BEIJING – Het mondiale voedselsysteem is niet duurzaam. Hoewel het ongeveer 8 biljoen dollar op jaarbasis waard is, wordt de negatieve impact ervan geschat op ongeveer 12 biljoen dollar. En dit is niet de enige tegenstrijdigheid van het systeem. Overal ter wereld ondervinden voedselsystemen de gevolgen van klimaatverandering (door ontwrichtende weersomstandigheden en stijgende temperaturen) en dragen ze er zelf in aanzienlijke mate toe bij (door de uitstoot van broeikasgassen en de vernietiging van biodiversiteit). De miljoenen banen die zij opleveren, zijn vaak van lage kwaliteit en slecht betaald. En wat het belangrijkste is: ze slagen er niet in hun uiteindelijke doel te bereiken, namelijk iedereen van betaalbaar en gezond voedsel te voorzien.
Omdat het mondiale voedselsysteem fundamenteel niet levensvatbaar is, is verandering onvermijdelijk. Maar de radicale hervormingen die nodig zijn om een inclusieve, duurzame sector te creëren die voedzaam voedsel produceert voor de wereldbevolking, kunnen op korte termijn desastreuze gevolgen hebben. Als we voor de verkeerde aanpak kiezen, kan de integratie van de werkelijke productiekosten in de voedselsystemen leiden tot wijdverbreide faillissementen, verwoestende werkloosheid op het platteland, prijsopdrijving en nog meer armoede.
De beste manier om een snelle, eerlijke en veilige transitie te bewerkstelligen naar een duurzaam mondiaal voedselsysteem dat betaalbaar en gezond voedsel kan leveren voor iedereen, is echter onderwerp van verhitte debatten. Dit blijkt uit de felle en grotendeels improductieve discussies die worden gevoerd in de aanloop naar de United Nations Food Systems Summit, die deze maand tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal worden gehouden.
Vanuit een productiestandpunt verzetten voorstanders van regeneratieve landbouw zich heftig tegen een nieuwe generatie van ʻgrondlozeʼ voedselproductie, zoals in laboratoria gekweekte alternatieve eiwitten en verticale landbouw. Maar het is moeilijk om regeneratieve landbouw snel op te schalen. Grondloze systemen moeten een belangrijk deel van de oplossing zijn, gezien hun drastisch verminderde koolstofvoetafdruk en watergebruik, minimale impact op de biodiversiteit en potentieel om snel goedkoop, gezond voedsel op schaal te leveren.
De rol van de financiële wereld in deze transitie is niet minder controversieel.
De klachten over de buitensporige invloed van een beperkt aantal particuliere spelers op beslissingen die het hele mondiale voedselsysteem beïnvloeden, zijn niet ongegrond. De financialisering – het streven om risicogewogen financiële opbrengsten te maximaliseren – neemt in het hele mondiale voedselsysteem toe, evenals de marktconcentratie. Zo hebben bijvoorbeeld slechts tien bedrijven de helft van de mondiale zadenmarkt in handen, en zijn vier agro-bedrijven goed voor 90 procent van de wereldwijde graanhandel. Slechts 1 procent van de landbouwbedrijven bezit 65 procent van de beschikbare landbouwgrond.
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De financialisering versterkt de ongelijke verdeling van economische opbrengsten, drukt de inkomens van kleine boeren en gemeenschappen, terwijl het bedrijfsmodellen ondersteunt die te weinig gezond, betaalbaar voedsel leveren, en te veel voedsel dat veel zout, suiker, vet en koolhydraten bevat. Bovendien versterkt de financialisering het lobbyen van bedrijven die de kosten van de volksgezondheid externaliseren, perverse landbouwsubsidies in stand houden en ervoor zorgen dat de kosten voor het klimaat en de natuur geen nadelige invloed hebben op de financiële bedrijfsresultaten.
Maar particulier kapitaal is absoluut noodzakelijk voor de financiering van de transitie van het mondiale voedselsysteem. We moeten gebruik maken van de enorme financiële middelen die namens ons allen collectief worden beheerd door pensioenfondsen, banken en private equityfirmaʼs, en tegelijkertijd de gevaren van de financialisering beperken.
In een recent rapport, Making Finance Work for Food: Financing the Transition to a Sustainable Food System, brengt het initiatief Finance for Biodiversity de rol in kaart die de mondiale financiële wereld kan spelen in de noodzakelijke transitie. In het rapport, dat is opgesteld in samenwerking met de Food System Economics Commission, worden vier manieren beschreven waarop financiële instrumenten kunnen worden gebruikt om toekomstige voedselsystemen vorm te geven.
Om te beginnen moeten financieel beleid en financiële regelgeving, versterkt door activisme van aandeelhouders en het publiek, beleggers ertoe aanzetten de kosten voor natuur en klimaat te internaliseren in hun financieringsbeslissingen. Deze verandering zou vuile activa doen stranden, groene investeringen versnellen en een verschuiving in de richting van een voedzamere voedselproductie teweegbrengen.
