BERKELEY – Als politieke leiders, beleidsmakers, milieubeschermers en filantropen dit jaar bijeenkomen voor de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering in Dubai (COP28), zullen voedselsystemen voor het eerst hoog op de agenda staan. Gezien het feit dat de voedselsector verantwoordelijk is voor een derde van alle broeikasgasemissies, had dit al veel eerder moeten gebeuren.
Maar deze welkome doorbraak dreigt teniet te worden gedaan door het feit dat COP28 wordt georganiseerd door een oliestaat en wordt voorgezeten door de leider van de oliemaatschappij van die oliestaat. Dit is met name zorgwekkend omdat het afwenden van rampzalige klimaatscenario’s vereist dat we geleidelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen en onze voedselsystemen even dringend transformeren.
Gelukkig hoeven deze twee uitdagingen niet om onze aandacht te strijden, want het transformeren van voedselsystemen is ook een krachtige manier om onze wereldwijde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Zoals onze organisatie laat zien in een nieuw rapport, Power Shift: Why We Need to Wean Our Industrial Food Systems Off Fossil Fuels, blijkt dat voedselsystemen, van boerderij tot bord tot stortplaats, verantwoordelijk zijn voor minstens vijftien procent van het jaarlijkse wereldwijde gebruik van fossiele brandstoffen – gelijk aan dat van de Europese Unie en Rusland samen. En als de huidige benadering van de industriële voedselproductie doorgaat, zal dat cijfer naar verwachting nog aanzienlijk stijgen.
Het huidige industriële voedselsysteem is steeds meer afhankelijk van fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen zitten in synthetische meststoffen en pesticiden, maar ook in kunststoffen die worden gebruikt in allerlei producten – van de coatings voor die pesticiden en meststoffen tot de meeste voedselverpakkingen. Bovendien zijn de meeste verpakkingen nodig om ultraverwerkte voedingsmiddelen op te slaan – van vlees en zuivel tot snoep en suikerhoudende dranken – die allemaal een zeer energie-intensieve productie en petrochemische stoffen in de vorm van kunststoffen vereisen.
Zorgwekkend genoeg ziet de energiesector het voedselsysteem als een veelbelovende groeimarkt. Kunststoffen die verband houden met voedsel en synthetische meststoffen zijn goed voor ongeveer veertig procent van alle petrochemische producten, en de International Energy Association voorspelt dat de petrochemische industrie tegen 2050 bijna de helft van de groei van de vraag naar olie voor haar rekening zal nemen, meer dan sectoren als de luchtvaart en de scheepvaart. Ook onderzoek van het Center for International Environmental Law (CIEL) heeft aangetoond dat fossiele-brandstofbedrijven rekenen op de expansie van deze markten. De industrie ‘kijkt naar het voedselsysteem,’ aldus Lisa Tostado van CIEL, ‘van inputs zoals pesticiden en kunstmest tot de productie en verwerking, als een gevaarlijke ontsnappingsroute.’
Tot slot zien we ook een push om meer landbouwgrond te gebruiken voor een ongelooflijk inefficiënte energieproductie. De Verenigde Staten gebruiken al ongeveer veertig procent van hun maïsoogst voor ethanolbrandstoffen, die naar schatting ‘minstens 24 procent koolstofintensiever zijn dan benzine.’
Gezien de toegenomen marketing van en vraag naar energie-intensief voedsel, is het loskoppelen van voedselproductie en fossiele brandstoffen essentieel om onze klimaatdoelstellingen te halen. Zelfs als alle regeringen hun klimaatbeloften voor 2030 zouden nakomen, zou het gebruik van fossiele brandstoffen in het voedselsysteem alleen al ons resterende koolstofbudget van 1,5° Celsius tegen 2037 opgebruiken.
Gelukkig zijn er veel manieren om het gebruik van fossiele brandstoffen in voedselsystemen uit te bannen. Dit zijn onder meer strategieën om een einde te maken aan het gebruik van kunstmest en pesticiden op basis van fossiele brandstoffen, en om af te stappen van input-afhankelijke energiesystemen op basis van gewassen, zoals maïsethanol; het overstappen op hernieuwbare energie voor het verwerken, koelen en drogen van voedsel; het ondersteunen van minimaal bewerkte, minder energie-intensieve voedingsmiddelen en het stimuleren van plantaardige voeding; en het aanmoedigen van het gebruik van seizoensgebonden, lokaal geteeld voedsel.
