PARIJS – We werken er dringend aan om meer te bereiken voor mensen en de planeet. Meerdere, elkaar overlappende schokken hebben het vermogen van landen onder druk gezet om honger, armoede en ongelijkheid aan te pakken, veerkracht op te bouwen en te investeren in hun toekomst. Schuldproblemen in lage- en middeninkomenslanden vormen een grote belemmering voor hun economisch herstel en voor hun vermogen om cruciale langetermijninvesteringen te doen.
We werken dringend aan de bestrijding van armoede en ongelijkheid. De afgelopen drie jaar zijn naar schatting honderdtwintig miljoen mensen in extreme armoede vervallen, en we zijn nog ver verwijderd van onze VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling in 2030. We moeten mensen dus centraal stellen in onze strategie om het welzijn van mensen overal ter wereld te vergroten.
We willen een systeem dat beter inspeelt op ontwikkelingsbehoeften en kwetsbaarheden, die nu nog groter worden door de klimaatrisico’s, die het vermogen van landen om armoede uit te bannen en inclusieve economische groei te realiseren, nog verder kunnen verzwakken. De klimaatverandering zal grotere en frequentere rampen veroorzaken en de armste, meest kwetsbare bevolkingsgroepen over de hele wereld onevenredig hard treffen. Deze problemen zijn grensoverschrijdend en vormen existentiële risico’s voor samenlevingen en economieën.
We willen dat ons systeem meer oplevert voor de planeet. De overgang naar een ‘netto nul’-wereld en de doelstellingen van het verdrag van Parijs over klimaatverandering bieden deze generatie de kans om een nieuw tijdperk van duurzame wereldwijde economische groei in te luiden. Wij geloven dat rechtvaardige ecologische transities die niemand achterlaten een sterke kracht kunnen zijn om armoede te verlichten, en inclusieve en duurzame ontwikkeling te ondersteunen. Dit vereist overal langetermijninvesteringen om ervoor te zorgen dat alle landen in staat zijn om deze kans te grijpen. Geïnspireerd door het historische Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework hebben we ook nieuwe economische modellen nodig die de immense waarde van de natuur voor de mensheid erkennen.
Wij zijn ervan overtuigd dat armoedebestrijding en bescherming van de planeet samenvallende doelstellingen zijn. We moeten prioriteit geven aan een rechtvaardige en inclusieve transitie om ervoor te zorgen dat de armen en meest kwetsbaren ten volle de vruchten kunnen plukken van deze kans, in plaats van onevenredig de kosten te moeten dragen. We erkennen dat landen, afhankelijk van hun nationale omstandigheden, verschillende overgangstrajecten zullen moeten volgen in overeenstemming met de limiet van 1,5° Celsius opwarming. Er komt geen transitie als er geen solidariteit, economische kansen of duurzame groei zijn om die transitie te financieren.
Wij, de leiders van uiteenlopende economieën uit alle uithoeken van de wereld, zijn verenigd in onze vastberadenheid om een nieuwe wereldwijde consensus te smeden. We zullen de Paris Summit for a New Global Financing Pact op 22-23 juni gebruiken als een beslissend politiek moment om de ontwikkelingswinst die de afgelopen jaren verloren is gegaan, terug te winnen en de vooruitgang op weg naar de SDG’s te versnellen, met inbegrip van rechtvaardige transities. We zijn duidelijk over onze strategie: ontwikkelings- en klimaatverbintenissen moeten worden nagekomen. In overeenstemming met de Addis Ababa Action Agenda erkennen we dat we alle financieringsbronnen moeten benutten, waaronder de officiële ontwikkelingshulp, binnenlandse middelen en particuliere investeringen.
Het realiseren van die consensus moet beginnen met bestaande financiële toezeggingen. De collectieve klimaatfinancieringsdoelen moeten in 2023 worden gehaald. Onze totale wereldwijde ambitie van honderd miljard dollar aan vrijwillige bijdragen voor de meest behoeftige landen, door de herverdeling van speciale trekkingsrechten of gelijkwaardige begrotingsbijdragen, moet ook worden bereikt.
Geen enkel land zou jaren moeten wachten op schuldverlichting. We moeten meer en sneller samenwerken op het gebied van schulden, zowel voor lage- als voor middeninkomenslanden. Dit begint met het snel vinden van oplossingen voor landen met schulden.