In de tweede plaats zijn financiële innovaties, waaronder gemengd publiek-private oplossingen, nodig om de investeringen in gezond voedsel, geproduceerd door klimaat- en natuurvriendelijke vormen van landbouw, te versnellen en zo de kosten te drukken. Dergelijke innovaties kunnen schaalbare instrumenten omvatten, vergelijkbaar met de feed-in-tarieven die met veel succes zijn gebruikt om investeringen in hernieuwbare energie te bevorderen.
In de derde plaats zijn beleid en overheidsfinanciering nodig voor de bescherming en omscholing van degenen wier bestaansmiddelen tijdens de transitie worden uitgehold. Het doel moet zijn technologie, de ontwikkeling van vaardigheden en kapitaal ter beschikking te stellen om hen de mogelijkheid te bieden commercieel levensvatbare regeneratieve en grondloze vormen van voedselproductie te bezitten en te exploiteren.
Ten slotte moeten we mogelijkheden creëren om burgers mondiger te maken, met name door gebruik te maken van de kracht van digitalisering. Als consumenten kunnen zij invloed uitoefenen door verbeterde, duurzame voedingspatronen aan te nemen. Als beleggers, pensioenpolishouders en belastingbetalers kunnen zij pleiten voor een betere besteding van hun geld.
Uitstel van de transitie naar een meer inclusief en duurzaam mondiaal voedselsysteem zou de voedselzekerheid in gevaar brengen, bestaansmiddelen vernietigen en ons beletten de milieudoelstellingen te bereiken. We moeten de weerstand overwinnen, niet alleen van degenen die profiteren van de huidige systemen, maar ook van degenen die de kwetsbaren willen beschermen. Het opnieuw inrichten van de mondiale financiering van de landbouw en het benutten van de voordelen daarvan is noodzakelijk om een snelle, duurzame en rechtvaardige transitie te bewerkstelligen.
To have unlimited access to our content including in-depth commentaries, book reviews, exclusive interviews, PS OnPoint and PS The Big Picture, please subscribe
The economy played a critical role in the 2024 presidential race, creating the conditions not only for Donald Trump to trounce Kamala Harris, but also for a counter-elite to usher in a new power structure. Will the Democrats and “establishment” experts get the message?
explains how and why Democrats failed to connect with US voters’ pocketbook realities.
Kamala Harris lost to Donald Trump because she received around ten million fewer votes than Joe Biden did in 2020. The Democratic Party leadership was, at best, indifferent to the erosion of voting access, negligent in retaining newer voters, and proactive in marginalizing what remained of its left wing.
thinks the party has only itself to blame for losing the 2024 election on low voter turnout.
BEIJING – Het mondiale voedselsysteem is niet duurzaam. Hoewel het ongeveer 8 biljoen dollar op jaarbasis waard is, wordt de negatieve impact ervan geschat op ongeveer 12 biljoen dollar. En dit is niet de enige tegenstrijdigheid van het systeem. Overal ter wereld ondervinden voedselsystemen de gevolgen van klimaatverandering (door ontwrichtende weersomstandigheden en stijgende temperaturen) en dragen ze er zelf in aanzienlijke mate toe bij (door de uitstoot van broeikasgassen en de vernietiging van biodiversiteit). De miljoenen banen die zij opleveren, zijn vaak van lage kwaliteit en slecht betaald. En wat het belangrijkste is: ze slagen er niet in hun uiteindelijke doel te bereiken, namelijk iedereen van betaalbaar en gezond voedsel te voorzien.
Omdat het mondiale voedselsysteem fundamenteel niet levensvatbaar is, is verandering onvermijdelijk. Maar de radicale hervormingen die nodig zijn om een inclusieve, duurzame sector te creëren die voedzaam voedsel produceert voor de wereldbevolking, kunnen op korte termijn desastreuze gevolgen hebben. Als we voor de verkeerde aanpak kiezen, kan de integratie van de werkelijke productiekosten in de voedselsystemen leiden tot wijdverbreide faillissementen, verwoestende werkloosheid op het platteland, prijsopdrijving en nog meer armoede.
De beste manier om een snelle, eerlijke en veilige transitie te bewerkstelligen naar een duurzaam mondiaal voedselsysteem dat betaalbaar en gezond voedsel kan leveren voor iedereen, is echter onderwerp van verhitte debatten. Dit blijkt uit de felle en grotendeels improductieve discussies die worden gevoerd in de aanloop naar de United Nations Food Systems Summit, die deze maand tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal worden gehouden.