Een verschuiving van industriële methoden naar duurzamere landbouwmethoden zou niet alleen de planeet beschermen, maar ook banen scheppen, de gezondheid verbeteren, de biodiversiteit beschermen en de oorzaken van honger helpen aanpakken. Gegevens uit de hele wereld tonen aan dat benaderingen zoals agro-ecologie en regeneratieve landbouw effectief zijn om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te doorbreken. Met deze strategieën blijven de opbrengsten gelijk of verbeteren ze, terwijl de uitstoot daalt, de gezondheid van de landarbeiders verbetert en de biodiversiteit wordt beschermd.
Er is geen technische belemmering om over te stappen van de afhankelijkheid van synthetische inputs naar een agro-ecologische en regeneratieve voedselproductie, of om energie uit fossiele brandstoffen te vervangen door hernieuwbare bronnen. Maar veel regeringen bieden heel weinig subsidies om deze omschakelingen te ondersteunen en veel meer overheden stimuleren business as usual. Volgens de OESO is er tussen 2019 en 2021 elk jaar in totaal 528 miljard dollar aan overheidsgeld naar landbouw- en voedselproductiepraktijken gegaan die over het algemeen slecht zijn voor het klimaat, het milieu en de menselijke gezondheid.
Nu we begrijpen hoe endemisch het gebruik van fossiele brandstoffen in onze economieën is, moeten we ons inspannen om ervoor te zorgen dat alle sectoren worden betrokken bij de transitie naar een fossielvrije toekomst. Ondanks de dubieuze locatie van COP28 in een oliestaat, zijn we blij dat voedsel eindelijk centraal staat. Maar die discussie mag niet worden geïsoleerd van de discussie over het zo snel mogelijk beëindigen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Er zal geen transformatie van voedselsystemen plaatsvinden zonder de uitfasering van fossiele brandstoffen, en er zal geen uitfasering van fossiele brandstoffen plaatsvinden zonder de transformatie van voedselsystemen.
Vertaling: Menno Grootveld
BERKELEY – Als politieke leiders, beleidsmakers, milieubeschermers en filantropen dit jaar bijeenkomen voor de conferentie van de Verenigde Naties over klimaatverandering in Dubai (COP28), zullen voedselsystemen voor het eerst hoog op de agenda staan. Gezien het feit dat de voedselsector verantwoordelijk is voor een derde van alle broeikasgasemissies, had dit al veel eerder moeten gebeuren.
Maar deze welkome doorbraak dreigt teniet te worden gedaan door het feit dat COP28 wordt georganiseerd door een oliestaat en wordt voorgezeten door de leider van de oliemaatschappij van die oliestaat. Dit is met name zorgwekkend omdat het afwenden van rampzalige klimaatscenario’s vereist dat we geleidelijk stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen en onze voedselsystemen even dringend transformeren.
Gelukkig hoeven deze twee uitdagingen niet om onze aandacht te strijden, want het transformeren van voedselsystemen is ook een krachtige manier om onze wereldwijde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen. Zoals onze organisatie laat zien in een nieuw rapport, Power Shift: Why We Need to Wean Our Industrial Food Systems Off Fossil Fuels, blijkt dat voedselsystemen, van boerderij tot bord tot stortplaats, verantwoordelijk zijn voor minstens vijftien procent van het jaarlijkse wereldwijde gebruik van fossiele brandstoffen – gelijk aan dat van de Europese Unie en Rusland samen. En als de huidige benadering van de industriële voedselproductie doorgaat, zal dat cijfer naar verwachting nog aanzienlijk stijgen.
Het huidige industriële voedselsysteem is steeds meer afhankelijk van fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen zitten in synthetische meststoffen en pesticiden, maar ook in kunststoffen die worden gebruikt in allerlei producten – van de coatings voor die pesticiden en meststoffen tot de meeste voedselverpakkingen. Bovendien zijn de meeste verpakkingen nodig om ultraverwerkte voedingsmiddelen op te slaan – van vlees en zuivel tot snoep en suikerhoudende dranken – die allemaal een zeer energie-intensieve productie en petrochemische stoffen in de vorm van kunststoffen vereisen.