Een topprioriteit is de voortzetting van de ambitieuze hervorming van ons systeem van multilaterale ontwikkelingsbanken, voortbouwend op het bestaande momentum. Wij vragen de ontwikkelingsbanken om verantwoorde stappen te zetten om veel meer te doen met de bestaande middelen, en om de financieringscapaciteit en de mobilisatie van privékapitaal te verhogen op basis van duidelijke doelstellingen en strategieën in termen van de bijdragen van private financiers en de mobilisatie van binnenlandse middelen. Deze financiële middelen zijn essentieel, maar deze hervorming gaat over veel meer dan alleen geld. Het moet een effectiever operationeel model opleveren, gebaseerd op een aanpak per land. Onze ontwikkelingsbanken moeten ook samenwerken als een ecosysteem, in samenspraak met andere openbare instanties en gestroomlijnde verticale fondsen, en waar nodig met filantropen, staatsfondsen, private financiers en het maatschappelijk middenveld, om de grootste impact te hebben.
Technologie, vaardigheden, duurzaamheid en publieke en private investeringen zullen centraal staan in onze partnerschappen om technologieoverdracht en een vrije stroom van wetenschappelijk en technologisch talent te bevorderen, en om bij te dragen aan een inclusieve, open, eerlijke en niet-discriminerende economie. We zullen een agenda van duurzame en inclusieve investeringen in ontwikkelingslanden en opkomende economieën bevorderen, gebaseerd op lokale economische toegevoegde waarde en lokale transformatie, zoals waardeketens voor meststoffen. Deze alomvattende aanpak zal nieuwe maatstaven vergen om onze verantwoordingsinstrumenten te actualiseren.
Overheidsfinanciën blijven essentieel om onze doelen te bereiken. We moeten beginnen met het versterken van onze instrumenten (de International Development Association, de Poverty Reduction and Growth Trust en de Resilience and Sustainability Trust van het IMF, het International Fund for Agricultural Development, het Green Climate Fund en andere concessionele vensters van onze banken, evenals het Global Shield against Climate Risks). Maar we erkennen dat voor het behalen van onze ontwikkelings- en klimaatdoelstellingen nieuwe, innovatieve en duurzame financieringsbronnen nodig zijn, zoals het terugkopen van schulden, de betrokkenheid van sectoren die floreren dankzij de mondialisering, en meer betrouwbare koolstof- en biodiversiteitskredietmarkten. Dit geldt voor de strijd tegen honger, armoede en ongelijkheid; aanpassing aan de klimaatverandering; en inspanningen om verlies en schade af te wenden, te beperken en te herstellen.
Het vergroten van de veerkracht door middel van een uitgebreide reeks financiële instrumenten is een grote prioriteit. We hebben een sterker wereldwijd vangnet nodig, gebaseerd op een vooraf overeengekomen aanpak, om ons aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering en deze te verzachten, vooral wanneer rampen toeslaan. Dit impliceert klimaat- en andere rampenbestendige uitstelmechanismen, verzekeringsnetten en noodhulpfinanciering, waaronder een duurzamer financieringsmodel voor humanitaire hulp.
Het bereiken van onze ontwikkelingsdoelstellingen, met inbegrip van het beperken van de gevolgen van de klimaatverandering, zal ook afhangen van het vergroten van de particuliere kapitaalstromen. Dit vereist een betere mobilisatie van de particuliere sector met zijn financiële middelen en innovatiekracht, zoals bevorderd door het G20 Compact with Africa. Dit vereist ook een verbetering van het ondernemingsklimaat, de implementatie van gemeenschappelijke normen en adequate capaciteitsopbouw, en het verminderen van waargenomen risico’s, zoals op de valutamarkt en de kredietmarkt – waarvoor overheidssteun nodig kan zijn, evenals het delen van betrouwbare gegevens. In het algemeen moet ons systeem de kapitaalkosten voor duurzame ontwikkeling verlagen, onder meer voor de groene transitie in ontwikkelingslanden en opkomende economieën.
Ons gezamenlijke werk draait om solidariteit en collectieve actie, om de uitdagingen voor ontwikkelingslanden te verminderen en onze mondiale agenda uit te voeren. We zullen blijven aandringen op vooruitgang en daarbij gebruik maken van andere belangrijke evenementen, zoals de G20-toppen in India en Brazilië, de SDG-top en de COP’s, te beginnen met COP28 in de Verenigde Arabische Emiraten later dit jaar. In al onze komende internationale werkzaamheden en onderhandelingen zullen we proberen concrete acties te bevorderen die de belofte van de SDG’s waarmaken, ten behoeve van onze welvaart, en van het welzijn van mensen en de planeet.
