PANAMA CITY – Nu de Verenigde Naties de laatste fase ingaan van de onderhandelingen over een nieuw verdrag om een einde te maken aan plasticvervuiling, moeten regeringen ervoor zorgen dat het akkoord niet alleen de productie van plastic vermindert, maar ook lokale initiatieven versterkt om bestaand plastic afval te verwijderen en te recyclen.
Neem de Juan Díaz rivier, die door mijn woonplaats Panama City stroomt. Tonnen plastic – flessen en ander afval – dobberen in de stromingen van de rivier als gevolg van slecht afvalbeheer. Geconfronteerd met dit probleem heeft Marea Verde (‘Groene Getijde’), een non-profitorganisatie die ik mede heb opgericht, een waterrad geïnstalleerd dat afval opvangt – ook wel het ‘Wanda’-apparaat genoemd – voordat het de oceaan bereikt.
Lokale initiatieven zoals de onze zijn nodig om de mondiale klimaatdoelen te bereiken. Dit geldt vooral voor het uitbannen van plasticvervuiling, die grotendeels wordt veroorzaakt door lokale consumptiebeslissingen. Ik ben van mening dat het nieuwe VN-verdrag een evenwicht moet vinden tussen inspanningen van bovenaf om de productie van plastic te verminderen en het gebruik van giftige chemicaliën in deze producten te verbieden, en steun voor inspanningen van onderaf om de miljarden tonnen plastic die nu al de waterwegen van de wereld verstoppen en het milieu schade toebrengen, te recyclen, te hergebruiken of op een duurzame manier te transformeren. Anders zal de oceaan in 2050 meer plastic dan vis bevatten en kunnen nieuwe ziektes veroorzaakt door microplastics – die al zijn aangetroffen in menselijk bloed – gemeengoed worden.
Tot nu toe zijn de stakeholders verdeeld over de beste aanpak. Tijdens de jongste onderhandelingsronde over het verdrag, afgelopen november in Nairobi, riepen de plasticindustrie en enkele olie- en petrochemie-exporterende landen op tot meer nadruk op recycling en hergebruik, terwijl milieuactivisten en andere regeringen pleitten voor productiebeperkingen. Om eind 2024 een consensus te bereiken, moeten beide partijen op één lijn worden gebracht en het eens worden over een geïntegreerde aanpak die mondiale doelen koppelt aan lokale actie.
Toen ik bij de overheid en bij non-profitorganisaties werkte, heb ik uit eerste hand ervaren hoe een kloof tussen internationale plannen en de realiteit op de grond vooruitgang kan dwarsbomen en cynisme kan kweken. Daarom passen we bij Marea Verde ideeën die elders met succes zijn geïmplementeerd – van de Verenigde Staten tot Nigeria en Australië – aan onze context en cultuur aan.
Ons Wanda-apparaat is bijvoorbeeld gebaseerd op de afvalwielen van Clearwater Mills, een schone-energietechnologie die in de VS is geïntroduceerd maar is aangepast aan een tropisch ecosysteem. Het afgelopen jaar heeft Wanda ruim 130 ton afval uit de Juan Díaz rivier verzameld – een effectievere interventie dan plastic uit de zee vissen of strandschoonmaak. Door dit model wereldwijd te kopiëren zou het afval afkomstig van het land, dat verantwoordelijk is voor tachtig procent van de plasticvervuilimg in de oceaan, drastisch kunnen worden verminderd.
Gelukkig richten veel andere organisaties zich op het schoonmaken van rivieren om te voorkomen dat nieuw plastic afval in de oceaan terechtkomt. Acht van deze groepen – waaronder Marea Verde – nemen deel aan de Clean Currents Coalition, een netwerk van projecten die innovatieve afvalverwijderingstechnologieën uitproberen in riviergemeenschappen over de hele wereld. Coalitieleden kunnen kennis delen en samenwerken, terwijl ze ook effectieve actie ter plaatse aanmoedigen en faciliteren.