Vanuit een productiestandpunt verzetten voorstanders van regeneratieve landbouw zich heftig tegen een nieuwe generatie van ʻgrondlozeʼ voedselproductie, zoals in laboratoria gekweekte alternatieve eiwitten en verticale landbouw. Maar het is moeilijk om regeneratieve landbouw snel op te schalen. Grondloze systemen moeten een belangrijk deel van de oplossing zijn, gezien hun drastisch verminderde koolstofvoetafdruk en watergebruik, minimale impact op de biodiversiteit en potentieel om snel goedkoop, gezond voedsel op schaal te leveren.
De rol van de financiële wereld in deze transitie is niet minder controversieel.
De klachten over de buitensporige invloed van een beperkt aantal particuliere spelers op beslissingen die het hele mondiale voedselsysteem beïnvloeden, zijn niet ongegrond. De financialisering – het streven om risicogewogen financiële opbrengsten te maximaliseren – neemt in het hele mondiale voedselsysteem toe, evenals de marktconcentratie. Zo hebben bijvoorbeeld slechts tien bedrijven de helft van de mondiale zadenmarkt in handen, en zijn vier agro-bedrijven goed voor 90 procent van de wereldwijde graanhandel. Slechts 1 procent van de landbouwbedrijven bezit 65 procent van de beschikbare landbouwgrond.
Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.
Subscribe Now
De financialisering versterkt de ongelijke verdeling van economische opbrengsten, drukt de inkomens van kleine boeren en gemeenschappen, terwijl het bedrijfsmodellen ondersteunt die te weinig gezond, betaalbaar voedsel leveren, en te veel voedsel dat veel zout, suiker, vet en koolhydraten bevat. Bovendien versterkt de financialisering het lobbyen van bedrijven die de kosten van de volksgezondheid externaliseren, perverse landbouwsubsidies in stand houden en ervoor zorgen dat de kosten voor het klimaat en de natuur geen nadelige invloed hebben op de financiële bedrijfsresultaten.
Maar particulier kapitaal is absoluut noodzakelijk voor de financiering van de transitie van het mondiale voedselsysteem. We moeten gebruik maken van de enorme financiële middelen die namens ons allen collectief worden beheerd door pensioenfondsen, banken en private equityfirmaʼs, en tegelijkertijd de gevaren van de financialisering beperken.
In een recent rapport, Making Finance Work for Food: Financing the Transition to a Sustainable Food System, brengt het initiatief Finance for Biodiversity de rol in kaart die de mondiale financiële wereld kan spelen in de noodzakelijke transitie. In het rapport, dat is opgesteld in samenwerking met de Food System Economics Commission, worden vier manieren beschreven waarop financiële instrumenten kunnen worden gebruikt om toekomstige voedselsystemen vorm te geven.
Om te beginnen moeten financieel beleid en financiële regelgeving, versterkt door activisme van aandeelhouders en het publiek, beleggers ertoe aanzetten de kosten voor natuur en klimaat te internaliseren in hun financieringsbeslissingen. Deze verandering zou vuile activa doen stranden, groene investeringen versnellen en een verschuiving in de richting van een voedzamere voedselproductie teweegbrengen.
In de tweede plaats zijn financiële innovaties, waaronder gemengd publiek-private oplossingen, nodig om de investeringen in gezond voedsel, geproduceerd door klimaat- en natuurvriendelijke vormen van landbouw, te versnellen en zo de kosten te drukken. Dergelijke innovaties kunnen schaalbare instrumenten omvatten, vergelijkbaar met de feed-in-tarieven die met veel succes zijn gebruikt om investeringen in hernieuwbare energie te bevorderen.
In de derde plaats zijn beleid en overheidsfinanciering nodig voor de bescherming en omscholing van degenen wier bestaansmiddelen tijdens de transitie worden uitgehold. Het doel moet zijn technologie, de ontwikkeling van vaardigheden en kapitaal ter beschikking te stellen om hen de mogelijkheid te bieden commercieel levensvatbare regeneratieve en grondloze vormen van voedselproductie te bezitten en te exploiteren.
Ten slotte moeten we mogelijkheden creëren om burgers mondiger te maken, met name door gebruik te maken van de kracht van digitalisering. Als consumenten kunnen zij invloed uitoefenen door verbeterde, duurzame voedingspatronen aan te nemen. Als beleggers, pensioenpolishouders en belastingbetalers kunnen zij pleiten voor een betere besteding van hun geld.
Uitstel van de transitie naar een meer inclusief en duurzaam mondiaal voedselsysteem zou de voedselzekerheid in gevaar brengen, bestaansmiddelen vernietigen en ons beletten de milieudoelstellingen te bereiken. We moeten de weerstand overwinnen, niet alleen van degenen die profiteren van de huidige systemen, maar ook van degenen die de kwetsbaren willen beschermen. Het opnieuw inrichten van de mondiale financiering van de landbouw en het benutten van de voordelen daarvan is noodzakelijk om een snelle, duurzame en rechtvaardige transitie te bewerkstelligen.
Vertaling: Menno Grootveld