Vertaling: Menno Grootveld
PARIJS – We werken er dringend aan om meer te bereiken voor mensen en de planeet. Meerdere, elkaar overlappende schokken hebben het vermogen van landen onder druk gezet om honger, armoede en ongelijkheid aan te pakken, veerkracht op te bouwen en te investeren in hun toekomst. Schuldproblemen in lage- en middeninkomenslanden vormen een grote belemmering voor hun economisch herstel en voor hun vermogen om cruciale langetermijninvesteringen te doen.
We werken dringend aan de bestrijding van armoede en ongelijkheid. De afgelopen drie jaar zijn naar schatting honderdtwintig miljoen mensen in extreme armoede vervallen, en we zijn nog ver verwijderd van onze VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling in 2030. We moeten mensen dus centraal stellen in onze strategie om het welzijn van mensen overal ter wereld te vergroten.
We willen een systeem dat beter inspeelt op ontwikkelingsbehoeften en kwetsbaarheden, die nu nog groter worden door de klimaatrisico’s, die het vermogen van landen om armoede uit te bannen en inclusieve economische groei te realiseren, nog verder kunnen verzwakken. De klimaatverandering zal grotere en frequentere rampen veroorzaken en de armste, meest kwetsbare bevolkingsgroepen over de hele wereld onevenredig hard treffen. Deze problemen zijn grensoverschrijdend en vormen existentiële risico’s voor samenlevingen en economieën.
We willen dat ons systeem meer oplevert voor de planeet. De overgang naar een ‘netto nul’-wereld en de doelstellingen van het verdrag van Parijs over klimaatverandering bieden deze generatie de kans om een nieuw tijdperk van duurzame wereldwijde economische groei in te luiden. Wij geloven dat rechtvaardige ecologische transities die niemand achterlaten een sterke kracht kunnen zijn om armoede te verlichten, en inclusieve en duurzame ontwikkeling te ondersteunen. Dit vereist overal langetermijninvesteringen om ervoor te zorgen dat alle landen in staat zijn om deze kans te grijpen. Geïnspireerd door het historische Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework hebben we ook nieuwe economische modellen nodig die de immense waarde van de natuur voor de mensheid erkennen.
Wij zijn ervan overtuigd dat armoedebestrijding en bescherming van de planeet samenvallende doelstellingen zijn. We moeten prioriteit geven aan een rechtvaardige en inclusieve transitie om ervoor te zorgen dat de armen en meest kwetsbaren ten volle de vruchten kunnen plukken van deze kans, in plaats van onevenredig de kosten te moeten dragen. We erkennen dat landen, afhankelijk van hun nationale omstandigheden, verschillende overgangstrajecten zullen moeten volgen in overeenstemming met de limiet van 1,5° Celsius opwarming. Er komt geen transitie als er geen solidariteit, economische kansen of duurzame groei zijn om die transitie te financieren.
Wij, de leiders van uiteenlopende economieën uit alle uithoeken van de wereld, zijn verenigd in onze vastberadenheid om een nieuwe wereldwijde consensus te smeden. We zullen de Paris Summit for a New Global Financing Pact op 22-23 juni gebruiken als een beslissend politiek moment om de ontwikkelingswinst die de afgelopen jaren verloren is gegaan, terug te winnen en de vooruitgang op weg naar de SDG’s te versnellen, met inbegrip van rechtvaardige transities. We zijn duidelijk over onze strategie: ontwikkelings- en klimaatverbintenissen moeten worden nagekomen. In overeenstemming met de Addis Ababa Action Agenda erkennen we dat we alle financieringsbronnen moeten benutten, waaronder de officiële ontwikkelingshulp, binnenlandse middelen en particuliere investeringen.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Het realiseren van die consensus moet beginnen met bestaande financiële toezeggingen. De collectieve klimaatfinancieringsdoelen moeten in 2023 worden gehaald. Onze totale wereldwijde ambitie van honderd miljard dollar aan vrijwillige bijdragen voor de meest behoeftige landen, door de herverdeling van speciale trekkingsrechten of gelijkwaardige begrotingsbijdragen, moet ook worden bereikt.
Geen enkel land zou jaren moeten wachten op schuldverlichting. We moeten meer en sneller samenwerken op het gebied van schulden, zowel voor lage- als voor middeninkomenslanden. Dit begint met het snel vinden van oplossingen voor landen met schulden.
