inventors Keystone/Getty Images

Wie creëert nou werkelijk waarde in een economie?

LONDEN – Na de mondiale financiële crisis van 2008 ontstond er een consensus dat de publieke sector een verantwoordelijkheid had om tussenbeide te komen om systemisch belangrijke banken te hulp te schieten en de economische groei te stimuleren. Maar die consensus bleek slechts een kort leven beschoren te zijn, en als snel werden de economische interventies van de publieke sector gezien als de voornaamste oorzaak van de crisis; die moesten dus teruggedraaid worden. Dat bleek een ernstige vergissing te zijn.

Met name in Europa werden overheden zwaar bekritiseerd wegens hun hoge schulden, ook al waren het de private schulden en niet de staatsschulden die de crisis hadden veroorzaakt. Veel overheden werd aanbevolen om bezuinigingen te introduceren, in plaats van de groei aan te jagen met contracyclisch beleid. Intussen werd van de staat verwacht dat er hervormingen van de financiële sector zouden worden doorgevoerd die, in samenhang met een wederopleving van de investeringen en de industrie, de concurrentiekracht zouden moeten herstellen.

Maar er hebben in werkelijkheid te weinig financiële hervormingen plaatsgevonden, en in veel landen is de industrie er nog steeds niet in geslaagd weer vaste grond onder de voeten te krijgen. Hoewel de winsten in vele sectoren omhoog zijn gegaan, blijven de investeringen zwak, als gevolg van een combinatie van het oppotten van geld en de toenemende financialisering, terwijl de aandelenterugkopen – om de aandelenkoersen en daardoor de aandelenopties te stimuleren – eveneens op recordhoogte staan.

De reden is eenvoudig: de alom bekritiseerde staat mocht slechts zeer bescheiden beleidsantwoorden nastreven. Dit falen weerspiegelt de mate waarin het beleid geïnformeerd is blijven worden door ideologie – specifiek, het neoliberalisme, dat een minimale rol voor de staat in de economie bepleit, en zijn wetenschappelijke zusje, de “public choice”-theorie, die de nadruk legt op de tekortkomingen van overheden – en niet door historische ervaringen.

Voor groei is een goed-functionerende financiële sector nodig, waarin langetermijnbeleggingen worden beloond in plaats van kortetermijnspeculatie. Maar in Europa werd pas in 2016 een belasting op financiële transacties ingevoerd, en het zogenoemde “geduldige kapitaal” blijft vrijwel overal ontoereikend. Als gevolg daarvan komt het geld dat via bijvoorbeeld monetaire versoepeling in de economie wordt geïnjecteerd linea recta terug bij de banken.

De dominantie van het kortetermijndenken is een weerspiegeling van fundamentele misverstanden over de juiste economische rol van de staat. In weerwil van de consensus die na de crisis is ontstaan, zijn actieve strategische investeringen van de publieke sector van cruciaal belang voor de groei. Dat is de reden dat alle grote technologische revoluties – of die nu plaatsvinden op het gebied van de geneeskunde, computers of energie – mogelijk zijn gemaakt door de staat die als initiële investeerder optrad.

Introductory Offer: Save 30% on PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Introductory Offer: Save 30% on PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

Toch blijven we private actoren in innovatieve bedrijfstakken romantiseren, terwijl we hun afhankelijkheid van de resultaten van publieke investeringen negeren. Elon Musk heeft bijvoorbeeld niet alleen ruim $5 mrd aan subsidies ontvangen van de Amerikaanse overheid; zijn bedrijven, SpaceX and Tesla, zijn respectievelijk gebouwd op het werk van de NASA en het ministerie van Energie.

Om onze economieën ten volle te laten wederopleven is het noodzakelijk dat de publieke sector zijn cruciale rol als strategische, langetermijn- en doelgerichte investeerder weer op zich neemt. Met het oog daarop is het essentieel dat onzinnige verhalen over de manier waarop waarde en welvaart worden gecreëerd worden ontkracht.

