende efficiëntiewinst opweegt tegen de financiële kosten van de transitie. En wat nog beter is: we hoeven de economische groei hiervoor niet op te offeren. De afgelopen vier jaar heeft de Solar Impulse Foundation ruim duizend producten, diensten en processen geselecteerd en gelabeld die de efficiëntie op het gebied van mobiliteit, bouw, landbouw, industrie, energie en water sterk kunnen verbeteren.
Efficiëntie is het vermogen om met het minimale het maximale te bereiken. Energie-efficiëntie betekent bijvoorbeeld dat de dienstverlening wordt gemaximaliseerd terwijl het verbruik wordt geminimaliseerd.
Het streven naar efficiëntie heeft lang een slechte reputatie gehad vanwege het zogenaamde ʻrebound-effect,ʼ een pervers verschijnsel waarbij technologische verbeteringen resulteren in een toename van het verbruik van hulpbronnen. De Britse econoom William Stanley Jevons heeft dit voor het eerst in 1865 beschreven. De opkomst van efficiëntere stoommachines leidde volgens hem tot een toegenomen gebruik van steenkool.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Maar Jevons observeerde de omstandigheden in een volledig vrije markt. Tegenwoordig helpen milieuregelgeving en prikkels om het verbruik te verminderen, zoals koolstofheffingen, om de milieuwinst van efficiëntie in stand te houden. Bovendien werken rebound-effecten in beide richtingen: het huidige verhoogde milieubewustzijn kan een positief effect hebben, waarbij een huishouden de economische winst van lagere energiekosten besteedt aan een gezonder dieet of de aankoop van een elektrische auto.
Efficiëntie moet hoe dan ook deel uitmaken van ons algemene antwoord op het klimaatprobleem. Het Internationale Energieagentschap schat dat de huidige technologieën ons elektriciteitsverbruik met ongeveer drieduizend terawattuur zouden kunnen doen dalen, ofwel met meer dan 10 procent van het totaal in sommige regioʼs en 5 procent wereldwijd. Tegen 2040 zal dit verbeteringspotentieel bijna verdubbeld zijn naar ruwweg een kwart van het totale verbruik.
Dit komt doordat energiebeheersystemen de laatste jaren in staat zijn gebleken de opwekkings- en distributieverliezen te beperken, een groeiend aandeel van variabele en gedecentraliseerde hernieuwbare energiebronnen te ondersteunen en tegelijkertijd de flexibiliteit van het net te verhogen. Ze zijn ook veel slimmer geworden en integreren externe gegevensbronnen zoals weersomstandigheden en verkeerspatronen. Met behulp van kunstmatige intelligentie kunnen deze geavanceerde systemen de energievraag nauwkeuriger voorspellen en de responscapaciteit op het net verbeteren.
Overheidsbeleid om de efficiëntie te verhogen zou ook de toegang tot elektriciteit verbeteren voor de 13 procent van de wereldbevolking die nog steeds van elektriciteit verstoken is. Naarmate de mondiale levensstandaard stijgt, moeten wij ervoor zorgen dat aan de nieuwe consumptievraag – onder meer naar elektriciteit, goederen en mobiliteit – wordt voldaan met efficiënte apparaten. Op die manier kunnen we een grotere welvaart verzoenen met het nakomen van onze milieuverplichtingen.
Technologieën die de efficiëntie verhogen, beperken zich niet tot de energiesector. We verspillen ook enorme hoeveelheden water in een tijd dat schaarste honderden miljoenen mensen treft – wat dikwijls leidt tot conflicten, ontheemding en andere verstoringen van levens en bestaansmiddelen. Maar de technologieën van vandaag stellen ons in staat om bijvoorbeeld de minimale hoeveelheid water toe te wijzen die nodig is om de landbouwopbrengsten te verhogen.
Het is vandaag de verantwoordelijkheid van de beleidsmakers om in elke sector hogere efficiëntienormen vast te stellen. Dit zal de vraag naar schone en efficiënte technologieën doen toenemen, en aldus innoverende bedrijven ertoe aanzetten om deze op de markt te brengen. Dergelijke normen zouden moeilijk te aanvaarden zijn als ze de burgers zouden benadelen en de economische groei zouden ondermijnen. Maar nieuwe groene technologieën doen precies het tegenovergestelde: ze verhogen de bedrijfswinsten en creëren banen.
Als gevolg daarvan kunnen we nu eindelijk ontsnappen aan het steriele debat waarin economische groei tegenover ecologisch rentmeesterschap wordt gesteld. Die twee moeten hand in hand gaan. Schone, efficiënte en winstgevende technologieën zijn vandaag beschikbaar, en hoe sneller we ze toepassen, des te meer er morgen beschikbaar zullen zijn.
Vertaling: Menno Grootveld