Een topprioriteit is de voortzetting van de ambitieuze hervorming van ons systeem van multilaterale ontwikkelingsbanken, voortbouwend op het bestaande momentum. Wij vragen de ontwikkelingsbanken om verantwoorde stappen te zetten om veel meer te doen met de bestaande middelen, en om de financieringscapaciteit en de mobilisatie van privékapitaal te verhogen op basis van duidelijke doelstellingen en strategieën in termen van de bijdragen van private financiers en de mobilisatie van binnenlandse middelen. Deze financiële middelen zijn essentieel, maar deze hervorming gaat over veel meer dan alleen geld. Het moet een effectiever operationeel model opleveren, gebaseerd op een aanpak per land. Onze ontwikkelingsbanken moeten ook samenwerken als een ecosysteem, in samenspraak met andere openbare instanties en gestroomlijnde verticale fondsen, en waar nodig met filantropen, staatsfondsen, private financiers en het maatschappelijk middenveld, om de grootste impact te hebben.
Technologie, vaardigheden, duurzaamheid en publieke en private investeringen zullen centraal staan in onze partnerschappen om technologieoverdracht en een vrije stroom van wetenschappelijk en technologisch talent te bevorderen, en om bij te dragen aan een inclusieve, open, eerlijke en niet-discriminerende economie. We zullen een agenda van duurzame en inclusieve investeringen in ontwikkelingslanden en opkomende economieën bevorderen, gebaseerd op lokale economische toegevoegde waarde en lokale transformatie, zoals waardeketens voor meststoffen. Deze alomvattende aanpak zal nieuwe maatstaven vergen om onze verantwoordingsinstrumenten te actualiseren.
Overheidsfinanciën blijven essentieel om onze doelen te bereiken. We moeten beginnen met het versterken van onze instrumenten (de International Development Association, de Poverty Reduction and Growth Trust en de Resilience and Sustainability Trust van het IMF, het International Fund for Agricultural Development, het Green Climate Fund en andere concessionele vensters van onze banken, evenals het Global Shield against Climate Risks). Maar we erkennen dat voor het behalen van onze ontwikkelings- en klimaatdoelstellingen nieuwe, innovatieve en duurzame financieringsbronnen nodig zijn, zoals het terugkopen van schulden, de betrokkenheid van sectoren die floreren dankzij de mondialisering, en meer betrouwbare koolstof- en biodiversiteitskredietmarkten. Dit geldt voor de strijd tegen honger, armoede en ongelijkheid; aanpassing aan de klimaatverandering; en inspanningen om verlies en schade af te wenden, te beperken en te herstellen.
Het vergroten van de veerkracht door middel van een uitgebreide reeks financiële instrumenten is een grote prioriteit. We hebben een sterker wereldwijd vangnet nodig, gebaseerd op een vooraf overeengekomen aanpak, om ons aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering en deze te verzachten, vooral wanneer rampen toeslaan. Dit impliceert klimaat- en andere rampenbestendige uitstelmechanismen, verzekeringsnetten en noodhulpfinanciering, waaronder een duurzamer financieringsmodel voor humanitaire hulp.
Het bereiken van onze ontwikkelingsdoelstellingen, met inbegrip van het beperken van de gevolgen van de klimaatverandering, zal ook afhangen van het vergroten van de particuliere kapitaalstromen. Dit vereist een betere mobilisatie van de particuliere sector met zijn financiële middelen en innovatiekracht, zoals bevorderd door het G20 Compact with Africa. Dit vereist ook een verbetering van het ondernemingsklimaat, de implementatie van gemeenschappelijke normen en adequate capaciteitsopbouw, en het verminderen van waargenomen risico’s, zoals op de valutamarkt en de kredietmarkt – waarvoor overheidssteun nodig kan zijn, evenals het delen van betrouwbare gegevens. In het algemeen moet ons systeem de kapitaalkosten voor duurzame ontwikkeling verlagen, onder meer voor de groene transitie in ontwikkelingslanden en opkomende economieën.
Ons gezamenlijke werk draait om solidariteit en collectieve actie, om de uitdagingen voor ontwikkelingslanden te verminderen en onze mondiale agenda uit te voeren. We zullen blijven aandringen op vooruitgang en daarbij gebruik maken van andere belangrijke evenementen, zoals de G20-toppen in India en Brazilië, de SDG-top en de COP’s, te beginnen met COP28 in de Verenigde Arabische Emiraten later dit jaar. In al onze komende internationale werkzaamheden en onderhandelingen zullen we proberen concrete acties te bevorderen die de belofte van de SDG’s waarmaken, ten behoeve van onze welvaart, en van het welzijn van mensen en de planeet.
Vertaling: Menno Grootveld