De plasticcrisis is het gevolg van menselijke activiteiten en voor het oplossen ervan is gedragsverandering nodig, die alleen kan worden bereikt door initiatieven die lokale gemeenschappen erbij betrekken. Marea Verde bijvoorbeeld organiseert en stimuleert bewoners in gebieden zonder recyclingfaciliteiten door van deur tot deur te gaan om plastic afval in te zamelen. Als gevolg daarvan zijn veel mensen zich bewust geworden van hun vermogen om hun omgeving te verbeteren, waardoor ze deelnemen aan buurtschoonmaakacties, groene ruimtes terugwinnen en lobbyen voor beter afvalbeheer.
Bovendien kan het gebrek aan lokale gegevens in veel ontwikkelingslanden, waaronder Panama, het moeilijk maken om klimaatbeleid te ontwerpen dat geschikt is voor het beoogde doel. Daarom bouwt Marea Verde ook aan databases over het volume en de soorten plastic afval in de Panamese rivieren, die de rapportage zullen verbeteren, de stadsplanning zullen helpen en de omvang van de crisis zullen aantonen.
Inspanningen om plasticvervuiling tegen te gaan moeten in verhouding staan tot de omvang van het probleem. Daarom moet het nieuwe VN-verdrag strenge beperkingen opleggen aan de productie van plastic en de inspanningen om het afval op te ruimen een kans geven. Maar het moet ook de lokale groepen steunen die voorop lopen bij het aanpakken van het plasticprobleem. De innovatieve strategieën, hulpmiddelen en gegevensverzamelingspraktijken van deze groepen kunnen als voorbeeld dienen voor de wereldgemeenschap. Dit is geen of/of-beslissing: er is zowel internationale regelgeving als lokale actie nodig. Dat laatste is al aan de gang en maakt een verschil, één gemeenschap en één rivier tegelijk.
Vertaling: Menno Grootveld
PANAMA CITY – Nu de Verenigde Naties de laatste fase ingaan van de onderhandelingen over een nieuw verdrag om een einde te maken aan plasticvervuiling, moeten regeringen ervoor zorgen dat het akkoord niet alleen de productie van plastic vermindert, maar ook lokale initiatieven versterkt om bestaand plastic afval te verwijderen en te recyclen.
Neem de Juan Díaz rivier, die door mijn woonplaats Panama City stroomt. Tonnen plastic – flessen en ander afval – dobberen in de stromingen van de rivier als gevolg van slecht afvalbeheer. Geconfronteerd met dit probleem heeft Marea Verde (‘Groene Getijde’), een non-profitorganisatie die ik mede heb opgericht, een waterrad geïnstalleerd dat afval opvangt – ook wel het ‘Wanda’-apparaat genoemd – voordat het de oceaan bereikt.
Lokale initiatieven zoals de onze zijn nodig om de mondiale klimaatdoelen te bereiken. Dit geldt vooral voor het uitbannen van plasticvervuiling, die grotendeels wordt veroorzaakt door lokale consumptiebeslissingen. Ik ben van mening dat het nieuwe VN-verdrag een evenwicht moet vinden tussen inspanningen van bovenaf om de productie van plastic te verminderen en het gebruik van giftige chemicaliën in deze producten te verbieden, en steun voor inspanningen van onderaf om de miljarden tonnen plastic die nu al de waterwegen van de wereld verstoppen en het milieu schade toebrengen, te recyclen, te hergebruiken of op een duurzame manier te transformeren. Anders zal de oceaan in 2050 meer plastic dan vis bevatten en kunnen nieuwe ziektes veroorzaakt door microplastics – die al zijn aangetroffen in menselijk bloed – gemeengoed worden.
Tot nu toe zijn de stakeholders verdeeld over de beste aanpak. Tijdens de jongste onderhandelingsronde over het verdrag, afgelopen november in Nairobi, riepen de plasticindustrie en enkele olie- en petrochemie-exporterende landen op tot meer nadruk op recycling en hergebruik, terwijl milieuactivisten en andere regeringen pleitten voor productiebeperkingen. Om eind 2024 een consensus te bereiken, moeten beide partijen op één lijn worden gebracht en het eens worden over een geïntegreerde aanpak die mondiale doelen koppelt aan lokale actie.