De gebruikelijke veronderstelling is dat de staat de creatie van welvaart faciliteert (en herverdeelt wat er gecreëerd is), maar feitelijk geen welvaart schept. Leiders uit het bedrijfsleven worden daarentegen beschouwd als productieve economische actoren – een notie die door sommigen wordt gebruikt om de toenemende ongelijkheid te rechtvaardigen. Omdat de (dikwijls riskante) activiteiten van bedrijven welvaart creëren – en dus banen – verdienen hun leiders hogere inkomens. Dergelijke veronderstellingen resulteren ook in het verkeerde gebruik van patenten, waardoor de innovatie de afgelopen decennia eerder in de weg is gezeten dan dat zij is gestimuleerd, omdat rechtbanken steeds vaker hebben toegestaan dat patenten veel te breed werden toegepast; daardoor zijn de onderzoeksinstrumenten zelf geprivatiseerd en niet slechts de resultaten ervan.

Als bovengenoemde veronderstellingen waar zouden zijn, zouden belastingprikkels moeten leiden tot een toename van de bedrijfsinvesteringen. In plaats daarvan zorgen zulke prikkels – zoals de verlaging van de ondernemingsbelasting in de VS die in december 2017 werd doorgevoerd – al met al voor een vermindering van de overheidsinkomsten, en helpen ze de buitensporig hoge winsten van de bedrijven nog verder te stijgen, terwijl ze weinig particuliere investeringen voortbrengen.

Dit zou geen verrassing mogen zijn. In 2011 wees zakenman Warren Buffett erop dat belastingheffing op kapitaalwinsten beleggers er niet van weerhoudt om te beleggen, en dat de schepping van nieuwe arbeidsplaatsen er ook niet door wordt ondermijnd. “Tussen 1980 en 2000 zijn er netto 40 miljoen banen bijgekomen,” merkte hij op. “U weet wat er sindsdien is gebeurd: lagere belastingen en minder nieuwe arbeidsplaatsen.”

Deze ervaringen botsen op de overtuigingen die zijn ontstaan door de zogenoemde Marginale Revolutie in het economisch denken, toen de klassieke arbeidswaardetheorie werd vervangen door de moderne subjectieve waardetheorie van de marktprijzen. Kortom: we gaan ervan uit dat zolang een organisatie of een activiteit een prijs oplevert, er ook waarde wordt gegenereerd.

Dit versterkt de notie dat degenen die veel verdienen ook veel waarde moeten creëren. Dat is de reden dat CEO Lloyd Blankfein van Goldman Sachs zo brutaal was om in 2009, slechts een jaar na de crisis waaraan zijn eigen bank had bijgedragen, te verklaren dat zijn werknemers tot de “meest productieve ter wereld” behoorden. Dat is ook de reden dat farmaceutische bedrijven wegkomen met zogenoemde “value-based pricing” om de astronomische stijgingen van de geneesmiddelenprijzen te rechtvaardigen, ook al geeft de Amerikaanse regering jaarlijks ruim $32 mrd uit aan de met hoge risico's verbonden schakels van de innovatieketen die deze geneesmiddelen voortbrengt.

Als waarde niet door een specifieke maatstaf wordt bepaald, maar eerder door het marktmechanisme van vraag en aanbod, wordt waarde eenvoudigweg iets wat men denkt te zien, wordt politieke rente (onverdiend inkomen) verward met winst (verdiend inkomen), neemt de ongelijkheid toe, en dalen de investeringen in de reële economie. En als verwrongen ideologische ideeën over de manier waarop in een economie waarde wordt gecreëerd het beleid gaan vormgeven, bestaat het resultaat uit maatregelen die onwillekeurig het kortetermijndenken belonen en de innovatie ondermijnen.

Tien jaar na de crisis blijft de noodzaak om aanhoudende economische zwakheden aan te pakken recht overeind staan. Dat betekent in de allereerste plaats dat we moeten erkennen dat waarde collectief wordt bepaald, door bedrijven, werknemers, strategische publieke instellingen en organisaties van burgers. De manier waarop deze diverse actoren met elkaar omgaan bepaalt niet alleen het tempo van de economische groei, maar ook of die groei door innovatie wordt geleid, en inclusief en duurzaam is. Alleen als we erkennen dat beleid net zozeer moet gaan over het actief vormgeven en co-creëren van markten als over het repareren ervan als het fout gaat, kunnen we een einde maken aan deze crisis.

Vertaling: Menno Grootveld

https://prosyn.org/RT89NlCnl