Zorgwekkend genoeg ziet de energiesector het voedselsysteem als een veelbelovende groeimarkt. Kunststoffen die verband houden met voedsel en synthetische meststoffen zijn goed voor ongeveer veertig procent van alle petrochemische producten, en de International Energy Association voorspelt dat de petrochemische industrie tegen 2050 bijna de helft van de groei van de vraag naar olie voor haar rekening zal nemen, meer dan sectoren als de luchtvaart en de scheepvaart. Ook onderzoek van het Center for International Environmental Law (CIEL) heeft aangetoond dat fossiele-brandstofbedrijven rekenen op de expansie van deze markten. De industrie ‘kijkt naar het voedselsysteem,’ aldus Lisa Tostado van CIEL, ‘van inputs zoals pesticiden en kunstmest tot de productie en verwerking, als een gevaarlijke ontsnappingsroute.’
Tot slot zien we ook een push om meer landbouwgrond te gebruiken voor een ongelooflijk inefficiënte energieproductie. De Verenigde Staten gebruiken al ongeveer veertig procent van hun maïsoogst voor ethanolbrandstoffen, die naar schatting ‘minstens 24 procent koolstofintensiever zijn dan benzine.’
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Gezien de toegenomen marketing van en vraag naar energie-intensief voedsel, is het loskoppelen van voedselproductie en fossiele brandstoffen essentieel om onze klimaatdoelstellingen te halen. Zelfs als alle regeringen hun klimaatbeloften voor 2030 zouden nakomen, zou het gebruik van fossiele brandstoffen in het voedselsysteem alleen al ons resterende koolstofbudget van 1,5° Celsius tegen 2037 opgebruiken.
Gelukkig zijn er veel manieren om het gebruik van fossiele brandstoffen in voedselsystemen uit te bannen. Dit zijn onder meer strategieën om een einde te maken aan het gebruik van kunstmest en pesticiden op basis van fossiele brandstoffen, en om af te stappen van input-afhankelijke energiesystemen op basis van gewassen, zoals maïsethanol; het overstappen op hernieuwbare energie voor het verwerken, koelen en drogen van voedsel; het ondersteunen van minimaal bewerkte, minder energie-intensieve voedingsmiddelen en het stimuleren van plantaardige voeding; en het aanmoedigen van het gebruik van seizoensgebonden, lokaal geteeld voedsel.
Een verschuiving van industriële methoden naar duurzamere landbouwmethoden zou niet alleen de planeet beschermen, maar ook banen scheppen, de gezondheid verbeteren, de biodiversiteit beschermen en de oorzaken van honger helpen aanpakken. Gegevens uit de hele wereld tonen aan dat benaderingen zoals agro-ecologie en regeneratieve landbouw effectief zijn om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te doorbreken. Met deze strategieën blijven de opbrengsten gelijk of verbeteren ze, terwijl de uitstoot daalt, de gezondheid van de landarbeiders verbetert en de biodiversiteit wordt beschermd.
Er is geen technische belemmering om over te stappen van de afhankelijkheid van synthetische inputs naar een agro-ecologische en regeneratieve voedselproductie, of om energie uit fossiele brandstoffen te vervangen door hernieuwbare bronnen. Maar veel regeringen bieden heel weinig subsidies om deze omschakelingen te ondersteunen en veel meer overheden stimuleren business as usual. Volgens de OESO is er tussen 2019 en 2021 elk jaar in totaal 528 miljard dollar aan overheidsgeld naar landbouw- en voedselproductiepraktijken gegaan die over het algemeen slecht zijn voor het klimaat, het milieu en de menselijke gezondheid.
Nu we begrijpen hoe endemisch het gebruik van fossiele brandstoffen in onze economieën is, moeten we ons inspannen om ervoor te zorgen dat alle sectoren worden betrokken bij de transitie naar een fossielvrije toekomst. Ondanks de dubieuze locatie van COP28 in een oliestaat, zijn we blij dat voedsel eindelijk centraal staat. Maar die discussie mag niet worden geïsoleerd van de discussie over het zo snel mogelijk beëindigen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Er zal geen transformatie van voedselsystemen plaatsvinden zonder de uitfasering van fossiele brandstoffen, en er zal geen uitfasering van fossiele brandstoffen plaatsvinden zonder de transformatie van voedselsystemen.
Vertaling: Menno Grootveld