Toen ik bij de overheid en bij non-profitorganisaties werkte, heb ik uit eerste hand ervaren hoe een kloof tussen internationale plannen en de realiteit op de grond vooruitgang kan dwarsbomen en cynisme kan kweken. Daarom passen we bij Marea Verde ideeën die elders met succes zijn geïmplementeerd – van de Verenigde Staten tot Nigeria en Australië – aan onze context en cultuur aan.
Ons Wanda-apparaat is bijvoorbeeld gebaseerd op de afvalwielen van Clearwater Mills, een schone-energietechnologie die in de VS is geïntroduceerd maar is aangepast aan een tropisch ecosysteem. Het afgelopen jaar heeft Wanda ruim 130 ton afval uit de Juan Díaz rivier verzameld – een effectievere interventie dan plastic uit de zee vissen of strandschoonmaak. Door dit model wereldwijd te kopiëren zou het afval afkomstig van het land, dat verantwoordelijk is voor tachtig procent van de plasticvervuilimg in de oceaan, drastisch kunnen worden verminderd.
BLACK FRIDAY SALE: Subscribe for as little as $34.99
Subscribe now to gain access to insights and analyses from the world’s leading thinkers – starting at just $34.99 for your first year.
Subscribe Now
Gelukkig richten veel andere organisaties zich op het schoonmaken van rivieren om te voorkomen dat nieuw plastic afval in de oceaan terechtkomt. Acht van deze groepen – waaronder Marea Verde – nemen deel aan de Clean Currents Coalition, een netwerk van projecten die innovatieve afvalverwijderingstechnologieën uitproberen in riviergemeenschappen over de hele wereld. Coalitieleden kunnen kennis delen en samenwerken, terwijl ze ook effectieve actie ter plaatse aanmoedigen en faciliteren.
De plasticcrisis is het gevolg van menselijke activiteiten en voor het oplossen ervan is gedragsverandering nodig, die alleen kan worden bereikt door initiatieven die lokale gemeenschappen erbij betrekken. Marea Verde bijvoorbeeld organiseert en stimuleert bewoners in gebieden zonder recyclingfaciliteiten door van deur tot deur te gaan om plastic afval in te zamelen. Als gevolg daarvan zijn veel mensen zich bewust geworden van hun vermogen om hun omgeving te verbeteren, waardoor ze deelnemen aan buurtschoonmaakacties, groene ruimtes terugwinnen en lobbyen voor beter afvalbeheer.
Bovendien kan het gebrek aan lokale gegevens in veel ontwikkelingslanden, waaronder Panama, het moeilijk maken om klimaatbeleid te ontwerpen dat geschikt is voor het beoogde doel. Daarom bouwt Marea Verde ook aan databases over het volume en de soorten plastic afval in de Panamese rivieren, die de rapportage zullen verbeteren, de stadsplanning zullen helpen en de omvang van de crisis zullen aantonen.
Inspanningen om plasticvervuiling tegen te gaan moeten in verhouding staan tot de omvang van het probleem. Daarom moet het nieuwe VN-verdrag strenge beperkingen opleggen aan de productie van plastic en de inspanningen om het afval op te ruimen een kans geven. Maar het moet ook de lokale groepen steunen die voorop lopen bij het aanpakken van het plasticprobleem. De innovatieve strategieën, hulpmiddelen en gegevensverzamelingspraktijken van deze groepen kunnen als voorbeeld dienen voor de wereldgemeenschap. Dit is geen of/of-beslissing: er is zowel internationale regelgeving als lokale actie nodig. Dat laatste is al aan de gang en maakt een verschil, één gemeenschap en één rivier tegelijk.
Vertaling: Menno Grootveld